HUGO CLAUS KREEG VIER MAANDEN CEL VAN EEN BRUGSE RECHTER - WAT DENKEN DE INWONERS VAN NUKERKE OVER HUN ZEDENSCHENNENDE DORPSGENOOT?
NUKERKE — Willy Schuyesmans en Andries Buys (foto's)
Nukerke. Landelijk dorpje halfweg tussen Ronse en Oudenaarde. Enig mooi landschap in de Vlaamse Ardennen. Een kleine tweeduizend inwoners. Meestal boeren. In een grote gerestaureerde boerderij woont Hugo Claus met vrouw en zoontje Thomas. Pas veroordeeld om drie mannen naakt de planken op te sturen. Moet vier maand gaan zitten. Wat denken de inwoners van Nukerke over deze zonderlinge dorpsgenoot?
Frans houdt café aan de rand van het dorp. Er is een karabijnschuttersgilde en een biljartklub. Frans is al bijna dertig jaar cafébaas. En hij doet het goed. Als we hem vragen wat hij denkt over Hugo Claus wrijft hij even met zijn hand over zijn grijze stoppelbaard en zegt:
Vriendelijk
« De mensen hier hebben er allemaal respekt voor. Hij js een heel vriendelijk man. Af en toe komt hij hier wel eens binnen. Meestal heeft hij dan vrienden bij met wie hij eens gaat wandelen. Ze praten dan heel veel. Ik kan daar dan natuurlijk niet tussenkomen. Maar ik geloof niet dat hij dan over zijn schrijven klapt. »
ZM : Heb je wel ooit boeken van Hugo gelezen ?
Frans: «Ja. Vroeger las ik heel veel. Overdag komt er niet veel volk hier. De mensen moeten dan werken. Dan zat ik buiten met een boek. Ik heb er verschillende van hem gelezen. Hij is natuurlijk wel een beetje bruut in zijn boeken. Hij drijft nogal door. Als hij schrijft is het gegrond. Maar 't is niet voor kinderen. Er zijn er niet veel die zo goed schrijven als hij hoor. »
Ook zijn buren hebben niets dan goede woorden voor Claus.
« Meneer zien we niet zo dikwijls. Die is vaak weg voor zijn werk. Maar madam, die is met iedereen straf beleefd. We mogen er echt niets over zeggen. Het zijn heel vriendelijke mensen. Ze zouden niemand kwaad doen. Verleden jaar had meneer een slootje dat over zijn land liep willen omleiden. Maar hij wist niet dat wij daaruit het water haalden voor onze beesten. Toen we het hem zegden heeft hij het onmiddellijk weer in orde gemaakt. 't Zijn geen kontraire mensen.»
Andere buren van Claus werken rustig in hun tuintje.
«We zien ze feitelijk weinig. Maar 't zijn geweldig vriendelijke mensen. We zien gewoonlijk mevrouw met de auto voorbijrijden. Dikwijls rijden ze samen uit. Van het dorpsleven trekt hij zich natuurlijk niet veel aan. Hij leeft een beetje afgezonderd. Maar als er volksfeesten zijn is hij erbij. Verleden week nog in het dorp hiernaast. Waar moet hij anders de inspiratie halen voor zijn romans ? »
Door het grote groene hek rijden we de binnenkoer van Claus' woning op. Hugo komt ons tegemoet. Beige broek en gestreept hemd. Zijn blote voeten zitten in sandalen. In de living zit Hugo in een zwartleren zetel naast een grootse open haard. Hij drinkt sherry met kleine slokjes. Overal liggen tijdschriften en boeken. Een zwarte kat vlijt zich naast onze voeten neer.
RANDSTRAFFEN
« Het zijn goeie mensen hier in het dorp. Braaf en rustig. Ik kan goed met ze opschieten. Voor zover ik ze zie, natuurlijk. Mijn vrouw heeft heel wat meer kontakt met hen. Sedert mijn proces is er niet veel in hun houding veranderd. Soms heb ik wel de indruk dat enkelen denken dat ik me hier in Nukerke kom verstoppen. Ze zien me dan zo'n beetje als diegenen die van die rare dingen doet. De meesten hebben het vernomen langs radio of televisie. Ze leven echter allemaal heel erg mee met de straf die ik gekregen heb. »
ZM : Zit die straf je dwars ?
Hugo : «In zekere zin wel. Vier maanden is lang. Maar dat is niet het ergste. Veel erger zijn de randstraffen die erbij komen. Ik was van plan een reis naar Kongo te ondernemen met fotograaf Ed Van der Elsken voor maandblad Avenue. Toen mijn straf was uitgesproken kreeg ik bericht van het Kongolees konsulaat dat mijn visum geweigerd was. Mensen als ik konden ze best missen. Eigenlijk is het toch wel kras. Niemand van de mensen die de opvoering van mijn «Masscheroen» gezien hebben legde een klacht neer. Naar aanleiding van wat in de pers is verschenen werd ik voor de rechtbank gedaagd. Openbare zedenschennis, heette het. Wat ik vooral smerig vind, is dat ze mijn zaak samen hebben behandeld met die van die naaktdansers en danseressen die de volgende dagen in Knokke optraden. Deze hadden noch van ver noch van dichtbij iets met mijn stuk te maken. Zij brachten erotiek. Ik bracht gewoon naaktheid.»
Claus staat even op en schenkt zich een nieuwe sherry in. Voorzichtig proeft hij en zet het glas terug op de stenen van de open haard.
«Erotische vrijheid is net zo belangrijk als politieke vrijheid. Wij ergeren ons dood over de schromelijke verdrukking van de vrijheid in Griekenland. Maar hoever staan wij? Drie naakte mannen tonen verzinkt in het niet bij de koncentratiekampen in Angola.
Flop
Erotiek is nauw verbonden met politiek. Dat wilde ik illustreren toen ik verleden week in mijn geïniprovizeerde toespraak in het Paleis van Schone Kunsten zegde dat ik liever naakte jongens en meisjes zag dan geüniformeerde parachutisten die zogezegd onze vrijheid moeten verdedigen. Overigens moet ik zeggen dat ik me volledig gedistantieerd heb van de bezetting van het Paleis van Schone Kunsten. Heel toevallig was ik daar in verband met een toneelwerk van mij dat werd afgelast. Enkele heethoofden riepen toen : «Claus au micro ». Omdat ik een beleefde en voorkomende jongen ben heb ik een korte toespraak gehouden. Mijn woorden zijn echter weer verdraaid geweest. De bezetting van het Paleis was een grote flop. Eén der inrichters drong erop aan de aktiviteiten, en vooral de Koning Elisabeth-wedstrijd niet te storen. Als er nu juist één manifestatie was waartegen geprotesteerd moest worden was het wel die. Deze wedstrijd bekroont virtuositeit en deze staat diametraal tegenover kunst. »
ZM: Wat bedoelde je het publiek te brengen met je drie naakte mannen ?
Hugo : «In het wagenspel wilde ik de heilige Drievuldigheid uitbeelden. Wanneer ik deze oproep als een vader een zoon en een duif val ik in cliché-symbolen. Ik besloot er drie naakte mannen van te maken. Naaktheid werd een symbool van leven. Daar spreekt men in het proces echter niet over. Ze veroordeelden me voor zedenschennis, terwijl ze me eigenlijk hadden moeten betichten van heiligschennis.
Menselijkheid
Met die mensen van het gerecht kom je echter gewoon niet tot een dialoog. Zo'n proces verloopt op een totaal onmenselijke manier. Behalve de verplichte vraag op het einde : « Heeft u nog iets te zeggen », heeft de rechter me niets gevraagd. Mijn advokaat had een briljant pleidooi gehouden. Daarom heb ik er op het einde niets meer aan toegevoegd. Eigenlijk had ik de rechter willen wijzen op het uitgemergelde kruisbeeld dat boven zijn hoofd hing en hem zeggen: «Mijn naaktheid is een uiting van leven in tegenstelling tot deze uiting van foltering, boete en dood.» Het embleem dat ik de mensen toonde was naakte mens. Hij heeft niets, te verbergen. Hij is een symbool van menselijkheid. Ons kristendom echter valt ons steeds lastig met boete en schaamte. In de lendendoek en de kruisnagels van Kristus worden de begrippen schaamte en foltering het nauwst met elkaar verbonden.
Claus' zoontje, Thomas (4) loopt de kamer binnen. Sprekend lijkt hij op zijn vader.
Hugo : «Ik hem hem Thomas genoemd omdat ik ergens wel geloof in naamgeving. Ik wil dat hij ongelovig wordt. Hij mag niets zomaar aannemen, omdat iedereen het gelooft. De mensen laten zich alles aansmeren, van waspoeder tot Mao Tse Toeng. Dat wil ik bij Thomas vermijden. Hij moet kritisch zijn. Ver ben ik daar nog niet mee. Maar toch voelt Thomas intuïtief zeer goed aan dat als hij over Jezus begint, hij op een zeker afwijzen stoot. Eigenlijk willen we dat niet. We willen dat hij ook daarover vertelt. Maar hij zwijgt omdat hij aanvoelt dat wij ons er over ergeren. Eens kwam hij thuis van de school. Hij zag helemaal rood en was vreselijk opgewonden. «Ik ben kwaad op de joden,» zei hij. « Ze hebben dat arme Jezuke gekruisigd. » Ik probeerde hem wat te kalmeren en zegde hem dat hij er zo niet mocht over oordelen. Hij had toch nog nooit een jood gezien. «Jawel,» was zijn antwoord.
«De joden hebben grote zwarte hoeden en zwarte handen en voeten. We moeten ze wegjagen als ze komen. »
Een tijdlang liep hij met die gedachten rond. Zijn juffrouw op de school beweerde dat hij die verhalen niet van haar had gehoord.»
De juffrouw van de gemeentelijke freubelschool te Nukerke heeft tijdens de middagpauze eventjes tijd om ons te woord te staan.
Verbeelding
"Thomas is een heel gewone leerling tussen de andere kinderen. Wel heeft hij een heel levendige verbeelding. Voortdurend is hij bezig over wilde beesten alsof hij er dagelijks mee omgaat. Hij tekent geweldig graag en elke morgen als hij de klas binnenkomt vraagt hij of ik poppenkast wil spelen. Het is een zeer lief kind. Ik heb hem graag. Wat ook opvalt is zijn mooie uitspraak. Hij steekt er wel erg mee af tegenover de andere, kinderen die hier alleen maar dialekt spreken. »
De direkteur van de gemeenteschool mengt zich in het gesprek :
« De kleine is fel uit de kluiten gewassen. Op de speelplaats is hij altijd in de weer. In groep spelen doet hij erg graag. »
ZM: Vader Claus is niet erg gesteld op het katolieke godsdienstonderwijs. Hoe wordt dit probleem in verband met Thomas opgelost ?
« Normaal begint elke dag met een kwartiertje godsdienstonderricht. Meneer Claus heeft dit probleem heel goed opgelost en brengt de kleine een kwartiertje later naar school.»
ZM: Wat denkt uzelf over het werk van Claus ?
Direkteur: «Daar kan ik niet dadelijk een oordeel over vellen. Het is vrij moeilijk en ik ken het onvoldoende. Een kleine anekdote. De vroegere pastoor van Nukerke ging eens met een boek naar Claus om het te laten tekenen. «Ik vond je roman zeer goed,» zei hij, «maar er zijn toch passages die ik niet versta.» Waarop Claus : « Dat boek is ook geschreven voor intellektuelen.» Wat zijn drie naakte mannen betreft, ik geloof dat hij er nu spijt van heeft. Mevrouw Claus trekt het zich aan. Ik geloof niet dat hij het nog zou doen. »
ZM: Vind je dat hij moest gestraft worden?
«Eigenlijk wel. Maar ik had hem voorwaardelijk gegeven. Hij is toch een kunstenaar. Je voelt natuurlijk wel dat hij anti-godsdienstig is. Maar hij weet toch ook dat de Heilige Drievuldigheid geesten zijn, geen mensen. Moet hij die nu als mensen tonen. En dan nog naakt. Natuurlijk zul je me antwoorden dat het Vatikaan vól naaktbeelden staat. En dat is het Vatikaan. Dat is ook waar, maar kom.»
Aan Claus zelf vroegen we ook of hij het nog zou doen.
Talent
«Ik doe precies waar ik zin in heb. Dit proces zal me er niet kunnen toe dwingen me van eender welke aktiviteit te onthouden die ik nodig acht. Precies hetzelfde zal ik niet meer doen. Ik tracht ernaar steeds andere dingen te doen. Als ik morgen zin zou krijgen om naar een klooster te gaan doe ik het ook. Ik wil altijd iets anders, iets nieuws.»
Claus kijkt even op en voegt er dan spotlachend aan toe : « Als je talent begint te verdwijnen moet je wel iets anders doen.»
ZM: Gewoonlijk weet men van Claus alleen dat hij anti-godsdienstig is. Wat denk je daar zelf over ?
Hugo : «Ik heb inderdaad zoiets als een vervolgingswaanzin tegen de katolieke kerk. Ik kan er gewoon geen goed woord over horen. Soms ben ik er wel onredelijk in. Toen ik echter elf jaar was zat ik op een kostschool bij nonnen. Driemaal per jaar kregen we daar een bad. Dat was telkens precies voor we naar huis gingen met vakantie. We stonden allemaal aan te schuiven, gekleed in een lang slaapkleed. Met kleed en al moesten we het bad in en heel vluchtig werden we onder dat kleed gewassen. Met die kletsnatte klodden vlogen we dan terug naar de slaapzaal waar we ons vliegensvlug moesten aankleden. Door zulke dingen is mijn razernij tegen de katolieke kerk ontstaan. »
De pastoor van Nukerke ontvangt ons op de ruime pastorie.
«Eigenlijk leeft Hugo Claus een beetje buiten de gemeenschap. Hij heeft weinig uitstaans met de mensen. Enkele malen ben ik al bij hem thuis geweest. Hijzelf was er nooit. Zijn vrouw is een zeer vriendelijk mens en ik ben er altijd goed ontvangen geweest. Met de zaak van zijn drie naakte mannen wordt hier in het dorp wat gelachen. Ik ken de inwendige grond van zijn doen niet. Daarom wil ik er geen oordeel over vellen. »
Bloot
Cafébaas Frans : «Eigenlijk hadden ze Hugo Claus niet mogen straffen. Diegenen die moeten gestraft worden zijn zij die het stuk toegelaten hebben. Ze hadden het hem op voorhand moeten verbieden. Maar hem zo achteraf een proces aandoen. Dat is toch niet schoon, hoor. Onrechtstreeks is hij ook in fout natuurlijk, omdat het blote mannen zijn. En, met permissie gezegd, hij is niet erg kristelijk. Was hij een beetje meer kristelijk geweest zou hij het waarschijnlijk niet gedaan hebben. 't Is misschien een kleine misstap. Hij heeft de tijd van de Romeinen willen nadoen. Had hij die mannen nu gewoon een klein lapje aangedaan. Dat ware toch beter geweest. Wij zijn toch geen wilden meer. We evolueren natuurlijk, maar bloot is toch bloot. In de grond is het eigenlijk af te keuren.»
Claus ging in beroep tegen de beslissing van het Hof. Wat gaat hij nu doen ?
«Vermits mijn reis naar Kongo onmogelijk gemaakt is vatte ik het plan op Noord-West-Vlaanderen te bezoeken met precies dezelfde ingesteldheid waarmee ik naar Kongo zou zijn getrokken. Ik wil er onbevooroordeeld naar toe trekken met alleen de geschiedenis een beetje in mijn achterhoofd. Ik wil gewoon noteren wat ik zie. Het zal niet makkelijk zijn want we hebben allemaal enorm veel vooroordelen. Toch wil het het proberen. »
Gelukkig voor Claus is er voor West-Vlaanderen geen visum vereist.