Het stutje onder de kast
KAT'A KABANOVA
(CHRISTOPH MARTALER,
Het stutje onder de kast
In het decor van
De opera
Stuk zowel als opera vertellen het verhaal van Kat'a, de echtgenote van moederskindje
Een vrij drakerig gegeven dus, ware het niet dat het in se draait rond de tegenstelling tussen de integriteit van een jonge vrouw en het gekonkel van de bekrompen burgerij (Ostrovski's stokpaardje)
waarin zij verzeild is geraakt. De
Los van het feit dat Ostrovski's stuk ergens aansloot bij Janaceks privé-leven (hij had een jarenlange verhouding met een getrouwde dame), bood het de componist gelegenheid tot muzikaal experiment. Om het bij scharnieren te houden:
Janaceks zoeken naar een zangschriftuur die nauw aansluit bij de spreektaal, zijn interesse voor de volksmuziek en zijn vermogen zowel een verhaal als zijn muziek te condenseren (Kat'a's zelfmoord annex opvissen van haar lijk duurt nauwelijks dertig seconden), dragen ertoe bij dat zijn opera, gesteld dat hij intelligent wordt aangepakt, ook vandaag nog boeiend muziektheater kan opleveren. De aanpak van
onvolprezen
Oostblok
De situering in een veel recenter
Die precisering - ook al refereert ze veeleer aan de esthetische context dan wel aan de politieke - heeft een inhoudelijke consequentie. De vaststelling dat Janaceks muziekbewer-king van Ostrovski dateert van even na de vestiging van het
Wel veranderd is daarentegen de natuur. Die is verdwenen (althans theatraal/objectief, niet muzikaal/subjectief). Het duo Marthaler/Viebrock situeert de handeling namelijk op de binnenkoer van zo'n affreus
alleen dat. De kast verschaft namelijk ook toegang tot allerlei artificiële paradijzen: het geheime plekje waar de geliefden even kunnen geloven dat ze alleen op de wereld zijn, maar ook de sterke drank waarmee de anderen hun eigen bekrompenheid wegdrinken. Overigens, de kast is uitvergroot, de bierkannen erbovenop evenzeer. En Kabanicha heeft de sleutel.
Een operalibretto in een ander tijdskader en in een eenheidsdecor prangen is een modieuze maar hachelijke praktijk, al was het maar omdat de blitse basisidee al te vaak zichzelf overleeft. Marthalers enscenering illustreert dat het ook anders kan. In de eerste plaats al omdat zij de ruimte evenzeer comprimeert als de muziek dat doet met de tijd, een element dat de regisseur nog versterkt door de hele opera zonder onderbreking te laten spelen. Het mannenkoor op de eerste verdieping (voorgesteld als een 'echt' liefhebberskoor dat staat te repeteren) markeert het tijdsverloop; een tijdspanne van tien dagen wordt gereduceerd tot anderhalf uur.
Het voornoemde hyperrealisme wordt dus ook hier op losse schroeven gezet, ook in de personenregie: 'in' de kast is ook 'uit' de kast (het 'paradijs' ligt derhalve ook op de binnenkoer), bij tijd en wijle gaan de personages musicalachtig aan het dansen (de opzettende storm krijgt zelfs een verwijzing mee naar
etcetera 8o OOO 55
en je dus mee in Kat'a's hoofd zit. De jonge vrouw hoeft dan niet langer in een geschilderde
Het is een mooie manier om de verstikking waaraan Kat'a uiteindelijk ten onder gaat, visueel voor te stellen, maar ze zou niet werken indien er niet evenveel zorg werd besteed aan de uittekening van de haar omringende wereld. Een wereld waarin de façade belangrijker is dan wat erachter zit, en waarin niet de zonde maar wel de biecht tot sociale ondergang leidt. Een wereld, kortom, waarvoor Kat'a te goed en te eerlijk is. 'De onze', lijkt het duo Marthaler/Viebrock le suggereren.
Met haar godsdienstigheid, plichtsbesef en rechtlijnigheid lijkt Kat'a immers verder van ons af te staan dan de kleinzielige en/of hypocriete personages die haar omringen. Door haar onwrikbaarheid is zij overigens niet in staat te merken dat het, zelfs in haar enge stadje, niet allemaal kommer en kwel is. Ook al is het woonblok kneuterig en verlept, ook al zijn de bewoners van de
flats allemaal sociale controleurs, ook al is alles vals en oppervlakkig, toch spelen er zich achter de gesloten ramen ook charmante taferelen af: voor het liefje van de bovenbuur is diens viola d'amore best haar naam waardig en het repeterende mannenkoor maakt echt wel mooie muziek.
Marthaler is er bovendien de regisseur niet naar om zijn personages tot karikaturen te herleiden en ze zonder enige vorm van sympathie of minstens empathie te veroordelen. De zin voor nuance die hij bij het uittekenen van karakters aan de dag legt, werkt hoe dan ook verrijkend en het licht dat hij op het ene personage werpt, verklaart letterlijk het andere. In deze opera genieten vooral de vrouwenrollen een geraffineerde behandeling - de mannen zijn hoe dan ook een fraaie collectie sullen en het zijn duidelijk de vrouwen die de touwtjes in handen hebben. Kabanicha en haar pleegdochter Varvara, bijvoorbeeld. Varvara heeft op Kat'a voor dat ze nog ongetrouwd is en nog niet helemaal in een keurslijf zit. Bovendien heeft ze het lef en de gewiekstheid die Kat'a ontbeert: zij is van het soort dat stutjes onder kasten schuift. Varvara wil
met haar geliefde naar
een verzuurd stuk chagrijn. Nog even, en ze wekt meelij op.
De kordaatheid van Marthalers ingreep gaat aldus gepaard met een subtiliteit die het werk ronduit confronterend maakt. Is dit het leven? En zo ja, wat moet je er dan mee? Moet je vluchtroutes uitstippelen zoals Varvara? Moet je beetje bij beetje stikken in weelde zoals Kabanicha? Of moet je er een eind aan maken zoals Kat'a? Marthaler schijnt te suggereren dat er nog een andere mogelijkheid bestaat. Hij doet dat via de (toegevoegde) figuur van de zwerver. Een ietwat vuile vent die in de vuilnisbakken van de maatschappij genoeg vindt om zijn plastic zakken en zijn buik te vullen. Een marginaal in de zuivere betekenis van het woord, en wellicht de enige die het paradijs gevonden heeft, niet uit de kast, niet in de kast, maar tegelijk in de wereld en daarbuiten, vuilnisbak tussen de vuilnisbakken en vuilbak in de vuilbak. Zijn hysterische lach wanneer de storm losbreekt, spreekt boekdelen: de sound and the fnry raken hem nog, maar hij gaat er niet aan ten onder.
Paardenkoets
Door Marthalers uitgekiende regie past Janaceks muziek - om ook dit eens om te keren - wonderwel bij de actualiserende benadering. Deze laatste krijgt van de partituur in feite maar één enkele keer tegenwind - wanneer je de klingelende paardenkoets hoort vertrekken: eigenaardig genoeg zowat het enige ogenblik waarop Janaceks compositie, benevens anachronistisch, bijzonder goedkoop en illustratief gaat klinken.
De samenspraak met dirigent
56 9B® etcetera 80
De bezetting is schitterend. Met zangers die als bij toverslag ook uitstekende dansers en acteurs blijken te zijn en derhalve volstrekt geloofwaardige personages neerzetten (zodat ze eindelijk ook eens op hun acteer- en niet alleen op hun zangprestaties kunnen worden geëvalueerd).
Slotsom: sommige toeschouwers hadden het met deze voorstelling blijkbaar moeilijk, wegens visueel niet mooi. Ze hadden gelijk.
Gelukkig. Deze voorstelling is niet mooi. Ze is goed. Een stutje onder een kast is ook niet mooi, maar het werkt.
Rud Vanden Nest
KAT'A KABANOVA
muziek
decor en kostuums
muzikale uitvoering
Symfonieorkest en
productie de Munt coproductie
etcetera 80 O O O 57
Auteur Rud Vanden Nest
Publicatie Etcetera, 2002-02, jaargang 20, nummer 80, p. 55
Trefwoorden kast • kabanicha • varvara • marthaler • kabanova • ostrovski • janaceks • stutje • marthalers • janacek
Namen Aleksander Nikolajevitsj Ostrovski • Aleksandr Ostrovski • Angela Denoke • Anna Viebrock • Bartók • Beata Morawska • Brusselse Munt • Capitole • Christine Rice • Christoph Marthaler • DE MUNT • David Kuebler • De Storm • Debussy en Charpentier • Dikoj • Henk Smit • Hubert Delamboye • Isolde • Kabanicha een Varvara • Kat'a Kabanova • Koor van de Munt • Kunsttheater • Kát'a Kabová • Kät'a Kabanovä Christoph • Leos Janacek • Leos Janâcek • Livia Budai • Ludwig Hampe • Marcus Jupither • Marthaler het nevenpersonage Varvara • Marthaler van • Matthew Polenzani • Moessorgski • Moskou • Muntperiode • Muur • Nathalie Van De Voorde • Natuur-met-hoofdletter • Olaf Winter • Oostblok-woonblok • Puccini • Rainer Trost • Renato Basladonna • Rusland • Russische • Salzburger Festspiele • Schönberg • Singin • Stravinsky • Sylvain Cambreling • Thomas Stäche • Théâtre • Tichon • Tsjechov • Wolga • Wozzeck • fontein
Development and design by LETTERWERK