"TV-serie moet epateren, ontroeren en bijleren"
Van onze verslaggever
Antwerpen - Tegen de rottende muren en midden de vunzige vuiligheid van Antwerpens kathedraal - symbool van gruwelijk verwaarloosd kunstpatrimonium en, in afwachting van nieuwe miljoenen voor verdere restauratie, een gloeiende kultuurschande — is Rubens' schilderij de Kruis-oprichting klaargekomen. De geestelijkheid, bij monde van uit Pinters Niemandsland opgedoken Ray Verhaeghe, is over het vleselijk vertoon niet te spreken. Maar de oude meester Abraham Van Noort, thans bekend als akteur Alex Van Royen, scheldt hen in een vlijmscherpe, brutale tirade, de geestelijke huid vol, waarna hij voor het meesterwerk knielt.
De filmploeg van Kunst en Kino, onder leiding van regisseur Roland Verhavert, laat ademloos de camera draaien. Scenarist Hugo Claus kijkt afstandelijk toe - in de koude kilte van de zwaar onder de eeuwen lijdende kerk, waait even de warme wind van de strijdende stemmen. Het kan best, een mooie scène worden in de zoveelste van de vijf episodes uit de BRT-serie rond Rubens.
(titel bij foto: het gelukkige gezin Rubens: een saai leven....? (A)
Roland Verhavert. die voor de visuele schoonheid van de BRT-produktie op de fotografie van Ralf Boumans mag rekenen, heeft in een vorig interview gezegd dat hij wellicht niet zo streng is als Claus voor de figuur van Rubens. Is Claus dan streng?
— Hugo Claus : « Voor om het even wie zou ik streng geweest zijn, of het nu Rembrandt is of Beethoven. Je kan geen hagiografie maken als je konflikten wil laten zien in een TV-serie. Rubens was een flauw personage en tevens een genie en tussen beide ligt het konflikt. Hij was een volgeling en dus een uitstekend hoveling, maar hij nam weerwraak in zijn kunst. En dat heb ik liever dan omgekeerd : rumoer verkopen en een zwakkeling zijn in de kunst. Het is een teken van deze tijd dat men dit mag signaleren.
Het leven van Rubens was niet bepaald spectaculair, met zijn evenwichtig karakter. De kans zat er wel in dat het eigenlijk een vervelende geschiedenis zou worden.
Verzonnen
In mijn versie heeft hij een zeer gevarieerd leven Bepaalde incidenten zijn wat kleuriger dan in de werkelijkheid, de TV komprimeert een lang leven in vijfmaal vijftig minuten en bovendien heb ik een paar konfliktsituaties verzonnen. Hij zou bv. Caravaggio ontmoet kunnen hebben — er zijn geen bewijzen van niet — en ik maak van zo een gearrangeerde ontmoeting een leuke scène. Niet omdat zij leuk is. maar omdat ik Caravaggio als kontrastfiguur tegenover Rubens nodig had. Natuurlijk heeft prof. Baudouin alles nagekeken. daar stond ik op. Ik maak geen historische fouten, maar interpreteer — ik ben een lyricus,
geen dokumentarist — en wanneer juist negen maanden na Rubens' dood een kind wordt geboren, dan is dat voor mij een mooi symbool en een dankbaar dramatisch element. Dan mag Baudouin wel veronderstellen dat Rubens niet de vader is. voor mij is hij dat wél. Hij moét het gewoon maar zijn (niemand kan toch wat bewijzen) en wie iets anders beweert, is mijn vriend niet.
Schema
Een saai figuur wellicht, maar dan toch een leven waar nogal wat stof in steekt. Verhavert heeft vroeger al eens het vage plan voor een Rubens-film gehad, maar hij zag er niet zoveel in en ook nu nog vreest hij dat een gewone speelfilm een Sacha Guitry-achtige toestand zou worden. Voor televisie (er is sterke belangstelling uit Nederland en... Japan) is het kennelijk wat anders?
- Helemaal anders: het kan breder, rustiger. Gewoon volgens het schema van ieder goed feuilleton: elke aflevering bevat: een kern, iets spectaculairs, iets psychologisch-dramatisch en iets didaktisch. Epateren, ontroeren en iets bijleren : dàt is het. Ik poog mij niet tegen Rubens te keren — ik was vroeger nogal gedegouteerd door het vele nutteloze vlees, maar ik vind hem nu een groot schilder — maar ik heb wellicht iets aangedikt waar hij in gebreke bleef. De grootste moeilijkheid was, het mechanisme te laten zien van hoe het werkt als iemand een groot schilder is, wat talent is dus. Daar heb ik een paar kronkels op gevonden, zoals de diskussie met een graveur, of zoals het beeld van de ingezakte oude Rubens in een spiegel en het triomfantelijke zelfportret. En dan zijn er de twee bekende vrouwen in zijn leven en dat zijn dan ontroerende scènes met de dames. Alles zit er in. Een moeilijkheid was wel de taal: archaïsch kon niet, hedendaags ook niet, de akteurs zullen het met de oplossing niet gemakkelijk hebben gehad.»
Akteur
Roland Verhavert voegt eraan toe, dat het scenario eigenlijk bestaat in een defilé van een aantal personages rond Rubens, telkens in een ander decor. Het is het verhaal van de dingen die aan hem voorbijgaan. Een goed procédé: Claus is vertrokken van de wereld rond Rubens. Hij weet dat Rubens alleen maar schilder was en had hij hem van binnenuit benaderd, dan was hij snel uitgepraat geweest. Toch is het personage een dankbare opdracht voor iemand als de jonge, alhier minder bekende akteur Johan Leysen.
— Leysen : Ik heb uitsluitend in Nederland gewerkt. De Appel -in Den Haag en nu de Toneelraad in Rotterdam. Een totaal andere stijl en dat is erg boeiend. De jonge Rubens vind ik het moeilijkst: hij is kwetsbaar, onzeker, hoe zou die jonge Rubens eigenlijk geweest zijn? De oude Rubens is veel gemakkelijker: na drie en een half uur onder de grimeur ben je al half klaar met je personage. Die retorische taal er op een organische manier uit krijgen, dat is niet gemakkelijk. Maar het gaat best: ik amuseer mij rot, als ik het zo mag zeggen.
Roddel
Het lijkt intussen wel of Claus op een geniale manier een 'dramatisch' konflikt heeft ontdekt en uitgewerkt in het leven van een humanist die niet op dramatiek was gesteld. Bekende mensen wordt anders wel graag dramatiek toegeschreven. De internationale pers staat momenteel bv. bol van de roddel rond Hugo en Sylvia.
— Claus : - Rubens moet evenwicht zien te vinden. Nou en zijn emoties ordenen, dat gebeurt bij een mens ook niet altijd zo rustig. daar kan ik van mee spreken. Over de verhalen uit de internationale pers heb ik niets te zeggen. Het laat mij koud, het doet mij niets. Schrijf zomaar wat. Zij komen er wel voor uit Amsterdam, maar ik stuur ze gewoon terug. Er is niets te zeggen en al dat geschrijf gaat gewoon aan mij voorbij. Zij doen maar.
Huib DEJONGHE