Archief Etcetera


Jules Verne een project



Jules Verne

EEN PROJECT

Jules Verne (Oosterpoort Groningen) - Foto's Frank Stratemeyer

Franz Marijnen

Jules Verne/Pierre Verne, zijn vader/Hetzel, zijn uitgever/Sophie Verne, zijn moeder/Honorine, zijn vrouw/ Caroline, zijn nichtje/Jules jr./Axel/Michel Verne/Grauben/Prof. Lidenhrock/Kapitein Nemo/FIans Bjolke/Omen/Nadar/Hoeren, Feestgangers, Schipbreukelingen etc./"Delvaux-vrouwen"/

Productie De Voorziening (Groningen), i.s.m. Cultuurcentrum De Oosterpoort, Noordelijk Filharmonisch Orkest, Stichting Arena, Noordnederlandse Dansgroep, BKT(Brussel), Cultuur- en Ontmoetingscentrum Be Warande (Turnhout)



Het publiek arriveert druppelsgewijs bij de Oosterpoort Het gebouw is 'ingepakt', in elk geval uitwendig dusdanig veranderd dat het niet langer de vertrouwde aanblik biedt, maar de indruk wekt van een geheimzinnig eiland.

In kleine groepjes, samengevoegd tot vijf 'golven', wordt het publiek (totaal ong. 250 p.) langs mechanische weg op het dak van de Oosterpoort gezet

Het dak van de Oosterpoort is veranderd in een gestyleerd, geometrisch landschap dat een polemische relatie onderhoudt met de reële omgeving die als een vergezicht te bewonderen valt

In dit abstrakte landschap is men bezig een ouderwetse luchtballon te vullen; in en om het schuitje personages in 19e eeuwse kostuums, verwijzend zowel naar Jules Veme Vijf weken in een luchtballon als naar de historische ballonvlucht van Nadar met de 'Geant' van 10 oktober 1863.

Nadar De mens is begonnen op handen en voelen te lopen, daarna op twee benen, toen is hij met een kar gaan rijden, vervolgens met een koets, daarop met een diligence en vervolgens per spoortrein.

De tijd zal komen dat men reizen doet naar de maan, naar de planeten, naar de sterren, zoals men tegenwoordig van Liverpool naar New York reist: gemakkelijk, snel en veilig. De tijd zal komen dat de oceaan van de ruimte even druk bereisd wordt als de oceaan van de aarde, onze planeet. Afstand is slechts een betrekkelijk woord. Eens wordt afstand niets. Weet u hoeveel tijd een sneltrein nodig heeft om de maan te bereiken? Driehonderd dagen, meer niet! Het is een afstand van nog geen 52.000 mijl, maar wat maakt dat uit? Nog geen tien maal de tocht om de aarde en hoeveel reizigers en zeelieden hebben die afstand niet afgelegd? U denkt misschien dat de maan ver van de aarde is verwijderd en dat men zich wel twee maal moet bedenken» alvorens men die reis waagt? Maar wat zou u dan wel zeggen van een reis naar Neptunus, die 5000 miljoen mijlen van de zon af is? En wat is nog die afstand naar Neptunus bij die van de vaste sterren ? Wij kunnen die niet meer met mijlen uitdrukken, maar ik zal u iets anders zeggen. Het licht legt in iedere seconde een afstand van ruim 41.000 mijlen af of omtrent 55.000 uren gaans. Het licht van de zon komt dus in ruim acht minuten naar ons toe. Welnu! Datzelfde licht zou, om van ons naar de allernaaste vaste ster, de grootste in het sterrenbeeld Centaurus te komen, meer dan 31/2 jaar nodig hebben, Sirius 14, de Poolster 43 jaren. En dat zijn nog maar voor ons de dichtsbijzijnde sterren. Er zijn er, van welke men met zekerheid weet dat zij niet minder dan driehonderdmaal verder zijn, misschien wel duizend maal. Pas dan kan men van afstanden beginnen te spreken. Weet u wat ik denk van de wereld, die begint op de zon en eindigt op Neptunus? Doodeenvoudig! Het zonnestelsel is een vast lichaam, een vaste substantie, de planeten zijn enkel en alleen gescheiden door kleine ruimtetjes zoals de stofdelen van het zwaarste metaal, zilver, ijzer of platina, Daarom heb ik het recht te zeggen en herhaal het met mijn innigste overtuiging: afstand is een hol woord, afstand is een onding !

Via een klein deurtje passeren de toeschouwers één voor één de grens tussen buiten- en binnengebeuren, Eenmaal binnen zijn de grenzen tussen realiteit en fictie opgeheven. Of in de woorden van Strindberg: "Alles kan gebeuren, alles is mogelijk en waarschijnlijk. Tijd en ruimte bestaan niet; onbelangrijke details, flarden van werkelijkheid zijn niet anders dan aanleiding voor de verbeelding om op voort te borduren en nieuwe grondpatronen te spinnen: een mengelmoes van herinneringen, ervaringen, losse verzinsels, ongerijmdheden en improvisaties." (Voorwoord bij Droomspel)

II.6

Via de 'magische sluis' is het publiek op de gaanderij boven het plafond van de concertzaal gekomen. Het daar aanwezige buizenstelsel wekt, mede door de belichting, de illusie van een bizar maanlandschap, een grillige druipsteengrot of een onderzees woud.

II.7

Door het raam van de lichtcabine vangen de bezoekers een glimp op van het orgel in de concertzaal Een flauw schijnsel belicht de figuur van kapitein Nemo, die in zichzelf verzonken orgel speelt. Op de vloer voor het podium vage schimmen.

II.8

Aan het einde van de gaanderij dalen de bezoekers een wenteltrap af Teksten over duizelingwekkende klim- of valpartijen.

II.9

Langs een vaste route worden de toeschouwers door het 'vernarium' geleid, waar in tegenstelling tot de donkere, Keltische kant van Veme, het accent ligt op het frivole, mediterrane.

II.10

Twee mogelijkheden om naar beneden te komen: via een glijbaan; of voor de behoedzame bezoeker langs de trap. Teksten over aardverschuivingen,

II.11

Aan het eind van de glijbaan/trap gaat het publiek een gang in, die leidt naar het middengebied van de Oosterpoort.

II.12

Veme zit achter zijn bureau. Hij schommelt nadenkend op zijn stoel Pierre Veme trekt de jonge Jules aan zijn kraag mee naar het bureau. Hij duwt hem op het bureau om hem een pak slaag te geven. Hans Bjolke nadert, neemt Jules jr. op zijn rug en draagt hem zo weg. Deze non-verbale scène wordt vier maal met steeds meer tekst herhaald Het tempo neemt daarbij toe. Op de achtergrond voeren dansers een bewegingsspel op in de bibliotheek; over de trappen komen de figuranten in een rythmisch patroon boeken opbrengen. Honorine Jules ... Veme Ik schrijd lieve ,.. Op 24 ... Lidenbrock Eh !

Veme ... 25 mei 1863 keerde mijn oom, Professor Lidenbrock, terug ... (Caroline verschijnt)

Ik zag iets bitterder dan de dood ... de vrouw, die een valstrik is ... Grauben was een lieve blonde deerne ... (Pierre Veme gooit Jules op het bureau neer)

Pierre Wat moest je op dat schip ? Caroline Jules !

Lidenbrock Axel ! Wat een boek !

Hans Bjolke Forüt ! (Hij draagt Jules jr. weg)

Honorine Jules, wat doe je ?

Veme Ik schrijf, lieve ! Op 24 ...

Lidenbrock Eheh !

Verne ... 25 mei 1863 keerde mijn oom, Professor Lidenbrock ... Honorine Maar ik hoor je toch „. Veme ... praten ... ja. Maar ik probeer te

schrijven......haastig terug naar zijn huisje in

de Koningstraat nr, 19, één der oudste straten van de oude wijk te Hamburg ... En ik zag iets. bitterder dan de dood: de vrouw ... een valstrik ... wier hart een net is ... wier handen boeien zijn ... Grauben was een lieve blonde deerne (Pierre Veme gooit Jules jr. op de werktafel. Sophie komt erbij)

Pierre Wat moest je op dat schip ? Wat moest je op dat schip ?

Sophie Je moeder weet alles, Jules. Jules jr. Avontuur „. een halssnoer ... Caroline ...

Pierre Avontuur ... Niks avontuur ... Advocatuur !

Caroline Jules ! Heb je de kralen ? Lidenbrock Axel! Dit is de Heimskringla van Snurre Tor ... Van Torre Snur ... Van Snotver Snorre Turleson ! Hans Bjolke Forüt!

Honorine Jules 1 Wat doe je ?

Verne Ik schrijf, lieve ! Op 24

Lidenbrock Eheheh !

Verne ... 25 mei 1863 keerde mijn oom>

Professor Lidenbrock

Honorine Maar ik hoor je toch ...

Honorine ... praten ... Verne Ja, maar ik probeer te schrijven! ... haastig terug naar zijn huisje in de Koningstraat nr. 19, één der oudste straten van de oude wijk te Hamburg ... En ik zag iets, bitterder dan de dood : de vrouw die een net is, wier hart een valstrik is en wier handen boeien zijn ... (Het beeld van Caroline doemt op) Vader, vergeef het haar, want zij weet niet wat zij doet... En de vrouw was gehuld in purper en scharlaken, rijk versierd met goud, edelgesteenten en paarlen ... En zij had in haar hand een gouden beker vol gr..„ Honorine Zie je wel, nu praat je alweer in jezelf!

Verne Grauben was een lieve, blonde deerne.

Hoe vaak benijdde ik soms die gevoelloze

stenen die zij met haar bekoorlijke handen ...

Pierre Wat moest je op dat schip ?

Sophie Jules, je moeder weet alles, Jules!

Pierre A bas la culotte.

Sophie Jules, zeg me na ... Ik beloof ...

Jules jr» Ik beloof...

Sophie dat ik niet meer zal reizen ...

Jules jr. Dat ik niet meer zal reizen Pierre Avontuur ... bloedkoralen ... Caroline Heb je de kralen, Jules ? De honderd kralen van koraai ?

Lidenbrock Axel ! Dit werk is de Heimskringla van Snurre Tor ... van Torre Snur ,.. Van snotver ... Snorre Turleson, de beroemde IJslandse schrijver uit de twaalfde eeuw! Hans Bjolke Forüt!

Honorine Jules ! Wat doe je ?

Verne Ik schrijf, lieve ! Op 24 ...

Lidenbrock Eheheheh !

Verne ... 25 mei 1863 keerde mijn oom ...

Honorine Maar ik hoor je toch praten ...



Verne ... praten! Ik probeer te schrijven, lieve! Ik zag iets, bitterder dan de dood: de vrouw, die een valstrik is, wier hart een net is en wier handen boeien zijn ... En de vrouw was gehuld in purper en scharlaken en rijk versierd met goud, edelgesteenten en paarlen en zij had in haar hand een gouden beker vol gruwelen ... Honorine Zie je wel, nu praat je alweer in

Verne Grauben was een lieve blonde deerne. Zij was goed in delfstofkunde ... Wij beminden elkaar met al het geduid en al de kalmte waarmee Duitsers beminnen ... Hoe vaak benijdde ik niet die gevoelloze stenen, als zij die met haar handen ...

Pierre Verne Que diable allait-il faire dans cc galère ... Wat moest je op dat schip ! A bas la culotte ! (Kastijding. De figuranten slaan luid met hun boeken op de reling) Jules jr. Avontuur De Coralie ... Hen halssnoer van koraal voor Caroline ... Pierre Avontuur ... Niks avontuur ... Advokatuur !

Grauben (Rijst op uit een berg grint in de hoek) Koraal kalksteen ... miljoenen beestjes gevangen in hun eigen bloed ... Sophie Jules, je moeder weet alles ! Caroline Heb je de kralen, Jules? Het bloed, het versteende bloed ?

Sophie Zeg me na ... Ik beloof dat ik niet meer zal reizen .„

Jules jr. Ik beloof dat ik niet meer zal reizen ... Sophie Behalve in mijn fantasie ... Verne Zeg het niet ! Zeg het niet ! Pierre Dis-ie, Nom de Dieu ! Verne Behalve in mijn fantasie.

III.13

Lidenbroek komt de trap opstormen met in zijn handen een oude foliant

Lidenbrock Axel ! Axel ! Wat een bock! Wat een boek ? Dit werk is de Heimskringla van Snurre Tor ... van Tor re Snur ... van Snot ver ... Snorre Turleson, de beroemde IJslandse schrijver uit de twaalfde eeuw. Het is de kroniek der Noorse vorsten, die over IJsland regeerden. (Er valt een perkament uit het boek) Maar wat is dat ? (Hij bestudeert het perkament) Het is runenschrift: deze lettertekens komen geheel overeen met die van het handschrift van Sn ... Snorre Turleson ! Maar ...(Pauze) Wat zou het betekenen ?

III.14

(Zangers en musici brengen de gecodeerde tekst van het document ten gehore. Dansers voeren een frenetiek bewegingspatroon uit op de muziek. Tekstvarianten wisselen af en in een apotheose van de muziek komt de ontraadselde tekst naar boven)

III.15

(De tekst is de aansporing om de tocht naar het middelpunt van de aarde te beginnen) Lidenbrock Arne Saknussem ! Dat is een naam, een IJslandse naam en wel van een geleerde uit de 16e eeuw, een beroemd goudmaker! Als dit document bekend was, zou een hcirlegcr van geologen het voetspoor van Arne Saknussem volgen! Dus zwijg over dit alles, Axel! Zwijg, hoor je, opdat niemand op de gedachte kome voor ons het middelpunt van de aarde te ontdekken. (Hij neemt zijn horloge) De tijd, de tijd vliegt met snelle vaart voort en kan niet teruggeroepen worden. (Hij vergelijkt zijn horloge met dat van Verne) Wij vertrekken morgenochtend precies om zes uur. (Hij gaat

Axel Grauben ...

Grauben Axel ... Axel Grauben ...? Grauben Axel ? Axel Lieve Grauben ...

III.16

Grauben Dat zal een schone reis zijn. Axel ... En de neef van een geleerde waardig. Het is goed als een man zich onderscheidt door één of andere grote onderneming. Axel Hoe, Grauben? Raad je me niet af zulk een tocht te wagen ?

Grauben Nee, Axel, en ik zou jou en je oom gaarne vergezellen, als oen arm meisje niet tot last zou zijn. Axel Grauben ...

Grauben Axel ... (Grauben geeft Axel een steen aan een hanger)

Grauben Zie je deze steen. Axel ...? Helleflint! Draag die steeds om je hals en hij zal je beschermen tot in de ingewanden van de aarde en hij zal maken dat je steeds aan mij blijft denken. (Kust hem kuis op zijn wang) Ga, lieve Axel, ga ! Je verlaat je bruid, maar vindt bij je thuiskomst je vrouwtje terug ... (Axel af. Grauben zwaait hem uit met haar zakdoek)

IV.17/IV.18

(De toeschouwers nemen plaats in de concertzaal. De ruimte wekt de indruk van een immense grot. Tekst op band.)

Verne Vanaf dit punt in de grot heb je een prachtig uitzicht dat zich verwijdt in de open lucht en door het heldere licht in het water kun je elk detail van de zeebodem zien. Op de wanden van de grot zie je een verbluffend spel van licht en schaduw. Wanneer een wolk de ingang van de grot verduistert wordt alles donker, alsof er een gazen gordijn over het voortoneel in een schouwburg wordt gedrapeerd. Maar alles glinstert en schijnt vrolijk in de zeven kleuren van de regenboog zodra de zon weer doorbreekt, door kristallen bodem wordt weerkaatst en in lange strepen naar de drempel van de centrale grot wordt geworpen. Daarachter breken de golven bij de gigantische boog die de opening van de grot vormt; en deze omlijsting zo zwart als ebbehout, brengt alle dingen in de voorgrond in vol reliëf. Nog verder weg strekt de horizon zich tussen zee en lucht in al haar pracht uit, met de vage heuvels van Iona twee mijl van ons vandaan in open zee en het bleke silhouet van het bouwvallige klooster ... Wat een betoverend paleis is die Fingal's Cave. Wie zou er zo'n saaie ziel kunnen hebben dat hij niet gelooft dat deze grot door een god werd gemaakt voor de sylfiden en waternimfen! En voor wie tokkelen de dwalende winden muziek op deze enorme colus-harp ? (Het orkest dat schuil gaat onder een grote draperie begint te spelen. Langzaam verheft zich het gewelfde doek. Aan lange touwen dalen Hans Bjolke, Prof. Lindenbrock en Axel neer)

Lidenbrock Axel, we zijn er ! Axel Waar ?

Lidenbroek Op de bodem van de loodrechte schoorsteen.

Axel Rechts, links, omhoog, omlaag, nergens een uitgang.

Lidenbrock Jawel, ik zie zoiets van een nauwe

gang, die schuinrechts loopt.

Axel Het is hier heel rustig op de bodem van

deze put, maar die kalmte zelf heeft iets

ontzettends.

Lidenbrock Kom, kom! Als je nu al bang bent, hoe zal het dan verderop zijn? Nu gaan we pas werkelijk in de schoot der aarde doordringen. Axel! Dit is het begin van onze reis! Hans Forüt !

Verne De gehele voorwereld herleeft weer in mijn verbeelding. Ik word teruggevoerd naar de bijbelse tijdperken der schepping, lang voor het ontstaan van de mens, toen de onvoltooide aarde nog niet geschikt was om de mens te ontvangen. Mijn droom loopt op de verschijning der bezielde wezens vooruit. De zoogdieren verdwijnen, dan de vogels, dan de kruipende dieren en eindelijk de vissen, de schaaldieren, de weekdieren, de gelede dieren. De plantdieren uit het overgangstijdperk keren op hun beurt tot het niets terug. Al het leven der aarde trekt zich in mij samen en mijn hart klopt in deze ontvolkte wereld. Caroline De kralen, Jules. De kralen van

Sophie Ik weet alles, Jules, Zeg mij na. Verne De eeuwen verlopen als dagen. ïk ga weer terug in de reeks der vormveranderingen van de aarde. De planten verdwijnen, de granietrotsen verliezen haar hardheid. Onder de werking van een grotere warmte wordt de vaste massa vloeibaar. Water stroomt naar de oppervlakte der aarde, het kookt, wordt luchtvormig. Dampen omhullen de aarde, die langzamerhand slechts één luchtmassa vormt, tot roodgloeien gebracht, zo groot als de zon en ook zo schitterend als zij ï Pierre Wat moest je op dat schip ? Axel Ik beloof dat ik nooit meer zal reizen. Pierre Avontuur, niks avontuur ... advokatuur! Verne In het middelpunt van dat nevelachtige lichaam, dat veertienhonderd duizend maal groter is dan de bol die het eens vormen zal, word ik meegevoerd in het hemelruim. Mijn lichaam wordt fijner, wordt op zijn beurt luchtvormig en vermengt zich als een onbeweegbaar stofje met de ontzettende dampen die hun vlammende baan in het oneindige beschrijven !

IV.20

(In de stilte vage stemmen) Verloren ...

Axel Help ! (Stilte) Oom ! Oom Lidenbrock ! Stem Lidenbrock Axel ! Ben jij het ?

Stem Lidenbrock Waar ben je ? Axel Verloren ! In 't duister ! Stem Lidenbrock Je lamp ? Axel Is uit !

Stem Lidenbrock Houd moed ï Spreek niet ! Luister ! (Stilte) We zijn de galerij op en af gegaan om je te zoeken. Maar het was onmogelijk om je te vinden. Wanhoop niet, Axel. Het is al een heel ding als men elkaar verstaan kan.

Axel We moeten eerst weten welke afstand ons scheidt ! (Stilte)

Stem Lidenbrock Dat is gemakkelijk. ïk zal jouw naam uitspreken en zodra mijn stem jou bereikt heeft, moet je hem onmiddellijk herhalen. Ben je gereed ? Axel Ja ! (Stilte) Stem Lidenbrock Axel ! Axel Axel! (Stilte)

Stem Lidenbrock Veertig seconden! Er zijn veertig seconden tussen de beide woorden verlopen. Het geluid heeft dus twintig seconden nodig om de afstand tussen ons af te leggen. Berekend op 1020 voet per seconde is dat 20.400 voet of 15/8 uur gaans. Axel Ruim anderhalf uur gaans ... (Stilte) Stem Lidenbrock 1 5/8 uur gaans. Dat is te overwinnen, Axel. Wij zijn in een uitgestrekte ruimte aangekomen, waarop een groot aantal galerijen uitloopt. Het schijnt dat al die spleten en scheuren als stralen uitgaan van het onmetelijke hol, waarin wij ons bevinden.



Loop, kruip als het zijn moet, glijd van de steile hellingen af en aan het einde van de weg zullen onze armen je opvangen. Op weg, mijn kind ! Op weg !

Axel Vaarwel oom ! Ik vertrek ! (Het witte doek, dat al die tijd opgetrokken was, zakt nu weer langzaam naar beneden, terwijl het orkest speelt Op het doek worden filmbeelden geprojekteerd van vulkaanuitbarstingen, stromende lava, kratermondingen, vlammen etc, Over • de geluidsband en kakofonie van geluiden; de volgende teksten zij hoorbaar) ; Grauben Het Leptotherium, dat in de holen van Brazilië gevonden is, het Mericotherium, uit de bevroren streken- van Siberië gekomen. Verderop schuilt het dikhuidige Lophidion, de reusachtige Tapir, gereed om het Anaplothe-rium zijn prooi te betwisten ... Sophie Zeg mij na Jules, ik beloof ... Grauben Een vreemd dier, dat iets heeft van de neushoorn, het paard, het nijlpaard en de kameel, alsof de Schepper verscheidene dieren in één enkel had verenigd. Axel Ik beloof... Verne Zeg het niet.

Grauben De reusachtige Mastodont slingert zijn snuit en verbrijzelt met zijn slagtanden de rotsen aan de oever. Daarboven zweeft de Pterdactylus met gevleugelde handen als een grote vleermuis op de samengeperste lucht. Pierre Wat moest je op dat schip ? Sophie Ik weet alles, Jules, ik weet alles. Pierre Wat moest je op dat schip ? Grauben In de bovenste lagen tenslotte ontvouwen reusachtige vogels, sterker dan de casuaris, groter dan de struis, hun ontzaglijke wieken en vliegen met.de kop tegen de wand van het granietgewelf. (Hoongelach van Caroline)

Sophie Zeg mij na, Jules! Ik beloof dat ik nooit meer zal reizen, behalve in mijn fantasie 1

V.21

(Het publiek verlaat de grote zaal via de benedenuitgangen en komt in de foyer, die uitziet op de tuin, in de foyer staat een tribune. Voor het raam hangt een toneelgordijn. Verne gaat

tussen de toeschouwers-- op de tribune zitten. Voor het gordijn staat de Omen-figuur, gekleed als een oosterse marktkoopman. Hij prijst zijn waren aan in een pseudo-Arabisch. Hij haalt uit een fles een document; de geboorte-acte van Jules Verne, Hij leest de acte voor.) Omen In het jaar achttienhonderd acht en twintig, den achtsten februari te drie uur des namiddags, is voor ons, ondergetekende, wethouder en ambtenaar van den burgerlijken stand, daartoe gemachtigd door de burgemeester van Nantes, Ridder in het Legioen van Eer, verschenen Pierre Verne, procureur, oud negen en twintig jaren, wonende in de Rue Olivier-de-Clisson, vierde kanton, die aan ons heeft vertoond een kind van het mannelijke geslacht, geboren op deze dag, op het middaguur, uit hem, aangever, en uit Sophie-Henriétte Allotte, zijn echtgenote, oud zeven en twintig jaren, welk kind hij de voornamen Jules-Gabriël geeft ... Verne Waarom zit ik hier ? Omen ... zijnde deze verklaring van aangifte gedaan in tegenwoordigheid van François-Jacques-Jean-Marie Tronson, rechter van instructie bij de burgerlijke rechtbank te Nantes, oud veertig jaren, wonende in de Rue de Bel-Air ...

Verne Kan iemand me zeggen waarom ik hier zit? Neemt u mij niet kwalijk, maar wie bent u?

Omen Maar, mijnheer Verne ... Kent u mij niet? U hebt mij net bedacht! Als bedenken ook kennen betekent, dan kent u mij! Nomen est Omen. Passepartout, Joe, Koenraad, Paganel, naar het u uitkomt. Verne Aangenaam kennis te maken, maar

hoelang moet ik hier nog blijven zitten? Omen Hoe lang? Hier? Dacht je dat tijd en^ ruimte existeren? Tijd en ruimte bestaan niet. Als je aanneemt dat de tijd bestaat, dan kun je ook zeggen wat tijd is. Wat is tijd? Verne (Denkt na)

Omen Leerling Verne, je moet opstaan als je iets gevraagd wordt. Hoeveel is twee maal twee?

Verne (Staat op) Twee maal twee ... Omen Aha, ventje ! Je hebt je les niet geleerd. Verne Jawel, ik heb hem wel geleerd, maar -- ik weet wat het is, maar ik kan het niet zeggen ...

Omen Uitvluchten ! Je weet het wel, maar je kunt het niet zeggen ... Verschrikkelijk dat zo'n grote jongen als jij geen ambitie heeft ... Verne Een grote jongen, ja. Ik ben groot, ik ben volwassen, ik ben allang van schooi af! Ik ben afgestudeerd, ik heb carrière gemaakt! Maar waarom zit ik hier dan ? Omen Je moet hier nog wat blijven om te rijpen. Je moet rijpen -- of heb ik soms geen gelijk ?

Verne (Grijpt naar zijn hoofd) Jawel, u hebt gelijk, een mens moet rijpen. Twee maal twee ... Twee maal twee ... is twee! Ik zal het bewijzen met een analogie, de hoogste vorm van bewijs! Luister maar. Eén maal één is één, dus twee maal twee is twee! Als het voor het ene geval opgaat, geldt het ook voor het andere.

Omen De bewijsvoering klopt helemaal volgens de wetten van de logica, maar het antwoord is fout,

Verne Wat klopt volgens de wetten van de

logica kan niet fout zijn. Laten we de proef op

de som nemen. Eén op één gaat, één keer, dus

gaat twee op twee, twee keer !

Omen Dientengevolge is drie maal drie ook

drie!

Verne (Diep nadenkend) Nee, dat kan niet goed zijn -- het kan niet -- of toch wel ...? (Gaat vertwijfeld zitten, het duizelt hem) Nee, ik ben nog niet rijp ... (Schommelt op zijn plaats) Kunt u zeggen wat tijd is ? Omen Natuurlijk kan ik dat! Verne Zeg het dan ? Omen Tijd ? Laat eens kijken! (Blijft onbeweeglijk staan, vinger tegen zijn neus) Terwijl wij spreken vlucht de tijd. Dus is tijd iets dat vlucht, terwijl ik spreek ! (Hij vlucht weg) En terwijl ik spreek, vlucht ik. Ik ben dus de tijd !!!

Verne Klopt helemaal volgens de wetten van de logica. Maar dan zijn de wetten van de logica onzinnig. En is de logica onzinnig, dan is de hele wereld onzinnig. (Intussen is het gordijn voor de grote ruit opgetrokken en er wordt een grote waterkolom zichtbaar, Als die zakt, staat daar, als het ware poserend voor een daguerrotypie, de familie)

(Uit de groep maakt zich de jonge Jules tos.

Achter hem staat Pierre Verne.)

Pierre Wie heeft ooit de diepten van de

afgrond kunnen peilen, Jules ? Wie heeft ooit

de diepten van de afgrond kunnen peilen ?

Verne Waar heb je me heengebracht ?

Sophie Ver van het gemurmel en gejammer van

de mensenkinderen; naar de 'uiterste rand van

de wereldzee.

Verne Waarom hier ?

Grauben Zie je niet dat deze schelp de vorm heeft van je oor? Ja, je ziet het wel. Weet je niet dat je oor de vorm heeft van een schelp? Je weet het, maar je hebt er niet over nagedacht. Heb je als kind nooit een schelp tegen je oor gehouden en geluisterd -- geluisterd naar het suizen van je hartebloed, het zoemen van de gedachten in je hersenen, het breken van duizend kleine versleten draadjes in het weefsel van je lichaam ? Dat hoor je

allemaal in de kleine schelp.

Caroline Stel je nu eens voor wat er allemaal te

horen is in de grote ...

Jules jr. Is dat de zee, mama ?

Sophie Ja, dat is de zee. Luister maar. dan kun

je de golven horen.

Verne Ik hoor niets, behalve het suizen van de wind.

Caroline Dan zal ik het ruisen van de grote

schelp vertolken.

Verne Luister niet, Jules !

Caroline Mijn borsten zijn als druiventrossen ...

De geur van mijn adem is als appels ... Mijn

verhemelte is als de kostelijkste wijn ...

Sophie (Zingt) Treur niet vrouwen, treur niet

meer ...

Pierre Wat mijn ogen begeerden, ontzei ik ze niet: ik heb mijzelf alle genoegens gegund, zodoende heb ik beslist geen spijt gehad van al mijn geploeter; deze genietingen vormden de vrucht van mijn arbeid, Maar toen ik terugzag op al het werk dat mijn handen hadden verricht, en op al de ellende waarmee dat gepaard was gegaan, begreep ik één ding: het leven is lucht, het najagen van wind, en onder de zon is er niets dan beklijft. Jules jr. Ik heb genoeg ideeën in mijn hoofd, duizenden plannen die ik nog niet in de juiste vorm kan gieten; als het me lukt zult u eens

Pierre (Hem onderbrekend) En toen ik terugzag op hoe ik onderscheid gemaakt had tussen wijsheid en onverstand en lichtzinnigheid ... Verne (Interrumpeert) Is het wijsheid het leven zo zwart te vinden ?

Pierre ... een verstandig mens heeft ogen in zijn hoofd en het leeghoofd tast in het duister! Verne Ik word misschien een goed schrijver, maar ik zal nooit anders dan een slecht advocaat zijn !

Pierre Toen zei ik bij mijzelf: als mij hetzelfde lot beschoren is als de eerste de beste losbol, wat heb ik mij dan ingespannen om zo'n uiterst verstandig leven te leiden? En ik stemde van harte in met de stem, die diep in mijn binnenste zei: ook hieraan zie je weer, het leven is lucht. Jules jr. Wilt u dat ik er nog eens over nadenk? Wat heeft dat voor nut? Mijn besluit staat onherroepelijk vast. Verder nadenken behoort tot de poolstreken van de onzekerheid. Maar de streek waarin ik nu woon is niet zo noordelijk en veel dichter bij de hartstochtelijke tropische zone \

Caroline Jules, breng een snoer van koralen voor me mee. Honderd kralen van koraal en ik zal de jouwe zijn, Jules ... Pierre En ik gruwde van alles waarvoor ik geploeterd heb onder de zon, want ik kan het niet meenemen, ik moet het nalaten aan wie na mij komt. En wat voor iemand zal dat zijn. een verstandig mens of een warhoofd? Kan iemand mij vertellen, wat het voor iemand zal zijn, die de beschikking krijgt over alles waarvoor ik mij afgebeuld heb, een verstandig leven geleid heb onder de zon ?

Sophie Treur niet vrouwen, treur niet meer... Verne Als ik zeg dat ik niets uitvoer, beste vader, is dat alleen bij wijze van spreken; ik blijf haast in weerwil van mezelf werken aan de ideeën die ik in mijn hoofd heb. Maar er zijn tijden dat ik de moed verlies, Caroline De grote schelp, Jules .., de grote schelp.

Jules jr. De enige loopbaan waarvoor ik werkelijk geschikt ben, is degene die ik al nastreef: de literatuur. Ik ben diep getroffen door uw voorstellen, vader, maar in deze kwestie moet ik beslist op mijn eigen inzicht vertrouwen. Als ik u zou opvolgen, zou uw praktijk verkwijnen. Vergeeft u alstublieft uw eerbiedige en liefhebbende zoon. Pierre Het is lucht en anders niet (Vanachter het struikgewas komt prof Lidenbrock op met zijn sextant)

Caroline Mijn adem ... mijn verhemelte ... mijn borsten ... Het is allemaal voor jou, Jules.



Maar je moet iets doen om mij te winnen, hen snoer van bloedkoralen moet je voor me halen! Honderd kralen van koraal ... Lidenbrock Luister naar het lied van de grote schelp, Jules! De grote schelp laat je de hartslag van het leven horen en het suizen van de werkelijkheid. De kleine schelp is aanlokkelijk. Maar laat je niet bekoren door de zachte, veelkleurige glans van het parelmoer, Jules, en de zoete tonen van de muziek der sferen. Lééf, lééf in de werkelijkheid, Jules! Loop, kruip als het moet, glijd van de steile hellingen af en aan het einde van de weg zullen onze armen je opvangen. Op weg, mijn kind ! Op weg! (Lidenbrock verdwijnt weer) Caroline Honderd kralen van koraal ...

(Buiten ontneemt het regengordijn het zicht op het familietafereel)

Verne Ik wist dat er in de haven een driemaster klaar lag om uit te zeilen naar West-Indië: de Coralie. Dat moest het schip zijn, waarop ik kon aanmonsteren om voor Caroline een snoer van koraal te halen. De naam alleen al was een voorteken. Ik kocht een scheepsjongen om en de volgende dag roeide ik in alle vroegte naar het schip, dat het anker lichtte en vertrok. Toen ik om half één nog niet thuis was voor het eten, werd mijn moeder ongerust. Ze waarschuwde mijn vader, die op onderzoek uitging. Hij vond iemand, die me aan boord had zien gaan. Mijn vader nam de stoomboot naar Paimboeuf, aan de monding van de Loire en wist mij nog net op tijd van het schip te halen. (Het regengordijn zakt, We zien Pierre Verne, Sophie en de jonge Jules, Jules krijgt er flink van langs) Pierre Wat moest je op dat schip ? Wat moest je op dat schip ?

Jules De Coralie ... een halssnoer van koraal ... voor Caroline !

Pierre Dat is elf jaar en dat is verliefd op zijn nichtje!

Grauben Zie je niet dat deze schelp de vorm

heeft van een oor? Ja, je weet het wel.

Sophie Je moeder weet alles, Jules, Zeg mij na:

ik beloof dat ik nooit meer zaï reizen ...

Grauben Heb je als kind nooit een schelp tegen

je oor gehouden en geluisterd -- geluisterd naar

het suizen van je hartebloed, het zoemen van de

gedachten in je hersenen.

Jules Ik beloof dat ik nooit meer zal reizen.

(Prof Lidenbrock komt achter een struik

vandaan)

Grauben Het breken van duizend kleine

draadjes in je lichaam ...

Sophie Behalve in mijn fantasie ...

Verne Zeg het niet, Jules ! Zeg het niet !

Grauben Dat hoor je allemaal in de kleine

schelp,

Caroline Stel je nou eens voor wat je allemaal

kunt horen in de grote, Jules.

Jules Behalve in mijn fantasie. (Prof

Lidenbrock schudt zijn hoofd en trekt zich weer

terug, Buiten dooft het licht)

Verne Goed. Ik was daar blijkbaar niet

gewenst. Maar ze zullen nog eens zien, uit welk

hout hij gesneden was, die arme jongen die ze

Jules Verne noemen, (Hij gaat af)

VI.25

(In de kleine zaal staat het "Delvaux-dekor" een toneelbeeld dat een exacte kopie is van Paul Delvaux Hommage à Jules Verne, met de daarop afgebeelde figuren in levende lijve. Er ontstaat op muziek van Saint Saens Derde Symphonie eert surrealistisch bewegingsspel, waarin de personages als slaapwandelaars over het toneel gaan. Aan het eind blijft de figuur van Prof Lidenbrock over,)

Lidenbrock Axel ! (Er gebeurt niets) Axel, kom tevoorschijn, Ik zie je wel staan. (Axel komt

tevoorschijn) Waarom sta je stiekum naar me te

kijken, Axel ?

Axel Zo maar, oom.

Lidenbrock Waarom, Axel ?

Axel Bent u mijn vader ?

Lidenbrock ïk ben je oom.

Axel Wie is dan mijn vader ?

Lidenbrock Je Schepper.

Axel Nee, ik bedoel mijn échte vader.

Lidenbrock Die heb je niet.

Axel Ben ik een vondeling ? Heb ik daarom

geen ouders ? (Pauze)

Lidenbrock Nee.

Axel (Lacht ongelovig) Ja, maar ... Ik moet toch verwekt zijn ? (Denkt na) Ah 1 Ik begrijp het. Kunstmatige inseminatie, Lidenbroek Zo zou je het kunnen noemen. Axel Maar wie is dan mijn moeder ? Lidenbrock Die heb je niet. Axel Een reageerbuisbaby ? Lidenbrock Zoiets,

Axel Goh ! (Stilte) Onze schepper was zijn tijd ver vooruit.

Lidenbrock Onze schepper wil -- of kan -- bepaalde waarheden niet onder ogen zien. Hij denkt in algemene ideeën, Algemene ideeën zijn altijd abstracties en daarom per definitie een ontkenning van het ware leven. En steeds als hij zich uit zijn abstracte wereld waagt, en zich bemoeit met de levende schepping in de echte wereld, is alles wat hij voorstelt of schept armzalig, bloedeloos en levenloos. Axel Dus ik ben eigenlijk een doodgeboren kindje, Zo voel ik me niet. Lidenbrock Pas op, Axel! We kunnen ons verzetten. Onze schepper staart zich blind op de wetenschap. En ik, als wetenschapper, kan dat weten! Maar de wetenschap omvat de idee van de werkelijkheid, niet de werkelijkheid zelf. Ze is het kompas van het leven, maar ze is het leven niet. Axel Nee, oom.

Lidenbrock Wat nou, "nee, oom" ... !? Wat ik predik is de opstand van het leven tegen de wetenschap, of liever tegen de heerschappij van de wetenschap. Want tot de dag van vandaag is de hele geschiedenis van de mensheid alleen maar één voortdurende bloedige opoffering geweest van miljoenen arme menselijke wezens ter ere van de een of andere onmeedogende abstractie. God, vaderland, staatsmacht, nationale eer, historische rechten, juridische aanspraken ... Axel Oom ... Lidenbrock Ja, Axel ... Axel Bént u mijn oom ?

VI.26

Hetzel De ellende brengt het volk tot de revolutie. En de revolutie brengt het tot ellende. De eerste barrikade werd al in de vroege ochtend van vrijdag de drieëntwintigste opgeworpen, bij de Porte Saint-Denis; nog dezelfde dag werd ze bestormd door bataljons van het eerste en het tweede legioen van de Nationale Garde. De aanvallers rukten op over de boulevard en toen ze binnen schootsafstand waren, zag ik een vrouw op de barrikade klimmen. Ze was jong, mooi, haar haren hingen los. De adem stokte in mijn keel. De vrouw, een prostituee, tilde haar rok op tot boven haar middel en schreeuwde: "Lafaards, durf eens te schieten op de buik van een vrouw!" De Nationale Garde aarzelde niet. Een waar vuurpeleton deed de arme vrouw achteroverslaan. Er viel een gruwelijke stilte op de barrikade zowel als onder de belegeraars. Verne Toen ik zondagavond in Parijs aankwam, was het enige dat ik zag van het veelbesproken Feest van de Grondwet, de laatste kaarsen die in hun houders sputterden. Ik ben langs de verschillende punten gelopen die een rol hebben gespeeld tijdens de opstootjes, de rue Saint-Jacques, Saint-Martin,

Saint-Antoine en ik begrijp nu nog minder van die straatgevechten dan eerst, Na door de nodige straten te zijn gesjouwd, vond ik tenslotte een geschikte kamer in de rue de l'Ancienne Comédie nr. 24 voor dertig francs per maand.

Hetzel Niets is monsterachtiger in mijn ogen dan het beeld van een beschaving die zich alleen maar kan verdedigen tegen de aanvallen van het cynisme door naar de middelen van de barbaarsheid te grijpen.

Verne Wiens kant moet ik kiezen? Welke partij vertegenwoordigt de orde ? Wat mij betreft, ik doe -- krik-krak -- mijn deur op slot en ik blijf thuis werken. Ze zoeken het zelf maar uit, zolang ze mij maar niet lastig vallen. Hetzel Morgen vindt de proklamatie van de Grondwet plaats, De Place de la Révolution, die nu definitief Place de la Concorde heet, is omzoomd door podia.

Verne Het examen komt al snel dichterbij. De stof is eerder lastig dan moeilijk. Hetzel Op de Place de la Concorde gonst het van de geruchten. Men ducht de komst van tienduizend socialisten uit de Faubourg Saint-Antoine, die de Kamer willen ontbinden en de "keizer" willen afzetten. Verne Ik eet ook op mijn kamer nu, maar dat is duurder dan het restaurant. Een eenvoudige maaltijd kost veertig sous; daar komt nog bij dat een ontbijt met brood en melk me vijf sous kost en vaak is een enkel broodje van twee sous niet genoeg.

Hetzel Het regime toont zijn ware aard. Er worden op grote schaal arrestaties verricht, mensen worden bij hun haren voortgesleept. De afgevaardigden Baudin en Madier zijn gedood. Anderen, onder wie Victor Hugo, vluchten naar het buitenland.

Verne De winkels worden gesloten. Overal

worden weer barrikaden opgeworpen. Wat

moet dat worden, wat moet dat worden? Enfin,

ik bemoei me nergens mee.

Hetzel Verdreven zijn wij, Verbannen,

Rusteloos zitten wij zo

dicht mogelijk bij de grenzen

wachtend de dag van de

terugkeer.

VI.27

Verne Volgende week dinsdag doe ik examen, Ik kan aan niets anders denken, Je weet hoe onweerstaanbaar Parijs is voor iedereen en voor een jong iemand als ik in het bijzonder. Het is werkelijk een genot, om rechtstreeks in kontakt te zijn met de literatuur, die te ondergaan als iets dat leeft en in beweging is, (Een groepje prostituees komt naar voren) Helaas werpt die helse politiek zijn prozaïsche mantel over de schoonheid van de poëzie. De ministers, de president en de Kamer kunnen allemaal naar de duivel lopen, zolang er in Parijs nog één dichter is die ons hart kan ontroeren. Ik denk en herhaal met Goethe: "Niets dat ons gelukkig maakt is een illusie". (De prostituées zijn hem genaderd; een prostituee loopt op hem toe) Prostitutes Een illusie ! Een illusie ! Een illusie! Een illusie ! Niets dat ons gelukkig maakt is een illusie ! (Sophie Verne in rouwkleding op)

Verne Mademoiselle Heloïse en alle andere jonge vrouwen die ik met mijn attenties heb vereerd, trouwen allemaal binnenkort ... (Sophie nadert Verne)

Verne U moet me maar uithuwelijken, lieve mama. Ik zal elke vrouw accepteren die u voor me wilt kiezen. Ik neem haar met mijn ogen dicht en mijn beurs open, Moeder ! Hoe zit het met het huwelijk van een zekere jongedame, die u goed kent en dat dinsdag moest plaatsvinden? Ik zou graag willen weten wat er tot slot van terecht gekomen is ... Sophie De twee stafdragers in vol galakostuum bonkten een lange serie dolTe klappen op de vloer van de kerk. De vader kwam naar voren om het kuise slachtoffer naar het altaar te



geleiden. En daar stond de echtgenoot» vervolgens trok de familie voorbij, even plechtig als Romeinse senatoren en het orgel ontketende zijn donderend geweid. Ik was bijzonder ontroerd -- met andere woorden, ik stikte haast van het lachen en ik ben nog steeds niet uitgelachen. (Verne spreekt de laatste woorden van Sophie onhoorbaar mee) Verne Helaas lieve moeder. Alles is geen rozegeur en maneschijn in dit leven en zij die schitterende luchtkastelen bouwen, tuimelen uit de-wolken eenzaam terug op eigen bodem. Ik wist het, ik heb het gezien in mijn droom. De bruid was in het wit gekleed -- symbool van ziele-eenvoud; de bruidegom was in het zwart, een symbolische, zinspeling op de kleur van haar ziel ... De bruidskamer werd voor het bevende paar geopend en hemelse vreugden vervulden de harten van de jonggehuwden ... en de hele nacht, de hele lange zwarte nacht scherpte een man zijn tanden aan de deurkruk. Ach, mijn lieve moeder, bij dit afgrijselijke idee werd ik met een schok wakker en nu vertelt uw brief me dat mijn droom werkelijkheid was. Wat een ellende voorzie ik. Arme jongeman. Maar ik zal altijd zeggen: Vader, vergeef hem, hij weet niet wat hij doet. Wat mij betreft, ik zal me troosten door de eerste de beste zwarte kat te doden die ik tegenkom ... Het was noodzakelijk de herinnering aan deze begrafenisplechtigheid op papier vast te leggen. (Het orkest zet Danse Macabre in van Saint Saens. Bruiloftsfeest dat overgaat in het beeld van de zwarte bruiloft. Honorine in weduwendracht op.)

VIII.28

Hetzel Uw vermogen om feiten met fictie te kombineren, bevalt me. Dat past uitstekend in de op/et van mijn nieuwe tijdschrift, waarin ik het opvoedkundige aspect met het ontspannende element wil kombineren. Educatie en Recreatie.

Verne Om u de waarheid te zeggen, ik ben er niet zo op gebrand om alleen maar een arrangeur van feiten te zijn. Wat ik bovenal wil dat is schrijver worden en ik vind het een eer dat u me in die ambitie wilt steunen. Hetzel Maar u had het over uw levensloop. Verne Ik ben enige jaren secretaris geweest van het théâtre Lyrique, ik heb zelf ook enkele libretti geschreven, maar ja. ik voelde uiteindelijk toch meer voor werk van groter

Hetzel (Bladert het boek door) U zult natuurlijk uw neiging tot breedsprakigheid moeten intomen, per slot van rekening -- als ik u publiceer, doe ik dat in feuilletonvorm. Maar het rode potlood doet wonderen. Ik kwets u toch niet?

Verne Zegt u maar waar het op staat, hoor! U hoeft voor mij de pil niet te vergulden. Ik slik elke pil zonder morren en zonder tegenspraak! Hetzel Dat bevalt me zo van u. Komt u gerust nog een beetje dichterbij ! We zijn hier niet in de provincie. Ca, c'est Paris. Verne Ik heb ook nog op de beurs gestaan, als makelaar in effecten ... Hetzel Effecten, ja. Wat ik een beetje mis in uw personages, dat is gevoel. De psychologie van de liefde is niet uw sterkste kant, geloof ik. Verne L'Amour ! Ah, de liefde is een allesoverheersende hartstocht, die geen ruimte meer overlaat voor iets anders. Mijn helden moeten al hun positieven bij elkaar houden en de aanwezigheid van een mooie, jonge vrouw zou ze maar afleiden van de grootse taak die ze op hun schouders hebben genomen. Hetzel En u, bent u getrouwd ? Verne Vijf jaar geleden heb ik het vrijgezellenbestaan vaarwel gezegd uit behoefte aan een huiselijk leven en ben ik getrouwd met een weduwe met twee kinderen. Hetzel Mijn tijdschrift is vooral gericht op een

jong publiek. Ik laat 't ook altijd aan mijn eigen zoon lezen om te zien wat die er van

Verne Ik stel me veel voor van dc kritiek van de jonge heer Hetzel ! Hetzel Er komen nogal wat gewelddadige scènes voor in uw verhaal. Die lijken me minder geschikt voor de jeugdige lezers. Verne Het rode potlood doet wonderen! Hetzel Uw aanpassingsvermogen bevalt me. Wel, men heeft u bij mij aanbevolen. ïk heb goede berichten omtrent u. Kent u mijn voorwaarden ?

Verne Nee, mijnheer. Maar dat geeft niet, mijnheer,

Hetzel U krijgt elke maand vijfhonderd francs. Daarvoor levert u mij drie delen per jaar. Verne Ja, mijnheer.

Hetzel Aan de slag dan ! Hoe laat heeft u het ?

Verne Tweeëntwintig minuten over elven.

Hetzel U loopt achter.

Verne Houdt u mij ten goede. Dat is

onmogelijk.

Hetzel U loopt vier minuten achter. Maar dat doet er niet toe. Het is voldoende dat het verschil bekend is. Van dit ogenblik af, elf uur zesentwintig minuten in de ochtend van woensdag 23 oktober 1862, bent u in mijn dienst. Waarop wacht u ? Verne Dames en heren, ik ga trouwen! Ik ben op mijn weg de rijkste partij tegengekomen die men zich maar kan denken: Monsieur Hetzel! Mijn uitgever; méér dan uitgever, mijn vriend! Wat zeg ik, mijn vader ! Hetzel Soberheid in de dialoog ! Verne Pardon !

Hetzel Soberheid in de dialoog ! (Verne af) Hetzel De nieuwe werken van meneer Verne zullen geleidelijk aan in deze editie verschijnen, die wc steeds met zorg zullen bijhouden. De al verschenen en nog tc verschijnen werken zullen in hun geheel het projekt omvatten dat de schrijver zich voorstelde, toen hij zijn werk de ondertitel Reizen in de bekende en onbekende wereld gaf. Het is immers zijn doel alle geografische, geologische, fysische en astronomische kennis die de moderne wetenschap heelt verzameld, samen te vatten en in de aantrekkelijke vorm die hem eigen is, de geschiedenis van het universum over te doen!

(N. v.d.r.: De scènes VIII.29 en VIII.30 werden door de auteurs uit het scenario geschrapt)

IX.31

(De deuren naar de grote zaal staan open. Uit de zoal komt dansmuziek. Aangelokt door de vrolijke klanken komen de toeschouwers naar de concertzaal toe. Bij de ingang krijgen ze een maskertje uitgereikt: ze zijn de gasten op het gekostumeerd bal. dat Verne ter ere van zijn vrouw geeft.)

(Als de muziek is afgelopen, geeft het orkest een touche en komt Verne op, vergezeld van zijn stiefdochter.)

Verne Dames en heren, dames en heren, dames en heren... ! Ach, wat zeg ik, ik mag wel zeggen: beste vrienden en vriendinnen, mag ik wel zeggen. Beste vrienden en vriendinnen, dus. (Zijn stiefdochter, Valentine, kijkt hem even van terzijde aan.) Ik ben geen man van veel woorden. (Valentine schiet in de lach.) Ja, ja. (Probeert de situatie te redden) Mijn uitgever, die hier vanavond ook aanwezig is, zal daar ongetwijfeld anders over denken, maar hij betaalt me niet per woord, dus dat is verder van geen belang. (Heeft de zaak weer in de

hand) In ieder geval, hij was het die me soberheid in de dialoog heeft bijgebracht. Laat ik die soberheid nu ook in dc monoloog betrachten. Beste vrienden en vriendinnen! (Pauzeert, kijkt rond) Het doet mij genoegen dat li met zovelen gehoor hebt willen geven aan mijn uitnodiging. (Valentine legt een hand op zijn arm) Onze uitnodiging. Ik had er. helaas, op gehoopt dat mijn vrouw Honorine hier vanavond naast mij zou staan om u welkom te heten. Dat doet ze dus niet. Naast me staan, bedoel ik. Uiteraard heet ze u van harte welkom vanaf haar ziekbed. Tot mijn geruststelling kan ik u zeggen dat het een stuk beter met haar gaat, dc doktoren geven haar nog een paar weken en dat is een hele opluchting, want zo'n ziekte is natuurlijk een heel vervelende zaak voor ons. Voor mij, voor haar, voor ons allemaal. (Trekt Valentine. die een eindje van hem af was gaan staan, dichter naar zich toe.) Gelukkig heeft mijn stiefdochter, mijn lieve Valentine -- (Als blikken konden doden) erin toegestemd aan mijn zijde de honneurs waar te nemen. Dat is het voordeel, wanneer men een weduwe trouwt met kinderen. Men heeft snel grote dochters! (Zoekt even naar de draad van zijn betoog) Ja. De gedachte om dit bal uit te stellen is even bij mij opgekomen, maar ik heb het idee onmiddellijk verworpen. Weliswaar had ik het feest vooral ter wille van haar georganiseerd, zij had er zich ook bijzonder op verheugd, maar om zovelen van u, die zich zoveel kosten en moeite hebben gegeven om hier aanwezig te zijn, teleur te stellen -- sommigen van u zijn zelfs van buiten de stad, ja uit andere provincies gekomen-- dat ging mij te ver en mijn vrouw deelt, ongetwijfeld, mijn mening. En u bent met velen, ik sta er zelfs een beetje versteld van dat mijn naam, die toch een vrij neutrale klank heeft, een dergelijk briljant gezelschap bij elkaar heeft gekregen, wat ik andere namen uit de politiek of de indrustie nog niet één, twee, drie zie doen.

Beste vrienden en vriendinnen, er is te eten, te drinken en er is muziek. Ik ben een even slechte danser als tafelredenaar, maar ik wil toch gaarne met mijn stiefdochter Valentine het bal openen, hoewel ik natuurlijk liever mijn vrouw ten dans gevraagd had, maar die is te ziek en te zwak, hoewel de doktoren zeggen dat er geen redenen zijn om te wanhopen. (Neemt Valentine bij de hand) En mag ik u dan uitnodigen mij te volgen en met onze erfvijanden, dc Engelsen, zeggen: "Music, maestro, please !" (Het orkest zet een wals in.)

(Het orkest speelt de suite uit Jacques Offenbach La Grande-Duchesse de Gerolstein. Figuren uit dc boeken van Verne maken hun entree. De astronauten uit De reis naar de maan, aangevoerd door Michel Ardan (Nadar), die de luidruchtige aanstichter is van veel feestvreugde.)

(Het publiek danst, eet, drinkt en verpoost zich. Wie daar behoefte aan heeft, glipt even weg.)

(Midden in de feestvreugde vraagt de Omen-figuur het woord. De muziek stopt. Iedereen dromt samen.)

Omen Dames en heren, mag ik een ogenblik uw aandacht ! (Pauzeert tot iedereen stil is) Mijnheer Verne, mevrouw ! (Verne fluistert hem iets in hef oor) Ah juist ! Schraapt zijn keel Mijnheer Verne, dames en heren ! Het is mij een bijzondere eer en genoegen, als wethouder van deze stad. daartoe gemachtigd door de



burgemeester van Amiens, u mede te delen dat het Hare Keizerlijke Hoogheid behaagd heeft aan Jules-Gabriël Verne, geboren den achtsten februari van het jaar achttienhonderd achtentwintig te Nantes, toe te kennen de orde van het Legioen van Eer, met de versierselen waarvan ik u hierbij gaarne tooi ! (Verne komt onder beschaafd applaus naar voren.) Mijnheer Verne! De stad Amiens heeft het voorrecht een groot schrijver ais u tot zijn burgers te mogen rekenen. Dat voorrecht is nu nog ééns zo groot, nu deze benoeming uw schrijverschap tooit met de lauweren van ons dierbare Keizerrijk dat, helaas, zulke moeilijke dagen doormaakt. (Hij hangt Verne de versierselen om.) Ik mag de eerste zijn, mijnheer Verne, om u met deze benoeming geluk te wensen en ik vraag u allen met mij in te stemmen in een driewerf hoera voor ons Keizerlijk Paar ! Leve Zijne Majesteit de Keizer, leve de Keizerin ! Hoera ! Hoera ! Hoera ! (Hij gaat in de houding staan De dirigent zwaait zijn staf en de Marseillaise wordt gespeeld. Als de laatste tonen van het volkslied geklonken hebben, wil iedereen weer aan de wijn en de zoutjes gaan, maar in een hoek staat een man op en begint een politieke toespraak te houden. Het is de anarchist Bakoenin.) Bakoenin In dit uiterste uur kan Frankrijk slechts door een wonderbaarlijke geestkracht van het volk gered worden. Wanneer een volk van achtendertig miljoen mensen opstaat om zich te verdedigen, vastbesloten alles te vernietigen en zich liever met al zijn bezittingen te laten verdelgen dan zich te onderwerpen aan de slavernij, is er geen leger ter wereld, hoe goed georganiseerd en uitgerust met buitengewone, nieuwe wapens het ook mag zijn, dat het kan overwinnen, Alles draait om de vraag of het Franse volk tot zo'n opstand in staat is. Als Frankrijk slechts uit de Franse bourgeoisie bestond, zou ik niet aarzelen die vraag in negatieve zin te beantwoorden. (Verne komt verstoord dichterbij) Verne Mijnheer, wie bent u? Hebt u een uitnodiging voor dit bal ? Bakoenin De bourgeoisie heeft haar heldentijd overleefd, ze is niet meer als in 1793 in staat tot uiterste standvastigheid, want sinds die periode is ze, verzadigd en voldaan, voortdurend achteruitgegaan. (Groeiende verontwaardiging bij een aantal gasten. Verne loopt druk van de een naar de ander.)

Verne Neemt u mij niet kwalijk. Een klein incident. Een ongenode gast. Het heeft niets te betekenen. Ik zal hem snel laten verwijderen. Bakoenin Ze zal desnoods nog het leven van haar kinderen, maar niet haar sociale positie en bezittingen opofferen. Ze zal liever alle mogelijke Duitse en Pruisische dwang aanvaarden dan afzien van haar maatschappelijke voorrechten. Heeft de bourgeoisie van Parijs en van Frankrijk niet om dezelfde reden in 1848 voor Napoleon III gekozen? Houdt ze het bewind, de regering, het bestuursapparaat van Napoleon III niet nog in stand die Frankrijk naar de afgrond gesleurd hebben? Het enige dat Frankrijk kan redden te midden van de verschrikkelijke, de dodelijke gevaren van buiten van van binnen, die het op dit moment bedreigen ... (Er voegen zich geleidelijk meer communards bij Bakoenin) Bakoenin ... dat is de spontane, geduchte, hartstochtelijke, energieke, wetteloze, vernielende en woeste opstand van de volksmassa's over heel het grondgebied van Frankrijk ! (Er is uit de soldaten die op het feest aanwezig zijn een vuurpeleton geformeerd, de kommandant geeft enkele korte bevelen) Salvo vuur, aan l (De soldaten treden naar voren.) Schouder... geweer! (Ze schouderen het geweer.) Vuur !!! (Er klinkt een salvo, de gefusilteerden vallen, alleen Bakoenin blijft overeind staan.) Vuur lil (Bakoenin blijft staan.) Vuur !!! (Bakoenin valt.)

Hetzel Het jaar 1866 werd gekenmerkt door een zonderlinge gebeurtenis, namelijk een onverklaarbare verschijning die zeker nog door niemand vergeten is. Zonder nog te spreken van de praatjes die de bewoners van de kustplaatsen verontrustten, waren hel vooral de zeelieden die bijzonder in angst verkeerden. Sinds enige tijd hadden verscheidene schepen een verbazend groot voorwerp ontmoet, dat de vorm had van een ronde spil die soms licht verspreidde en oneindig veel groter en snel lei-was dan een walvis.

Nemo Dus toen men op mij schoot, meende

men een zeemonster te treffen ?

Verne Een sterk zeemonster, waarvan men de

oceaan, het kostte wat het wilde, moest

verlossen.

Nemo En zou u durven beweren dat men mij niet even goed zou hebben achtervolgd en beschoten, als men wist dat men met een onderzees vaartuig te doen had ? Verne U weet zeker niet, welke twistvragen er Ín Amerika en Europa over u gerezen zijn. U weet zeker niet dat de ongelukken, die het gevolg waren van botsingen met uw vaartuig, de openbare mening in beide werelddelen hevig geschokt hebben.

Nemo De wereld bestaat voor mij niet meer sinds de dag dat ik met mijn vaartuig voor het eerst in zee dook. Vanaf die dag is het mij alsof de mensen niet meer gedacht of geschreven hebben.

Verne. Maar hoe kunt u, als beschaafd mens -- Nemo Ik ben geen beschaafd mens, zoals u mij gelieft te noemen, mijnheer. Ik heb met de hele maatschappij gebroken om redenen, waarvan ik alleen het recht heb ze te beoordelen. Ik gehoorzaam dus niet aan de wetten van die maatschappij en ik verzoek u zich daar nimmer in mijn tegenwoordigheid op te beroepen. (Het licht op Nemo wordt zwakker.) Verne Een laatste vraag i Nemo Spreek, mijnheer. Verne Hoe moet ik u noemen ? Nemo Noemt u mij kapitein Nemo en mijn schip Nautilus. (Nemo verdwijnt. Licht op

(Hetzel en Verne. Hetzel is duidelijk ouder geworden, Verne loopt langzaam naar Hetzel

Verne Mijn waarde Hetzel !

Hetzel Mijn beste Verne !

Verne Mio padre ! Terug in Parijs !

Hetzel De verloren zoon ... (Ze omhelzen

Verne FTet is lang geleden dat wij ons de huid tegen elkander hebben geschuurd. Hetzel Een oorlog. Een opstand. Verne Ja, hoe zit dat? Met gevaar voor eigen leven waag ik me door de Pruisische linies. Met een pasje van de Commune, dat wemelt van de spelfouten, kom ik door Parijs. Met mijn drukproeven tegen me aangeklemd, klauter ik over de barrikades om bij de drukkerij te komen. Niemand. De typographen lopen met een geweer om hun nek Parijs te verdedigen tegen de wettige regering. En de grote baas zelf heeft de wijk genomen naar Monte Carlo. F.n laat de bank springen. Kapitalistische uitbuiter! (Hetzel moet lachen, krijgt een hoestbui. Verontschuldigend:)

Hetzel Rien ne va plus,.. Je begrijpt nog steeds niets van politiek.

Verne Dat is een lelijk hoestje. Daar zou Ík

maar eens naar laten kijken.

Hetzel De doktoren in Monte Carlo deelden je

bezorgdheid.

Verne Doktoren ? Lariekoek ! Jij haalt het einde van de eeuw.

Hetzel Soms, beste Jules, heb je de neiging om je af te sluiten voor de realiteit. En dan heb ik het niet alleen over mijn hoest. Verne De realiteit ... Ik leef voor de utopie! De utopie is net als de zee: alles komt eruit voort en alles keert erin terug. Laat anderen maar in de realiteit leven. De utopie is mijn domein. Hetzel Nemo...

Verne Trouwens, het is helemaal niet waar. Ik heb mij in mijn vertellingen altijd ten doel gesteld mijn zogenaamde uitvindingen te baseren op een ondergrond van bestaande feiten. De Nautilus duikt op of onder volgens volkomen verklaarbare principes, volmaakt rationeel en begrijpelijk. Hetzel In tegenstelling tot die van zijn schepper.

Verne Nemo? Hou je voor ogen wat mijn oorspronkelijke bedoeling was : Nemo zou een Pool zijn en het gezonken schip een Russisch schip! Dat was een waterdicht idee en het klopte prima: een Pool tegen Rusland. Hetzel Maar politiek in hoge mate onver-

Verne Een Poolse aristocraat wiens dochters zijn verkracht, wiens vrouw vermoord is, wiens vader doodgefoiterd is en wiens vrienden zijn omgekomen in Siberië. Als die man niet het recht heeft om Russische fregatten tot zinken te brengen, dan is wraak een leeg woord. (Pauze) Maar goed, ik begrijp niets van politiek. Het past niet bij me. Dus vecht Nemo nu tegen de maatschappij in het algemeen. Hetzel Het rode potlood doet wonderen. Verne Het rode potlood... (Heftig) Ik denk er al over om nog maar één boek per jaar te schrijven. Avonturenromans doen het gbed, maar dat hoeft niet eindeloos door te gaan en op een dag komt er iemand die iets anders brengt. Iets beters. Je moet me één ding beloven. Als je ooit het idee hebt dat het grote publiek genoeg krijgt van mij en van mijn boeken, dan moet je me dat zeggen. ïk zou voor geen goud de laatste willen zijn om dat in

Hetzel In '51 ging ik uit Parijs weg, omdat ik.

het allemaal aan zag koen. Nu twintig jaar

later, ga ik uit Parijs weg vanwege een lelijk

hoestje. Waar ben je voor, Jules? Waar ben je

bang voor? (Opnieuw Nemo)

Nemo U hebt waarschijnlijk gedacht, mijnheer,

dat het lang duurde voor ik u een tweede

bezoek bracht: dat was omdat ik, nadat ik

kennis met u had gemaakt, eerst rijpelijk wilde

overleggen welke houding ik tegenover u moest

aannemen. Ik heb lang geaarzeld. Dc

omstandigheden hebben u bij een man

gebracht, die met de mensheid gebroken heeft.

U bent mijn leven komen sloren.

Verne U bent mijn leven komen storen.

Memo U hebt mij aangevallen.

Verne U hebt mij aangevallen !

Nemo U hebt een geheim ontdekt dat geen

sterveling mag doorgronden want het is het

geheim van mijn bestaan !

Verne U hebt een geheim ontdekt dat geen

sterveling mag doorgronden, want het is het

geheim van mijn bestaan !

Nemo En daar bent u bang voor ?

Verne Ik ken het niet.

Nemo Dan zult u het misschien minder

betreuren dat het toeval u hierheen gevoerd

heeft. Ik ga op een nieuwe onderzeese reis om

de aarde, die misschien mijn laatste zal zijn.

Vanaf heden betreedt u een nieuwe wereld. U

zult zien wat geen mens ooit gezien heeft, want

ik en mijn bemanning behoren niet meer tot de

mensen en uw bestaan zal u door middel van

mij zijn diepste geheimen openbaren.

Verne Ik moet mij dus als uw... gast

beschouwen?

Nemo Als mijn gevangene. IJ zult bij mij aan boord blijven, omdat het toeval u nu eenmaal hierheen heeft gevoerd; maar u zult hier vrij



Verne Ik zal nooit mijn woord van eer geven dat ik niet zal proberen te ontvluchten. Nemo Als u mij ontvlucht, ontvlucht u niemand dan uzelf. (Stilte) Is het uit angst ? Is het uit lafheid ?

Verne O God in de hemel, lieve vader. Nemo Er is geen god, er is geen hemel, er is geen hel dan in onszelf. Verne Vader...

Verne Hier gaat iemand de weg van alle vlees.

Goddank is het nog niet mijn beurt. De mens is

stof en tot stof zal hij wederkeren.

Nemo Alles komt uit de zee, zoals het er eens

weer naar zal terugkeren. Dit is ons vreedzame

kerkhof, een paar honderd voet onder de

oppervlakte van de zee !

Verne Mijn vader ! Het is mijn vader! Ik zeg u

dat het mijn vader is! Ik heb zijn stem uit de

golven horen opstijgen als een jammerklacht,

als een laatste vaarwel !

Nemo Onze doden sluimeren er gerust. Buiten

het bereik van de haaien ... en van de mensen.

(De stoet komt terug, Honorine en Michel nu

voorop. Honorine kust Verne ter condoléance.

Michel neemt zijn hand en blijft naast hem staan.

Ook de anderen komen langs en condoleren

Verne,)

Omen Kent u mij nog ?

Verne U komt me bekend voor, maar ik weet

niet wie u bent.

Omen Ik heb uw vader goed gekend. Ik heb hem vlak voor zijn dood nog gesproken. "Ik ben blij dat Jules zoveel sukses heeft", zei hij nog."Hij krijgt ontelbare lezers." Verne Dat doet me goed. Omen "Maar", zei hij, "wat baat het de mens als hij de wereld wint en hij verliest daarbij zijn ziel ?"

Nemo U hebt uw vader verloren. Maar u hebt nog een zoon ,,, Alles wat ik heb liefgehad, bemind en geëerd, is vernietigd: vaderland, vrouw, kinderen, vader, moeder. Alles! (Ook hij verdwijnt)

X.39

(Verne staat achter Michel: met zijn handen om

diens schouders)

Verne Michel !

Michel Ja, vader ! .

Verne Michel, de letters dansen voor mijn

ogen, Ik kan ze niet meer onderscheiden. Wat

heb ik geschreven, Michel ?

Michel De bemanning van de Pelgrim bestond

uit vijf matrozen en een leerling. De

vijftienjarige leerling was een kind van

onbekende ouders. (Hij draait zich om naar zijn

vader) Waarom ? Waarom mag hij geen ouders

hebben?

Michel Dit arrne, van zijn geboorte af verlaten wezen was door de openbare liefdadigheid opgenomen en door haar grootgebracht. Michel Kom nou... (Verne verstevigt zijn greep op Michel)

Michel Dick Sand -- zoals hij heette -- zou, als hij geheel volwassen zou zijn, de gemiddelde lengte niet overschrijden, maar hij was krachtig gebouwd. Hij was bruin, maar had blauwe ogen, die als vuur schitterden. Als zeeman had hij reeds vroeger de strijd des levens leren kennen, Uit zijn schrander gelaat sprak geestkracht. Op vijftienjarige leeftijd -- Michel Als u mij voor ogen hebt, ik ben zeventien !

Verne ... kon je reeds een besluit nemen en tot het einde toe uitvoeren wat je onverschrokken geest beslist had. Michel Vader !

Verne Je was reeds bijna een man op de leeftijd

dat anderen nog kinderen zijn !

Michel Zeventien, vader ! Geen jaar meer en

geen jaar minder !

Verne Toen je acht jaar was, was je verlangen naar zee te gaan oorzaak, dat je als kajuitjongen dienst nam op een mailboot die naar de zeeën van het zuiden voer. (Nemo, Omen en Grauben verschijnen op de achtergrond) Daar leerde men het vak van zeeman, zoals men het leren moet, namelijk van jongs af aan ! Caroline De zee... de zee... De zee is alles... Haar adem is zuiver en rein... Het is de onmetelijke woestijn, waar de mens nooit alleen is... De zee is slechts beweging en liefde.» Zij is het lévende oneindige..,

Grauben Heb je nooit als kind een schelp tegen je oor gehouden ?

Michel De zee ? Water, water en nog eens water !

Verne Het kind dat al vroeg begrijpt dat arbeid de wet des levens is, dat al bijtijds leert dat het brood slechts verdiend wordt in het zweet des aanschijns, zo iemand is waarlijk voorbestemd tot grote dingen, want met de wil zal hij ook de kracht hebben ze te volbrengen ! Michel Als de zee rustig is, verveelt hij me; als hij woelig is, jaagt hij me angst aan. Caroline Alles is uit de zee ontstaan en zal weer tot de zee terugkeren... Verne Michel is niet voor rede vatbaar. Zijn ijdelheid verdraagt geen kritiek. Zijn absolute gebrek aan eerbied voor alles wat eerbied verdient, maakt hem doof voor alle smeekbeden. Maar zolang de rest van de familie als één man achter mij staat, zal ik optreden met alle kracht die ik tot mijn beschikking heb !

Grauben Heb je nooit als kind een schelp tegen

je oor gehouden en geluisterd ?

Verne Is dat de zee, mama ?

Sophie Ja, dat is de zee... Luister maar, dan

kun je de golven horen...

Verne En als hij niet buigen wil dan zal ik hem

dwingen, ik stuur hem voor een paar jaar naar

Nemo De zee behoort niet aan tirannen: op haar oppervlakte kunnen zij hun gewaande rechten nog uitoefenen, elkaar aanvallen en verslinden en er alle ijselijkheden van de aarde overbrengen; maar tien meter onder die oppervlakte houdt hun macht op ! O, mijnheer, leef, leef in de diepten van de zee! Daar alleen heeft men geen meester! Daar alleen is men vrij!

Michel Het is uitermate droef om zo, goedschiks, kwaadschiks, van je vaderland, je familie en iedereen van wie je houdt, weggerukt te worden. Is het geen verwerpelijke onderdrukking van je gedachten en je gevoelens, je geest en je hart, alles wat heilig is in een denkend wezen? Ik heb het verdiend, maar laat ik u dit vragen: in alle oprechtheid: wat kan ik hier doen voor mijn geest ? Kan ik hem verrijken? Vormen? Nee t Kan ik hem dan misschien verheffen door de contemplatie van het hogere? Die uitdrukking in het bijzonder heeft me altijd getroffen als het soort wartaal waarmee schrijvers de mooie dingen doorspekken die ze schrijven. Ik heb nooit geloofd in de emoties die men ondergaat dooide zee, 'het duizelingwekkende van de diepte' en dat soort onzin meer, Gedurende al de tien maanden die ik varend doorgebracht heb, is het nooit bij me opgekomen de zee mooi te vinden. Als hij rustig is, verveelt hij me, omdat we niet opschieten. Als hij tekeer gaat, jaagt hij me angst aan. Deze reis is maar voor één ding nuttig. Mijn geest hoeft niet verheven te worden, want die is al overontwikkeld voor iemand van mijn leeftijd. Mijn fantasie moest gevormd worden, want die stond soms mijn genegenheid voor u in de weg. Dat is gebeurd. Maar denkt u dat dat resultaat bereikt is door het hijsen van bramzeilen of het schrobben van een achterdek? Ik heb tijd gehad om na te denken; er zijn tien maanden voorbij gegaan zonder enige storing: daar gaat het om ! Ik zal u zelfs niet vragen om me weer naar huis te

halen, howel -- soms ben ik bang dat ik onverzoenlijk zou kunnen worden. Maar tot nu toe is dat niet gebeurd, en ik verwacht niet dat het gebeurt. Blijft u geloven in mijn genegenheid voor u.

Michel-Jules Verne Verne Dit is de meest verschrikkelijke brief die ik ooit heb gekregen.

(De scènes 40 en 41 volgens de nummering van het scenario, zoals het in eerste opzet was, zijn vervallen)

(Verne staat in de verte te kijken. De Omen-figuur komt naast hem staan,) Omen Goedenavond. Verne Goedenavond... Wat ? Wie bent u ? Omen Kent u me niet ? Uw mede-passagier met uw welnemen.

Verne Ik dacht dat ik de enige passagier aan boord van de Nautilus was ? Omen Een foutieve opvatting die bij deze herzien is.

Verne Als u me niet kwalijk neemt, dan -- Omen De kapitein van de Nautilus heeft ons uitgenodigd een bezoek te brengen aan de parel visserij van het eiland Ceylon.,. Verne Ach, zo...

Omen Mijnheer, wat is een parel ? Verne Een parel is... een parel is... Omen Is een parel ! U hebt de stof niet bestudeerd. U bent nog niet rijp om tot de bodem te gaan.

Verne Ik weet het ! Ik weet het ! Een parel is een bolvormige opeenhoping van parelmoer... Omen Ga door ! Ga door ! Verne ... een verbinding van fosforzure en koolzure kalk met wat gelatine ! Omen Nee, mijnheer, hoe prozaïsch ! De parel is voor de dichter een traan van de zee, voor de Oosterling een gestolde dauwdruppel, voor de vrouw een kostbaar kleinood... Grauben Zie je deze schelp ? (Ze snijdt hem open met een mes. Er zit een parel in.) Omen Weet u hoe de pareloester zijn parels produceert ? Door tijdens een levensgevaarlijke ziekte een vreemd objekt dat hem dwars zit, bijvoorbeeld een zandkorrel of een onvruchtbaar eitje, in een slijmkogel in te kapselen. Grauben Misschien kunnen we meneer vertellen hoe men de parels uit de schelp haalt ? Omen Dikwijls trekken de vissers ze met een tang uit de schelp als de parels vast zitten. Maar gewoonlijk worden de oesters op het strand uitgespreid op matten van Spaans riet. Ze sterven dan in de lucht en na een dag of tien zijn ze in vergevorderde staat van ontbinding; dan gooit men ze in grote bakken zeewater waar ze opengemaakt en gewassen worden. Tenslotte wordt de oester uit de schelp genomen, gekookt en gezeefd, om er ook de kleinste parels uit te halen. Pierre Maar hoeveel van die oesters, waarvoor men zijn leven waagt, zijn er niet leeg ? Caroline Stel je eens voor wat er allemaal te vinden is in de grote schelp ! Omen Weet u wat er in de grote schelp zit, mijnheer?

Caroline Een oester van vijftien kilo vlees ! Grauben Een parel zo groot als een kokosnoot! Caroline Haar ronde vorm, volmaakte zuiverheid en prachtige glans maken de parel tot een zeldzame kostbaarheid van onschatbare waarde. Open de schelp, Jules! Open de schelp! (De stem van zijn moeder houdt hem tegen)

Sophie Jules !

Ik weet alles, Jules ! Blijf stil staan. (Hij doet wat ze zegt) Ik kom nu langzaam naar je toe. Ik tel tot drie en dan geef jij me het mes. Eén, twee, drie, (Nemo op, met zijn eerste stuurman)



XI.43

(Uit een groep van zeven danseressen maakt er zich een los; die op Verne afkomt en hem aanlokt. Muziek: Richard Strauss Vier letzte lieder. Er ontstaat een spel yan uitdagen en terugtrekken. De volgende tekst komt in op band.)

Met de linkerhand leg ik de zeventien kaarten van het verleden, hun gelaat nog steeds verborgen. Ik kijk hen aan, één na één... neen, ik betreed hen, gelijk de kamers van een huis dat reeds voorgoed gesloten is, dat alleen nog bestaat uit een verbleekte herinnering -- schemer en stof, en wat vergane beelden. En de eerste kamer is deze der zeven schalen; harten zeven, die de kaart is der onstandvastigheid. Hoe jong en onervaren waart ge dan nog? Het is een zondagnanoen waarin de uren zo lang duren. Gij zijt niet eens van huis gegaan, maar kijkt in uw eentje naar buiten, naar de straat. Gij zijt een kleine dromer, en stelt u ikweetnietwat voor. Herinnert ge u nog die godzalige verdoemde uren? Gij droomt en denkt maar de nanoen voorbij. Is het aan hut poppenmeisje, wier kleine borstjes nog verborgen groeien onder haar blauwe manteltje, en wier naam ge schrijft op de ruit, in de lucht, in het zand, in het water -- het meisje met de grote ietwat verwonderde ogen, dat gij vereerd hebt gelijk de boeren een ikoon, en dat gij nooit hebt aangeraakt ? Grootse dingen hebt ge willen doen, opdat zij in u een God mocht zien -- de keizer van Indië en van Akkwitanje hebt ge willen zijn, de zeven zeeën bevaren, schatten verzamelen aan goud, zilver en uranium, en een kasteel bewonen met een park waarin men verloren dwaalt -- of ongewoon diepzinnige gedachten te boek stellen, die de wereld in verbazing zouden brengen.

Zo waren uw dromen, zegt mij de kaart dei-zeven schalen. Maar nooit hebt ge uitgevoerd -- hoe zoudt ge? -- wat ge u in die lange trage uren hebt gedagdroomd. Want tussen droom en daad staan niet zozeer de wetten in de weg, of practische bezwaren, maar stroomt vooral dat kille, verraderlijke en al te zwarte water, dat ge zelfs nu nog -- zoveel jaren later -- niet zonder huiveren naderen durft. En als de nanoen dieper vallen ging, de schaduwen langer werden, was ook de honger uwer jeugd onbevredigd gebleven. En het meisje

waarvoor ge in uw dagdromen armen en benen hebt willen breken is gewoon voorbijgewan-deld ergens naar waar gedanst werd en gelachen, en waar een roekeloze pummel zijn hete biermond tegen haar lippen heeft geplet, die gij als tedere rozenbladeren hebt bezongen. En als gij nu aan uw jeugd terugdenkt, ik weet het, is het niet zonder pijn. Gij hebt het ogenblik, dat kleine kostbare, tot uren van weifelen getrokken, en het proeven uitgesteld tot het te laat was. Nu sluit ge vlug de ogen als ge daar toevallig bij ongelukkig toeval aan terugdenkt. Maar soms, in uw nachtelijke dromen, keert ge tot deze kamers uwer jeugd

Het poppenmeisje is er nog steeds en kijkt u aan --ondanks die zee van tijd welke tussen haar en u is heengespoeld -- met die kinderlijke donkere ogen van nieuwsgierigheid, en ze opent haar manteltje voorzichtig en laat u de vruchten o zo eventjes maar zien. Het is haast moordend écht. En ge wilt nu gulzig proeven ... maar de schalen zijn reeds lang leeggedroogd daar in de eenzame en voorgoed afgesloten kamer uwer jeugd, en alleen wat dorre droezem is op de bodem achtergebleven.

XI.44

Memo Zie de zee nu toch, mijnheer. Is ze niet bezield met werkelijk leven 7 Kan ze niet toornig en teder zijn ? Gisteren is de zee ingeslapen als wij en nu wordt ze na een kalme nacht weer wakker. Ze wordt wakker onder de liefkozingen van de zon ; ze gaat weer een dag doorleven.

Verne Ik zie niets en ik zal ook nooit iets zien

in deze ijzeren gevangenis.

Nemo We zijn hier midden in een uitgedoofde

vulkaan. De zee is hier binnengestroomd door

een scheur in de bodem die waarschijnlijk

tijdens een aardbeving is ontstaan.

Verne Welke vulkaan is dit ?

Nemo 't Is een van de vele eilandjes die in deze

zee voorkomen. Voor de schepen een klip,

maar voor ons een grote grot !

Verne Het is hier heel rustig, maar de kalmte

zelf heeft iets ontzettends.

Nemo Ik voer u binnen in de wereld der

geheimen, (Eerst zacht, dan steeds aanzwellend

een geluid als van een wervelwind)

Omen Wat is dat, wat ik hoor o meester ?

Verne Ik hoor niets behalve het suizen van de

Nemo Dit leven van ellende is 't droevig lot dier jammervolle zielen die leefden zonder eer en zonder schande. Verne Het water komt op. Omen Wat zware last is het toch, meester, die hen zo luid en jammerlijk doet kermen ? Nemo Er is geen hoop voor dezen om te sterven; en zo verachtelijk is hun donker leven dat ieder ander lot hun afgunst prikkelt. De wereld wil niet eens hun naam meer horen. Gerechtigheid verstoot ze en ook erbarming! Verne Het lijkt wel of de zee begint te rijzen en de golven hoger komen. Omen Meester, sta mij toe te weten, wie deze schimmen zijn...

Nemo Dit Ís de drom van al die laffe zielen, aan God en aan diens vijanden mishagend: de laffe geesten die nooit waarlijk leefden ! Verne Het water stijgt, de golven slaan al hoger en hoger !

Nemo Ik ben de rechtvaardigheid, ik ben het recht. Ik ben de verdrukte, daar is de onderdrukker! Daardoor is alles wat ik heb liefgehad, bemind en geëerd, vernietigd; vaderland, vrouw, kinderen, vader en moeder!

Alles !

Verne Ik verdrink,

Nemo Almachtige God, genoeg... genoeg. Verne Michel ! (Michel komt naast hem staan.) Ik heb gelezen dat vlak voor dc dood alles wat je meegemaakt hebt nog één keer aan je geestesoog voorbijschiet, in één lang défilé. Was dat het ogenblik ?

Michel Onzin, u haalt het einde van de eeuw ! Verne Honderd. Michel! Honderd! Ik wil de honderd halen! Honderd deeltjes, Michel. ïk wil de honderd deeltjes halen voor mijn dood. Honderd is een mooi getal. Honderd is mooi rond. Nee, het loopt af. De eeuwige poolnacht treedt in, Michel. Geef me mijn nieuwe boek eens aan, Michel. Is het op mooi papier gedrukt? Alleen het beste. Alleen het beste is goed genoeg voor de jeugd... Ze noemen me een kinderboekenschrijver. Maar ik hèb nooit anders gewild dan voor de jeugd te schrijven. De eeuwige jeugd. Een andere ambitie heb ik nooit gehad. Zet dat op mijn grafmonument, Michel. Op naar de onsterfelijkheid en de eeuwige jeugd.

In de tekst van Jules Verne zijn enkele citaten gebruikt uit de volgende werken: Prediker/vert. Plus Drijvers en Pé Hawinkels/ Uitgeverij Ambo b.v. Baarn, Dante Alghieri/ De goddelijke kamedie/vert . Chr. Kops OFM/Uitgeverij De Nederlandse Boekhandel, Antwerpen. Victor Hugo/Les choses vues (1847-1849)/Gallimard, Parijs. Michael Bakoenin/Brief aan een Fransman/vert. drs.M W.Blok/Het wereldvenster, Baarn. August Strindberg/Droomspel/vert. Sybren Polet/uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam. Louis Paul Boon/Boontjes reservaat/De Arbeiderspers, Amsterdam. Daarnaast is gebruik gemaakt van fragmenten uit enkele boeken van Verne zelf, uitgegeven bij Elsevier,

Amsterdam-Brussel.

Volledig artikel als PDF

Auteur Franz Marijnen, Rob Scholten

Publicatie Etcetera, 1984-09, jaargang 2, nummer 8 , p. 30-41

Trefwoorden verneaxeljuleslidenbrockhetzelnemograubenomenschelp

Namen AfstandAh 1 IkAkkwitanjeAlgemeneAllotteAmerikaAmsterdamAnaplothe-riumAntwerpenAugust Axel AxelAxel BenAxel BéntAxel EenAxel GohAxel GraubenAxel HelpAxel HoeAxel IkAxel JaAxel Lieve GraubenAxel NeeAxel OomAxel RuimAxel VaarwelAxel VerlorenAxel WaarAxel WeAxel WieAxel ZoBKT(Brussel)BakoeninBaudinBladertBraziliëCaroline DanCaroline DeCaroline EenCaroline HaarCaroline HebCaroline HonderdCaroline MijnCaroline StelCeylonCommuneComédieCultuur- en Ontmoetingscentrum Be WarandeCultuurcentrum De OosterpoortDanse MacabreDante AlghieriDe Bezige BijDe Omen-figuurDe PlaceDe VoorzieningDe bewijsvoeringDe ellendeDelvaux-dekorDelvaux-vrouwenDiepDroomspelDuitseEducatie en RecreatieElsevierEngelsenEuropaFaubourg Saint-AntoineFeest van de GrondwetFingal's CaveFrank StratemeyerFrankrijkFranseFransmanFranz MarijnenFrançois-Jacques-Jean-Marie TronsonGallimardGeantGoetheGrauben AxelGrauben DatGrauben EenGrauben HebGrauben Het LeptotheriumGrauben InGrauben MisschienGrauben NeeGrauben ZieGrootseHamburgHans Bjolke ForütHans ForütHare Keizerlijke HoogheidHeimskringla van Snurre TorHetzel DeHetzel EenHetzel EffectenHetzel ErHetzel HetHetzel InHetzel MaarHetzel MijnHetzel MorgenHetzel NemoHetzel Op de PlaceHetzel UwHetzel VerdrevenHetzel en VerneHonorine ZieHoongelach van CarolineIJslandseInterrumpeertIonaJules BehalveJules De CoralieJules IkJules Veme VijfJules-Gabriël VerneKamerKeizerinKeizerlijk PaarKeizerrijkKeltischeKoenraadKoningstraatLeerling VerneLidenbrock Arne SaknussemLidenbrock AxelLidenbrock DieLidenbrock EhehehehLidenbrock JawelLidenbrock JeLidenbrock KomLidenbrock LuisterLidenbrock NeeLidenbrock WaaromLidenbrock WatLidenbroek OpLidenbroek ZoLiverpoolLoireLophidionLouis Paul BoonLyriqueMadierMarseillaiseMastodontMemo ZieMericotheriumMichel ArdanMichel Dick SandMichel DitMichel HetMichel JaMichel KomMichel OnzinMichel VaderMichel VerneMichel ZeventienMichel-Jules Verne Verne DitMijnheer VerneMoederMonsieur HetzelMonte CarloNapoleon IIINationale GardeNemo Almachtige GodNemo DanNemo De zeeNemo DitNemo EnNemo ErNemo IkNemo NoemtNemo OnzeNemo SpreekNew YorkNom de DieuNoordelijk Filharmonisch OrkestNoordnederlandse DansgroepNoorseOmen AhaOmen DientengevolgeOmen EenOmen GaOmen HoeOmen KentOmen MeesterOmen NeeOmen TijdOmen WeetOmen en GraubenOom LidenbrockOosterlingOosterpoort GroningenOosterpoort HetOpnieuw NemoPaganelPaimboeufPaul Delvaux HommagePauzeertPierre AvontuurPierre DatPierre EnPierre MaarPierre ToenPierre VemePierre Verne QuePierre WatPierre WiePlace de la ConcordePoolster 43Prof LidenbrockProfessor LidenbrockProstitutes EenPruisischeReizenRichard Strauss VierRienRomeinseRue Olivier-de-ClissonRue de Bel-AirRuslandRussischRévolutionSaint Saens Derde SymphonieSaint-MartinSalvoSchipbreukelingenSiberiëSirius 14Snorre TurlesonSoberheidSophie BehalveSophie DeSophie IkSophie JaSophie JeSophie TreurSophie VerneSophie ZegSophie-HenriétteStem LidenbrockStichting ArenaStilteStrindbergSybren PoletTapirTekstenTor re SnurTrekt TurnhoutUitgeverij De Nederlandse BoekhandelUitvluchtenVIIIValentineVan Torre SnurVan snotverVeme IkVerne AangenaamVerne AchVerne BehalveVerne DatVerne De eeuwenVerne DoktorenVerne Een PoolseVerne EnVerne FTetVerne GoedVerne GraubenVerne HetVerne HierVerne HoeVerne HonderdVerne HoudtVerne IkVerne InVerne JawelVerne JeVerne KanVerne KloptVerne L'AmourVerne LuisterVerne Mademoiselle HeloïseVerne MichelVerne MijnheerVerne MioVerne NeemtVerne NemoVerne O GodVerne OmVerne PardonVerne ToenVerne VaderVerne VanafVerne VijfVerne VolgendeVerne WaaromVerne WatVerne WelkeVerne ZegtVictor HugoWest-IndiëZijne Majesteit de Keizerpoëzie


Development and design by LETTERWERK