Archief Etcetera


Het complete antwoord van De Beweeging



Het complete antwoord van De Beweeging

In vijf festivals heeft De Beweeging gespeurd naar nieuw talent in dans en bewegingstheater. Ondertussen werd ook een produktiehuis opgezet en volgend seizoen wordt begonnen met een pakket dagelijkse lessen en workshops.

Begin jaren '80 bevond de dans in België zich in een onmogelijke en paradoxale situatie. Dans stond steeds vaker op het programma van theaters en culturele centra en kon rekenen op de groeiende belangstelling van een ontvankelijk publiek. Het accent lag op buitenlandse produkties. Tegelijk was een groep Belgische choreografen en dansers op zoek naar nieuwe mogelijkheden en uitdrukkingsmiddelen binnen de danstaal. Voor een opleiding moesten zij naar het buitenland en daarna konden ze in eigen land alleen in penibele omstandigheden aan de slag. Er was geen opleiding, geen geld en geen podium.

Als reactie op een en ander werd in 1984 in Antwerpen De Beweeging opgericht. De doelstelling liet niets aan duidelijkheid te wensen: 'Nieuwe namen en onbekend talent aan het publiek voorstellen en de ontwikkeling van het hedendaagse dans- en bewegingstheater in Vlaanderen stimuleren'.

De Beweeging organiseerde nog datzelfde jaar haar eerste festival, in het Cultureel Centrum van Berchem. Twee jaar later werd het produktiecentrum De Vrije Val opgericht: men wou de dans- en bewegingsprojecten niet alleen in de eindfase maar in het hele wordingsproces ondersteunen, door infrastructuur ter beschikking te stellen en te helpen bij organisatie, administratie en promotie. Bij het vierde festival in 1990 beschikte De Beweeging in De Vrije Val ook over een zaal. De Beweeging kon van dan af bouwen aan een permanente werking, met het tweejaarlijkse festival als brandpunt.

Zijn doelstelling getrouw, brengt De Beweeging steeds nieuwe namen; er komen nooit 'grotenamen' op de affiche. Voortdurend neemt het festival afscheid van de artiesten die het in de schijnwerpers heeft gezet: José Besprosvany, Alain Platel, Cathérine Massin, Nicole Mossoux, Rosette De Herdt, Joachim Schlömer,... Soms kiest De Beweeging ervoor een choreograaf te blijven steunen en hem de kans te geven binnen de organisatie te werken en te groeien: Eric Raeves, Ria De Corte,...

Perspectieven

Dit jaar werd een nieuwe festivalformule gehanteerd. Gedurende een weekend kon men op verschillende locaties (De Vrije Val, het Cultureel Centrum Berchem en de Monty) zeven voorstellingen, een verzameld programma van vijf korte dansstukken, videovertoningen en animatie zien. Voor het eerst gingen vijf produkties op tournee, langs de culturele centra van Brugge, Hasselt, Kortrijk, Aalst, Gent en Turnhout. Deze tournee is een belangrijke stap binnen de ontwikkeling van het festival. Niet alleen krijgen de choreografen meer speelkansen, ze bereiken ook een ruimer publiek en nieuwe organisatoren. Met de tournee wordt ook het werk van De Beweeging als waardevol erkend. Het is een samenwerking die perspectieven opent.

Eros Délétère, Thierry Smits



Met het opstarten van een dagelijks aanbod lessen en workshops in september van dit jaar wil De Beweeging ten slotte ook een gedegen en gevarieerde training bieden voor professionele dansers. Zoals uit de evolutie van De Beweeging blijkt, wil de vereniging een compleet antwoord geven op de noden van de nieuwe dans.

Leren broekjes en witte shorts

Eric Raeves, ooit acteur bij Jan Fabre en danser in verschillende produkties van Marc Vanrunxt, presenteerde in 1988 zijn eerste choreografie Amper zonder. Sinds hij met deze choreografie tot revelatie van het festival werd uitgeroepen, was deze choreograaf kind aan huis bij De Beweeging. Zowel Rijkgevulde thema's en donkere kleuren uit 1991 als De Perzen / Het Meer werden binnen de schoot van De Beweeging gecreëerd en geproduceerd.

De Perzen / Het Meer bestaat uit twee aparte choreografieën 'die eikaars tegengestelde vormen zoals dag en nacht, donker en licht'. Voor De Perzen vertrok Eric Raeves van het toneeloratorium van Jean Prodromides naar de tragedie van Aeschylos. Hierin wordt verhaald hoe de Perzen verpletterend verslagen worden door de Grieken, een verhaal van machtswellust, oorlog, geweld en vernietiging. Op het sombere, nauwelijks verlichte en af en toe met rook gevulde toneel, staat een groep krijgers beschut door schilden. In klassieke bewegings-figuren (plié's en pointe's) schuifelt de formatie langzaam dichterbij. Een stem vertelt bewogen de lotgevallen van de Perzen, muziek vol tromslagen ondersteunt het verhaal, de bewegingen versterken de gezwollen pathetiek. Met pruik en masker, gehuld in leren broekjes en laarzen, worden de dansers anonieme krijgers die lijden, angst en geweld op extreem expressionistische wijze verbeelden door gebroken, geschokte bewegingen van uitgestrekte armen, doorzakkende knieën en smartelijk gekronkel op de vloer. De macho-esthetiek van het geweld wordt op bombastische en kitscherige manier uitgewerkt in een choreografie die geen maat weet te houden.

Air de C, La mer a soif / Paul Verstreken

Het Meer is eenduidiger als 'exalterend loflied op het leven, waarin de liefde en al het schone worden bezongen'. De witte shorts, jurkjes en sokken met kleurrijke accenten zetten de toon op een mengeling van synthesizermuziek, kerkgezangen en minimalistische flarden. Opnieuw worden cirkelmotieven en groepsformaties gebruikt. Een danser die zich losweekt en een eigen bewegingswereld opzoekt vooraan op de scène en een danser (vaak Eric Raeves zelf) die vanop de zijlijn toekijkt, zorgen voor individuelere toetsen. Ook het partnerwerk zorgt voor meer choreografische mogelijkheden en accentueert de lyriek van Het Meer. De bewegingen worden zonder inleving uitgevoerd, zonder datje de noodzaak tot bewegen aanvoelt. De dansers lijken nog niet echt meester te zijn van de bewegingen. Er worden geen spanningsbogen opgebouwd, alles verloopt volgens hetzelfde ritme.

Als beeldend kunstenaar levert Eric Raeves een visuele verpakking maar de beweging zelf komt vaak arm, soms ook naiëf over. De twee delen worden extreem en nadrukkelijk uitgewerkt, zowel in dans, themathiek als aankleding. Wat verbindt deze choreografieën tot een tweeluik, tenzij de wat karikaturale tegenstelling?

Genotvol een gebakje verorberen

De Beweeging werkt ook al geruime tijd samen met Ria de Corte. Sinds 1986 vormt zij met plastisch kunstenaar Hugo Moens een duo. Zij willen dans en scenografie harmonieus op elkaar doen aansluiten. In een gewijzigde bezetting werd La mer a soif (1991) hernomen. Rond het (soms paradoxale) verlangen dat vervat is in een 'dorstige zee', wordt een aantal scènes opgebouwd. Een vrouw in een donkere jurk staat aarzelend voor een netj es afgelijnd vierkant vol sneeuw. Op Wagners Liebestod uit Tristan und Isolde, breekt het verlangen los om terug kind te zijn, om te genieten van het spoor dat je achterlaat in de sneeuw. De vrouw schopt, graait, schept, springt en draait in de sneeuw. Soms kijkt ze even op om te zien wat ze heeft aangericht. Even is er een bitter uithalen omdat de sneeuw voorgoed vertrapt en besmeurd is.

Eerst aarzelend dan pronkend tonen twee giechelende meisjes hun kunstjes. Vier dansers proberen tollen gaande te houden in eenzelfde melodie. Ze draaien en tollen van de ene hoek naar de andere en zwengelen de uit het ritme draaiende tollen weer aan. Only you verwijst naar het gericht zijn op zichzelf en een gebakje dat genotvol en stiekem wordt verorberd. Eten als symbool, troost voor seksueel verlangen?

Het verlangen om gezien en gehoord te worden weerklinkt als geschreeuw in de opgehangen microfoons. Via hupjes en stompen vindt de groep elkaar terug en leeft zich uit in draaien, hinkelpassen en geintjes op kermismuziek. Jassen en sjaals, alles wordt als overbodige last afgeworpen totdat er alleen een tweede huid overblijft. Hier geen verhaal meer, geen accessoire, alleen een zuiver fysieke invulling van een abstract verlangen. De verschillende scènes zijn uitgewerkt als verschillende gezichtspunten op één gevoel en vloeien naar elkaar toe. Dans en scenografie communiceren met elkaar en geven elk hun eigen accent aan de voorstelling.

In haar danstaal o. m. beïnvloed door Graham- en Limontechnieken en door de expressionistische dans, zoekt Ria de Corte naar natuurlijke en heldere bewegingen. Soms speelt ze met de confrontatie tussen haar eigen bewegingsidioom en de academische dans die zo met een aparte betekenis geladen wordt. Het plezier waarmee de dansers in deze voorstelling staan, maakt de zuiver uitgechoreografeerde momenten in La mer a soif erg sterk.

Pootjebaden

Naast deze twee choreografen uit eigen stal reisden drie andere choreografen langs de Vlaamse steden.

Doriane Moretus volgde een opleiding dans en theater en studeerde mime bij Jacques Lecoq in Parijs. In 1991 realiseerde zij haar eerste choreografie Just want to say I love you in een prodnktie van Théâtre de la Balsamine en met steun van de Franse Gemeenschap. Het is een choreografie die de sporen draagt van haar veelzijdige opleiding en tussen dans, mime en theater balanceert: zuiver bewegingstheater?

Vertrekkend vanuit improvisaties werkten de dansers-acteurs rond het thema liefde. Dit



resulteerde in korte scènes-sketches die steeds een ander gezicht van de liefde belichten. Herkenbare beelden: een vrouw die maar niet kan beslissen welke kleren ze zal dragen. Grappige beelden: langzaam zakt een suikeren bruidspaar uit het niets naar beneden om te landen op een taart. Romantisch: een ingetogen Hollywoodzoen in een volgspot. Mijmerend: herinneringen bij het pootj ebaden op een warme zomerdag. Ontmoetingen en ontgoochelingen, herinnerigen en clichés. Solo' s of duetten vloeien over in een groepsscène, gespeelde stukken worden afgewisseld met dansfragmenten. Meestal dragen die een jazzy, showballetachtig stempel, fris maar ook wat gladjes. Just want to say Iloveyou is braaf en voorspelbaar, maar voor publiek, pers en organisatoren was dit de revelatie van het festival.

Eros ontsnapt aan de dood

Thierry Smits werkte, samen met scenograaf en dramaturg Antoine Pickels en met de steun van het festival van Montpellier, een choreografie uit rond de polen liefde en dood. In Eros délétère staat Aids centraal. Vanaf het begin is de dood dreigend aanwezig, ze verleent aan het erotisme en het exotisme een wrang en beklemmend tintje. Turkse tapijten, Arabisch gekleurde muziek en een blauwachtig licht dat de lucht lijkt te verdichten, zetten de oosterse en mysterieuze sfeer in. Een jongeman begint langzaam een opzwepend stukje buikdansen. Het leidt de toeschouwer binnen in een andere wereld. Gehuld in rood fluweel geven de dansers zich over aan extreme gevoelens.

In een eigen danstaal die geladen is met passie en refereert aan oosterse dansvormen, acrobatie en circus, wordt het verlangen, de toenadering, de orgie van lust, de jaloezie, de afwijzing en de angst uitgebeeld. Af en toe duiken objecten op als symbolen: een doodshoofd, een rood kralen rokje als erotisch machtsinstrument, het halssnoer als genotsuitdrukking, de zeven leren zandzakken die de cirkel van tapijten afbakenen. Zij ritmeren de zeven stadia van de doodsangst waartegen gevochten wordt. Langzaam verschuift de sfeer. Langzaam loopt na elk fragment een zandzak leeg. Alleen Eros ontsnapt aan de dood. Alhoewel hij een slagveld achterlaat, kan hij niet aan de bekoring weerstaan opnieuw sensueel heupwiegend het publiek te verleiden.

Alleen naar het einde toe kent Eros délétère een inzinking en lijkt de inspiratie wat zoek.

Goudzoekers

Samen met Nadine Ganase is Claudio Bernardo een van de choreografen met een lange voorgeschiedenis buiten De Beweeging. Als ex-Mudra-student behaalde hij reeds de juryprijs op het Concours des Chorégraphes Nouveaux te Lausanne. Na deelname aan de Bancs d'Essaie (Botanique) kreeg hij van Atelier Sainte-Anne de kans om het drieluik Histoire de sel, Serra en Usdum te creëren en te presenteren. Hieruit groeide het werk Sodoma (zie ook Kolen en diamant, pag. 38). De Bijbelse stad van verderf en verval verwijst naar de levensomstandigheden van de Braziliaanse goudzoekers in het Amazonegebied. Afgezonderd van de beschaafde wereld en op de rand van de fysieke uitputting, leveren zij zich over aan losbandigheid en seksuele perversiteiten in een haast dierlijk bestaan. Dat is het geraamte waaraan een choreografie van losse scènes en beelden wordt opgehangen. Esthetische en krachtige beelden zoals het langzaam wakker worden in de hoog boven de scène opgehangen hangnetten. Meestal overheerst een gevoel van uitzichtloosheid zoals wanneer een voorspelbaar travestienummertje wordt opgevoerd, absurde spelletjes worden gespeeld, of domweg met plastic flessen wordt gegooid.

Tobias Bausch, De l'eau en mouvement / Paul Verstreken

Claudio Bernardo slaagt er niet in om zijn vijf dansers in coherente danspassages te integreren. Alleen sporadisch wordt de hele groep opgenomen in een uitputtingsslag van repetitieve bewegingen. Wanneer de enige vrouw in deze mannenwereld als tegenpool wordt uitgespeeld, ontstaan er duetten die subtiel overgaan van vechten in liefkozen. Ondanks scherpe en expressieve momenten, lijdt Sodoma onder een gebrek aan choreografische inspiratie en strengheid.

Loverman

Nadine Ganase, ex-Mudra-studente en ex-Rosas-danseres, werkt sinds 1989 zelf als choreografe. Rouge Adagio verwoordt in dans de relatie tussen een man en een vrouw, de ambivalentie van de liefde, het genot en het lijden, het willen overheersen en overheerst worden. Ditzelfde thema breekt zij verder open in Loverman. Hier wordt het gevoelsleven van drie vrouwen in verschillende stadia genuanceerd geschetst zonder dat ze tot een directe confrontatie of aanraking komen met de man die aanwezig is. Hij debiteert teksten, beïnvloedt hun wereld, maar komt er niet binnen.

Nadine Ganase is weliswaar beïnvloed door haar werk bij Rosas maar ontwikkelde duidelijk een eigen stijl waarin ruimte is voor klassieke, hedendaagse en ethnische invloeden. De evolutie in haar werk toont dat Ganase niet vasthoudt aan bepaalde procédés, maar steeds zoekt naar precieze en geschikte uitdrukkingsvormen.

Vijf jonge choreografen

Naast al deze podiumvastere, rijpere choreografieën, presenteerde De Beweeging (enkel in Antwerpen) een 'verzamel-programma' met werk van vijf jonge choreografen. Alhoewel de meeste van hen geen 'absolute beginners' waren, namen ze de kans om hier hun werk te presenteren.

Fien Sulmont, die al in 1984 deelnam aan het festival en nadien in verschillende produkties acteerde, bracht met Herinnering aan Hestia een verinnerlijkte choreografie met duidelijke Butoh-invloeden. Verstilde bewegingen die langzaam uitvloeien, werden afgewisseld met grotere, ruimere danspatronen die vaak rond cirkels gespannen werden. Soms ligt de focus op de hand, één vinger. Om met dit soort bevroren dans - die naakt en haast kaal is - niet te vervallen in holle expressiviteit moet de choreografische compositie en de lichaams-beheering van de uitvoerder perfect zijn. Herinnering aan Hestia roept niet de nodige energie op, zowel door een technisch als interpretatief zwakke uitvoering als door het gebrek aan choreografische kracht. En dan is 25 minuten van deze dans die zuiverheid, precisie en expressie vereist misschien wat overmoedig.

Na een klassieke en moderne opleiding danste



Tobias Bausch in het gezelschap van het Plan K, bij José Besprosvany en Eric Raeves. Voor dit festival herwerkte hij zijn eerste choreografie L'eau et Ie mouvement. Geruis van golven, kinderstemmen. Iemand in badpak staart over een groot blauw katoenen vlak. Nadat de illusie is gewekt, laat de zwemmer zich meevoeren, draait, rolt en laat zijn lichaam door het onzichtbare water glijden. Herhalend en toch steeds anders wordt de danser als het ware heen en weer geslingerd tusen de golven. Dan wordt opnieuw gedanst, op het droge. De sfeer en inspiratie worden een stap verder uitgewerkt en uitvergroot. De zee en het zwemmen zijn alleen nog als vage verwijzing in de bewegingen aanwezig. De anekdote, de humor die in het eerste deel nog mee de sfeer tekenden, worden hier losgelaten voor zuivere beweging, het zoeken naar hoe het voelt om in water te bewegen. De bewegingskwaliteit staat centraal in deze gebalde choreografie die ook soms gymnastische trekjes verraadt.

Ook Youri Vanden Bosch danst bij Raeves. Het is onmogelijk om diens kwaliteiten als choreograaf op basis van oder wilist du nichi... te beoordelen. Het stukje is een 'remake', een ingekorte versie van fragmenten uit Achterland van Anne Teresa De Keersmaeker aangevuld met elementen van de Rosas-huisstijl.

Cis Bierinckx koos in Ave, Gratia, Vlena. A sad exercice voor krachtige performancegetinte momenten. Consequent trekt hij deze weloverwogen stijl door in een sterk geconcentreerde beeldentaal die een meerduidige lezing mogelijk maakt. Gaat het over de liefde? Misschien, maar wat betekenen dan die ballerina weggelopen uit het Zwanenmeer, de tango van de rode vamp en de heerszuchtige zakenman? Waarom breekt door een tedere omhelzing de rug van de zwaan? Cis Bierinckx speelt met contrasten, clichés en beroemde voorbeelden en vermengt ze tot een korte, visuele en cynische voorstelling. De diverse scènes hebben présence, de timing is sec en alhoewel de beeldenreeks nog een tijdje had kunnen doorgaan, stopt ze op haar hoogtepunt, net wanneer je er nog wat meer van had willen zien.

Just want to say i love you / Doriane Moretus

Nadat ze haar Studie n°1 voor Experiment creëerde, won Veerle Bakelandts met Studie n°2 de tweede prijs op het Internationale Choreografenconcours te Groningen en kon ze met steun van De Beweeging Studie n°3 realiseren. De titels verraden geen verhaal, geen inhoud, geen gevoel. Er is alleen de beweging en de intensiteit waarmee bewogen wordt in vormen en structuren. Zelfs al werpen de twee dansers soms blikken naar elkaar of naar het publiek, deze worden niet gevuld met gevoelsexpressie, ze blijven leeg. Ook geen muziek, alleen het geluid van de bewegende lichamen. Deze worden zelfs ontdubbeld weergegeven op een scherm achteraan op de scène. De realiteit wordt live geherinterpreteerd door de choreografe die de camera hanteert, een tweede voorstelling, een dubbele voorstelling. Meestal bewegen de beide dansers volgens verschillende patronen, elk in hun eigen lichtvlak. Soms vallen de patronen samen, wisselen de dansers van plek. Alles wordt strak, gespannen gehouden en zo kan de intensiteit volgehouden worden. Veerle Bakelandts leverde al drie zuivere bewegingsstudies af waarin de soms zeer trage, afgebroken, asymmetrische bewegingen, het schuiven van de voeten en het bruuske smakken tegen de vloer kenmerkend zijn. Qua sfeer en opbouw doen zij denken aan de postmoderne dans à la Cunningham. Hopelijk leiden ze spoedig tot een groter werk.

Een nieuwe impuls

Alhoewel het verleden bewijst dat De Beweeging de polsslag van de jonge Belgische dans in de jaren tachtig duidelijk aanvoelde, rijst bij deze vijfde editie toch de vraag welke artistieke criteria De Beweeging hanteert. Het programma werd dit jaar gekenmerkt door een grote kwalitatieve ongelijkheid. Nochtans heeft men ook bij het vijfluik geprobeerd risico's te vermijden door geen echte beginners op het programma te zetten. Of is het aanbod zo beperkt dat er zelfs om de twee jaar onvoldoende nieuwe jonge choreografen gevonden kunnen gevonden worden die een podium verdienen?

Opvallend is in ieder geval dat het gevonden talent uit eenzelfde hoek komt : twee dansers uit het gezelschap van Eric Raeves. Eric Raeves zelf lijkt het choreografische talent dat hij aanvankelijk demonstreerde, niet echt uit te kunnen bouwen, ondanks de steun van De Beweeging.

Naast de twee huischoreografen stonden voornamelijk artiesten op het programma voor wie De Beweeging de rol van promotiefestival vervulde. Het is daarbij jammer dat er naast het uitnodigen van in hoofdzaak Brusselse, Franstalige gezelschappen, niet gewerkt wordt aan een structurele samenwerking met diverse initiatieven aan Franstalige zijde (Atelier Sainte-Anne, Botanique, Théâtre de la Balsamine).

Het festival voor nieuwe dans en nieuwe mime kon geen vernieuwende tendensen of beloftes voorstellen. Door binnenkort ook een trainingsprogramma en workshops aan te bieden zoekt De Beweeging naar een nieuwe impuls die wellicht in een volgende editie haar vruchten afwerpt.

Lieve Demin

Volledig artikel als PDF

Auteur Lieve Demin

Publicatie Etcetera, 1992-05, jaargang 10, nummer 38, p. 43-46

Trefwoorden beweegingraevesperzendansersdanschoreografieerosericganase

Namen AalstAchterlandAir de CAlain PlatelAmazonegebiedAnne Teresa De KeersmaekerAntwerpenAtelier Sainte-AnneBalsamineBelgischeBelgiëBijbelseBotaniqueBraziliaanseBruggeBrusselseButoh-invloedenCathérine MassinCis BierinckxClaudio BernardoCultureel Centrum van BerchemCunninghamDe Beweeging StudieDe PerzenDélétèreExperimentFien SulmontFranse GemeenschapFranstaligeGentGraham- en LimontechniekenGratiaGriekenGroningenHasseltHerinnering aan HestiaHet MeerHistoire de selHollywoodzoenIloveyouInternationale ChoreografenconcoursIsoldeJacques LecoqJan FabreJoachim SchlömerJosé Besprosvany en Eric RaevesJustKolenKortrijkL'eau et IeLovermanMarc VanrunxtMontpellierNadine GanaseNicole MossouxPaul VerstrekenPlan KRia De CorteRijkgevuldeRosas-huisstijlRosette De HerdtRouge AdagioSerra en UsdumSodomaSoloThéâtreTobias BauschTristanTurkseTurnhoutVlaamseVlaanderenVlenaWagners LiebestodYouri Vanden BoschZwanenmeer


Development and design by LETTERWERK