Archief Etcetera


Waar je bent, kan je niet meer komen



Waar je bent, kan je niet meer komen

Het rijmloze theater van Cie de Koe

De Touroperator begint als een spannende reis, maar verliest onderweg veel van haar aantrekkingskracht.

Waar gaan we naartoe in dit leven? Meestal weten we dat niet. Behalve als we op reis gaan, vergezeld van een gids en met een goede kaart in de hand. Maar ook dan kan het mis gaan, zoals blijkt uit de jongste, derde, produktie van Cie. de Koe, De touroperator. Volgens de brochure is het 'een rijmloze reisballade over het wel en wee der verwachting' . Rijmloos is een adjectief dat goed past bij de produkties van dit nog jonge gezelschap. Zij lijken het ongerijmde te verkiezen boven het logische, het grillige en chaotische boven het gestroomlijnde en geordende. Hierdoor gaat de aandacht eerder naar het moment en het fragment dan naar de duur en de lijn. Bij hun vorige produktie, Epiloog van de Eenzaamheid, zorgde dat alles voor een resultaat dat over bijna de hele lijn - of beter: van moment tot moment - bleef boeien (cf. Etcetera 36). In De touroperator spelen de oprichters van Cie. de Koe zelf niet mee: Bas Teeken regisseerde en Peter Van den Eede assisteerde hem daarbij. De derde man van het eerste uur, Dirk Tuypens, speelt wel mee, samen met Diane Belmans en Steven Van Watermeulen. Maar de produktie draagt duidelijk de stempel van Cie. de Koe - voor zover je bij zo'n jong gezelschap al van een duidelijk herkenbare identiteit kan spreken.

Tot ver in de zaal hangen spots verticaal naar beneden gericht. Het podium loopt als het ware door tot waar het publiek zit. Rechts vooraan staat een televisie die een sputterende vulkaan laat zien en horen. Links vooraan in de zaal staan een man (Steven Van Watermeulen) en een vrouw (Diane Belmans) met een karnavalshoedje op. Zij kijken een beetje naïef-simpel. Dan komt er een man (Dirk Tuypens) op die een tamelijk deftige rok en vest aanheeft. Hij /zij blijkt de touroperator te zijn die de twee mensen op hun reis zal begeleiden. Maar vooraleer ze kunnen vertrekken, moeten ze wel nog een reisdoel kiezen. Gespannen en opgewonden als kleine kinderen kiezen ze op een enorme kaart een plek uit waar ze naartoe willen, uitgedrukt in graden. Als ze klaar zijn om te vertrekken, stelt de touroperator zich voor als Micha. Hij spreekt ook het publiek aan zoals een echte reisleider dat zou kunnen doen. Deze lichte, grappige toespraak krijgt plots een andere toon en inhoud wanneer de touroperator begint te 'filosoferen' over ergens zijn, met zinnen als: 'Daar waar je bent, kan je niet meer komen.' Deze afwis-

De Touroperator, Cie De Koe/ Sofie Van Mieghem



seling tussen langs de ene kant banale en alledaagse gesprekken en langs de andere kant zogenaamd filosofische of diepzinnige ontboezemingen gaat nog even verder. Maar dan slaat de sfeer van de hele voorstelling, die tot dan toe overwegend hilarisch was, langzaam om.

Het is dan zogezegd nacht, en de vrouw en de man kleden zich uit om een bad te gaan nemen in de 'rivier', een klein reservoir met ongeveer vijf centimeter water. Zij kenden elkaar niet voor ze vertrokken, maar nu is er duidelijk sprake van een erotische spanning tussen hen. Wanneer de touroperator dan plots opduikt, en de man zich terugtrekt, ontstaat er tussen de reisleider en de vrouw even een gelijkaardige spanning. De volgende ochtend maken ze ruzie omdat ze niet meer weten waar ze zijn. Tijdens de (te) lange stilte die hierop volgt brengen ze de slogan 'eet meer fruit' in de praktijk. Waarop de man en de vrouw weer allerlei filosofische en andere absurditeiten produceren. In het laatste deel van de voorstelling worden nog op verschillende manieren sferen opgeroepen. Zo begint bijvoorbeeld de touroperator te zingen voor een eigenaardige lampenconstructie, als aanbad hij een god, waarna die lampen beginnen te branden (Micha is trouwens in de bijbel een figuur die een afgodsbeeld heeft). Eigenaardig in dat laatste deel is ook dat Diane Belmans opzij van de scène een soort minimalistische soloperformance opvoert terwijl de heren nog even samen zitten te prutsen.

Striptease

Uit de bovenstaande, gedeeltelijke beschrijving van wat er te zien - maar daarom nog niet te beleven - valt bij De touroperator, kan al opgemaakt worden dat er zich (ook) op vertelniveau ean soort striptease voordoet. In het begin van het stuk zijn de omstandigheden tamelijk duidelijk en herkenbaar: een man en een vrouw boeken een reis en gaan op stap met een gids. Dit gaat gepaard met de bij die gelegenheden gebruikelijke, misschien wat clichématige maar toch amusante emoties en processen: de reizigers zijn uitgelaten, opgewonden en nieuwsgierig. Aanvankelijk staan ze wat onwennig tegenover elkaar, maar de eerste avond is er al een soort retraitesfeer waarbij ze elkaar beter leren kennen. Naarmate het stuk vordert, worden die omstandigheden echter minder en minder duidelijk en herkenbaar. De acteurs komen dan in een soort droomwereld, of toch in een andere, op zichzelf staande wereld terecht. Van de toeschouwer vraagt die evolutie in setting ook een verandering van houding: waar je in het begin van de voorstelling nog wel min of meer 'een verhaaltje' kan volgen, moet of kan je na verloop van tijd meer en meer zélf een verhaaltje of betekenis construeren, natuurlijk op grond van wat er zich aan materiaal - tekst, situaties en atmosferen - aandient vanop de scène.

Ik denk dat in dit laatste de (een) reden moet gezocht worden waarom De touroperator geen produktie geworden is die blijft boeien: wat er zich op de scène voordoet is daar te mager, te schraal voor, heeft niet genoeg (suggestieve) kracht en geladenheid. In het eerste deel houden de hilarische situaties en uitspraken je nog wel wakker, maar wanneer de algemene sfeer langzaam omslaat blijkt dat er voor het overige, zowel op spel- als op tekstniveau, niet meer zo heel veel is om de zintuigen of de grijze massa te prikkelen of in werking te houden.

Bruno Koninckx


Development and design by LETTERWERK