Archief Etcetera


Geschiedenis van een exotisch cliché: Ontvoering, verleiding en bevrijding. De orient in de opera (Willem Bruls)



Geschiedenis van een exotisch cliché: Ontvoering, verleiding en bevrijding. De orient in de opera (Willem Bruls)

Geschiedenis van een exotisch cliché

Ontvoering, verleiding en bevrijding. De orient in de opera (Willem Bruls)

Op een moment in de geschiedenis dat zo ongeveer alles wat uit het oosten komt, geassocieerd wordt met terrorisme en fanatisme, is het niet alleen belangrijk, maar zelfs noodzakelijk erop te wijzen hoeveel de westerse kunst en cultuur te danken heeft aan haar oriëntaalse verbeelding. Het oosten is al eeuwenlang één van de belangrijkste culturele, religieuze en politieke sparring partners voor de westerse identiteit. De dialoog tussen oost en west is altijd conflictvol geweest, al gaat hij op dit ogenblik door een bijzonder moeizame en pijnlijke fase. Ontvoering, verleiding en bevrijding. De oriënt in de opera van Willem Bruis is een bijdrage tot een beter begrip van de verbeelding van die ontmoeting. De schrijver is dramaturg en publiceert over opera en muziektheater in o.a. TM en Opermvelt. Van hem verscheen voorheen Godenschemering, een studie over de Ring van Wagner.

Het mooi uitgegeven en rijkelijk geïllustreerde boek beschrijft de fascinatie van de westerse opera voor het oosten, van bij zijn ontstaan in de zeventiende eeuw tot in het midden van de negentiende eeuw. Exhaustief kan dergelijk onderwerp natuurlijk niet behandeld worden. Het oosten wordt beperkt tot de Arabisch-islamitische wereld. Het boek concentreert zich daarenboven op één specifiek motief: de ontvoering. Dat geeft de auteur de mogelijkheid om de voorgeschiedenis, de vele varianten, de ontwikkeling en het verdwijnen ervan te bespreken. Door die geografische en inhoudelijke inperking komen beroemde en populaire oriëntaalse opera's als Puccini's Madama Butterfly,

dat zich in het Verre Oosten afspeelt, en Verdi's Aida, waar geen ontvoering aan te pas komt, niet aan bod. Maar geen nood: rond het ontvoeringsmotief weet de schrijver tientallen bekende en minder bekende opera's te verzamelen, met als hoogtepunt Die Entfiihrung aus dein Serail (1781) van Mozart.

Sultan Almanzor ontvoert de Spaanse Donna Elvira en toont haar de hoofden van haar vaders en broers (uit een bundel arabische verhalen, IN 1858 IN MADRID GEPUBLICEERD DOOR FRANCISCO-JAVIER SIMONET)

Willem Bruis laat er geen twijfel over bestaan dat de verbeelding van het oosten alles over het westen (zijn fantasieën, verlangens, obsessies, angsten,...) zegt en niets of nauwelijks iets over het oosten. Hij sluit daarmee aan bij de opvattingen van Edward Said in zijn beroemde/beruchte studie van de westerse representaties van het oosten, Orientalism (1978). Saïd

etcetera 92 O O O

55



beschouwt de oriënt als een institutionele, (geo)politieke en culturele constructie van het westen. Ook de kunsten ontsnappen niet aan die ideologie. Bruis besteedt de nodige aandacht aan de politieke en militaire achtergrond. Het operagenre is in zijn beginfase in belangrijke mate een nationale 'staatskunst': geschreven in opdracht van de vorst en gecomponeerd voor officiële gelegenheden. Omgekeerd heeft de artistieke verbeelding ook een impact op wat we nu de politieke of culturele 'beeldvorming' noemen. Een studie over het functioneren van de verbeelding is meteen ook een studie over het functioneren van een ideologie: 'Zo kunnen we ons afvragen in hoeverre ons beeld van het oosten mede wordt bepaald door een artistieke beeldvorming die berust op een eeuwenoud misverstand', aldus Willem Bruis. De politieke implicaties hiervan zijn niet gering. Nochtans gaat het de schrijver minder om de kritische analyse van een bepaalde ideologie

(zoals dat bij Saïd wél het geval is), dan wel om het volgen van het grillige parcours van de oriëntalistische verbeelding. Daarvoor worden de libretti uitvoerig beschreven. De auteur heeft ook aandacht voor de ontwikkeling van de muziek onder invloed van het oosten, al was die invloed veelal eenzijdig (vooral traceerbaar tot de muziek van de Janit-saren, de Turkse elitetroepen) en werd ze niet ondersteund door enige dieptekennis van de oosterse muziek: de wetenschappelijke ethno-musicologie komt pas aan het eind van de negentiende eeuw tot stand.

De keuze voor het ontvoeringsgegeven is een keuze voor een sterk dramatisch motief. Het grondschema is ongeveer het volgende: een Europese vrouw wordt door een Sultan ontvoerd, zij komt in zijn harem terecht, hij wordt verliefd op haar, ondanks haar gevoelens voor hem blijft zij toch trouw aan haar Europese minnaar, die haar komt bevrijden maar ontdekt wordt, ter dood veroordeeld

wordt, maar door de Sultan, ontroerd door zoveel liefde en moed, met zijn geliefde verenigd wordt. Het is niet toevallig dat dit conflictvolle motief zo belangrijk is in de oriëntaalse opera. De eerste confrontatie met het oosten/de islam grijpt plaats in de zevende eeuw met de verovering van Spanje. Een tweede grote confrontatie volgt in de elfde eeuw en later, tijdens de Kruistochten. Een derde confrontatie is de veroveringsgolf van het Ottomaanse Rijk dat in de zestiende en zeventiende eeuw Oost- en Midden-Europa onder de voet loopt. Het imperialisme van de negentiende eeuw is de vierde fase en de postkoloniale Koude Oorlog de vijfde. Sinds de eerste Golfoorlog zijn we wellicht in een nieuwe fase beland.

In de geschiedenis van de oriëntaalse opera vinden we alle clichés terug over het oosten die ook de huidige internationale betrekkingen blijven bespoken: de wrede heersers, het religieuze fanatisme, de vrouwenonderdrukking, de verwijfdheid, de erotiek, de harem, de verleiding, de verfijning. Maar de uitvoerige beschrijving van de vele libretti leert ons dat het niet zo eenduidig is als het lijkt. Zo wijst de schrijver op een opvallend motief: dat van de grootmoedige oriëntaalse heerser die zijn gevangenen de vrijheid schenkt. Het duikt voor het eerst op in Floris en de Blancefloer, een roman uit de tweede helft van de twaalfde eeuw, en zal een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van de oriëntaalse opera. Willem Bruis tekent daarbij aan: 'Dat (dit motief) vanaf de Middeleeuwen in de literatuur voorkomt, toont aan dat het vijandbeeld van het begin af aan werd genuanceerd.' Alle ideologie ten spijt, blijven kunstwerken dus op zijn minst ambigu en complex, open voor meer dan één interpretatie.

De drie kernwoorden uit de titel -ontvoering, verleiding en bevrijding- staan tegelijkertijd voor de

drie verschillende stadia in de ontwikkeling van het ontvoeringsmotief en voor de drie hoofdstukken van het boek. In het eerste hoofdstuk wordt de literaire voorgeschiedenis van het ontvoeringsmotief getraceerd van de Griekse Ilias over de hoofse vertelliteratuur en Boccaccio's Decamerone (1353) tot de grote renaissance-dichtwerken Orlando Furiaso (1516) van Ariosto en Gerusalennne liberata (1575) van Torquato Tasso. De verhalen van Tasso en Ariosto spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van de opera, die in de zeventiende eeuw als nieuwe kunstvorm het daglicht ziet. De eerste moslim op het westerse toneel is wellicht Clorinda uit Mon-teverdi's madrigaal II combattimento di Tancredi e Clorinda (1624). In het tweede hoofdstuk wordt de bloei van de Turkse opera's beschreven - een periode die samenvalt met het hoogtepunt van de Ottomaanse heerschappij in Midden- en Oost-Europa. Er zijn echter verschillen terug te vinden tussen Italië, Frankrijk en Oostenrijk- de drie belangrijkste operalanden. Hun politieke en diplomatieke verhoudingen tot het Ottomaanse Rijk zijn daarbij van doorslaggevend belang. Buiten de opera speelt de Franse vertaling van Duizend-en-één-nacht een belangrijke rol in de Verlichting en geeft ze de oosterse mode een extra impuls. Het oosten staat voor het exotische en het exuberante, zoals in het opera-ballet Les lndes galantes (1735) van Rameau, maar ook voor een kritische kijk op de eigen samenleving, zoals in de Lettres Persanes (1721) van Montesquieu waarin twee Turken Parijs bezoeken. Willem Bruis wijst erop dat de oriëntaalse opera meer dan eens een rol speelde in de vernieuwing van het genre. Mozarts Entfiihrung, met zijn humanistische en verlichte kijk op het oosten, is bijvoorbeeld een grensverleggend hoogtepunt. E11 daarmee zijn we aangekomen bij de Franse revolutie en haar aanstekelijke idealen.

56 ® ® ® etcetera 92



In het derde hoofdstuk wordt de teloorgang van het motief beschreven. Er ontstaan daarbij twee stromingen. In L'Italiana in Algeri (1831) van Rossini lijkt de genuanceerde kijk van de Verlichting op het oosten alweer verleden tijd. Willem Bruis wijt dit aan het opkomend nationalisme, het imperialisme en de groeiende culturele onverdraagzaamheid. De spanning tussen oost en west krijgt expliciet religieuze dimensies. Daartegenover staat dan weer de romantiek, die wegvlucht uit het westen, en de fascinatie voor het oosten als een utopie van vrijheid en erotiek. Het ontvoeringsmotief verdwijnt om in de twintigste eeuw nog éénmaal op te duiken bij Manuel de Falla in diens kameropera El retablo de maese Pedro (1923). De Falla verwijst in dit werk naar Cervantes en via Cervantes naar nog oudere bronnen van het ontvoeringsmotief. Door deze historische gelaagdheid wordt ook duidelijk dat het motief van de oriëntaalse ontvoering in een tijd van industrialisatie en wereld-

oorlogen afgedaan heeft. Is het cynisch om te stellen dat The death of Klinghoffer (1991) van John Adams -gebaseerd op de gijzeling van het Italiaanse cruiseschip Achille Lauro door een Palestijnse terreurgroep in 1985- een actuele variant is op het eeuwenoude ontvoerings-motief, waarin de oosterling, hoe genuanceerd ook, geportretteerd wordt als kidnapper en terrorist?

Boeken zoals dit werk van Willem Bruis zijn belangrijk, niet alleen omdat ze veel historische informatie op een overzichtelijke en leesbare manier samenbrengen en duiden, maar ook en vooral omdat ze op zoek gaan naar een nieuwe definitie van cultuur, voorbij clichés en al te makkelijke vooroordelen. Dat lijkt me nu meer dan ooit noodzakelijk.

Erwin Jans

Willem Bruis, Ontvoering, verleiding en bevrijding. De oriënt in de opera, Bulaaq, Amsterdam, 2004


Development and design by LETTERWERK