Advanced Search found 2 item(s) featuring "Anton Verheyen"
1935-07-28 De tragedie van Leven en Dood (Anon.)
- . . . de Notre Dame gebeurde: de opvoering van een oud Fransch Mysterie-spel... Zooiets gaat Brussel beleven voor het eerst sinds de Middeleeuwen. Anton Verheyen met zijn troep zal voor de Nieuwe Kerk van Neder-over-Heembeek Brussel II (Tram 47) Zondag den elfden Augustus in den avond . . .
- . . . in de handeling te zijner tijd begeleid door orkest de Gloria en het Miserere en tot slot Händels Alleluia dat door Anton Verheyen zelf wordt gespeeld en een zijner beste rollen is die hij meer dan 200 maal vertolkte. Een geheel nieuw idee van
- . . . Anton Verheyen zelf wordt gespeeld en een zijner beste rollen is die hij meer dan 200 maal vertolkte. Een geheel nieuw idee van Verheyen is deze ensceneering: dit in beeld brengen van den ouden Elckerlyc. Dit prachtig werk van een onbekenden Zuid-Nederlander uit de Middeleeuwen. Hij werpt alle . . .
- . . . die door Leopold Verch uit Berlijn en Toon Colnie uit Amsterdam werden geleverd! Brusselsche Amateurs en Scholieren werken mede aan de Massa-beweging en Anton Verheyen zegt ons met een zekere trots dat hij hun werk voor deze opvoering belangrijker en moeilijker vindt dan dat der Spelers van de . . .
1935-08-11 Elckerlyc (Anon.)
- . . . En voor die kerk op de Peter-Benoitplein zal een openluchtspel worden gegeven op den avond van 11 Augustus te 8 uur. Anton Verheyen , Nederlandsche tooneelleider en speler die zijn sporen verdiende in Holland zoowel als in Vlaanderen; die Oost- en West-Indiën en Zuid-Afrika bereisde met zijn . . .
- . . . de eerste spelers op: bondgekleurde kermisgasten onder leiding van een Nar. Dadelijk wordt het karakter van het spel, zooals het gegroeid is onder Anton Verheyen 's regie, getypeerd: de combinatie van het wonderlijk schoon en in zijn eenvoud zoo diepzinnigs gedicht met het bonte Breughelliaansche kijkspel. Dan zien wij . . .
- . . . de kerk als bij toeval over het plein komt. Even later klinkt Elckerlyc 's onvergetelijke schoone monoloog. En als de rijzige gestalte van Verheyen (Elckerlyc) daar op het kerkplein staat met geheven handen terwijl zijn dubbele schaduw op de trappen van het kerkplein valt, dringt zich plotseling in . . .