Die Nederlanders toch!
Zo'n twee maanden geleden werd mij gevraagd om te figureren in een panel dat tijdens het Nederlands-
Ja, kom nu! De idee dat zelfs bedaagde
Maar het mooiste komt nog. De achtste augustus word ik er vanuit het
Hun kwalijke reputatie van twee halen één betalen gestand, gaan de bedenkers van dit debat prompt aan het sjoemelen. Er is niet één, er zijn TWEE centrale vraagstellingen. Asjeblief, dat is het dubbele!
Maar bet wordt nog leuker, De eerste "centrale vraagstelling" luidt: "Wat gaat er telkens fout in de relatie tussen theater en televisie?"
Gaat er iets fout? Wie zegt dat?
Gaat er TELKENS iets fout? Wie beweert er zoiets?
Dit is geen centrale vraagstelling, maar een als vraag verpakte centrale bewering, getekend J. Sternheim, debatleider. Dat laatste klopt dus ook niet. De heer J, Sternheim blijkt een onruststoker!
Mij niet gezien! MIJN antwoord is klaar! Er gaat NOOIT IETS FOUT in de enzovoort. ALLES gaat ALTIJD GOED in de etcetera. Debat gesloten!
En geen slimmigheidjes zoals "dat in 'vraagstelling' zowel het begrip 'vraag' als het begrip 'stelling' zit." Of dat, met andere woorden, de vraag ook meteen een bewering zou inhouden.
Want
De definitie is uitstekend, al bewijst het tweede lid ervan dat de heer
Maar hiermee zijn we er nog niet,
Voor hetzelfde geld mag deze lui nu overstappen naar de tweede centrale vraagstelling. En die luidt: "Wat zouden de voorwaarden zijn waarop een goede verhouding tussen theater en televisie wèl mogelijk is?"
Beste meneer J. Sternheim: hou theater en televisie zo ver mogelijk uit mekaar! Laat ze onder géén beding mekaar benaderen, laat staan samenwerken!
Ik zei het al: u bent een stokebrand! U probeert water en vuur in mekaars buurt te brengen. Nu kent u toch wel genoeg elementaire chemie om te weten dat, wanneer u zoiets doet, het ene uitdooft en het andere verdampt
Kijk; vóór de theaterscène zit gebruikelijk een doek. Als u dat op het gepaste ogenblik openschuift blijken zich daarachter levende mensen op te houden. Mensen die ademen, praten, zich bewegen. Die u de hand kunt schudden, strelen, slaan zonodig. Met wie u zich in één kamer bevindt en die u niet goedschiks van u af kunt schudden.
Vóór de televisie zit gebruikelijk een scherm. Als u dat probeert open te schuiven, veroorzaakt u alleen maar een implozie, een geblakerd gat, brand in uw woning en misschien wel een splinter in uw oog, waardoor u nooit meer goed theater noch televisie kunt kijken.
Theater en televisie samenbrengen is als goudvissen naar adem laten happen op een podium en mensen verzuipen in een aquarium. U wil toch niet èn de dierenbescherming èn de mensenrechtenorganisaties achter de veren?
Vergeet het toch: er zijn geen voorwaarden waarop een goede verhouding tussen theater en televisie mogelijk zou zijn, Gaat het dus fout? Goed zo! Gaat het telkens opnieuw fout? Des te beter!
Onderaan de uitnodiging van de achtste augustus, die met de dubbele centrale vraagstelling, las ik: "met vriendelijke groeten en bloemen".
En ik dacht ze zijn zo kwaad nog niet. Ze zuigen wèl het laagste merg uit je? maar ze zijn nooit te beroerd voor een ultiem gracieus gebaar.
Dagenlang keek ik reikhalzend maar tevergeefs uit naar het besterwagentje van
Op de ochtend van de 23ste augustus nam ik de brief opnieuw ter hand. Er stond: "Met vriendelijke groeten,
Die Nederlanders toch!
Auteur Wim Van Gansbeke
Publicatie Etcetera, 1988-09, jaargang 6, nummer 23, p. 59
Trefwoorden televisie • fout • sternheim • centrale • panelleden • vraagstelling • gebruikelijk • vriendelijke • debat • achtste
Namen ALS VRAAG • Amsterdamse • Dommelsch Bier • Fien Bloemen • Fleurop • Hollandse • Rotterdam • Van Dale • Vlaams • Vlaming • Wim Van Gansbeke • ZZZZ
Development and design by LETTERWERK