Hugo CLAUS - Raimond HERREMAN

R. HERREMAN :

Mijnheer CLAUS, uw toneelstuk "Een Bruid in de Morgen" was nog niet in boekvorm verschenen, toen het onlangs de Driejaarlijkse Staatsprijs kreeg. Het is nu uitgegeven bij "Ontwikkeling" in de serie N.V.T., met een voorwoord van Herman Teirlinck. De vier bedrijven spelen zich af in het appartement van de Pattini's...

H. CLAUS :

Het decor is een doorsnee van het appartement der Pattini's. Rechts de woonkamer, links de slaapkamer van de zuster, boven de werkkamer van de vader. Een trap verbindt dit alles. Het is een oud, vervallen huis.

R. HERREMAN :

Zoals het gezin vervallen is. Daar leven dus de Pattini's ... De vader, een musicus...

H. CLAUS :

Een zwakke, die zich teruggetrokken heeft in zijn leeg wereldje, waar hij zogezegd al 20 jaar aan een concerto werkt.

R. HERREMAN :

De moeder ...

H. CLAUS :

... is een vrouw die alles - moraal, liefde, enz. - ondergeschikt heeft gemaakt aan de wil om haar gezin bijeen te houden. Daardoor lijkt zij brutaal en grof, maar dit is het pantser dat zij zich oplegt. Een hoogtepunt van het stuk is volgens mij wanneer zij in elkaar zakt, dit verweer opgeeft.

R. HERREMAN :

En de twee kinderen ...

H. CLAUS : ... zijn eigenlijk haar slachtoffers. Haar vreemd verwrongen liefde hebben hen doelloos gemaakt. Zij lopen er zo maar bij.

R. HERREMAN :

De dochter Andrea schijnt zelfstandig genoeg. Maar de zoon Thomas is inderdaad de speelbal, van zijn moeder en van zijn zuster, wat juist tot het drama zal voeren. Hij is wat simpel, hij leeft in een andere wereld. Gij beweert nochtans dat hij niet achterlijk is ?

H. CLAUS :

Ik wil voorkomen, dat Thomas als een suffe, zogezegd poëtische (dus zotte) jongen wordt voorgesteld. In contrast met de iets beter geadapteerde leden van het gezin, is hij vreemder, zijn verbeeldingswereld slorpt hem meer op.

R. HERREMAN :

Het drama nu, mijnheer Claus. Om het gezin en de ondergang te redden, regelt de moeder een huwelijk tussen Thomas en de oudere nicht Hilda ...

H. CLAUS :

Een personge met weinig vaste trekken. Zij is de volk die het kruit doet ontspringen, de aanleiding van het drama en alszodanig - althans in griekse zin - is zij, moet zij onbelangrijk zijn.

R. HERREMAN:

De zuster, Andrea, wil inderdaad haar broer niet los. Is die zusterliefde niet wat troebel ?

H. CLAUS :

Dat geloof ik niet. Die liefde is een toestand die niet opgeklaard wordt, omdat het drama tussenkomt, dat is alles. Er is een onzekerheid, dat geef ik toe, maar geen troebel gevoel.

R. HERKBMAN :

De geschiedenis heeft een tragisch verloop.

H. CLAUS :

Ja, onafwendbaar. Eén van de acteurs van het drama moet bezwijken. De toestand is onhoudbaar, zoals men zegt. Het meisje gaat vrijwillig de dood in.

R. HERREMAN :

In een nota zegt gij, dat het geen realistisch stuk is?

H. CLAUS :

Dat is een nota voor de regisseur. Mijn stuk heeft meer poëtische dan realistische elementen. Omdat toneel een realiteit is, moet men de realistische elementen altijd ver genoeg verwijderen. De realiteit moet geconcretiseerd, herleid, herschapen worden tot een wonder.

R. HERREMAN :

Mag ik zeggen wat mij vooral sterk ontroerd heeft bij de lectuur ? Het feit dat al de personen zonder uitzondering, de zuster, maar ook de zwakke vader, de soms brutale moeder, de simpele Thomas, en ook de manzieke (of manzoekende) nicht Hilda, onze sympathie opwekken, ik durf zeggen, onze genegenheid, ons goed begrip. Dat is het wonder van uw stuk, meen ik. Hoe verhoudt gij u tot uw personages ?

H. CLAUS :

Ons goed begrip, dat is het woord. Zonder de genegenheid, die rede en gevoel inhoudt, bestaan geen mensen in een boek of een toneelstuk. De schrijver bemint en haat de wezens die hij schept, omdat hij leeft met die vele stukjes "ik" die hij verspreidt in zijn personages. Voor de personages van "Een bruid in de Morgen" heb ik bijvoorbeeld heel sterk een gevoel van tederheid en afschuw gehad.

R. HERREMAN :

Men vertelt dat Sacha Pitoëff het een meesterstuk genoemd heeft. Komt er ook een opvoering ?

H. CLAUS :

Pitoëff was er zeer enthousiast over. Hij zou het laat in het seizoen laten spelen in het Théâtre de l'Oeuvre te Parijs. Het werk is zeer goed in het Frans vertaald door barones Buysse.

R. HERREMAN :

En in Vlaanderen ?

H. CLAUS :

In Vlaanderen staat er één datum vast: 19 November, in de K.N.S. te Antwerpen. In Nederland iets later waarschijnlijk. Er werden althans contracten in die zin gemaakt.

R. HERREMAN :

Dan zullen wij u als dramaturg naar de nieren kunnen tasten, zoals Teirlinck in zijn voorwoord zegt.