Nederlandse schrijvers van rond de vijftig, Gerard Reve in vorige Humo (uit «Haagse Post» gesneden) en Hugo Claus in «Het Laatste Nieuws» van zaterdag 1 7 april, doen somber over
hun aards bestaan en vooral over de duurzaamheid van het cultuurgoed dat zij achterlaten. Reve in Haagse ( Humo: «Wat blijft er uiteindelijk van over? Na mijn dood word ik op de scholen tien jaar vrijwillig gelezen en daarna nog eens tien jaar verplicht. Dan noemen ze een straat naar mij. En dan ben ik helemaal vergeten.» Claus in de krant: «In Vlaanderen zou men het liefst hebben dat ik creveer, omdat ik aan kultuur doe. Een schrijver wordt uiteraard als zondebok beschouwd. Het kan hun allemaal niks schelen, als ze achteraf maar een straat naar mij kunnen noemen. »
In Sint-ldesbald, aan de kust, is een straat naar Willem Elsschot genoemd. Een doodlopende straat. Met één «s» in Elsschot.