Archief Etcetera


Kan dat?



Kan dat?

'Herinnert de hals zich de mond die zich vastbeet als in een vrucht?' Peter Verhelst schreef een tekst over het geheugen in het lichaam, over de wonde die nooit verdwijnt.

Kan dat lichaam in de spiegel zich iets herinneren? Of is alles wat ermee gebeurt hetzelfde lot beschoren als een splinter? Je neemt een pincet, en tijdens het verwijderen ervan is je lichaam de splinter al aan het vergeten. Volstaat het pincet niet, dan roept het lichaam alle hens aan dek om de indringer te verwijderen. Witte bloedlichaampjes leveren slag. Het vlees verzweert. Maar uiteindelijk wordt het vreemde lichaam samen met de dode witte bloedlichaampjes uitgestoten, de huidcellen vermenigvuldigen zich en sluiten zich over de wond.

In uitzonderlijke gevallen sluit het vlees zich over de splinter en bewaart die als een verdwaalde kogel. Als een soort inwendig juweel. Als een vreemde jeuk die door het lichaam reist bij regenachtig weer.

Herinneren die haren in de spiegel zich de vingers die de lokken in krullen opdraaiden? Herinneren ze zich de handen die het hoofd naar beneden trokken? Het hoofd voorover. Het hoofd achterover. Herinnert de hals zich de mond die zich vastbeet als in een vrucht. Liggen de uitgezuchte woorden als week vlees opgekruld in de oorschelp? Herinnert die tong zich al die smaken? Is het waar dat ze één voor één in die tong opgeslagen worden, zodat je er maar op moet zuigen om die smaken opnieuw in je mond te laten stromen?

Is het daarom dat die haartjes op die arm als ijzervijlsel overeind komen?

En daar, lager, die kneuzingen, de kleine bloeduitstortingen, de tandafdrukken die nog nagloeien. Hoelang zal het duren voor mijn lichaam ze zal hebben verteerd? Hoelang zal het duren voor die koorts uitgedoofd is en vergeten?

En hier, toen ze me op mijn buik neerlegden. Toen iemand een voet of een hand op mijn nek hield en andere handen mijn armen als een kruis uitstrekten, toen die pijn even opvlamde in mijn heup maar ik het niet kon uitschreeuwen omdat iemand een hand op mijn mond legde, zodat ik nog harder over de grond schuurde. Voorzichtig haal ik een minuscuul keitje uit de wonde, neem zuurstofwater en zie hoe het daar begint te bruisen.

Het zal dichtgroeien, maar het zal nooit helemaal verdwijnen. Wild vlees. Uitwendig juweel.

Het litteken als de enig overgebleven knoop in een zakdoek. Zoals al die andere littekens.

Volledig artikel als PDF

Auteur Peter Verhelst

Publicatie Etcetera, 2000-03, jaargang 18, nummer 71, p. 46

Trefwoorden splintervleesbloedlichaampjesvastbeetlichaamjuweelpincetmondherinnerenhoelang

Namen


Development and design by LETTERWERK