In de tekst zit een theater
ELFDE STEM: PAUL POURVEUR
In de tekst zit een theater
Clara Van den Broek
1. Ik weet niet of mijn teksten 'echte' theaterteksten zijn, maar ze kunnen alleszins opgevoerd worden, het zijn teksten die voor het theater werden geschreven. Bij het schrijven houd ik immers rekening met het dispositief van het theater: aan de ene kant een scène met spelende/sprekende entiteiten, en aan de andere luisterende passieve of actieve entiteiten. Het dispositief is een context waarbij een specifieke tekst optimaal kan functioneren. Een roman, bijvoorbeeld, werd geschreven voor een lezer die in een zetel zit en die zijn lectuur kan onderbreken wanneer hij wil. Een roman is daarom niet bedoeld om op scène te brengen. Natuurlijk kan de acteur of regisseur de tekst zo perverteren dat hij hem toch op scène kan brengen, maar de tekst is er niet voor geschreven. De geënsceneerde versie heeft dan niets meer te maken met de leeservaring die de schrijver voor ogen had. Die heeft nooit gevraagd dat zijn tekst in een theatrale context zou worden gespeeld. Het dispositief dat in de tekst zit, is toch wel van belang. Bij literatuur verloopt de interactie tussen toeschouwer en tekst heel anders dan bij theater. De lezer bepaalt zelf het ritme en het tijdsverloop. Hij kan een passage overslaan als hij wil. En de tekst wordt aangevuld met de verbeelding of fantasmen van de lezer. Bij theater treedt de fysiek aanwezige toeschouwer in relatie met echte lichamen. Meestal wordt er, door de regisseur en de vormgever, ook een context geschapen waarin het imaginaire, het fantasme, het verlangen van de toeschouwer kan evolueren.
2. Hoewel ik dus rekening houd met het theatrale dispositief, houd ik geen rekening met theatrale conventies. Ook schrijf ik mij niet in een bepaalde toneelschrijftraditie in. Daardoor kan ik op een veel vlottere manier weinig gebruikelijke tekstuele vormen of andere tekstcomposities toepassen. Mijn uitgangspunt bij het bepalen van een dramaturgisch model, is een wereldbeeld, een hedendaags werkelijkheidsmodel. De tekst
3. Je kan niet vastleggen wat goede of slechte theaterteksten zijn. Want dan vertrekken we van een bepaald idee van wat theater moet zijn, een dogma. Terwijl het theater net een plek van vrijheid zou moeten zijn. In principe kan en mag
22
9®B etcetera 88
alles. Ik weet alleen dat ik mijn teksten voor een theatraal dispositief schrijf, dat ze kunnen functioneren in een relatie scène - publiek. Maar of ze speelbaar zijn of niet, daar heb ik niet veel besef van, want dan zitten we meer op het vlak van acteren en regisseren. De vraag of iets speelbaar is of niet, is trouwens geen erg relevante vraag, want die komt meestal neer op een vormelijke discussie. En opnieuw: vertrekken we dan niet van een bepaald idee van wat speelbaar is? Alleen de vraag of de tekst een relatie heeft met de hedendaagse wereld waarin we leven, vind ik belangrijk.
4. Ik heb in de
dat speelbaar...? Maar ik denk dat het uitgangspunt een juiste keuze was, en de tekst is ook bedacht voor het theatraal dispositief. We zullen zien of het werkt of niet. Het blijft in elk geval zoeken. Maar dat vind ik net boeiend. Ik voer allemaal onderzoekjes: hoe ver kan je gaan in een dramaturgie, in zo'n relatie scène-publiek? Welke andere 'luisterhoudingen' kan je teweegbrengen? Hoe met hedendaagse thema's omgaan?
5. Ik heb het gevoel dat (sommige) voorstellingen zich beginnen te situeren tussen installatie en theater in. Het probleem is echter dat die theatermakers nu nog conventionele teksten nemen en die vervolgens in die nieuwe theatrale vorm spuiten. Terwijl een nieuwe vorm ook een andere soort dramaturgie vraagt. De installatie is een interessante vorm, omdat objecten geen verhaal vertellen, maar de toeschouwer toch 100% de vrijheid laten om er narratief mee om te gaan. Dat is een goede representatievorm om een bepaald wereldbeeld of werkelijkheidsmodel te duiden. Momenteel wordt er in het theater nog altijd te veel aandacht besteed aan het verhaal en de personages. En dat is, voor mij alleszins, een beetje saai aan het worden.
6. De wetenschappelijke gegevens die ik in mijn teksten verwerk, hebben slechts zin als ze de evolutie in het stuk kunnen voortstuwen. Meestal schrijf ik over mensen die vastzitten tussen wetenschap en drang naar mythe: de liefde versus chemie, de chemie van de liefde. De mythe is dus even belangrijk als de wetenschap. Soms is het de mythe die ons leven voortstuwt, en soms de wetenschap. Als een ongewijzigd stuk essay de tekstevolutie kan voorthelpen, moet dat zeker kunnen. Bij Noorderlicht heb ik trouwens ook de vorm uit de kwantummechanica geplukt. Voor mij is het echter eerder een inhoudelijke dan een vormelijke kwestie. En ik vertrek nooit echt vanuit de wetenschap om iets te vertellen. Van zodra ik mijn thema heb, kijk ik wat ik erbij kan nemen. Als tegenpool of zo. Voor het toneelstuk over de beschadigde jeugd heb ik bijvoorbeeld thematische elementen uit de hiphopcultuur genomen.
7. Schrijven voor film of televisie is weer iets totaal anders. Film en
hun zegje over het scenario. In film kan je soms wel het productieproces overstijgen. Het dispositief van film laat ook enorm veel toe om emoties of bepaalde denkprocessen los te weken, en daar kan je handig gebruik van maken. Een toeschouwer (ik alleszins) duikt sneller in een film dan in een theaterstuk, omdat in het theater de toeschouwer de eerste pasjes moet doen, naar het stuk toe. Dat zijn allemaal zaken die anders functioneren in de schriftuur. Daarom zeg ik dat het dispositief voor mij een uitgangspunt is.
Bij theater moet je, zeker in het begin, altijd duiden wat voor stuk het is, en hoe de toeschouwer het moet decoderen. Want theater werkt veel minder met lineaire verhalen en personages dan film (behalve
etcetera 88 ® ® ® 23
Auteur Clara Van den Broek
Publicatie Etcetera, 2003-09, jaargang 21, nummer 88, p. 22
Trefwoorden dispositief • speelbaar • film • tekst • narrativiteit • schrijf • thema • toeschouwer • houd
Namen Congo • Deleuze • Grond • Kopergietery • Lev Manovich • Lilith@online • LilithQPonline • Lynch • Noorderlicht en Vaders en Zonen • Paul • Pourveur • RapBattle • Russisch-Amerikaanse • Shakespeare • TV • Tanja Hermsen • Tweede Golfoorlog
Development and design by LETTERWERK