De zerk van ons verlangen
De zerk van ons verlangen.
maybe forever, het eerste gezamenlijke project van Meg Stuart en Philipp Gehmacher, geeft aan stilstaan in dans een actuele invulling, die optimaal uit de verf komt dankzij de alchemie tussen twee verwante makers. Vervreemding en melancholie wijken voor een kern van harmonie die ontroert door kracht en kwetsbaarheid. De impact doet opnieuw geloven in een authentieke aanwezigheid binnen een theatraal kader.
Meg Stuart en Philipp Gehmacher staan in maybe forever als choreograaf en danser voor de gevoeligheden van twee generaties. Stuarts debuut uit 1991,
Philipp Gehmacher haalt stilstaan en onderbreking naar binnen. Telkens opnieuw staat hij stil om aandachtig hier en nu de realiteit van zijn lichaam in deze omgeving in zich op te nemen. Zijn bewegingen zijn onzeker, bij elke stap lijkt hij verloren. Hij stelt zich kwetsbaar op, wars van sociale en theatrale schijnvertoning. Telkens opnieuw ook gaat hij de verbinding aan met zichzelf en zijn omgeving. Hij ontsluit zo in zijn lichaam een weg naar transformatie en vernieuwing. Door van Gehmachers stilstaan de nexus van de voorstelling te maken, kan maybe forever gelezen worden als een uitdrukking van een hoge nood aan individuele overlevingsstrategieën en individuele verantwoordelijkheid in wat
Verwantschap en verschil
De impact en de aard van hun respectieve danstaal moest Philipp Gehmacher (
aardige manier liet beschrijven. Wat hen verbindt, is de representatie van vervreemde lichamen in een spiraal van manke communicatie. De verschillen in de manier waarop ze die kijk omzetten in podiumbeelden werden mooi geïllustreerd in de voorstellingen die ze elk apart eerder dit jaar in het
In februari zag ik
Naast dat cyclische, naar binnen gekeerde minimalisme van Gehmacher leek
In een kartonnen decor van beeldend kunstenares
Voor altijd, misschien
Twee dansgeneraties in fasen van respectievelijk ‘cyclisch binnen' en ‘lineair buiten', rond en langs een kern van vervreemding. Op welk punt vinden ze elkaar? Hoe slagen ze er in van één plus één drie te maken? Mijn stilaan overprikkelde nieuwsgierigheid maakt dat ik twee keer achter elkaar ga kijken naar maybe forever. Op een basso continuo van lieflijke natuurklanken, gorgelend water en kwetterende vogeltjes in een grijzige dageraad wordt een duet ingezet tussen een man en een vrouw. Hij sleept zich over de podiumvloer naar haar toe als een man in de woestijn, op zoek naar een druppel water. Als ze naast hem ligt en zich aan hem vastklampt, pint hij haar agressief op de vloer met haar hals gevangen in de holte tussen zijn romp en elleboog. Als ze even later rechtstaan, probeert hij opnieuw contact te maken. Hij reikt naar haar, blind, en omhelst haar met gestrekte voorarmen, handpalmen naar boven. Dan gaat hij van haar weg om zijn gebaar, als een offer, knielend neer te leggen op de grond. Zij kleeft zich opnieuw aan hem vast, hij zeult haar mee terwijl hij zich van haar verwijdert. Keer op keer verliezen ze het pleit: er is geen ontmoeting. Deze kleine cyclus is de inzet van wat op het eerste gezicht te omschrijven valt als een parabel over verlangen, verlies en melancholie, met twee ex-geliefden die hun verhaal vertellen in een opeenvolging van dansduetten en -solo's, alleenspraken en songs. De protagonisten zijn een man (Philipp Gehmacher), een vrouw (Meg Stuart) en een muzikant (
Elk aspect van deze voorstelling lijkt een bouwsteen die de tragiek van gemiste ontmoeting en onmogelijkheden illustreert. Keer op keer moet het heden wijken voor een melancholisch rouwproject: verlangen naar wat niét hier en nu aanwezig is. De tijd vertaalt zich in wat voorbij is en wat had gekund: liefde, herinneringen en wensen.
De melancholie is verweven in de liedjes en in elk van de attributen op de scène. Tegen de achterwand is een plafondhoog beeldscherm opgehangen met aan weerszijde donkergrijze gordijnen. Eén beeld blijft op het ritme van de voorstelling in wisselende kleur- en helderheidgradaties geprojecteerd: twee uitgebloeide, pluizige paardenbloemen. Blaasbloemen noemden wij ze als kind. Als je alle pluisjes in één keer wegblies, mocht je een wens doen, net als met de kaarsjes op de verjaardagstaart. Achter de hoge gordijnen is de ruimte waar wensen misschien werkelijkheid worden – later kondigt de muzikant een
Er staan vooraan enkele microfoons waar verklaringen afgelegd en herinneringen opgerakeld worden. Dan is er de soundscape die aan het verhaal nog een laag van tijd toevoegt: ‘Shall we make our wishes at the same time so we don't have to listen to each other?' horen we de vrouw zeggen.
Met de eerste solo van Gehmacher ga je de gebeurtenissen anders lezen. Hij komt op en lijkt te aarzelen. Hij zet een wat slungelige stap naar voor en zet zich neer op de vloer, benen voor zich uitgestrekt, armen langs het lichaam. Hij spreidt zijn armen opzij en naar boven. Zijn bewegingen zijn niet vloeiend. Telkens opnieuw wordt het verloop ervan onderbroken, staat hij stil, keert terug om van daaruit opnieuw te vertrekken. Hij reikt omhoog, laat zich op zijn knieën vallen en legt wat hij ginder vond hier voor zich neer. Ondertussen etaleert de vrouw zich op de treden van de tombe. Hij staat op, loopt naar het scherm, kijkt voor zich uit naar het beeld en heft opnieuw zijn armen. Zij gaat naast hem staan en imiteert zijn bewegingen. Ik ben ontroerd, tot tranen toe. Hoezo?
Gehmacher schudt de tijd van zich af en maakt het heden mogelijk. Hij slaagt er in om mij, de toeschouwer, te betrekken in zijn cryptisch geformuleerde ‘het-moment'. Hoe doet hij dat? Ik ontwaar twee ‘technieken'. Er is zijn idiomatisch repertoire van aarzelen, horten, stilstaan – evenveel manieren waarmee hij zichzelf de tijd geeft om telkens opnieuw terug te keren naar wat nu aan de hand is. Het pantser van vertoon is overbodig: er is plaats voor inkeer en een kwetsbare openheid. Daar komt de tweede uitpuring in het bewegingsmateriaal van Gehmacher om de hoek kijken – wat ik hier maar zijn mental-idioom zal noemen. Hij schuifelt met ingedraaide voeten en licht gebogen hoofd voorbij ons ‘intello's' in de zaal alsof hij niet van deze wereld is. Er gaan grote spasmen en schokkerige bewegingen door zijn lichaam, die hij niet onder controle lijkt te hebben. Elke stap vooruit is eerder een vooruit vallen. Zijn blik staat op oneindig. Hij brengt het vocabularium van een disabled mind, een andersvalide geest, die we associëren met gedrag dat geen toegevingen doet aan sociale disciplinering en dat geen weet heeft van zelfbewust etaleren van ego. Zijn voortbewegen laat zich niet opjagen door wensen en verwachtingen. Hij creëert een nexus die tijd en ruimte ontglipt. Er blijft geen ander referentiepunt dan het hier en nu in zijn lichaam, waarmee hij trillingen in de ruimte doet ontstaan.
Contrapunt
Het ‘nu' van tijd zit in het lichaam van Gehmacher en is vanaf zijn eerste solo de kern van de voorstelling. Daar omheen doet een weefsel van herinnering en melancholie dienst als contrapunt. Het aandeel van Meg Stuart zit in de kracht en visie waarmee ze de ontmoeting aangaat en dat contrapunt accentueert: ze etaleert haar lichaam terwijl hij in zichzelf keert, ze klampt zich vast terwijl hij zich verder sleept. Ze probeert zijn bewegingen te imiteren en vindt een taal om uit te drukken hoe ‘nu' angst aanjaagt. Haar tekstsolo is een snoer van herinneringen die ze aan elkaar knoopt met telkens opnieuw de aanzet ‘Do you remember...?'.
‘Oké, ... One, two...' zegt ze in de microfoon om dan, na een grote heftige inademing, te stokken. ‘I'm not ready!' Ze springt weg van de microfoon en haar lichaam is één kramp van afweer. Ze komt terug: ‘It's all around, my bravery is all around'. Even later wordt duidelijk welke vorm van dapperheid aan de orde is: ‘His eyes are wide, he's going to explode, bravery is all around'. Op het ritme van de tekst keert ze terug in de tijd: ‘Where did they go then,then,then,then...?' Gehmacher komt eraan en gaat op de zerk zitten, met zijn rug naar de zaal. Ze plaatst zich naast hem. Ook uit hun ruggen blijkt het verschil. De hare toont zich, de zijne is ingekeerd. Het pezige, ‘dappere' lichaam van Meg Stuart is de som van een andere (dans)geschiedenis dan het zachte, ingekeerde lichaam van Philipp Gehmacher.
In het contrapunt zit ook de kracht van de voorstelling. Het maximaliseert de impact van hoe hier een nieuw gegeven wordt toegevoegd aan de geschiedenis van gebroken en verbrokkelde beweging en lichamen, van stilstaan in dans. Het nieuwe open en generatieve ‘nu'-moment wordt in de verf gezet door alles wat ‘niet-nu' is: herinnering en verlangen – de evergreens, het beeld van de wensbloem, woorden uit het verleden op de soundscape, de zerk/annex altaar. Tegelijk wordt duidelijk dat er geen verleden bestaat dat niet langer werkzaam is: elk verste en kleinste verleden blijkt vorm te geven aan nieuwe verbindingen, die van het ‘nu' van het lichaam een voortdurend hernieuwd heden maken dat meetrilt in een voortdurend hernieuwde ruimte. Gehmacher gaat naar binnen, opent zich voor wat nu aanwezig is, integreert, herpositioneert en gaat verder, om telkens opnieuw de hele procedure te
herhalen. Zo wordt bij elke stilstand ook elke herinnering, elk gegeven dat voorbij is, meegenomen. In de tekstsolo, die de voorstelling afsluit, zegt hij dat in zoveel woorden. Als hij eerst voor de ene microfoon gaat staan, en daarna voor de tweede, hoor ik iemand in de zaal zijn keel schrapen. Je had niet verwacht dat Gehmacher zou kunnen praten, maar zijn ritme is in perfecte harmonie met de muziek van de soundscape. Heel traag, in verschoven tijd, alsof hij een brief meeleest terwijl die geschreven wordt, zegt hij:
En met die woorden wordt de aflossing aangegeven.
Bron:
Sloterdijk zoals geciteerd in:
Philipp Gehmacher in een interview met
Zie ook
‘This is the moment where
I have to accept the place ... place I'm in
I want you to know
that I love and cherish you.
You gave me my beginning'.
Auteur Lieve Dierckx
Publicatie Etcetera, 2007-09, jaargang 25, nummer 108, p. 72-75
Trefwoorden gehmacher • philipp • stilstaan • forever • maybe • stuart • contrapunt • harmonie
Namen Bernard • Blessed van Meg Stuart • Bosnië • CC Maasmechelen • Disfigure Study • Doris Dziersk • Exhausting Dance • Francisco Camacho • Franse • Gabriele and Völckers • Golf • Harmonie • Hatje Cantz Publishers • Hortensia • Jean-Marc Adolphe • Jeroen • John Cage • Kaaitheater • Lepecki • Like • Martin • Michel • Natuur • New York • Niko Hafkensheid • On Philipp Gehmacher • Parijs • Peter Sloterdijk • Philipp Gehmacher en Meg Stuart • Raimund Hoghe • Reward-walsje • Routledge • Salzburg • Shadow • Tao Te Ching
Development and design by LETTERWERK