VARA GIDS
4 JULI '82 - NR 30
HUGO CLAUS
'Elke dag ben ik woedend op België'
Zie pag. 6-7
Interview:
Wil van der Smagt
Foto's:
Ernst Niewenhuis
Uitzending: Zondag, Nederland 1, 22.35 uur
(bij foto: Hugo Claus schrijft zijn boeken met de hand. Eerst in klad, heel impulsief, en ten slotte in het 'net'. Hier het manuscript van zijn nieuwe boek 'Het verdriet België.'
HUGO CLAUS
'Elke dag schrijf ik regels, al zijn ze nog zo slecht'
'Hugo Claus als toneelschrijver' is de titel van een vijftig minuten durend programma, dat Annie de Clerck drie jaar geleden voor de BRT maakte en de TROS zondagavond voor de Nederlandse Claus-minnaars uitzendt.
Hugo Claus - dichter, roman- en toneelschrijver, altijd in de weer met actrices. Wie is die 53-jarige Belgische auteur, die zich nu weer in Gent, in een oud vrouwenklooster heeft verschanst, onder andere om zijn nieuwe roman 'Het verdriet van België' voor een ongeduldige Bezige Bij te voltooien? Een tweemans VARA GIDS-équipe maakte de ongebruikelijke gang naar een klooster.
Het opgeknapte godshuis ligt in een piepklein gezellig straatje en is ingericht zonder dat het is ingericht. Woon- en werkruimten baden in ruimte en vele duizenden boeken vullen het huis nog op geen stukken na. Tientallen boeken zijn van de hand van Hugo Claus zelf, veel meer dan wij in Nederland weten. Een aantal in België verschenen vooral bibliofiele uitgaven
(bij foto: Hugo Claus vóór zijn plank met eigen werk: 'Ik ben niet meer zo verwoestend bezig als vroeger.)
geraakt nooit over de grens. Hugo Claus, de monnik van het vrouwenklooster, zoals hij zich nu noemt, schenkt bij onze entree de beste koffie die men zich van een monnik kan voorstellen, plaatst wat grove grappen die hij door een pijlsnelle, niet te fotograferen, lach weer afzwakt. Kortom, een aardiger ambiance dan het lezen van wat recente interviews had doen vermoeden. Als hij even niets te schrijven had, dook Hugo Claus nogal eens op in het openbare mondaine leven, graag aan de hand van actrices, als daar zijn Kitty Courbois, Sylvia Kristel en laatstelijk Marja Habraken. En nu, ver weg van de sceen in Gent?
Hugo Claus: 'Ik ben niet meer zo verwoestend bezig als vroeger, ik sta niet meer zo te trappelen. Als ik in Parijs zou leven of Rome, de ontucht achterna, zou ik tot niets meer komen. Hier kan ik rustig werken, mijn zoon ontmoeten, de liefde van mijn leven. De zoon van mijn vrouw, hij is achttien nu en wil maar meteen regisseur worden. Ik ontmoet mijn vrouw twee, drie keer in de week, het is goed zo, maar mij kan niemand omringen. Ik heb het laat ontdekt, het is de waarheid. Met iemand om mij heen ben ik kribbig en lastig. Het huwelijk is voor mij een verkeerde manier van leven. Die passie voor actrices wordt vaak niet begrepen. Emotionele gevoelens die alle mensen hebben, zijn bij actrices verhevigd aanwezig. Die verheviging trekt mij.'
Maar terug in België, lukt dat?
'Ik leef hier goed, u ziet het zelf', maar er gaat geen dag voorbij, dat ik niet woedend ben op dit land. Het is ook eigenlijk geen land, staat-
kundig. En jullie kennen het niet, nu vinden jullie ineens alles goed, van België. Maar ik heb hier een krant, van gisteren, met een verbijsterend bericht. Een man heeft in zijn zaak drie jonge vrouwen ontkleed met ketchup overgoten en misschien aangeraakt. Eén van de meisjes bleek minderjarig. De zaak kwam aan het rollen en de man werd tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld. Tien jaar! Jullie horen daar niks van in de Nederlandse kranten, omdat zo iets hier geen uitzondering is. Tien jaar, voor iets dat die vrouwen waarschijnlijk nog gewild hebben ook! België, het is mijn land, maar het loopt vele jaren bij Nederland achter. Een paar weken geleden, bij de dood van de grote acteur Curd Jürgens, stonden alleen maar berichtjes in de pers over de buitenkant, over zijn geld, maar niets over zijn rollen, over zijn betekenis als acteur. In Nederland wordt nu geklaagd over bezuinigingen in de culturele sector, maar in België is helemaal geen cultuurpolitiek. Literaire stipendia bestaan niet. Voor nieuwe films was tot voor kort 70 miljoen francs beschikbaar, 3,9 miljoen gulden. Van de ene dag op de andere werd dat 40 miljoen. In regeringsstukken komt bij ons het woord kunst of cultuur niet voor. Dan is er toch wel iets fundamenteel mis.
Genoeg over België, al begint u er zelfs steeds weer over. U bent tientallen malen geïnterviewd, het gaat altijd over uw stukken en uw boeken. Maar wat gaat daar aan vooraf, hoe verloopt het proces van 'schrijven'? De veel schrijvende en veelgelezen auteur mompelt wat, lacht als boven omschreven, en zegt ten slotte dat zijn enige zekerheid is dat hij dagelijks alles doet
om aan het schrijven te ontkomen. Maar een onuitroeibaar katholiek plichtsbesef drijft hem dagelijks naar de schrijftafel. Letterlijk. 'Elke dag schrijf ik regels al zijn ze nog zo slecht. Elke dag móét ik regels schrijven. Ik schrijf ze met de hand, want ik kan en hoef niet te tikken. (Toont ons een beduidende knobbel aan de rechterhand.) Ik doe het altijd in drie versies, de eerste impulsief, de tweede met al wat correcties, op inhoud en taal en de derde versie is het "net", die kan zo naar de drukker. Ik weet dat geschreven tekst geweigerd kan worden, maar bij mij is dat niet nodig. Ik kan heel goed schrijven (lacht).'
De lezer oordele zelf. Als u zo intens bezig bent met uw eigen nieuwe boek, kunt u in die tijd dan nog wel iets anders lezen?
'Aardig dat u dat vraagt. Schrijvers die ik diep bewonder, een Shakespeare bij voorbeeld, zal ik niet ter hand nemen. Toch wil ik wel eens een bladzij zien, graag in een vreemde taal, al gaat het over de linkerwenkbrauw van de olifant. En ik lees de krant om me elke dag te ergeren aan Bel...'
U zegt geen talent voor politiek te hebben, maar u begint er steeds over.
Hugo Claus: 'Ik zou verstand van politiek moeten hebben. Maar het is voor iemand als ik absoluut niet te begrijpen. Kijk, van het wielrennen, dat nu om ons heen gonst, begrijp ik ook niets. De wielersport is een labyrint van afspraken. Wint iemand niet in de tweede ronde, dan mag hij in de derde. Afspraken maken en spelen op klein resultaat. Maar de arbeiders, uit wie ik ben voortgekomen, hebben
zo iets nodig in hun leven. Daarom staat die mythe mij niet tegen.'
U woont en werkt in een streek die veel grote schrijvers heeft voortgebracht. Wie zijn uw favorieten?
'Mijn favoriet is zeker geen Vlaamse schrijver. De in Nederland zeer geprezen Willem Elsschot, en door u ook zie ik, bewonder ik om zijn taal, maar ik hou niet van hem. Het relativeren, het altijd gewoon willen doen, waardeer ik niet. Een schrijver moet de lyrische gebieden betreden en durven uitglijden. Als Shakespeare niet op zijn bek was gevallen, had hij King Lear niet kunnen Schrijven. Ook Nescio valt onder de categorie van Elsschot, maar Chateaubriand en Bredero de stimuleren mij zeer.'
En Het verdriet van België?
'Het verdriet van België gaat over een man die voor, tijdens en na de oorlog leeft. Die alles meemaakt, dus ook verdriet. Maar genoeg hierover, ik ben nog bezig.'
Ons gesprek wordt minder persoonlijk. We hebben het over een uitspraak van Josepha Mendels in een VARA-programma, die opmerkte dat ze soms voor het zetten van een puntkomma een aparte gang naar de uitgeverij maakte. 'Prima,' zegt Claus, 'zo'n houding zou een norm moeten zijn in ons vak, zó hoort het eenvoudig.'
We vragen zijn (letterlijke) manuscript te mogen zien. Via enkele trappen en duizenden boeken voert hij ons naar zijn werkkamer. Hij geeft mij een vel in het 'net'. Ik lees een zinnetje dat mij treft hardop voor en hij zegt ineens, zeer bestraffend: 'U mocht het wel zien, maar u mocht het niet lezen!'