Maurits Sabbe: "Pluk den Dag"
Lode Monteyne, 1928-04-21
Source
Lode Monteyne, Koorn en Kaf. Antwerpen: Het Tooneel, 1928, pp. 143-146.
Items that may be related to this text • More...
« PLUK DEN DAG »
« Si la transformation théâtrale d'un roman est trop souvent une trahison, il n'empêche que presque chaque fois qu'une oeuvre romanesque fut mise à la scène par un véritable artiste, la réussite en parut admirable... »
Reeds tweemaal heeft
Niet zijn heelen roman «Het Kwartet der Jacobijnen» heeft
« Onze liefde is nu vergeestelijkt, en moet niet meer door het huwelijk binnen de vier muren van hetzelfde huis opgesloten worden ».
Op behendige wijze herinnert
Maar dat is slechts een deel van den roman « Het kwartet der Jacobijnen », waarin grooter vraagstukken worden behandeld en die een der weinige boeken is met ideëelen ondergrond, waarop wij in de Vlaamsche literatuur van vroeger en nu wijzen kunnen. Want, in het huis van dokter Mabesoone, die Saint-Simon vereerde en sympathieën koesterde voor de Fourieristen, wonen wij den groei bij der democratische gevoelens en ook de langzame ontzwachteling van de Vlaamsche gedachte. Neys is de flamingant van het kwartet. In den stillen, teruggetrokken professor met het wijze hoofd vol idealen, heeft
Een hoogtepunt in dezen roman van de Vlaamsch-democratische ontvoogding, vormt het breed aangelegde hoofdstuk, waarin
Van dit alles -- van het ideëele gedeelte, welke de geschiedenis brengt van den groei der Vlaamsche democratie, wordt niet gerept in « Pluk den Dag », dat alleen een spel wil zijn van fijne, teere sentimenten, omgeurd met de gedempte, bescheiden poëzie van de met het klimmen der jaren levendiger wordende herinneringen... Aan een pastelteekening, waarvan de kleuren wat getaand zijn en die vooral bekoort door de gratie van het lijnenspel en de vergane weelde der smeltende halve tonen, doet deze komedie van de late liefde, die rein en bovenaardsch bleef, en van het nimmer versagende idealisme, heel vaak peinzen. En het kan een wonder heeten, dat in dezen rauw-cynischen tijd toch een dichter wordt gevonden, die in het leven nog de idyllische zijden te ontdekken weet... Men denkt aan
In «Pluk den Dag» erkennen we dezelfde architectuur, die reeds in « Bietje » werd gebruikt. Na een voorstelling van de hoofdpersonen, die niet van eenige langdradigheid vrij te pleiten valt, begint het eigenlijke spel, dat met het maximum van spanning ook het toppunt van ontroering bereikt in de laatste tooneelen, wanneer Neys en Ida tegenover elkaar staan en met de zoete heugenissen ook de wederzijdsche liefdebekentenis naar de lippen welt. Weer lijkt het slottooneel met het opkomen van den knecht Samson, die den door Marie-Louise bestelden schuimwijn brengt om op het toekomstig huwelijk te drinken, wat loom, omdat herhaald wordt wat we reeds weten, nl. : dat er toch niet getrouwd wordt. Maar feitelijk woont de toeschouwer, die «Pluk den dag » ziet vertoonen, een klein literair mirakel bij. Hij voelt, dat de auteur dit stukje niet zonder willekeurigheid heeft samengesteld. Hij wordt af en toe gehinderd door een periode die te boekerig klinkt, te lang zijn slingers van ondergeschikte zinnen slieren laat. Maar tevens raakt hij, onbewust, onder de bekoring van den dichter, die den soms falenden tooneelman bijstaat en ieder oogenblik in de schaduw dringt. Het wonder is, dat de poëzie -- in haar meest intieme vormen -- hier triomfeert en de opzettelijkheid in den bouw van dit naar een verhaal bewerkt tooneelspel, geheel vergeten doet.
(1) La Nouvelle Revue Française. XII* jgg. 1925. -- Nr. 140, p. 927.
(2) In onze studie «Maurits Sabbe en zijn Werk» (1918), bespraken we « Caritate » breedvoerig.
(3) Voor 't eerst vertoond door de « Klauwaerts » te Antwerpen. In den K.N.S. van Antwerpen gespeeld op 21 April 1928.
Items that may be related to this text
- ◼◼◼◻◻ Lode Monteyne: Dr. Maurits Sabbe... 1928
(author) Lode Monteyne • Caritate • De nood der Bariseeles • (date-year) 1928 • Maurits Sabbe • sabbe • Pluk den dag • Het kwartet der Jacobijnen