Hugo Claus heeft Fedde Bus stellig nooit ontmoet
(Van onze sportredacteur) :
NEE, Hugo Claus is geen sportman van het jaar en zal het ook nooit worden. Hugo Claus is zelfs helemaal geen figuur, die zich genoopt voelt zich naar het sportveld te spoeden om daar conditie en andere zaken te zoeken. Hugo Claus is een schrijver. Een Belgische schrijver. Het leek ons goed hem aldus in deze rubriek even te introduceren ten einde misverstanden te voorkomen.
Wat Hugo Claus dan wel met dit rubriekje, dus met sport, uitstaande heeft? Och, eigenlijk niets. Maar Hugo Claus heeft dezer dagen zijn hart gelucht over sport in een interview met een Belgische sportjournalist. En daarbij heeft hij als toeschouwer enkele behartigenswaardige opmerkingen gemaakt.
Over de voetbalscheidsrechter zei Hugo dit, toen hem de vraag werd voorgelegd of de Belgische fluitisten niet beter dienden te worden gehonoreerd.
Absoluut niet, zei Hugo Claus. Niemand vraagt hun te scheidsrechteren. Zij zijn het centrale "afreactiemiddel" voor de massa in het voetbalveld. Het zijn zogenaamde despoten, die vaak thuis zeer weinig in het midden hebben te brengen en daar eindelijk gedurende anderhalf uur de leiding nemen. Ik zou hen zelfs hun toegangskaartje doen betalen, want zij nemen vaak beslissingen, waarvoor gij en ik naar de psychiater zouden worden gestuurd.
Dat en nog veel meer zei Hugo Claus. Die Hugo. Hij heeft blijkbaar geen ogenblik gevreesd, dat een kunstredacteur van een krant het in zijn hoofd zou krijgen een vooraanstaand scheidsrechter enkele vragen voor te leggen over schrijvers. Als Ben Stroman dit leest, doet hij het misschien wel. Kun je wat beleven.
Wij stellen na gisteren alleen maar vast, dat Hugo Claus een en ander zeker niet zou hebben gezegd, indien hij ooit Fedde Bus uit Leeuwarden had ontmoet of aan het werk had gezien. Het was trouwens op het befaamde Haagse Houtrust ook voor ons de eerste maal. Maar juist daarom kunnen wij met zoveel gezag spreken. Fedde Bus behoefde namelijk helemaal niet naar een psychiater te worden gebracht. Niet met geweld en ook niet behoedzaam.
Fedde Bus was bepaald geen despoot. In de eerste tien minuten van de wedstrijd SHS—Velox nam hij zelfs in het geheel geen beslissing. Dat deden de spelers zelf en het dient gezegd: zij deden het correct. Tot de hoekschoppen toe. En middelerwijl trok de Scheveningse doelman Kutterink, die bij Feijenoord het vak heeft geleerd, gemoedereerd andere schoenen aan. Dat kon, omdat Velox in die periode nog niet in de buurt van het Scheveningse doel kwam. En tevens, omdat men betaald voetbal in ons brave landje vooral niet te ernstig moet opvatten. Wij hebben het oprecht betreurd, dat Hugo Claus, de schrijver, er niet was. Maar vermoedelijk zat hij te schrijven.
Toen Fedde Bus wel beslissingen zelf ging nemen, deed hij dat correct. Zelfs liet hij de grensrechters, die overal buitenspelsituaties ontdekten, links en rechts vrolijk huppelen. De knieën van Fedde Bus werden vurig rood van de koude. Toch hield Fedde de mouwen van zijn shirt zo hoog mogelijk opgestroopt. Een discrete doch zorgvuldig uitgedachte psychologische manoeuvre. Vermoedelijk zou Hugo Claus deze met smaak hebben gesavoureerd.
Zulke manoeuvres zijn vandaag de dag nodig. Broodnodig. Want er gebeurt op de voetbalvelden, nationaal en internationaal, zo het een en ander, waarvan men op de tribune geen weet heeft. Men heeft Bep van Klaveren, de bokser, wel eens verweten, dat hij spuwde in de ring, maar Bep was een kleine jongen, een debutantje vergeleken met wat voetballers op dat gebied presteren. En de hardste politieman zou in een proces-verbaal niet zonder blozen kunnen opschrijven, wat voetballers tegen elkaar zeggen over elkaars zusters, moeders en echtgenotes. Blijkbaar weet Hugo Claus dat nog niet. Er zou voor hem een roman in zitten.
Of dat allemaal ook op Houtrust gebeurde? De stemming in het veld was er zo in de laatste twintig minuten wel rijp voor. Maar hopelijk hebben de opgestroopte mouwen van Fedde Bus een en ander voorkomen.
Velox leek ons een damvereniging, die op een verkeerd strijdtoneel was beland. Schuifje, schuifje (met excuses aan Herman de Jongh). Zonder tempo. Zonder snelheid. Onafgebroken de bal naar elkaar brengen, desnoods over grote afstanden. Nochtans technisch wel wat beter dan SHS, maar een dam halen valt buiten het bestek van de voetbal regels. Vandaar de hatelijke nul. Twee—nul.
En SHS? Recht toe, recht aan. Een ferme trap en maar hollen. Dat leverde voor de rust twee doelpunten op van Theo Valkhoff en De Kleyn. Voor de overige twaalf treffers, die er zuinig geteld in zaten, haalden de Scheveninger hun neus op. Voordien en nadien.
Met dat al waren de 8000 toeschouwers toch wel content Waaruit moge blijken, dat het met een wedstrijd van (betaalde) voetballers is gelijk met een schilderij. De loopt er achteloos langs en de ander blijft lang staan. Op Houtrust zes volle kwartieren.