Claus speelt hoog spel op Ardense hoogvlakten
Film over het von Rundstedt-offensief
(Van onze verslaggever)
Stockem. maart — Als Hugo Claus iets heel serieus neemt, mag je er van overtuigd zijn dat hij het een «spelletje» noemt.. Het is een bezem waarmee hij de vervelende vragen van aan hem klittende journalisten met een vriendelijke maar besliste zwaai wegveegt. « Het is een spelletje met duur speelgoed zo'n tank kost bijna veertig miljoen » zegt filmregisseur Claus ons op de heuvels van Stockem waar hij sekwensen filmt voor zijn «Vijanden». waarvoor Nederlandse en Belgische officiële kulturele instanties elk de helft van iets meer dan vier miljoen neertelden, die het hele werkstuk mag kosten. Op vijftig meter van een betonweg die na al die jaren nog niet bezwijkt onder het stalen geweld van tanks en halftracks, werkt de ploeg aan enkele scènes, met deserteurs tijdens het von Rundstedt-offensief (1944). In een jeep zit Elly Claus-Overzier — het liefje van de deserteurs — om haar heen enkele figuranten. Tegen de jeep geleund hangt Hugues Pernath, niet in de rol van dichter maar in die van GI met een pistool achter zijn gordel geklemd ter hoogte van zijn navel. Robbe de Hert volgens cinefielen een rijzende ster — verschuilt zich voor de gelegenheid achter de brede rug van William Delnegro. De Hert beeldt een jonge avontuurlijke Belg uit. Delnegro een verdwaald Amerikaans soldaat
Delnegro is een echte Amerikaan en een echt akteur. Buiten Ton Lutz en Fons Rademakers zijn er niet veel echte akteurs die in Claus' film rondlopen. Tenzij misschien Claus' vrouw Flly, die in de jaren vijftig filmde o.m. met Colette Audry onder het pseudoniem Elly Norden. Naar alle waarschijnlijkheid zal zij ook nu als Norden op de generiek verschijnen, want Hugo Claus vreest voor een teveel van het Clausiaanse. Johan Claus en Guido Claus, zijn broers, spelen kleine rolletjes en Johan is bovendien fotograaf. Niet alleen zijn broeders van vlees en bloed heeft Hugo in het geweer geroepen, ook zijn kunstbroeders : Robbe de Hert, Fons Rademakers, Ton Lutz, Roland Verhavert, Hugues C. Pernath schaarden zich graag achter hem. De Hert, Verhavert en Rademakers zijn befaamde filmregisseurs.
Pottekijkers
Ik vraag Glaus :
— Maakt u zich geen zorgen over al die pottekijkers ?
- Neen. Ze vergeten gewoon dat ze regisseurs zijn. Zij zijn entoesiast en laten mij begaan. Nu zullen er wel mensen te vinden zijn die zeggen: Claus vreest een flop en: hij omringt zich veiligheidshalve met vaklui...
- Moet dat noodzakelijk afdoen aan uw reputatie, dat u zich weet te omringen ?...
— Ach nee. En ik heb nog niet het gevoel gehad dat ik als regisseur zwaar op hen steun,
— Al dat soldaatje spelen in uw film irriteert misschien de pacifistten en antimilitaristen, die je plots overal op pleinen en straten aantreft tegenwoordig...
- Iedereen heeft wel eens van die (niet eens zo vreemde) neigingen om wat slordig en heerszuchtig met mensen te spelen... Tenslotte is het een spel. Mijn machtswellust is biezonder fel. Daarom ook dit filmpje met tanks, jeeps, honderd figuranten, loeiende vlammenwerpers, slagvelden én bevroren spldatenlijken. Als ik geen schrik had voor represailles zou ik ook wel vervelende mensjes laten verdwijnen, bij voorbeeld ; door op een knopje van een juke-box te drukken.
— Welk liedje zou je daarbij spelen ? Bob Dylan, Joan Baez of Pete Seeger?
- ...
— Ik heb de indruk dat u wel graag in de contramine gaat. En dat u in al dat militair vertoon slechts een paradoks uitwerkt, die niet bepaald oorlogszuchtig uitpakt.
— Mijn scenario (NvdR.: Volgens de leden van de kommissie die het filmplan van Claus goedkeurden, zeer knap !) vertelt hoe vijanden door de omstandigheden vrienden worden maar desondanks soms toch als beesten te keer gaan tegen elkaar.
— Het slot van Uw film, zoals het in uw scenario geschreven staat, kun je ook niet bepaald een ode aan het oorlogsgeweld noemen.
— Nee, dat klopt.
Gedicht van Yeats
— Wat vind je van het budget ?
— 4 miljoen. Een hongerbudget. Maar ik moet dat niemand verwijten. Ik heb aanvaard het daarmee te doen. Het is mijn probleem en ik los het op. Ik wil geen diepgravend filmgewrocht maken. Een goede B-film maken is mijn enige wens. Mijn speelse manier om alles te benaderen verschilt bij voorbeeld van de manier van Louis Paul Boon of Harry Mulisch, die anders naar de waarheid graven dan ik. Ken je het gedicht van Yeats, Lapis Lasulli ? Het kan je helpen mijn mentaliteit te begrijpen. Ik vat de dingen niet aan met gefronste wenkbrauwen.
— Laten we nog even platvoers blijven. Is er in België voor een andere film al een ruimer budget uitgekeerd ?
— Dat denk ik niet.
Hugo Claus bewondert het talent, de ernst en de charme van Robbe de Hert. Zijn soms kwajongensachtig optreden, zijn enfant-terrible-spel vindt hij "eigen aan zijn leeftijd". Er zijn geruchten over kleine wrijvingen van Robbe met zijn medeakteur Delnegro. Maar Claus vindt het allemaal sterk overdreven geklets. Hij vraagt integendeel vooral niet te vergeten te vermelden, dat hij verrukt is over de inspirerende, vlotte en entoesiaste samenwerking met de hele ploeg.
Robbe de Hert zegt, «dat hij het een biezondere ervaring vindt akteur te spelen. Ik heb hier al veel geleerd » zegt hij.
Vriendschap
Fons Rademakers, die volgens het eerste scenario de « Duitse soldaat Hans» was, werd « omwille van zijn Weense charme» (zegt H.C.) de Oostenrijkse reservist Willy. Hij kijkt toe in het bos, hoe cameraman Herman Wuyts, Lily Veenman-Rademaker (regie-assistente) en de regisseur zelf zich koncentreren op een scène in het bos, waarin een groepje deserteurs bonen in tomatensaus aanbieden aan verdwaalde soldaten. Guido Claus kokerelt op een spiritusvuurtje en strompelt naar de « gasten » toe met warme praktjes. Als wij zopas ploeterend over een door tanks tot pap gereden weg, het bos insprongen, ontlaadde de woede van de gillende regie-assistente zich op ons, omdat we dreigden in het beeld te komen....
Rademakers is voorzichtig. Hij antwoord desgevraagd dat hij verbaasd toekijkt hoe Claus als filmregisseur werkt. Hij laat zich niet uit zijn tent lokken als ik over de Vlaamse zin voor improvizatie begin te praten. « Helemaal anders », antwoordt hij als ik informeer naar de verschillen tussen Claus' en Rademakers' werkwijze als filmregisseur. En hij fluistert (er wordt vlakbij « gewerkt») honderduit over de betrekkelijke grootheid van de Italiaanse neo-realisten, over de relatieve noodzakelijkheid van filmakteurs (én hoe weinig echte er wel zijn)... Dat Fons Rademakers (regisseur van Het Mes, De Dans van de Reiger — twee Claussen en van Als twee druppels water — naar W.F. Hermans — meedoet, dankt Hugo Claus aan de vriendschap die Rademakers aan hem bindt. En Rademakers zegt ook dat «sympatie» voor het enorme talent van Claus hem hiergebrachtt heeft, hier in zijn Wehrmacht-uniform, in de korte laarzen met de typisch wijde schachten,
Op de weg waar de filmbus staat, waar voor alle noden soelaas kan gevonden worden, en enkele voor de film geleverde jeeps, en een autentieke Duitse legerkamion (de nacht voor onze komst verdween een batterij er spoorloos uit), treffen wij Roland Verhavert aan in zijn metalliek grijze Porsche. Hoe hij zich voelt als producer ?
«Bezorgd ».
Nieuwigheid
Het is de eerste maal dat, hij niet als regisseur optreedt maar als producer. Het genre film dat Claus wil prezenteren vindt hij boeiend, omdat het nieuw is in de Belgische filmwereld. Hij ziet er een kans in qm door te dringen tot het grote publiek. Het spektakulaire gegeven van het von Rundstedt-offensief spreekt alle lagen van de bevolking aan, oordeelt hij. Roland Verhavert wil vooral de kontinuïteit van de Belgische film-produktie bevorderen. Nu er enkele suksessen geboekt zijn, moeten we verder gaan, meent hij.
«Ideeën en talent hebben wij, maar er is geen produktie ».
- Wat is de grootste moeilijkheid voor deze produktie ?
— De beperktheid van de middelen, luidt het oprechte antwoord. In 30 dagen moeten wij met 4 miljoen een film maken waarvoor in andere landen 60 dagen en 12 miljoen worden uitgetrokken. Ik stort mij hals over kop in de onderneming. Er is geen tijd voor bepaalde details. De ko-produktie met Nederland is slechts laat tot stand gekomen. En in, de maanden die komen kan er nog veel veranderen. Maar we hebben het geld gekregen dat we gevraagd hebben. En het is geweldig dat wij het hebben. Dat minister van Elslande in zijn begroting aan de film gedacht heeft is een biezonder lofwaardig initiatief geweest enkele jaren geleden. Nu moeten wij ieder jaar over een groter budget gaan beschikken, anders, verloopt het allemaal... De energie en de goede wil duren niet eeuwig. Het jaarlijks voor filmsubsidiëring voorziene bedrag zou wel 15 miljoen moeten bedragen. Dan zouden we aan een voortreffelijke organizatïe van de Belgische filmproduktie kunnen komen. Voor een medium dat zoveel mensen bereikt is dat toch niet overdreven, mij dunkt.
Gerust hart
— Komt u soms niet in de verleiding om Hugo Claus een regie-wenk te geven ?
— Artistiek bemoei ik mij niet met deze film. De film ligt mij als producer niet als regisseur. Ik denk dat het een echt goede film wordt. Als ik zie wat hier gepresteerd wordt, denk ik aan de toekomst...
— Met een gerust hart ?
— Met meer moed in elk geval.
Verhavert vertelt, nog even over eigen plannen. Hij heeft voor 1968 een film naar een eigen scenario op het oog. Het moet een uitzonderlijk genre vertegenwoordigen. Maar alles is nog vaag. Het Afscheid werd gekocht door de BBC TV en komt waarschijnlijk uit in oost-Europa en in Parijs. De komende vijf jaren zijn al druk bezet, zegt Verhavert, die vele filmdromen koestert.
Claus ziet het nog grootser. De literatuur begint hem te vervelen. Maar voor de film heeft hij een zesjarenplan. En de volgende film regisseert hij in een of ander Marokko, lekker warm. Met warmbloedige filmdiva's en liefst een budget van 20 miljoen. Volgend seizoen als "De vijanden" in de bioscoop hun kans verdedigen, weten we al iets meer.
JOHAN DE ROEY.