"VRIJDAG" DEZE WEEK IN ONZE BIOSCOPEN

Hugo Claus vindt zichzelf de beste

(bij foto: Een actiemoment uit de film: de bekende Gentse poëzieliefhebber en beroepswerkloze Guido Lauwaert, die al heel wat te stellen heelt gehad met de lange arm der wet, speelt In „Vrijdag" de rol van een politieagent...)

Hugo Claus is niet alleen Vlaanderens meest bekende auteur, hij is ook de meest veelzijdige. En die veelzijdigheid blijft niet beperkt tot de literatuur: hij heeft ook naam verworven in de wereld van het theater en de film. Deze week komt van hem „Vrijdag" uit, een verfilming van zijn bekendste toneelstuk.

Naar goede Vlaamse traditie is Vrijdag gemaakt naar een bestaand werk. Is Vrijdag weer een typisch „Vlaamse film"?

Hugo Claus: „Dat denk ik niet, nee. Overigens moet je weten dat ikzelf eigenlijk liever een scenario van iemand anders wilde verfilmen, maar ik kreeg nu eenmaal de opdracht om dit eigen werk voor de cinema om te werken. Het thema, de incest, is universeel, en dat de mensen en de omgeving Vlaams zijn, dat komt doordat die deel uitmaken van mijn leefwereld. Ik zou geen film kunnen maken over de aristocratie in Ecuador, omdat ik die niet ken." Het verhaal van de film is heel eenvoudig: Georges (Frank Aendenboom) heeft incestueuze betrekkingen gehad met zijn dochter en belandt daarvoor in de gevangenis. Intusen heeft zijn vrouw (Kitty Courbois) een verhouding aangeknoopt met een jongere man, van wie ze een kind krijgt. Als Georges weer vrij komt, moet er een moeilijke keuze worden gemaakt...

Wat vind je zelf van de film?

Hugo Claus: „Het is ongetwijfeld de beste film die er in Vlaanderen ooit gemaakt is. Ik vind mezelf een heel goede regisseur, mijn cameraman Ricardo Aronovitch, mijn acteurs en de hele technische ploeg hebben uitstekend werk geleverd. Nu hoop ik maar dat het resultaat een beetje in goede aarde valt bij het publiek, zodat ik zo vlug, mogelijk weer een nieuwe film kan maken."

Werk je liever voor de film dan voor het theater of de TV? „En of. Toneel moet telkens weer opnieuw gemaakt worden, en er blijft achteraf niets van over. Ik wil liever vastleggen wat ik met mijn acteurs op het artistieke vlak heb weten te bereiken. TV-producties worden vooral geconsumeerd tussen twee kopjes koffie door, maar ik wil dat mijn produkties met aandacht worden bekeken. Door de context krijgt de film een andere betekenis dan een TV-produktie: voor een film moet je het huis uit en twee uur stilzitten. Film is helaas kunst, net als literatuur, en kunst moet op zichzelf kunnen bestaan. Het is gèèn consumptieprodukt." Heeft jouw liefde voor de film ook iets te maken met jouw liefde voor Sylvia Kristel?

„Toen ik haar leerde kennen, was ze nog geen filmster. Maar het is nu eenmaal zo dat ik een zwak heb voor actrices." Zie je haar nog wel eens? „Jazeker. Ze is de moeder van mijn kind."

Een mooi kind vind ik dat. „Natuurlijk. Hij lijkt op zijn vader."

In een paar magazines heb ik gelezen dat Sylvia ooit nog wel eens bij jou terug zou willen komen. Klopt dat?

„Dat heb ik ook vernomen, ja."

Uit dezelfde bron?

(Lacht): „Nee nee, toch niet. ik ben een slachtoffer van de goden

of de schikgodinnen, dus wie weet? Ja? Intussen hou ik me op met verschillende soorten vrouwen. Een hele gamma. Maar dat is nooit anders geweest. Ik ben dol op vrouwen. Waarom zou ik me dan tot één beperken?"

Ben jij gelukkig met je leven?

„Ik leid een heel saai leven. Ik werk. Ik ga af en toe een glaasje drinken. Soms hol ik achter schimmen aan. En als de nacht valt, dan probeer ik die zo goed mogelijk door te komen. En nu, op dit moment, ben ik volmaakt gelukkig. Dat wil zeggen, niet ongelukkig. En wat mijn ongelukkig-zijn betreft, daarover schrijf ik in mijn gedichten."

Jij beschouwt jezelf ook als de beste Vlaamse auteur. Wie is na jou de beste?

„Dat vind ik een hele moeilijke vraag, alleen al omdat ik ze niet allemaal ken. Ik vind het al moeilijk genoeg om een boek te schrijven, dus ik gun het zelfs minderwaardige auteurs best dat ze hun gang gaan, zonder dat ik daarover mijn opinie kenbaar hoef te maken. Ik lever alleen kritiek op mezelf. Met mijn column in De Morgen bijvoorbeeld, ben ik zelf gestopt, omdat er totaal geen reactie op kwam. Er zat blijkbaar niemand op te wachten."

In Vrijdag wordt er een heel vreemd, kunstmatig taaltje gesproken. Waarom heb je niet gekozen of voor ABN of voor een bepaald dialect?

„Het is een Belgisch-Nederlandse coproduktie, dus heb ik geopteerd voor beschaafd Nederlands met een Vlaamse inslag. Ik beschouw film niet als een realistisch medium; cinema is het leven niet, het geeft alleen een visie op het leven. Een niet levensecht taalgebruik is daar dus wel op zijn plaats."

Ben jij Vlaamsgezind?

„Dat hangt af van de context. Als ik in Parijs ben, dan ben ik zeer Vlaamsgezind, maar zou ik ooit op de Ijzerbedevaart belanden, dan was ik het meteen een stuk minder. Flaminganten zullen misschien verontwaardigd zijn over het feit dat ik in Vrijdag een soort hommage aan Jacques Brel breng, door hem op de televisie, die in Georges' woonkamer is ingeschakeld, een liedje te laten zingen. Maar ik heb Brel een paar maal ontmoet en ik vond hem één van de weinige echt interessante Vlamingen. Het feit dat hij indertijd Les Flamingants heeft gemaakt, komt doordat hij een Brusselse Vlaming was." Wil jij lang leven?

„Ik vrees dat ik lang zal leven. De dood beschouw ik als een deel van het leven, maar ik heb wel angst om door allerlei ellendige kwalen naar mijn einde te worden gesleept. Mocht dat gebeuren, dan hoop ik dat op een keurige manier op te lossen. Maar als ik bijvoorbeeld morgen stierf, zou ik dat als hoogst unfair beschouwen. Ik ben een opera aan het schrijven op het Faust-thema, in de lente maak ik een video-film voor de Nederlandse televisie over de oudste non van België, waarschijnlijk ook de dikste, dal zal afhangen van mijn actrice. Ik heb dus nog wel één en ander te doen in mijn leven."