Archief Etcetera


You're innocent when you dream' (Tom Waits)



You're innocent when you dream' (Tom Waits)

You're innocent when you dream' (Tom Waits)

Het zaallicht dooft. Terwijl Tom Waits door de boxen scheurt, doen de vier acteurs driftig schoenen aan en uit. Dit moet Assepoester zijn. Mieja Hollevoet heeft het sprookje flink afgestoft en van haar persoonlijke signatuur voorzien. We herkennen de trefzekere hand van de kostuumontwerpster van heel wat Blauw Vier/Laika-producties. Met enkele toetsen schetst ze de verschillende personages: Assepoester (Antje de Boeck) is geen meelijwekkende sloerie maar een energiek en eenvoudig meisje in dito jurkje, de smaak- en seksloze ijdelheid van de stiefzussen vertaalt zich in pastelkleurige, lachwekkend hoge damesschoenen die Dimitri Duquennoy en Brick de Bois onder hun bruine maatpak aantrekken wanneer ze uit hun rol van knecht en prins stappen. Voeg hier nog enkele balletposes aan toe en het is lachen geblazen. Moment suprème op vlak van kostuums en vormgeving is het bal. Met één stap verplaatsen stiefmoeder en -doch-ters zich van hun huis naar het kasteel van de prins. Drie grote luchters zakken tot vloerhoogte... en veranderen in een ruk in drie zwaaiende baljurken waarmee actrice Diane Belmans en de twee acteurs aan het dansen slaan. Op het T-shirt dat ze alle drie onder hun maatpak dragen, prijkt een rugnummer.

Ruimte, ritme, humor, muziek en spel worden even trefzeker aangewend als kostuums en vormgeving. Verhaal en vormgeving zijn ontdaan van alle mogelijke ballast.

Scène- en rolwisselingen volgen elkaar dan ook in hoog tempo op. Het spel van de acteurs geeft aan of we ons in het paleis dan wel in het huis van Assepoester bevinden. Ook de switches in de dubbelrollen (prins - stiefdochter, knecht -stiefdochter, koning - stiefmoeder) worden vooral via het spel helder gemaakt. In combinatie met het stevige voorstellingsritme werken de vele wissels een lichtjes aangedikt spel in de hand. In de humoristische scènes is dat prima, maar in zijn geheel wordt er te veel op veilig gespeeld. Toch is deze Assepoester een hele prestatie voor een beginnende regisseur. Mieja Hollevoet deed wel heel wat praktijkervaring op als kostuumontwerper van Blauw Vier/Laika en als educatief medewerker van BRONKS, maar na Romeo en Julien is dit nog maar haar tweede professionele regie. Het feit dat ze de voorstelling in al haar aspecten fantasievol én strak gedirigeerd heeft, heeft zoals gezegd ook nadelen: soms neigt het allemaal wat naar 'poppenkast'. Ook de materiaalbehandeling zou gedurfder kunnen zijn: hoewel tekst en spel de gangbare romantiek van het bekende sprookje geregeld doorprikken, kleurt deze Assepoester al bij al braaf binnen de lijntjes.

Dat is wel anders bij Mieja Flollevoets derde productie, Blauwbaard, die een dik jaar later gemaakt werd. Assepoester was een spel met - en een commentaar op een sprookje. Helder, leuk, mooi, maar niet echt beklijvend. In

65



Blauwbaard mieja hollevoet/ bronks foto anne hollevoet

Blauwbaard vormen sprookje en persoonlijke reflectie één mysterieus, schizofreen geheel. In hun complementariteit vormen beide voorstellingen samen trouwens eveneens een sterk geheel en een aanzet tot reflectie over sprookjes en hoe we ermee omgaan.

Net zoals Assepoester begint Blauwbaard met een proloog. In Assepoester valt die wat lang uit: de treffende intro met het schoenen passen terwijl Tom Waits 'You're innocent when you dream' zingt, wordt gevolgd door een dialoogje tussen de acteurs over de vraag 'Zou jij willen trouwen?' Blauwbaard begint met een sterk beeld dat de hele voorstelling lang je blik zal bepalen: een donkere scène met een sterke lichtbundel op een centraal geplaatste barkruk waarop een wit konijn zit; acteur Jurgen Delnaet zet het konijn met

zijn snuit naar het publiek, zodat een perfect symmetrisch, 'zuiver' beeld ontstaat; dan neemt hij een groot mes en zet het op de blanke hals van het konijn; plots wordt het aardedonker.

hl die donkerte verschijnt een vrolijke Carine Peeters in een meisjesachtige witte jurk. Ze schijnt zich niet bewust van haar misplaatste lichtheid, die trouwens aanstekelijk werkt. Even later rennen Carine Peeters en Jurgen Delnaet als een verliefd stel af en aan met allerlei attributen waarmee ze het kasteel vullen: veel opgezette dieren en voorwerpen van allerlei maten en volumes, meestal met een deur(tje) of deksel. De vrouw - we horen dat de man haar aanspreekt als 'Judith' - wil almaar meer licht en lucht in huis. 'Ben je niet bang?', vraagt de nog steeds naamloze man telkens wanneer ze toestemming

vraagt om alweer een nieuwe deur te openen. Het antwoord is steevast 'Neen'. Elke geopende deur, elk opgelicht deksel tovert nieuwe rijkdommen te voorschijn, waar bij nader inzien bloed aan blijkt te kleven. Op de voorgrond wordt het steeds lichter, maar de twee immens grote, zwarte wandtapijten blijven licht en kleur opslorpen van de sluipende beelden van trappen, gangen en deuren die erop geprojecteerd worden. Met zijn 'opgeslorpte projectie' creëert beeldend kunstenaar Ronny Heiremans meer dan een beklemmende sfeer. Naarmate de voorstelling vordert, functioneren de filmbeelden - versterkt door de scherpe, slepende geluiden van Brick de Bois - als een derde, onzichtbaar personage. Of misschien nog beter: als de donkere, onbelichte kant van beide protagonisten.

Zo komen we meteen bij de sterkte van deze Blauwbaard: de enscenering doorbreekt de stereotiepe tweedeling tussen 'onschuldig' en 'gevaarlijk'. Terwijl Judith weer maar eens met een grenzeloos optimisme een volgende deur gaat openmaken, zien we Jurgen Delnaet als een verliefde, radeloze man vrouwenpruiken koesteren... en opzetten als baard. De vraag 'Ben je niet bang?' verraadt zijn eigen angst. Hoe 'zwart' is hij? En hoe 'wit' is zij? Met welk recht dringt zij zo onvervaard in zijn geheimen binnen? Of gelooft ze in al haar onschuld dat zijn donkere geheim tot het land der fabels behoort? Hoe gevaarlijk is zijn hang naar perfectie? Hoe lang blijf je 'onschuldig' wanneer je iemand wil 'veroveren'? Bestaat onschuld alleen in sprookjes? En wanneer veranderen sprookjes in nachtmerries?

Mieja Hollevoets Blauwbaard is geen commentaar op - maar een gedurfd doordenken van het sprookje. In hun aanhoudendheid verhinderen de thrillerachtige beelden en geluiden dat je het gevaar met het ene - en de angst met het andere personage verbindt. Zoals de

zwart geverfde tapijten alle licht opslorpen, zo zuigt deze voorstelling de personages op, tot ze nog slechts een schaduw zijn van zichzelf. En van elkaar. Wanneer Judith de laatste sleutel heeft gekregen, kleuren haar handen rood. Blauwbaard verschijnt opnieuw met een wit konijn op de scène. Is zijn dodend gebaar wreed of verlossend?

De sterke kanten van Assepoester (beeld en geluid, voorstellingsritme, ruimtegebruik en de nodige tikkel humor) worden in Blauwbaard aangevuld met meer ruimte voor de acteurs en dito geloof in de verbeelding van de toeschouwer. Het resultaat is een kwetsbare én ijzersterke voorstelling.

Marleen Baeten

assepoester

regie Mieja Hollevoet tekst Mieja Hollevoet en Brick de Bois

spel Diane Belmans, Antje de Boeck, Brick de Bois, Dimitri Duquennoy productie BRONKS

PREMIERE 26/01/01 blauwbaard

regie Mieja Hollevoet tekst en geluidsontwerp Brick de Bois

spel Jurgen Delnaet en Carine Peeters

decor Ronny Heiremans productie BRONKS

PREMIERE 02/11/02

66

• •• etcetera


Development and design by LETTERWERK