pause en second (commerce)
Ook het nog tot twee voorstellingen beperkte œuvre van de compagnie
1
Een klassieke theaterindeling deelt de ruimte in twee: aan de ene kant de scène, aan de andere de tribune. In second wordt van dit stramien afgeweken doordat de tribune in twee blokken wordt gesplitst en aan weerszijden van de scène geplaatst. De scène bevindt zich niet zozeer vóór, dan wel tussen én voorbij de tribune – voorbij de tribune omdat de scène aan beide zijden breder is dan de tribune zelf. Deze afwijkende opstelling beoogt geen verhoogde publieksparticipatie, dan wel een intensifiëring van de tijdsbeleving. De specifieke ruimtelijke setting grijpt in op de tijd, transformeert de ervaring van tijd. Het splitst het zien immers in twee diametraal tegenover elkaar staande kijkrichtingen: het kijken wordt naar zijn eigen onmogelijkheden gevoerd. In de slotscène dansen Jones en McManus bijvoorbeeld elk aan een uiteinde van de scène. Als kijker kan je onmogelijk beide dansers zien: zie je de éne, dan verlies je de andere uit het oog en vice versa. In tegenstelling tot het klassieke theater waar de kijker het volledige gebeuren op de scène in het vizier heeft, moet hij hier zappen van de éne danser naar de ander (en weer terug). Deze ruimtelijke onverenigbaarheid wordt versterkt omdat Jones en McManus onderling de leidende annex volgende rol in dit ‘afstandelijk' duet voortdurend doorgeven. Bijgevolg zijn hun bewegingen weliswaar duidelijk op elkaar afgestemd –want tot op zekere hoogte zelfs ingeoefend– maar worden ze nooit perfect simultaan gedanst. Behalve op dat éne, door het publiek ongeziene ogenblik van het doorspelen van de leidersrol. Dit creëert in de zappende kijkervaring een bijzondere tijdsinterruptie: wanneer de kijker zijn blik doorschuift, resoneert de laatste fractie van een beweging van de leidende danser in de beweging van de volgende danser na. Of in omgekeerde richting: er wordt een minimaal stukje beweging overgeslagen, geskipt, wanneer de kijker van de volgende naar de leidende danser overgaat. De ‘overgangen' van de ene naar de andere danser worden minieme intervallen waarin de tijd opengebroken, voorwaarts of achterwaarts geïnterrumpeerd wordt. De dans ‘vertaalt' als het ware, zij het op een subtiele en kleinschalige wijze, de
2
De complexe maar mateloos fascinerende openingsscène van second wordt passend the wall genoemd. De vier dansers onderzoeken de grenzen van de ruimte in tweevoudig opzicht: een ruimte om in te dansen en een ruimte om in te kijken. Ze posteren zich enerzijds net voor de muur, proberen er als het ware in op te gaan door hun lichamen zo vlak mogelijk tegen de muur te bewegen. Anderzijds bewerkstelligen ze daarmee een transformatie binnen het publieke kijken: de ruimte lijkt zich dicht te plooien in een vlakke tweedimensionaliteit. Zoals in verschillende scènes binnen het œuvre van
‘Beeldend', als kijkt het publiek, in het geval van second, naar een fries uit het
middel van een direct aangesloten videocamera wordt de muur met de vier dansers letterlijk binnen een tweedimensionaal beeldscherm getoond. Omwille van de grote afstand tussen de muur en de televisie, kan je opnieuw onmogelijk beide plaatsen simultaan zien: het blikveld van de kijker is niet wijd genoeg. Zodoende wordt hij weeral gedwongen om te kiezen tussen het éne of het andere, om te ‘zappen' tussen dit of dat ‘beeld', die deze keer wél naadloos in elkaar schuiven.
In de tweede fase van the wall wordt het tweedimensionale vlak in de derde dimensie opengewerkt, zij het op een dubbelzinnige wijze. Onopvallend maken eerst één en later nog twee dansers zich los van de muur om langzaam de diepte te ‘veroveren'. Deze ‘verruimtelijking' voltrekt zich echter in facings, bewegingen die gedanst worden als stond men tegenover een vlakke muur. De eerste muur lijkt zich dan ook gedurig te ontdubbelen in telkens nieuwe, imaginaire muren waartegen de dansers zich bewegen. De dansruimte wordt op die manier gedefinieerd als een opeenstapeling van doorsnedes. Pas na enige tijd worden de bewegingen ook effectief ruimtelijker, verkennen ze de ruimte rondom het lichaam. Paradoxaal genoeg eindigt deze verruimtelijking opnieuw in een geometrische figuur: de dansers staan finaal op een rechte lijn die vanuit het standpunt van het publiek niet zichtbaar is. Slechts via een blik op het televisiescherm bemerkt de kijker de diagonaal waarop de dansers zijn opgesteld. Alsof de muur zich op een scharnierpunt heeft gedraaid naar de ruimte tussen de tribunes in. Met andere woorden: de juxtapositie van het blikveld van de tribune en dat van de videocamera –dat haaks staat op dat van de tribune– leidt tot een ruimtelijke ‘complexificatie' van het kijken. Naargelang de verandering van het kijkperspectief worden twee dimensies tot drie en drie dimensies tot twee herleid. Het bewust inzetten van het videobeeld laat de ruimtelijkheid van de dans imploderen in een voortdurende getijdenwisseling tussen verruimtelijking en ontruimtelijking.
3
The wall toont ons binnen het beeldend karakter van de dans een andere mogelijke omgang met de tijd. De dansers voeren in een afwisselend traag en dan weer snel tempo verschillende vlakke poses aan de muur uit. Ongeacht welke danser haar inneemt, toont elke pose een rigiditeit in houding en plaatsing ten opzichte van de muur. In het ‘doorgeven' van een bepaalde (en in hoge mate identieke) pose tussen de dansers onderling ontstaat vervolgens een bijzonder tijdseffect. Het vloeiend verloop van de dans wordt immers onderbroken, gepunctueerd. Als kijker krijg je even de indruk dat de dans tussen twee tijdspunten afgebakend is om voortdurend tussen begin en einde herspeeld te worden. Als een videoband die telkens terug- of vooruitgespoeld wordt. Maar deze metafoor klopt niet volledig: de sequens is niet identiek, maar wordt opengewerkt in de mate dat er bewegingen weggelaten en toegevoegd worden. En misschien opnieuw hernomen? De tijdservaring van de kijker wordt door deze opeenstapeling volledig uit haar lood geslagen.
4
In
Maar er is meer: de videoregistratie toont nadrukkelijk de constructie van het blikveld waarbinnen de dans gezien moet worden. Zo speelt O'Keeffe verschillende malen met reflectie: de dans wordt niet ‘direct' op band opgenomen, maar via de spiegeling in zonneglazen of via de lichtbreking door een glas water. Het kijken wordt ontdubbeld: je ziet geen dans, maar de reflectie van dans. Deze vaststelling opent de weg naar een fundamentele vraagstelling: kan je de dans tout court eigenlijk wel zien? De titel van de voorstelling refereert aan een effectieve pauze in het stuk: op het einde valt gedurende enkele tientallen seconden het licht uit waardoor de kijker enkel nog duisternis ziet. Tot op een televisiescherm vooraan het podium de beelden van O'Keeffes infraroodcamera verschijnen die ‘live' tonen wat er in de donkere ruimte gebeurt, namelijk een verstrengeling van de twee dansers. Deze scène lijkt de volgende boodschap te communiceren: ‘Je kan de dans slechts zien door bemiddeling van de camera'. Het kaart niet zozeer de verschillen aan tussen het menselijke en het machinale zien (als zou de camera een verbetering van het menselijke oog zijn), als het de kijker bewust maakt van het gegeven dat elk zien gemedieerd, bemiddeld, geconstrueerd is – ook los van een weergave door middel van video.
Epiloog
De slotscène van
houdt op nog rond te draaien. Het slotbeeld is dat van het publiek. Hoe dicht de dans zich ook bij het oog van de camera bevindt –en bij uitbreiding bij dat van het publiek–, toch wordt hij niet gezien. Op de vertoning van de video na de voorstelling zingen de
pause
regie: Thomas McManus en
uitvoering:
muziek:
dramaturgie:
productie: KLAPSTUK (
première: 18 oktober 1999,
second
idee, uitvoering en muziek:
coproductie stuk (
première: 1 februari 2002, Mousonturm,
in belgië nog te zien op 6 en 7 november 2002 in stuk (leuven)
Auteur Bert Vandenbussche
Publicatie Etcetera, 2002-06, jaargang 20, nummer 82, p. 34-36
Trefwoorden mcmanus • kijker • dans • muur • videocamera • pause • jones • tribune • dansers • video
Namen Astrid Sommer • Bee Gees • Benoit Lachambre • Bereft • Bert Vandenbussche • Commerce • Daniel Göritz • Dans • Deborah Jones • Dominique Hervieu • Egyptische • Forward en Rewind-ervaringen • Frankfurt • Highway 101 • Interdisciplinariteit • Italiaanse • Joanna O'Keeffe • José Montalvo • Klapstukfestival • Leuven • Magali Desbazeille • Meg Stuart • Mousonturmtheater • Nik Haffner • No longer Readymade • Pause • Robin Hoffmann • Rudi Laermans • STUK-gebouw • Splayed Mind Out • Vanity van Dunoyer • Vanity van Vincent Dunoyer
Development and design by LETTERWERK