Archief Etcetera


Tussen literatuur en theater



Tussen literatuur en theater

Karaoke van Pol Hoste

Een schrijver verlaat zijn schrijftafel en nodigt kinderen uit om zelf op de scène hun theatervoorstelling te maken. Patrick Jordens bericht van het Karaoke-experiment van Pol Hoste.

"Als het kind de taal leert, leert het tegelijk wat te onderzoeken valt en wat niet te onderzoeken valt. Als het leert dat in de kamer een kast is, dan leert men het niet eraan te twijfelen of dat wat het later ziet nog altijd een kast is of alleen maar een soort coulisse."

(Ludwig Wittgenstein)

Het gebeurt de laatste jaren wel frequenter (maar nog steeds te weinig) dat kunstenaars met kinderen een artistiek parcours afleggen. Voorstellingen als La Cifra van Guy Cassiers, De Tuin van Eva Bal/Alain Platel en Naar Macbeth van Greet Vissers/Jo Roets zijn daar de meest recente voorbeelden van. Sinds het jongste Stekelbeesfestival heeft zich aan dat voorlopig nog beperkte lijstje ook een schrijver toegevoegd: Pol Hoste stelde toen voor het eerst zijn Karaoke-project voor. Behalve dat hij kinderen uitnodigde om actief aan zijn werkstuk te participeren, bestond er verder nauwelijks overeenkomst met de eerder vermelde theaterprodukties. Karaoke is misschien een nieuwe stap in een andere richting: het legt veeleer de nadruk op het proces dan op het produkt. In die zin is het zeker niet toevallig dat Pol Hoste onderdak vond in Victoria, het vernieuwde Oud Huis Stekelbees o.l.v Dirk Pauwels (de samenwerking tussen Pol Hoste en Victoria werd intussen opgezegd nvdr.) Pauwels heeft de eigenlijke artistieke leiding bewust toevertrouwd aan drie kunstenaars die niet op de vertrouwde of conventionele manier met theater bezig zijn: choreograaf Alain Platel, videast Frank Theys en schrijver Pol Hoste. Bedoeling van dergelijke optie is o.a. een mogelijke bevruchting van het theatermedium door andere kunsten, het aftasten en onderzoeken van de grenzen daarvan.

Leeg orkest

Het oorspronkelijke 'concept' van Karaoke paste perfect binnen die Victoria-filosofie: zoals Dirk Pauwels streeft naar een bredere invulling van de theaterschriftuur, zo trachtte Pol Hoste samen met kinderen tot een anderssoortige schrijfactiviteit en literaire neerslag te komen. Dat impliceerde o.a. een eventuele wisselwerking tussen spel (theater) en schrijven (literatuur). Maar het ging (gaat) Hoste om meer dan enkel een vormelijke kwestie.

Pol Hoste is in de eerste plaats literator en auteur van boeken als Een schoon bestaan, Vrouwelijk enkelvouden Brieven aan Mozart. Die boeken worden tot het moeilijkere literaire werk gerekend. Dergelijke reacties, zowel van het publiek als van de kritiek, brachten hem tot een analyse van zijn eigen romans. Die analyse bracht hem terug tot bij een opvoedingssysteem waarin de veelvuldige confrontatie met sprookjesmateriaal er o.a. voor zorgt dat kinderen vaste verhaalpatronen gaan interioriseren en als vanzelfsprekend beschouwen. Geleidelijk aan vormen deze patronen de basis van een - deels onbewust -restrictief regelsysteem voor de interpretatie en de produktie van verhalen, aangezien die sjablonen een vervolg krijgen in het jeugdverhaal en in de volwassenen-roman. Hoste wil(de) dat regelsysteem in vraag stellen en aantonen dat er eenmaal voorbij die geschematiseerde patronen weer heel wat creativiteit kan vrijkomen. Vandaar de naam Karaoke, wat 'leeg orkest' betekent: vanuit de leegte iets nieuws laten ontstaan, geen reproduktief maar een creatief schrijven.

Schrijfwerkerij.

Hoste stelde een aantal 'technieken' voorop om het proces te kunnen opstarten en begeleiden. Het aanvankelijke concept zag er als volgt uit. Een essentieel gegeven is het gebruik van de ruimte: de 'handeling' speelt zich af rond twee kubussen, grote dozen die geopend en gesloten kunnen worden met ophaalbare gordijnen. Rond de kubussen staan enkele schrijfbankjes waarop twee of drie kinderen kunnen schrijven en de schrijver zit in een gesloten doos van waaruit hij zijn relaas doet. Dat relaas bestaat uit het introduceren van een aantal personages met specifieke karakters waartussen vage onderlinge relaties bestaan (v.b. de heks Ordnung die ziek is van chaos, Lambda die gedichten schrijft en van zichzelf niet weet dat ze lief is,...). Het verhaal wordt integraal in de voorwaardelijke wijs verteld en geschreven. De twee kubussen zijn twee schrijfwerkerijen. Er ontstaan zoveel teksten als er schrijvers zijn. Na verloop van tijd verlaat Hoste de kubus en laat de kinderen autonoom verder werken. Tijdens het schrijven/ vertellen klimt er af en toe een acteur/actrice op een ladder om iets van dat verhaal te spelen of er verder op door te improviseren. Door het 'spel' van die acteur/actrice komen er regelmatig nieuwe impulsen en kan het publiek getuige zijn van een work-in-progress. Zo zag het project er in nucleus uit.

Wrevel

Alvorens het project aan het publiek voor te stellen, werd het intensief uitgeprobeerd met een aantal kinderen (van 8 tot 12 jaar) uit de Buurtschool in Gent. Al gauw bleek dat Hoste zijn oorspronkelijk concept moest verlaten. Om te beginnen deden er zich een



aantal technische en organisatorische problemen voor. Het specifiek solitaire karakter van de schrijfactiviteit bleek bij zonder moeilijk te verzoenen met het eerder collectieve karakter van het theater. Bovendien was de schrijfvaardigheid van de meeste kinderen onwaarschijnlijk gebrekkig zodat het schrijven het doorgaans niet haalde op het spelen, tekenen of bewegen. Maar de meest verbijsterende vaststelling voor Hoste was dat de kinderen er nauwelijks toe te bewegen waren om de gekende, vaste patronen los te laten. Alle mogelijke alternatieve invalshoeken werden steevast gerecupereerd dooreen dwingende behoefte aan het stereotype, met als gevolg dat de (toch al) moeizame schriftuur inhoudelijk noch vormelijk afweek van een doorsnee opstelletje.

Maar er was meer aan de hand. Enigszins tot Hostes verbazing onstonden er heel wat wrevel- en onlustgevoelens bij de kinderen toen hij hen trachtte aan te tonen dat er nog zovele andere mogelijkheden waren om tot een interessante vertelling te komen. De meeste kinderen leken zich niet erkend te voelen in wie ze (dachten te) zijn. Pol Hoste herinnerde zich toen een betekenisvol voor-wil uit zijn privéleven: op een morgen verscheen de schrijver erg laat aan de ontbijttafel. Verontschuldigend hield hij zijn kleren op de arm en zei de kinderen dat hij niet meer wist hoe hij zich moest aankleden, dat hij zich plots niet meer herinnerde welke lichaamsdelen hij in welke kledingsstukken moest steken. Wat bedoeld was als een komische entree eindigde in grote verontwaardiging en zelfs woede bij de kinderen om zo'n misplaatste grap. Pol Hoste zegt daar het volgende over: 'Je doet er als kind vrij lang over om conventies onder de knie te krijgen. Wanneer iemand daar even de relativiteit van wil aantonen, ga je dat blijkbaar erg persoonlijk opvatten: zo van 'nu ik dat eindelijk heb geleerd, ga jij me vragen om het gauw terug te vergeten'. Je wil als kind ook een identiteit door aan te knopen bij een algemeenheid : de positie van het kind hangt af van de mate waarin het zich kan bevestigen binnen die algemeenheid. Maar mij gaat het net om een identiteit alvorens ze zich heeft ingekapseld in die algemeenheid. Want ik zie ook taalgebruik en tekeningen bij kleine kinderen die nauw verwant zijn aan de manier waarop ik met taal wil omgaan.'

Openingen en sluitingen

Door het verlaten van het vooropgestelde idee van een schrijfwerkerij kwam de Karaoke in een wat verwarrende impasse terecht. Tijdens de 'try-outs' met de Buurtschool zat Hoste naar eigen zeggen in een 'didactische fase': hij liet de kinderen kennis maken met het gebruik van technieken als flash-back, synopsis, etc. Maar de vraag rees of hij daarvoor zoiets als de Karaoke nodig had.

Tijdens de Stekelbeesweek heeft hij twee andere invalshoeken uitgeprobeerd. Hoste wilde weg van het stereotype 'figuratieve' schrijven en met de kinderen op zoek gaan naar een niet-voorgekauwde schriftuur. De eerste keer confronteerde hij de kinderen met twee nogal abstracte begrippen: openingen en sluitingen. In één groepje van vier kinderen bleken die begrippen heel wat originele fantasie los te weken. Samen met Pol Hoste en Gretl van Ourti (actrice) ontstond er een bijwijlen poëtisch taalspel waarin de betekenis van het geschrevene heel wat minder eenduidig werd, en waarin ook enkele onverwachte spelmomenten hun plaats kregen (o.a. door gebruik te maken van De kubussen). Een voorbeeldje uit een van de voorstellingen.

"G(retl): Dus er is een land dat gesloten is en als het gesloten is, heet het Open. En er is een land dat open is en als het open is, heet het Gesloten. En het land kan bewegen als het van naam verandert. Het verandert ook als het van gesloten naar open gaat, maar dan verandert het ook van naam. Dus en dat gebeurt dan door het water, van gesloten naar open. En van open naar gesloten door het vuur.

M: Dus als het verandert van naam. Dus van Openland naar Geslotenland verandert het ook van vorm.

B: Wablief?

M: Is dat juist: als de naam verandert,dus als Openland verandert in Geslotenland, dat de vorm ook verandert, in de vorm van een o. Is dat juist?

B: In een open o.

M: Wat?

B: Geen o. Een o.(B. spreekt de laatste o uit door in te ademen.



M: Een o.

B: Een (inademend) o! M: Ha, een o!"

In een laatste stadium werd er gewerkt rond het begrip 'terreinen'. Het was Hoste opgevallen dat de kinderen door de aanwezigheid aan kubussen vaak aan 'grenzen' en 'afbakening ' dachten. Het concrete verloop van de voorstelling veranderde volledig: Hoste had overal papier neergelegd en ging schrijven. De kinderen mochten doorlopend binnen en buiten komen en ook allerlei gedachten opschrijven indien ze dat wilden. Er ontstond geen onderlinge dialoog, behalve dat de kinderen bij mekaar kon gaan lezen wat er geschreven stond. Maar het bleef niet bij schrijven: de kinderen begonnen algauw de ganse ruimte vol te stouwen met allerlei spullen om hun terrein af te bakenen. Op een aantal interessante zinnen en tekeningen na had dit volgens Hoste niet veel meer met de basisdoelstelling van Karaoke te maken.

Ruis

De diversiteit van wat er in en rond de Karaoke is gebeurd, is bijzonder groot. De aankleding van de ruimte gaf blijkbaar aanleiding tot zeer uiteenlopende activiteiten: er werd soms enkel getekend, gespeeld of bewogen; één groepje bouwde forten en één kind richtte zelfs een Japans interieur in.

Wat mij tijdens het bezoek aan de Karaoke het meest trof, was de openheid en gelijkwaardigheid waarmee Hoste de kinderen benaderde. Hij gaf hen impliciet te kénnen dat het verloop van die namiddag eigenlijk in hun handen lag, dat zij de initiatiefnemers zouden zijn. Er ontstond toen een bijzonder interessante discussie waarbij de kinderen de situatie gingen bevragen en de ruimte beetje bij beetje begonnen te onderzoeken. Uiteindelijk resulteerde dat lange gesprek in het spelen van korte scènes in de kubussen; stukjes die aanvankelijk zeer clichématig waren, maar waarin gaandeweg een bijzonder boeiende ontwikkeling te merken viel. De allerlaatste scène bijvoorbeeld ontstond op het moment zelf zodat de twee 'acterende' kinderen elke emotie ter plekke vorm gaven in een verbazingwekkend impulsief en zuiver stukje improvisatietheater. Bijna alle twintig aanwezige kinderen hebben er ongeveer vier uur lang gedebatteerd over, geschetst voor en gespeeld aan hun scènes in een sfeer van opvallend veel speelplezier zonder enige vorm van begeleiding.

Hoste gaf achteraf te kennen dat de bevraging en het filosoferen vooraf de essentiële bedoeling van de Karaoke het dichtst benaderde. Als hij al de verschillende creatieve momenten evalueert, ontdekt hij over heel de lijn behoorlijk wat 'ruis'.

De oorzaken zoekt hij op meerdere vlakken. In de eerste plaats bij zichzelf, aangezien zijn gebrek aan ervaring (én een tekort aan feed-back) hem sterk parten speelde wanneer er zich totaal onverwachte wendingen voordeden. In de tweede plaats in het feit dat er te snel en te drastisch werd getracht om de noodzakelijke intieme sfeer van creatief schrijven te transponeren naar een 'theatrale' situatie, door er een actrice en in laatste instantie ook publiek bij te betrekken. Een derde reden is een te korte termijnplanning en een te groot aantal verschillende, vaak volkomen ongeïnteresseerde kinderen zodat intensief werken en een bepaalde evolutie doormaken zo goed als uitgesloten werden. En tenslotte zijn er de schrijnende tekortkomingen van het bestaande schrijfonderwijs en de absolute overmacht van een ontzettend invloedrijke massacultuur, waar ook kinderen hoegenaamd niet aan ontkomen.

Oorspronkelijke creativiteit

"Eén van de grote motiveringen om met kinderen te gaan werken is dat ik meen dat hun aanvankelijk aanwezige creativiteit in stand moet worden gehouden. Dat heeft ook te maken met een algemeen ideologisch standpunt: m.i. help je mee aan het uitbouwen van een massacultuur als je die repro-duktie van cliché's niet daadwerkelijk te lijf gaat. Ik zie dat kinderen alsmaar meer gaan reproduceren, o.a. in die succesrijke playbackshows. Maar voor mij telt de verbeelding van het individu. Het is mijn opdracht als kunstenaar om positief het individu en de creativiteit te gaan verdedigen. De concrete technische realisatie daarvan is dan natuurlijk nog wat anders. Door de toch wel complexe ervaring van de Karaoke zal ik me nog sterker gaan bezighouden met fundamentele vragen zoals vanwaar mijn idee komt dat kinderen het niet prettig zouden vinden om enkel deel te nemen aan een massacultuur. Want het succes van die cultuur spreekt die idee tegen. Ik vind het interessant om te gaan kijken waarop dat succes gebaseerd is, hoe dat psychologisch werkt."

Hoste staat naar eigen zeggen nog maar aan het begin van zijn 'onderzoek'. Of Karaoke een vervolg krijgt in de huidige formule lijkt eerder twijfelachtig. Het is in ieder geval een aangename en zeldzame verrassing dat een schrijver niet achter zijn veilige tafel blijft zitten, maar daadwerkelijk en met alle risico's vandien bereid is om met kinderen tegen de stroom in te varen. Dat is ook wat een theaterwerkplaats die kinderen au sérieux neemt, hoort te zijn: een confrontatie van je eigen authentieke creativiteit met die van kinderen durven aangaan. Het is bovendien besef én praktijk van artistieke verantwoordelijkheid. Daar is op dit ogenblik niet weinig behoefte aan.

Patrick Jordens

TIME FESTIVAL

'Grenzen'

21 april ~ 7 mei 1993 / Gent

muziek / dans

performance / film

foto: Michel Hendryckx


Development and design by LETTERWERK