Archief Etcetera


Negen seksvragen – en antwoorden



Negen seksvragen – en antwoorden

9 seksvragen –– en antwoorden

Over opwinding, pornografie en censuur

‘Contemporary art is sex ... it's all about sex', zegt John Waters in de inleiding van Art–A Sex Book. In dit boek geeft de Amerikaanse cultregisseur samen met criticus en curator Bruce Hainley een persoonlijke interpretatie van de plaats van seks en seksualiteit in de hedendaagse kunst en samenleving. Waters en Hainley kozen een brede waaier van kunstwerken die verschillende concepten van seksualiteit suggereren. In een levendige, vaak hilarische dialoog met elkaar en door middel van de vragenlijst ‘Nine Sex Questions', die ze aan verschillende artiesten voorlegden, proberen ze te achterhalen hoe seks hedendaagse kunstenaars inspireert en provoceert. Etcetera legde deze vragenlijst voor aan Marc Vanrunxt, Jan Decorte, Alexander Devriendt, Jennifer Lacey, Shelly Silver, Robert Steijn en Maria Clara Villa-Lobos en kreeg de volgende antwoorden.

1.

Kan goede kunst seksueel opwindend zijn?

marc vanrunxt - choreograaf: Sublimatie

jan decorte – theatermaker: ‘In elk geval. Ik denk bijvoorbeeld aan de werken van Picasso. Al die symbolieken die je rond de oren vliegen... Daar gaat toch enige opwinding mee gepaard. Het tonen van macht, lichamen, objecten: dat op zich is heel opwindend. Iemand die meesterwerken maakt, is een machtig iemand. Als je een kunstwerk maakt, heb je heel veel macht over

de toeschouwers. Je kan hen ontroeren, maar je kan hen ook een seksueel tintelend gevoel geven. Let wel, macht is niet persé gewelddadig of agressief. Kunst kan, wat mij betreft, redelijk ver gaan, maar het mag niet onredelijk zijn.'

alexander devriendt – theatermaker: ‘Het klinkt zo logisch dat goede kunst opwindend kan zijn. Zelf heb ik het nog nooit meegemaakt. De enige opwinding die ik voel is meer een soort van adrenaline, waardoor ik erover wil praten met iemand. En dat gevoel gaat dan absurd genoeg gepaard met een verstilling die me volledig overmant. Seks is op dat ogenblik zo ver uit mijn gedachten.

Iemand ontzettend mooi en sexy vinden, werkt voor mij ook compleet anders dan een werk ‘schoon' vinden. Door echter samen iets goed te vinden, kan de mentale kick die dat geeft het lichamelijke wel beïnvloeden. Als degene die ik liefheb even hard geniet van wat ik mooi vind, dan wil ik meteen met haar vrijen.'

jennifer lacey – choreografe: ‘In het kort: ja. In het lang: de woorden ‘goed', ‘kunst' en ‘seksueel' zijn een beetje problematisch, n'est-ce pas? Wanneer ik iets ervaar wat iemand anders heeft gemaakt, en het is iets waar ik meteen ‘middenin' zit, terwijl ik tegelijk de beweging van mijn eigen denken/lichaam voel, dan zou ik dit werk ‘goed' noemen. En deze gevoelens zijn beslist sexy of seksueel. Neem nu Eszter Salomons werk Reproduction: het lustobject was zo dichtbij en tegelijk zo glibberig en onscherp. Heel opwindend.

shelly silver - videokunstenaar/ filmmaakster:

‘Vast en zeker.' (Of: ‘Ja, ja, ja!')

robert steijn – dramaturg/ theatermaker:

‘Goede kunst gaat hopelijk verder dan een te eendimensionale ervaring als seksuele opwinding. Goede kunst transcendeert, onthecht je van de dagelijkse perceptie van het leven. Het genereert, wat mij betreft, een veel meer reflecterende houding op schoonheid en menselijkheid dan seksuele opwinding kan bewerkstelligen. Maar daar zijn natuurlijk gradaties in: seksueel opgewonden zijn opent de zintuigen net als goede kunst, maar wanneer seksuele opwinding haar ontlading zoekt, krijgt het ook iets té consumptief en doelgericht. Het wordt eigenlijk het tegenovergestelde van het gevoel van vrijheid en vrij zijn, wat ik in de kunsten zoek.'

maria clara villa-lobos – choreografe: ‘Ja, ik denk het wel. Of het nu een film of een schilderij is, kunst kan volgens mij seksueel opwindend zijn. Het hangt gewoon af van je eigen gevoeligheid.'



2.

Zijn er dingen die absoluut niet kunnen binnen hedendaagse kunst?

marc vanrunxt: Verbeelding

jan decorte: ‘Ik vind van niet. Voor de première van L'Histoire des Larmes, toonde Jan Fabre een voorstudie aan de directie van het festival van Avignon. Drie meisjes urineerden op het podium. Het was prachtig, echt een magisch mooi moment. De festivaldirectie besliste dat dit niet kon. Fabre heeft die scène toen geschrapt, zonder discussie. Dat vond ik tamelijk triestig. Eigenlijk vind ik dat censuur absoluut niet kan binnen hedendaagse kunst. Wat agressie betreft, vind ik dat sommige dingen misschien niet kunnen. Het kan dat mensen daar gewoon te ver in gaan. Ik denk aan de voorstellingen van La Fura dels Baus, daar weiger ik naar te gaan kijken. Alleen al de korte stukken die ik daarvan op televisie zag, zijn zo gewelddadig tegenover het publiek. Dat vind ik echt een grens die overtreden wordt. Het heeft natuurlijk alles te maken met de toestemming van de toeschouwers en de acteurs om zover te gaan. In Cymbeline was er een scène waarin Sam Bogaerts Bea Rouffart – die lichtelijk masochistisch is – moest wurgen. Hij had haar toestemming om daarin redelijk ver te gaan, tot ze rood zag. Sam kon het echter niet opbrengen, terwijl zij het nochtans OK vond. Dat vond ik heel jammer, omdat die scène toch wel een heftig teken was voor het publiek. In Londen hebben we ooit tijdens een voorstelling van In ondertussendoor willen ophouden met spelen. In een bepaalde scène gaf ik Sigrid kleine tikken tegen haar achterhoofd en het publiek begon te sissen. Die reactie vond ik zo ongelooflijk censurerend; daar kan ik écht niet tegen. Anderzijds kunnen reacties soms ook schoon zijn. Tijdens een opvoering door Peter Stein van Botho Strauss' Trilogie des Wiedersehens in Berlijn, stond een vrouw uit het publiek op tijdens een scène waarin een actrice een klets krijgt van een acteur. Ze riep: “Ach Mensch!”. Het was niet duidelijk of ze meespeelde. Die reactie breekt in op de werkelijkheid van het theater.'

alexander devriendt –: ‘Voor mij ligt de grens daar waar iemand tijdens het maakproces tegen zijn wil emotionele of fysieke pijn heeft moeten doorstaan. Dat is een grens die ik voor mezelf bepaal. Alles kan voor mij getoond worden en het gebruik van fictie maakt het ook mogelijk om alles te tonen.

Ik denk aan de situatie waarin iemand een andere persoon een heel jaar achtervolgt. Hij neemt foto's van

die bewuste persoon en zijn omgeving, verzamelt alles wat hij achterlaat en hij hangt alles op in zijn kamer. (Of hij hangt alles op in een ruimte waar mensen kunnen komen kijken. Er is natuurlijk een verschil tussen die twee contexten, maar laten we ervan uitgaan dat hij me uitnodigt om te komen kijken.) Als ik me dit werk voor de geest haal, vind ik het fantastisch. Als kijker hoop ik echter wel dat het stalken fictief is en dat de gevolgde persoon samenwerkte met de kunstenaar. Als ik het werk zie, kan ik niet weten wat er echt is of niet, of het gaat over een reële obsessie of een uitbeelding ervan. Als de maker kiest om niet fictief te werken en andere personen kwaad te berokkenen, kiest hij om een grens te overtreden. Ik vind dat elke kunstenaar die keuze mag maken om het werk te maken dat hij wil. Hij mag op eigen risico wettelijke of morele grenzen overschrijden. De toeschouwer kan steeds de keuze maken om het werk wel of niet te bekijken.'

jennifer lacey: ‘Weer zo'n moeilijke vraag. Verboden terrein voor wie? En door wie wordt dat bepaald? Spreken we over beelden of over processen? Ik vind John Duncan walgelijk, maar ik kan ermee om als hij ermee om kan. Ik zag persoonlijk liever wat minder aanstellerij in de zin van ‘wat-ben-ik-briljant' maar als het verboden zou worden, zou ik het waarschijnlijk missen en er zelfs naar snakken.'

shelly silver: ‘Ik trek mijn eigen persoonlijke grenzen bij fysiek geweld. En onverbeterlijke stompzinnigheid.'

robert steijn: ‘Hiërarchische, traditionele werkverhoudingen kunnen niet meer in de podiumkunsten. Manipulatieve strategieën van regisseurs en choreografen tegenover hun spelers en dansers zijn niet meer van deze tijd. Het is net in de kunst dat we nieuwe, creatieve werkverhoudingen kunnen onderzoeken. Auteursgericht theater, waar de regisseur zijn zogenaamd artistieke stempel drukt op hoe de spelers zich op het podium moeten gedragen... Brrrr, weg ermee! Kan absoluut niet meer.'

maria clara villa-lobos: ‘Ik weet het niet zeker. Als het binnen de grenzen van jouw lichaam en jouw verantwoordelijkheid blijft, waarom zou er dan iets verboden moeten zijn? Als Chris Burden zichzelf vijf dagen wil opsluiten in een kluis of zichzelf wil neerschieten, dan is dat zijn eigen keuze. Zolang we, als kunstenaars en als toeschouwers, de vrijheid hebben om keuzes te maken, waarom niet?'



3.

Als een werk seksueel getint is, kleurt dat dan ook de kritische respons erop?

marc vanrunxt: Provocatie

jan decorte: ‘Ik denk het wel. Dat is een logisch gevolg van de macht die een werk heeft als het seksueel aanspreekt. Het ergste wat een kunstenaar kan overkomen, is dat hij seks in zijn werk steekt en er een lacherige reactie op volgt. Dat is heel erg; het is ongeveer het burgerlijkste wat je kan overkomen.'

alexander devriendt: ‘Ja, en in positieve zin. Mensen willen immers niet puriteins overkomen. Ze zullen sowieso hun soms geschokte reactie na enige tijd weer bijsturen. Als bij het tonen van een seksueel getint werk de reden echter duidelijk ontbreekt, of als het werk niet origineel is, dan zal het publiek proberen zo onverschillig mogelijk te reageren. En ik maak mezelf dan wijs dat dit alles geen invloed heeft op mij.'

jennifer lacey: ‘Ik hoop van wel. Anders is het werk niet echt gezien. Hoewel, wanneer het écht prikkelend is, dan zou de kritische motor wat ‘tegengesputter' moeten krijgen, ze zou een beetje plakkerig, een beetje nat moeten worden. Maar hier speelt soms – jammer genoeg – een diepgewortelde vorm van seksisme mee. In mijn ervaring worden de seksuele elementen in mijn werk en dat van andere vrouwen vaak gezien als het gekwelde gekronkel van iemand zonder rechten. Niet bepaald opwindend! Ik heb nochtans het gevoel dat er een kentering aan de gang is. Laten we dat in ieder geval hopen! Laten we doen alsof!'

shelly silver: ‘Kritische reactie is meestal gebaseerd op de maatschappij die haar produceert. Ze reflecteert vaak over de zeden en overtuigingen van deze tijd. In de westerse maatschappij wordt een werk dat seksueel getint is en dat rekening houdt met de verlangens van de dominante cultuur (b.v. mannelijk heteroseksueel) makkelijker beschouwd als aanvaardbaar en vertrouwd, waardoor het doorgaans positiever wordt gepercipieerd dan werk dat door/voor andere geaardheden werd gemaakt (b.v. vrouwelijk heteroseksueel, homoseksueel, lesbisch, enz.).

In 1989 maakte ik een werk met daarin een lang closeup shot van een reeks masturberende mannen. Tijdens het nagesprek bij de premièrevertoning in Nederland,

verzette een man zich met klem tegen het gebruik van dit beeld, terwijl hij zich tegelijk, zonder een zweem van ironie, in lyrische bewoordingen uitliet over de lange, trotse geschiedenis van vrouwelijk naakt in de Europese kunst.'

robert steijn: ‘Seksueel getint werk heeft bij mij altijd een streepje voor. Ten minste, als het niet te ijdel is. Zo hou ik erg van het werk van Ann Liv Young. Het is echter veel meer de obsessieve woede achter al die expliciete sex-acts van haar die me in haar voorstelling trekt, dan die acts zelf. Dans heeft natuurlijk altijd met verleiding te maken, met erotiek. En ik ben uiterst kritisch op wat voor mij erotisch werkt. Te nadrukkelijke verleiding, daar zakt mijn broek van af, dat werkt in het geheel niet. Nonchalance, suggestie en het jezelf kunnen verliezen op het podium gooien bij mij hoge ogen. Naar dansers kijken, is een kwestie van verliefd worden. Op iemands timing, présence. En een verliefde blik is geen kritische blik. Gelukkig maar.'

maria clara villa-lobos: ‘Waarschijnlijk.'

4.

Hoe zouden musea en openbare instellingen om moeten gaan met expliciete seks binnen de hedendaagse kunst?

marc vanrunxt: Abstractie

jan decorte: ‘Het werk Made in Heaven van Jeff Koons en La Cicciolina werd ooit getoond in musea. Dat was pure porno, maar ik vond dat op zijn plaats. Het was een dialoog tussen kunst, pornografie en de mensen die het toonden, zonder machtsverhoudingen. Ik vond het heel normaal, dat het gebeurde. Musea en andere kunstencentra moeten op een open en objectieve manier omgaan met expliciete seks. Een curator moet zijn keuze uiteraard baseren op een smaakoordeel. Maar ze moet gepaard gaan met een objectiviteit, met de vraag of het een waardevol kunstwerk is voor de toeschouwer.'

alexander devriendt: ‘Zoals ze zelf willen. Plaats een bordje zodat de ouders hun kinderen net op tijd kunnen tegenhouden.'



jennifer lacey: ‘Zouden moeten?' ‘Primo. Mijn fantastisch advies: toon het. Als het museum of de openbare instelling het gevoel heeft dat het hun missie is om aan ieders behoefte te voldoen, dan moeten ze daarnaast ook nog iets anders exposeren voor wie deze behoefte liever niet ingevuld ziet. In bepaalde situaties die bureaucratisch en institutioneel zwaar geladen zijn, ben ik een groot voorstander van het naïeve en verfrissende standpunt dat het tonen van obscene dingen past binnen om het even welke mainstream. Of misschien is een achterkamertje het antwoord. Misschien is het niet erg respectvol om deze werken losjesweg te integreren en dient dit het seksuele element helemaal niet. Misschien zouden ze al die verdomde, impressionistische expo's kunnen gebruiken om iets op touw te zetten in de toiletten. Ik herinner me dat ik mij als kind bij seksuele beelden in musea niet schaamde voor mijn verlangen om te kijken. Ik schaamde me niet voor mijn reactie of het beeld zelf, maar wel voor de openbaarheid van mijn ervaring. Wat is openbare seksualiteit? Misschien kunnen bovengenoemde instellingen zich daarmee bezig houden. Ik ben benieuwd. Secundo. Wat echt opwindend is in een museum, heeft iets te maken met macht, met de schranderheid van het alfamannetje en het heerlijke van verfijnde perceptie in het algemeen. Het heeft zeker niets te maken met een beeld van deze vagina of die penis. Impliciete seks, eerder dan expliciet. Ik ben nu aan het denken aan de seks die ik echt heb gehad in galerijen en musea. De combinatie van privilege en illegaliteit is onovertroffen.'

shelly silver: ‘Als musea en openbare instellingen een (al dan niet expliciet) kunstwerk waardevol vinden, moeten ze het tentoonstellen. Instellingen met meer lef hangen vaak bordjes uit waarop ze de ouders waarschuwen voor het expliciete karakter van bepaalde werken. Instellingen met minder lef tonen dat werk helemaal niet. Ik heb werk dat veel mensen seksueel expliciet zouden noemen, tentoongesteld in een klein stadje in Duitsland. Het was een video-installatie met drie kanalen, in een grote scheepscontainer midden in een veld, voor iedereen toegankelijk. Het werk werd regelmatig bezocht door een groep preadolescente jongens, die het benaderden met een open nieuwsgierigheid die bij mij als heel gezond overkwam. Ik zou hier een lange discussie kunnen beginnen over de preutse maar toch door seks bezeten cultuur waarin ik leef (naar mijn aanvoelen denkt iedereen aan seks en hebben slechts weinig mensen het), maar dit ligt buiten het terrein van deze vragenlijst. Een discussie of een vraag als deze verandert heel snel in een discussie over censuur en vrijheid van meningsuiting. Houden musea zich bezig met het censureren van cultuur of met het tentoonstellen en onderzoeken van cultuur? Wie beslist wat ‘expliciete seks' of ‘pornografie' of ‘obsceen' is? Het Hoger Gerechtshof in de Verenigde Staten sprak zich uit tegen de Amerikaanse regering die ‘onfatsoenlijke kunst' subsidieerde. Zelfs al ga je akkoord met deze houding, en dat doe ik niet, wie mag dan oordelen over wat onder deze categorie valt en wat niet?

In de laatste decennia hebben rechtse politici ‘familiewaarden' gebruikt om de aandacht van het publiek af te leiden van belangrijke actuele kwesties of van de zwakke prestaties van politici. Het mooiste voorbeeld hiervan is waarschijnlijk Jesse Helms' aanval op de National Endowment of the Arts voor het subsidiëren van kunstenaars als Mapplethorpe, Finley en Serrano. Een voorbeeld dichter bij huis: het proces dat de vroegere New Yorkse burgemeester Giuliani aanspande tegen het Brooklyn Museum omdat ze een bepaald schilderij van Chris Offili tentoonstelden. Blader in een boek van Foucault om het verband te vinden tussen de macht van de staat en controle over seksualiteit.'

robert steijn: ‘Het is niet slecht zoals het nu in Nederland gebeurt. Van te voren is er een waarschuwing dat er expliciete seksscènes te zien zijn. Dat lijkt me goede informatie voor diegenen die zich eraan storen als ze met jonge kinderen in het museum komen, en die niet geconfronteerd willen worden met lastige vragen. Maar voor volwassenen is zo'n waarschuwing niet nodig. Die kunnen gewoon hun ogen sluiten of weglopen, lijkt me. Dat gebeurde bij een voorstelling van Frans Poelstra

en mij. In het begin, wanneer Frans het publiek zijn blote achterste toonde, sloten veel oudere mensen in het Weense Burgtheater hun ogen. Na een half uur was iedereen echter bijgedraaid en bleef het publiek kijken, zelfs toen ik mijn kleren uittrok voor een vrij intieme, maar ook klungelig blote contactimprovisatie.'

maria clara villa-lobos: ‘Dat is een lastige vraag. Nu ik zelf moeder ben, weet ik niet zeker of ik zou willen dat mijn zoon wordt geconfronteerd met expliciete seks in een museum. Hoewel ik denk dat het niet zo interessant is als kunst preuts is. Misschien zouden ze een systeem moeten bedenken zoals voor films. Afhankelijk van hoe expliciet de expo of voorstelling is, wordt het dan R-rated of X-rated.'



5. Ben je als kunstenaar ooit gecensureerd geweest?

marc vanrunxt: Kwelling

jan decorte: ‘Ja, in het ica in Londen werd de affiche van In ondertussendoor gecensureerd. Die affiche toonde Sigrid in een summiere, rode bikini. Ze keek omhoog naar de rechterbovenhoek, waar een rubberen olifantenslurfje naar beneden hing. De directie van het ica had beslist dat de affiche vrouwonvriendelijk was en plakte over de slurf een etiket met reclame voor het theater. Ik vond dat een zware belediging. Tegenover mij, omdat ik zogenaamd vrouwonvriendelijk was, maar ook tegenover mijn vrouw, omdat het suggereerde dat zij zich door mij liet onderdrukken. Het was trouwens in dat theater dat het publiek tijdens de voorstelling begon te sissen.'

alexander devriendt: ‘Nee. Al werden we met Ontroerend Goed ooit gevraagd om het seksuele uit onze voorstelling te schrappen. Naar aanleiding van een uitnodiging om in Marokko te spelen, werd ons gevraagd om onze voorstellingen aan te passen. In The Smile Off Your Face hebben Joeri en Sophie de aanrakingen in de individuele voorstelling weggelaten. In België werd de geblinddoekte bezoeker meermaals aangeraakt door de acteurs, maar voor een Marokkaans publiek zou dit shockerend zijn. Ook voor Killusion werd ons gevraagd om de ‘vele' expliciete passages te bewerken. De aanpassingen die we daarvoor moesten maken bleken uiteindelijk te omslachtig voor de twee voorstellingen die we zouden spelen, waardoor Killusion de reis naar Marokko nooit heeft gemaakt. Nu staat het seksuele sowieso niet centraal in deze voorstellingen. De vraag van de curator voelde voor ons dan ook niet aan als censuur, veeleer als een noodzakelijke aanpassing om geen onnodige blokkades te creëren tussen wat we wilden zeggen en het Marokkaanse publiek. Censuur op de kern van wat ik wil vertellen, heb ik gelukkig nog nooit meegemaakt.'

jennifer lacey: ‘Waarschijnlijk door sommige programmatoren die mijn werk te veel van het een of het ander vonden. Maar dat was hele zachte censuur, niet de echte. Een paar Amerikaanse theaterdirecteurs hebben me wel eerlijk gezegd dat het onmogelijk zou zijn om het genitaliënfestival uit This is an Epic te tonen. Maar ze zouden het toch niet kunnen betalen.'

shelly silver: ‘Ja. Soms was deze censuur direct, voor de hand liggend en uitgesproken, maar meestal was het impliciet of niet onder woorden gebracht, iets wat veel verraderlijker is. Ik neem aan dat ik, wanneer ik geen deel uitmaakte van voorstellingen omdat mijn werk als te expliciet werd beschouwd, veel vaker ben gecensureerd dan ik besef.

Veel kunstenaars in de Verenigde Staten passen momenteel een soort zelfcensuur toe. Dit is niet enkel het geval voor kunstenaars die afhankelijk zijn van de overheid voor subsidies, maar ook voor hen die willen tentoonstellen in gesubsidieerde instellingen.'

robert steijn: ‘Nog niet. Er is echter een mogelijkheid dat ik Fur Stefan, mijn solo over een onbeantwoorde liefde, in Iran kan spelen. Ineens word ik me bewust dat het hier een homoseksuele liefde betreft. Toen ik de solo in Amsterdam en Wenen speelde, was ik me daar nauwelijks van bewust. Niet aan gedacht gewoon. Liefde is liefde, onbeantwoord is helaas onbeantwoord.'

maria clara villa-lobos: ‘Nee, niet echt. Behalve een keer toen ik een deel van M, an average piece toonde in een etalage in Mechelen. We besloten om de al te expliciete, orgieachtige seksmachinechoreografie eruit te laten om het oudere publiek niet te shockeren.'

6.

Kan kunst een slechte invloed hebben op jongeren?

marc vanrunxt: Perversie jan decorte : ‘Kunst niet, zelfs als het werk seksueel

getint is. Rommel wel.'

alexander devriendt: ‘Ja. Als ik bijvoorbeeld werk met jongeren in de Kopergietery, en met hen dingen bekijk of maak, merk ik dat je geen vat hebt op de invloed die het op hen heeft. Je kan de verwerking proberen te sturen, maar daar houdt het op. Ik toonde hen de clip van Rabbit in Your Headlights van Radiohead/unkle/dj Shadow, geregisseerd door Jonathan Glazer. In de video loopt een zwerver door een autotunnel en wordt hij voortdurend omvergereden. Op het einde blijft hij



echter plots stilstaan en de aanrijdende auto crasht op hem in. Tijdens het omverrijden van de zwerver waren sommige pubers enorm gemeen aan het lachen en ik kon hun gelach moeilijk plaatsen. Ik probeerde hen uit te leggen waar het werk voor mij over gaat, over hoe iemand zich verzet tegen schijnbaar onoverkomelijke dingen en over de onverwachte wending van de videoclip. Maar dat is dan ook het enige wat je kan doen. Een puber doet uiteindelijk wat hij wil met het werk en dat is niet noodzakelijk altijd het goede.

Als ik bijvoorbeeld aan Columbine denk, dan lijkt het me absurd om de negatieve invloed van kunst te ontkennen, maar evenzeer om er de oorzaak in te zoeken. Naar mijn gevoel zal een puber eerder op zoek gaan naar kunst die zijn gevoel of overtuiging bevestigt, dan dat hij werk ‘tegenkomt' dat zijn overtuiging bepaalt. Maar misschien is kunst wel de “beste slechte” invloed.'

jennifer lacey: ‘Ja. En ik heb er indertijd veel plezier aan beleefd. “Slechte invloed” is alweer een problematisch begrip. Wie is slecht? Ik zou de kinderen in mijn leven wel willen beschermen tegen gewelddadige beelden, maar dat kan ik niet. Dus het tweede beste wat ik kan doen is hen helpen om de discussie aan te gaan over ‘beelden', enz. Dus kunst kan eigenlijk alleen maar weldadig zijn. We kunnen allemaal op twee oren slapen.'

shelly silver: ‘John Berger vroeg in zijn boek Another Way of Telling aan een geestelijke of hij commentaar wou geven op de foto van een klein meisje dat de ogen van haar pop bedekt houdt. De geestelijke antwoordde: “Een vreemde foto. Moet je kinderen beschermen tegen het zien van de wreedheid van de wereld? Moet je bepaalde aspecten van de realiteit voor hen verbergen? Haar handen zouden niet op de ogen van de pop moeten liggen. Je zou alles moeten kunnen tonen, alles zien.” Ik vind dit een vreemde vraag. Ik denk dat om het even wat een slechte invloed kan hebben op jonge mensen. Misschien moet religie wel bovenaan de lijst staan.'

robert steijn: ‘Nee, geen enkele kunst kan dat. Daar is kunst te marginaal voor. Het is een bewuste keuze van jongeren om zich door kunst te laten beïnvloeden. Toen ik jong was, ontdekte ik dat het museum een plek was om te kunnen ontsnappen uit het kleinburgerlijk milieu van mijn familie. Het respect voor de stilte, de contemplatieve kracht van de objecten... Het was nieuw voor me. Zo wilde ik graag mijn leven inrichten.'

maria clara villa-lobos: ‘Als het goed gekaderd is en de jongeren een of andere inleiding krijgen over waar het allemaal vandaan komt en de reden, dan denk ik het niet. Volgens mij is de invloed van hedendaagse kunst op jongeren sowieso eerder minimaal, vergeleken met andere kunstvormen en de media. Eigenlijk is “kunst” een heel algemeen begrip.'

7.

Ben je ooit geshockeerd geweest door het werk van een andere hedendaagse kunstenaar?

marc vanrunxt: Spanning

jan decorte: ‘Eigenlijk niet. Ik ben wel ooit geweldig geshockeerd geweest door het zien van A Clockwork Orange. Ik trok me de pure agressiviteit en negativiteit van die film zo hard aan, dat ik een tijdlang niet meer vooruit kon. Tot iemand me erop wees wat een prachtige film het was. Uiteindelijk ben ik er geheeld uitgekomen. Ik kan wel enorm geshockeerd zijn door het onbenul van bepaalde zaken. Ik kan en wil er geen opnoemen. Het zou te veel eer zijn voor diegenen die het maken. Onbenul is iets om niet over te praten.'

alexander devriendt: ‘Nee. Misschien enkel omdat ik het werk ofwel ongelooflijk slecht ofwel ongelooflijk goed vond. Al moet ik toegeven dat ik soms enorm veel moeite heb met gewelddadige filmscènes, zoals in Irré- versible of de “it was a bump”-dode in Pulp Fiction. Dan moet ik mezelf wel geruststellen met de gedachte dat het maar fictie is.'

jennifer lacey : ‘Ik heb nog nooit iets seksueel schokkends ondervonden, als dat de vraag is. Zoals ik al zei, ik ging echt walgen bij John Duncan maar geschokt? Misschien. Nadat ik Blind Date had gezien, heb ik veel nagedacht over vrije wil en ethiek. Dus ik denk dat het tegelijk leerrijk en supersmerig was. Na de schok komt contemplatie, rust en reflectie. Dus hoe negatief is ‘schokkend'? Ik zou wel wat meer geshockeerd willen worden, denk ik. Werk dat schokkend wil zijn, kom ik over het algemeen heelhuids door. Jason Rhodes' werk stinkt soms tot kotsen toe, maar ik kan door mijn mond ademen.

Dit is een heel complexe vraag... Shockeert het werk? Shockeert het proces? Wat is ‘schokkend'? Het lijkt een synoniem te zijn voor ‘buitensporig' maar het zou zo veel spannender kunnen zijn.'

shelly silver: ‘Ja. Er zijn kunstwerken die me hebben ontroerd, gedestabiliseerd. In die mate zelfs, dat ik de wereld helemaal anders zag. Deze werken handelden vaak niet over seksualiteit.'



robert steijn: ‘Ik was aanvankelijk nogal geshockeerd door foto's uit de Berlijnse homoscene, waarop mensen in zichzelf snijden. Nu vind ik zulke kunst vooral pathetisch en op een verkeerde manier té heroïsch. Alsof er achter dat snijden een diepe essentie over het tarten van het leven schuilgaat. Sowieso heb ik moeite met kunst die het gedachtegoed van George Bataille te serieus neemt. Kunst die het abjecte zoekt, grensovergangen met taboes... Het wordt me te sentimenteel wanneer men het te heilig neemt. Ik zie het meer als uitingen van carnaval, als een viering van het leven buiten de conventies om, een omkering van normen en waarden. Seksueel heb ik tot nu toe geen extreme verlangens. Mijn keel hoeft niet dichtgeknepen te worden als ik een orgasme krijg, ik hoef niet in een luier te poepen en dan slaag te krijgen van een dominante moeder of als schemerlamp voor uren in een hoek te staan. Ook als het in de kunst die richting op gaat, is me dat te veel een rariteitenkabinet. Het is OK, maar vooral vanuit een sociologisch standpunt. Het interesseert me te zien wat voor fetisj andere mensen kunnen hebben en hoe die cultureel bepaald is.'

maria clara villa-lobos: ‘Niet echt, behalve misschien door Chris Burdens masochistische ervaringen. (Ik kom terug bij hem uit...)'

8.

Raak je soms opgewonden wanneer je jouw eigen kunst maakt?

marc vanrunxt: Uitstel

jan decorte: ‘Jazeker, soms zelfs in heftige mate. Ik kan dingen schrijven waar ik seksueel van opgewonden geraak. Dat is een intellectueel, maar soms ook een fysiek genot.'

alexander devriendt: ‘Nee, ik merk telkens bij mezelf dat ik compleet aseksueel ben tijdens het maakproces. Het is alsof mijn lichaam allerlei dingen afblokt om een focus te kunnen volhouden. Ik schrik er telkens van dat het blijkbaar vanzelf gebeurt. Achteraf kan die blokkade dan zo snel verdwijnen dat het me compleet overmant. Maar tijdens het maken zelf zit het genot blijkbaar enkel op intellectueel vlak.'

jennifer lacey: ‘Ja. Gestimuleerd, naar binnen en naar buiten toe, van de beste soort. Het is een eindeloos voorspel. Mensen blijven niet in de wereld van de dans voor het geld...'

shelly silver: ‘Vast en zeker. En niet alleen wanneer ik seksuele beeldspraak gebruik. Iets in het genot van kunst maken, van verbanden leggen, is verwant aan seksueel genot.'

robert steijn: ‘Seksuele energie is bijna de basis van mijn werk en ze ligt heel dicht bij de energie om iets te creëren. Iets maken is zo lijfelijk, en heeft zo veel te maken met verliefd worden, obsessief raken, energieën uitwisselen. Seksualiteit zie ik vooral als een kanalisering van levensenergie, bijna vanuit een tantristisch perspectief. Eigenlijk denk ik vrij utopisch over seks: als een gebied waar we elkaar kunnen ontmoeten op allerlei lagen van ons bewustzijn. In die zin werkt porno voor mij vernauwend: ik zie veel lust en weinig intimiteit. Porno speelt veeleer met de machtsverhoudingen tussen object en subject, tussen de passieve rol en de dominante. In mijn privé-leven, in mijn werk en zeker ook in mijn seksualiteit zoek ik naar voor mij nieuwe manieren om met macht om te gaan: de ruimte die je van iemand krijgt of die je zelf opeist om meer van het leven te genieten of het zin te geven. In seksualiteit kan je experimenteren met hoe je jezelf kan overgeven aan iemand anders, hoe veel vertrouwen je in jezelf of in de ander hebt om je dromen uit te leven.'

maria clara villa-lobos: ‘Dans als kunstvorm roept bepaalde lichaamssensaties op en je hebt fysiek contact met anderen. Dus ja, soms.'



9.

Heb je kunst ooit als pornografie gebruikt?

marc vanrunxt: Overgave

jan decorte: ‘Dat is een moeilijke vraag. Foto's en schilderijen wellicht. Beeldhouwwerken in mindere mate. Ik heb pornografie wel als kunst gebruikt. Ooit heb ik op 8mm een fictieve verkrachting gefilmd, met Mieke Verdin en Guy Dermul, die ik in Verkommenes Ufer Medeamaterial Landschaft mit Argonauten heb gebruikt. Dat was tamelijk heftig. En in Betonliebe + Fleischkrieg Medeia zat ook een vleugje pornografie. Die voorstelling opende met een piëtabeeld waarin ik naakt aan de borst van een danseres lig. Tijdens een voorstelling voor bankbedienden liep een deel van het publiek al buiten bij deze openingsscène.'

alexander devriendt: ‘Ja. De vele verantwoorde Photo-magazines die in mijn vaders kast lagen, vormden de basis van mijn eerste seksuele ervaringen. Al is dat opgehouden toen ik na het bekijken van een aantal foto's plots doorhad dat het een hermafrodiet bleek te zijn... En de tekeningen die mijn beste vriend vroeger maakte van de stripfiguur Natasja.'

jennifer lacey: ‘Ik ben geen grote consument van beeldpornografie. Ik hou van literatuur voor die doeleinden. Bij elk beeld dat me ooit heeft opgewonden, stel ik me vroeger of later de vraag ‘waarom'? Dan wordt het kitscherig tot en met, los van de herkomst ervan.'

shelly silver: ‘Niet onmiddellijk.'

robert steijn: ‘Ja, net nog in de voorstelling Fuck all that Shit van Barbara Kraus. Ik heb zeer veel poses en situaties gebruikt uit de pornografie om het publiek lastig te vallen met voorbeelden van slechte smaak en versleten publieksprovocaties. Eigenlijk alleen maar om het publiek te ergeren. Door hen in mijn belichaming van Tony Clifton de suggestie te geven dat ik denk dat ze geshockeerd zijn, wanneer ik bijvoorbeeld een hele tijd met mijn benen wijdopen op mijn anus sla, terwijl mijn tong als een hitsige mongool uit mijn mond hangt. Do you get the picture? Wel dit keer met mijn broek aan... Van collega 's kreeg ik het compliment dat ik daarbij zo mooi met mijn ogen kan draaien. Porno blijft acteren, een spel dat je niet te serieus moet nemen.'

maria clara villa-lobos: ‘Dat is een lastige vraag. Ik denk dat het omgekeerde gemakkelijker is. Ik zou ja kunnen zeggen, als je het idee om geneukt te worden door een winkelwagentje als kunst beschouwt.

Aanvullende commentaar: shelly silver: ‘Het is interessant dat bijna al deze vragen gaan over ofwel censuur ofwel mogelijk kwaad. Geen enkele ervan gaat over de elementen, de inhoud, de verschillende esthetica die aanwezig zijn in seksuele beeldspraak of pornografie...'

De ‘Nine Sex Questions' komen uit Art-A Sex Book van John Waters en Bruce Hainley. Copyright 2003 John Waters & Bruce Hainley. Reproduced by kind permission of Thames & Hudson London, Ltd.

Volledig artikel als PDF

Auteur Redactie Etcetera

Publicatie Etcetera, 2006-09, jaargang 24, nummer 103, p. 04-11

Trefwoorden seksueelshellysilverdevriendtlaceysteijnjenniferseksmijn

Namen Alexander DevriendtAmerikaanseAmsterdamAnn Liv YoungAnother Way of TellingArt–A Sex BookAvignonBausBelgiëBerlijnseBetonliebeBlind DateBrooklyn MuseumBruce HainleyBurgtheaterChris BurdenChris OffiliClockwork OrangeColumbineCymbelineDuitslandEpicEuropeseFinleyFleischkrieg MedeiaFoucaultFrans PoelstraFuckFur StefanGeorge BatailleGiulianiGuy DermulHoger GerechtshofIranJan DecorteJan FabreJason Rhodes'Jennifer LaceyJesse Helms'Joeri en SophieJohn DuncanJonathan GlazerKillusionKopergieteryLa FuraLondenMapplethorpeMarc VanrunxtMarokkaanseMarokkoMechelenMieke VerdinNatasja.'National Endowment of the ArtsNederlandNew YorkseOnbenulOntroerend GoedPerversiePicassoPornoPulp FictionR-ratedRobert SteijnSam Bogaerts Bea RouffartSerranoShadowShelly SilverSigridThe Smile Off Your FaceThisTony CliftonUfer Medeamaterial Landschaft mit ArgonautenVerenigde StatenWeenseWenenX-rated.'‘John Berger‘Nine Sex Questions'“Ach Mensch!”


Development and design by LETTERWERK