Katholieke Pers en Schunnig Tooneel

Anon., 1920-11-21


Source

De Standaard, 1920-11-21


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Anon.: Het gezin van Paemel... 1920-11-21
  2. ◼◼◻◻◻ Anon.: De Dief... 1920-11-05
  3. ◼◼◻◻◻ Anon.: De zot te Leuven... 1920-11-09
  4. ◼◻◻◻◻ Anon.: Opening van den Koni... 1920-11-01
  5. ◼◻◻◻◻ Anon.: Jack... 1920-12-27

Katholieke Pers en Schunnig Tooneel

In het Novermbernummer van "Ons Geloof" komt een stukje voor over schunnige tooneelstukken en katholieke dagbladen. Daaruit knippen wij:

"Verlangen onze lezers een paar staaltjes van die schunnige reklamen? In "La Libre Belgique" (17-10-20) staat onder de gewone theaterrubriek: "Bonbonnière" - Un petit vieux bien propre, de Willy - (wij vertalen) zonder een lachbui te ontketenen is "Un petit vieux bien propre" zeer aardig en belangwekkend van het eerste tooneel tot het laatste. Daar zijn zeer komische gedeelten in, uitstekend aangebracht, zooals b.v. dit waarin de oude Cléomée haar voorschoot wil afleggen om niet te moeten leven met een "créature" en in de armen van deze laatste valt als zij hoort dat zij beiden van Belleville zijn.

Het dialoog is zeer levendig en de stijl vlot, vol "woorden". Het is bijna fijne comedie niettegenstaande den zang van Vaudeville. Het onderwerp laat zich niet vertellen om de eenvoudige reden dat het slechts een voorwendsel is tot een voorwerp van geestigheden. Gansch het stuk, spijts het midden - dat het stuk ongeschikt maakt voor pensionnaatjuffertjes - is namelijk "proper". Gezien de huidige losbandigheid van het tooneel, zou het stuk bijna aanbevelenswaardig blijken."

Wij geven geen commentaar bij dit artikeltje van "Ons Geloof". - Echter willen wij hierbij aansluiten een tooneelcritiel uit "Le XXe Siècle" (15-11-20). Het stuk heet "Je ne trompe pas mon mari", Ziehier wat het blad van "Instaurare omnia in Christo" erover geeft:

"Op een voor zijn doel zeer geschikt plaatsje, een badstedeken in Auvergne, komt de schilder Saint-Franquet de schoone Mevrouw Plantarède opsporen, wie hij vruchteloos 't hof tracht te maken.In het bad plaatsje ontmoet hij toevallig een oud "vriendinnetje", met name Bichon, een aardig kind, van méér dan losse zeden... Kort nadien maakt Saint-Franquet kennis met een jonge Amerikaansche milliardaire, die plotseling en smoorlijk op hem verliefd geraakt en zoo maar in eens met hem wil trouwen.

Voor de tweede acte vindt schrijver stof in dit thema, zoo rijk aan verwikkelingen, en Saint-Franquet's atelier dient tot kader voor zekere tooneelen, niet minder koddig dan aanstootelijk... Bichon krijgt ruzie met den schilder en laat hem in den steek voor den man van Mevrouw Plantarède, en om zich te wreken over de ontrouw van haar echtgenoot, zwicht deze voor den aandrang van Saint-Frankuet, juist toen deze zich met de jonge Amerikaansche heeft verloofd... Een "gigolo", factotum van den schilder geworden, na van deze een oorvijg te hebben gekregen, plast op komische wijze rond in dat ombroglio...

Den volgenden morgen is het "décor" veranderd; Saint-Franquet's slaapkamer zal getuige van de ontknooping zijn, en na de zonderlingste en ongelooflijkste quiproquo's trouwt Saint-Franquet met Doly, terwijl Mevrouw Plantarède, die hardnekkig blijft volhouden: "Ik heb mijn man niet bedrogen" haar trouweloozen echtgenoot vergiffenis schenkt.

Om de gebruikelijke formule te bezigen - wij zullen den jongen meisjes niet aanraden, hunne moeders mee naar die vertooning te nemen; en nog minder den moeders hare dochters erheen te brengen: zoowel voor de oogen als voor de ooren is het stuk grof onzedelijk."

En nochtans aan dit "grof onzedelijk stuk" verkwist het katholiek [???] blad plaats en inkt voor een zeer lovende recensie:

"Maar het wordt opgevoerd door den uitmuntenden troep van het "Athenée" met veel brio, met eene hoogst merkwaardige lichtheid en vastheid. Rozenberg ontplooit, in de rol van den wereldschen schilder, - een amoraal temperament, met, als hoofdbestanddeel, lichtzinnigheid en zorgeloosheid, - zijne waarlijk schitterende gaven. Wanneer toch zal het Brusselsche publiek eindelijk besluiten, eenige hoofschheid te toonen jegens de artisten, die zich 'n heelen avond hebben afgetobt, om het te amuseeren?"

Moet hieraan worden toegevoegd dat de "Nation Belge" heel en al lof is? Het is, zegt het blad, geen stuk voor pensionnaatmeisjes, "maar de toeschouwers die door hun kunne en jaren een Vaudeville mogen zien zullen er zeer veel genoegen aan beleven". Is schunnig tooneelspel dan voorbehouden aan zekere personen?


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Anon.: Het gezin van Paemel... 1920-11-21
    (author) Anon. • (date-year) 1920 • (date-month) 1920-11
  2. ◼◼◻◻◻ Anon.: De Dief... 1920-11-05
    (author) Anon. • (date-year) 1920 • (date-month) 1920-11
  3. ◼◼◻◻◻ Anon.: De zot te Leuven... 1920-11-09
    (author) Anon. • (date-year) 1920 • (date-month) 1920-11
  4. ◼◻◻◻◻ Anon.: Opening van den Koni... 1920-11-01
    (author) Anon. • (date-year) 1920 • (date-month) 1920-11
  5. ◼◻◻◻◻ Anon.: Jack... 1920-12-27
    (author) Anon. • (date-year) 1920
  6. ◼◻◻◻◻ Anon.: De windmolen van Stu... 1920-01-15
    (author) Anon. • (date-year) 1920