Jet: Mag ik gewoon majesteit zeggen, of moet ik Hugo zeggen ?

Hugo Claus: Eigenlijk een beetje tussenin, maar ik ben gevleid en vereerd met beiden. Het eerste is wat mij toekomt, het tweede is wat ik je gun.

Jet: Hoe ben jij in de literatuur geraakt?

Hugo Claus: Zoals alle kinderen had ik een vrij grote verbeelding en op een bepaald moment, toen ik een jaar of 10 was stond ik voor de keuze: ofwel mijn brood verdienen zoals de meeste mensen het doen met te werken, ofwel met te doen waar ik zin in had, namelijk fabeltjes vertellen, dus schrijven. Ik heb toen gekozen voor het laatste.

Jet: Waarom schrijf je eigenlijk? Heb je er een reden voor?

Hugo Claus: Ah, een goeie vraag. Ik schrijf omdat ik vrees dat ik niets anders kan. Ik heb geen enkel talent om het kampioenschap turnen te winnen. Ik kan ook met moeite voetballen, ik kan geen topzanger worden, dus geen dingen waar echt geld mee te verdienen is. Het enige wat ik denk te kunnen is mij afzonderen als een monnik om wat op papier te schrijven. Ik doe het ook omdat ik denk dat ik daarmee iemand anders bereik met wat mijn eigen verhaal is. Dit is waarschijnlijk een groot zelfbedrog, maar het helpt toch.

Jet: Had jij als kind graag schrijver willen worden, of iets anders?

Hugo Claus: Ach, als kind had ik natuurlijk Fred Astaire willen worden, of Robert Taylor. Het moet dus iets zijn dat de anderen verblindt en waar je veel geld kunt mee verdienen en mooie vrouwen kunt mee versieren. Achteraf heb ik me moeten tevreden stellen met de verbeelding van het papier.

Jet: Weet jij voor jezelf dat je van een ander auteur invloed hebt ondervonden op je werk?

Hugo Claus: Jazeker, ik geloof dat ik beïnvloed word door praktisch alle grote auteurs die ik bewonder. Niet dat dit letterlijk gebeurt. Ik ga geen boeken schrijven in de stijl van Nabokov bij voorbeeld, maar ik word wel door de gedachtengang en door de sensibiliteit ervan beinvloed. Dit geldt trouwens niet alleen voor auteurs, ook voor bepaalde muziek en voor het feit dat ik hier met jou zit te praten. Eén van de armzaligste uitingen van de menselijke geest is, als je een auteur hoort vertellen dat hij niet beïnvloed is. Dat kan gewoon niet.

Jet: Ik veronderstel dat jij dan ook heel wat boeken van anderen leest.

Hugo Claus: Ik kan toch niet altijd maar mijn eigen werk lezen?

Jet: Beschouw jij schrijven als een beroep, een hobby of nog meer?

Hugo Claus: De omstandigheden hebben gemaakt dat al die dingen die je opsomt op mijn werk van toepassing zijn. Maar het beroep van schrijver bestaat bij ons eigenlijk niet. Er zijn alleen Geeraerts en ik die geen ander beroep hebben. Een hobby daarentegen zou betekenen dat je in hoofdzaak iets anders doet en dat je alleen maar op zaterdagavond schrijft, maar dat is meer iets voor Walschap of Ghysen en noem maar op. In de geschiedenis van de Vlaamse Letterkunde is schrijven altijd een hobby geweest, indien je onder hobby verstaat datgene wat je doet na je werk.

Jet: Zou jij het wenselijk vinden dat het beroep van schrijver zou aanvaard worden en dat men er bijvoorbeeld een opleiding aan een akademie zou kunnen voor volgen?

Hugo Claus: God ja, daar heb ik nog niet over nagedacht. raktisch zie ik echter niet goed in wie daarover les zou "moeten geven. Indien het mensen zouden zijn die het altijd als hobby gedaan hebben, zouden ze er moeilijk kunnen over praten in termen van beroep. Ik en Jef Geeraerts zijn misschien de

enigen die het zouden kunnen en wij zouden natuurlijk al die jonge kornuiten het beroep van schrijver zo walgelijk voorstellen dat ze heel gauw weer een plaatsje op een ministerie zouden gaan zoeken.

Jet: Ben jij een Nederlander, een Vlaming of een Belg ? Hugo Claus: Even denken hoor. Dat hangt een beetje van de situatie af. Volgens mijn identiteitskaart ben ik een Belg. Dus als een politieagent het vraagt ben ik Belg. Indien een journalist het vraagt, dat is bijna hetzelfde als een politieagent, dan zeg ik ook hetzelfde, maar ik denk dat ik een bewoner ben van deze planeet.

Er weerklinkt gelach onder de aanwezigen en de kelnerin kijkt even streng naar onze tafel, alsof we de rust des huizes op het vroege namiddaguur verstoren.

Ik heb dus al bij toeval een stempeltje gekregen dat mij tot Belg gemaakt heeft. Ik heb echter niet het gevoel dat ik een Belg ben.

Jet: Jij hebt in verscheidene landen gewoond. Waarom ben je dan terug naar België gekomen ?

Hugo Claus: Omdat op de hoek bij mij een voortreffelijke viswinkel is en omdat mijn moeder hier woont.

(titel: IK HEB HEEL WEINIG TALENT ALS SCHILDER)

Jet: Jij hebt ook een hele tijd geschilderd. Doe je dat nog steeds?

Hugo Claus: Ja, maar ik heb wel een aantal jaren niet meer tentoongesteld.

Jet: Is de Cobra-beweging, waarvan je lid was, nog steeds aktief?

Hugo Claus: Nee, de Cobra- beweging heeft heel kort bestaan, slechts een drietal jaar, naar was een zeer grote kunst-historische waarde. Ik heb in die tijd een heleboel schilderijen gemaakt, die nu bij mij op zolder staan. Maar over een jaar of tien zal ik wel eens tentoonstellen, om te laten zien dat de geschiedenis van de Cobra totaal vervalst is, want mijn aandeel is niet gekend.

Binnenweg: Dat kan ik getuigen, zelfs aan de hand van een prachtig boek dat ik erover bezit.

Jet: Hoe komt het dat je niet meer tentoonstelt?

Hugo Claus: Het komt door mijn eigenzinnigheid dat ik vanaf 1963 niet meer naar buiten gekomen ben met mijn werk. Ik heb ook heel weinig talent als schilder. Het is een soort bedrijvigheid voor me, zoals postzegels verzamelen voor anderen. Ik vind het niet nodig om

daarmee mensen lastig te vallen.

Jet: Van welke schilders hou jij het meest?

Hugo Claus: Ik hou het meest van de Italiaanse renaissance, van de Vlaamse schilders uit die periode en ook van de Chinese schilderkunst.

(titel: SLECHTE KRITIEK DOET VERKOPEN)

Jet: Vind jij het prettig dat iemand een interview met je maakt en dat er artikels over jouw werk verschijnen in de pers?

Hugo Claus: Kijk, als je zo schaamteloos bent om dingen te maken die je aan het publiek voorstelt en waarmee je de mensen lastig valt in boeken en schouwburgen, dan vind ik het vrij normaal dat je probeert toe te lichten waarom je dat doet. Ik sta dus niet huiverig tegenover interviews enzo, maar ik ga er niet serieus op in. Thuis heb ik een koffertje vol met verschillende antwoorden op alle mogelijke vragen die een journalist kan stellen en die herhaal ik dan in alle mogelijk varianten.

Jet: Men beweert nochtans dat jij jezelf graag in de belangstelling plaatst.

Hugo Claus: Dat kan niet, dat is absoluut een misverstand. Op 10 aanvragen voor interviews weiger ik er zeker 9,99.

Jet: Hebben deze weigeringen niet de bedoeling dat je daarmee juist meer belangstelling voor je eigen persoon probeert op te wekken, door een zekere geheimzinnigheid aan de dag te leggen?

Hugo Claus: Je bedoelt dat, als je het niet doet, het nog is omdat je op sensatie belust bent?

Jet: Precies. Je hebt het afgelopen jaar slechts een enkele keer een interview toegestaan en dan verscheen je op de Nederlandse televisie, wat een enorme belangstelling uitlokte.

Hugo Claus: Dat hangt er alleen van af wie het is. In het normale cirkuit treed ik nooit op. Ik geef trouwens nooit lezingen, geen voordrachten, ik ben geen lid van verenigingen, je zal me niet zien op de poëziedagen. Ik leef dus eigenlijk als een monnik.

Hugo Vandenberghe: Dat interview voor de Nederlandse televisie was ook voor de «Alles is anders show», dat maakt een groot verschil.

Jet: Had je met het samenleven met Sylvia Kristel ook niet de bedoeling om meer in de belangstelling te treden?

Hugo Claus: Hoe kan dat?

Jet: Er was toen toch een enorme rage op gang gekomen rond deze filmster.

Hugo Claus: Nee, dat kan niet, toen ik met haar ging samenwonen was er helemaal geen belangstelling voor haar. Nee, de reden dat zij in de belangstelling is gekomen, heeft ze aan mij te danken.

Jet: Dan ben ik waarschijnlijk slecht ingelicht.

Hugo Claus: Inderdaad, dat huiswerk van jou deugt helemaal niet

Jet: Hoe sta je tegenover slechte kritiek die in de pers verschijnt? Ben je er bang voor?

Hugo Claus: Waarom zou ik er bang voor zijn? Wie zijn die mensen die kritiek schrijven? Als ik een boek schrijf dan weet ik zo ongeveer waar het over gaat en wat die kritikus aanhaalt is iets dat ik dan al lang verworpen heb.

Jet: Ik veronderstel dat de uitgever daar wel anders over denkt, of niet?

Binneweg: Nee, het is toch een stelregel in het uitgeversbedrijf dat de goede of slechte kritiek geen invloed heeft op de verkoop van een bepaald boek. Zeer slechte kritiek heeft meestal voor gevolg dat een boek zeer goed verkoopt.

Hugo Claus: Op een boek als «Verwondering» heb ik de slechtste kritieken gehad. Op een paar mensen na, schreven ze allemaal zeer negatieve kritieken. En nu schrijven dezelfde mensen: «Ja, het is toch niet meer het peil van «Verwondering». Hoe schaamteloos die kritici toch zijn!

Jet: Persoonlijk vind ik je gedichten in de nieuwste bundel « Wangebeden » de minst aantrekkelijke die je ooit geschreven hebt.

Hugo Claus: Wat heb je op die schitterende bundel aan te merken?

Jet: Ik vind dat je in deze poëzie wil afrekenen met de mens en de wereld en daarvoor alle menselijke waarden verwerpt.

Hugo Claus: Nou kom, hoe kan ik nu afrekenen met de mens en de wereld rondom mij? Zelfs al zou ik dit willen, is het één van de meest voor de hand liggende thema's die alle grote auteurs aanwenden. Dat is wat Dostojewski doet, wat Dante doet, en zovele anderen doen. En je zegt dat ik alle menselijke waarden verwerp. Ik kan niet anders dan de menselijke waarden vertolken als ik een mens ben. Ik kan deze toch niet verwerpen. Ik verwerp alleen zeer bepaalde negatieve beklemmende strukturen die de mensen opgelegd worden, bij voorbeeld de Katholieke Kerk, omdat ik vind dat precies daardoor de menselijke waarden aangetast worden, die ik erin verdedig.

(titel: SCHRIJVEN IS TOEVALLIG WAT IK DOE.)

Jet: Wat betekent schrijven voor jou?

Hugo Claus: Dat is een zo algemene vraag dat ik er niet kan op antwoorden. Schrijven betekent dat ik op dit bepaald ogenblik de eer heb om met jou te praten. Schrijven is toevallig wat ik doe. Door allerlei omstandigheden is het datgene waar ik mijn dagen mee slijt. Misschien zou ik het niet doen, indien ik heel veel geld had en in Monte Carlo zou wonen. 't Zou best kunnen.

Jet: Wat eet jij graag?

Hugo Claus: ik eet graag alles wat met de ingewanden te maken heeft. Ik ben dol op darmen en alles wat tot de binnenkant van de dieren behoort.

Jet: Dat klinkt tamelijk luguber.

Hugo Claus: Integendeel. De nobele dieren doen hetzelfde. Een leeuw of een tijger graaft naar de essentie, naar de ingewanden, naar wat te maken heeft met het andere wezen. Maar goed, één enkele keer vind ik pannekoeken ook lekker. Trouwens, goeie pannekoeken kunnen ze in Holland niet maken.

Jet: Kook jij soms zelf?

Hugo Claus: Natuurlijk niet, ik kan alleen maar vitten en eten. Of ja, toevallig gebeurt het wel eens dat ik na een nacht vol libido een dikke omelette bak.

GIE LUYTEN

Fotoblz. 17 : P. Lebeau

(bijschrift onder foto: Ik neem interviews niet au serieux. Thuis heb ik een koffertje vol met verschillende antwoorden op alle mogelijke vragen die een journalist kan stellen.)