Archief Etcetera


Film



Film

Maybe Sweden

Margien rogaar en WunderbauM

De jonge Belgisch-Nederlandse acteursgroep Wunderbaum en regisseur Margien Rogaar ensceneren in hun langspeelfilm Maybe Sweden een kleine nachtmerrie: aangespoelde Afrikaanse asielzoekers verstoren een vakantie aan de Mediterranée. Maar doet Wunderbaum nog iets meer dan ensceneren?

De ‘wonderboom' of Ricinus Communis is een snelgroeiende tropische plant die het gif ricine bevat, maar waaruit ook wonderolie met allerlei praktische en medicinale toepassingen gewonnen wordt. Zo groeit ook het collectief van de Wunderbaum-acteurs Walter Bart, Wine Dierickx, Matijs Jansen, Marleen Scholten en Maartje Remmers snel. De vijf studeerden in 2001 af aan de Toneelacademie Maastricht, begonnen als JongHollandia onder Johan Simons' ZT Hollandia, en volgden de regisseur nadien naar het NTGent. Via het Productiehuis Rotterdam

Maybe Sweden © Nicholas Burrough



bleef het gezelschap ook Nederland bespelen, waar het na het vertrek van Simons uit Gent waarschijnlijk weer naar terugkeert. Gif en tegengif stopt Wunderbaum in toneelstukken die vaak locatieprojecten zijn met opvallend actuele thema's. Zo was het recente Kamp Jezus een zoektocht naar de plaats van spiritualiteit in de hedendaagse samenleving. Met Maybe Sweden, dat net als hun stuk Welcome in my backyard (2005) over asielproblematiek handelt, maakte Wunderbaum ook een eerste langspeelfilm. Daarin krijgen vijf vrienden tijdens een onbezorgde leesvakantie ergens aan de Middellandse Zee onverwacht bezoek van zieke en ontredderde Afrikaanse asielzoekers die wat verderop zijn aangespoeld. Na de verbaasde uitroep ‘Jongens, er zit een of andere neger in de tuin', neemt de neger al snel aan de ontbijttafel plaats, wast hij ongevraagd de auto van de blanke, en maakt hij al even ongevraagd gebruik van diens gsm.

Het gegeven van de leesvakantie is in ieder geval dankbaar. Als er een moment is waarop ook een goedmenende Westerling niet meteen behoefte heeft aan concreet wereldleed, dan wel tijdens zo'n duur op het gestresseerde leven bevochten weekje herbronningsverlof. De intertekstuele geintjes zijn wat dat betreft ook veelzeggend: van het personage dat het migratiedrama De ontelbaren van Elvis Peeters leest, zal meer betrokkenheid te verwachten zijn dan van hetgene dat Het proces van Kafka verkiest. De vakantiegangers kunnen hun boek in ieder geval niet meer neerleggen of ze kijken de asielzoeker in de ogen. Op het vervelende ethisch appèl dat van die blik uitgaat, formuleren ze allemaal een ander antwoord. Mira heeft last van het Florence Nightingalesyndroom en dwingt de bezoekers op het irritante af in hun slachtofferrol. René geeft blijk van een verregaande fascinatie voor het lot van de nobele wilde. Anna toont zich redelijk onverschillig, terwijl Werner de sympathieke vluchtelingen Zweden als einddoel aanraadt – als betrof het een restaurant dat hij kan aanbevelen. Frederik is cynischer: het ontbreken van Parmesaanse kaas voor het avondmaal lijkt hem het meest wezenlijke probleem.

In deze geduldig opgebouwde prent die flirt met de zwarte komedie, zitten behoorlijk wat pittige vertolkingen en gedenkwaardige scènes die het beperkte vocabularium in de verf zetten waarmee de vakantiegangers de verwarrende situatie te lijf proberen te gaan. Alleen al door quasi-geïnteresseerd voor de boekenkast te gaan staan degradeert de asielzoeker de gehele wereldliteratuur tot praatjes voor de vaak. Geestig is ook de discussie of het een goed idee zou zijn vluchtelingen Michel Houellebecq te laten lezen. Kwestie van hen snel een idee te geven van de rotzooi die ze zich op de hals halen door naar West-Europa te migreren.

Maar wat is dan de conclusie, behalve dat de gewetensbezwarende aanwezigheid van enkele noodlijdenden de gebruikelijke vakantieruzietjes in de hand werkt, en dat het migratieprobleem dus niet opgelost zal worden in een vakantiehuisje vol boeken? Misschien hadden de gebeurtenissen in en om dat huisje iets nadrukkelijker en omstandiger als een richtinggevend schaalmodel kunnen fungeren om de vragen en antwoorden in het migratiedebat eens op een intuïtieve manier te toetsen. Wunderbaum beperkt zich hier tot het onderlijnen van de urgentie van dat debat. Zij het op pakkende wijze. michaël bellon

Maybe Sweden, van Margien Rogaar en Wunderbaum, Noa Entertainment/Zoo Picture in coproductie met vpro/ntgent & Productiehuis Rotterdam, Nederland, 2006



Aanrijding in Moscou

ChristoPhe van roMPaey

In het openingsweekend van Aanrijding in Moscou vlogen maar liefst 23000 tickets de deur uit. In Gent zitten de zalen vol en wordt er luid geapplaudiseerd. Maar Brussel is Vlaanderen niet: als ik op een vrijdagavond in Kinepolis ga kijken, dagen zo'n dertig mensen op.

De film behoort tot de reeks ‘Faits divers' waarvoor het Vaf en VTM een samenwerking aangingen, en waar eerder al Verlengd weekend (Hans Herbots) en Dennis van Rita (Hilde Van Mieghem) deel van uitmaakten. Het uitgangspunt is telkens een waar gebeurd verhaal of iets dat echt gebeurd zou kunnen zijn.

Of hoe een banaal voorval je leven kan veranderen: op de parking van een warenhuis in Gent-Ledeberg botst Matty (Barbara Sarafian) met haar auto tegen de knalgele vrachtwagen van Johnny (Jurgen Delnaet) aan, met als gevolg een bitse woordenwisseling over wie daarvoor verantwoordelijk is. Op een bepaald moment laat Matty zich daarbij ontvallen: ‘Vandaag zat ik in uwen dooien hoek.' Daarmee is de toon gezet, want zoals veel in deze eerste speelfilm van Christophe Van Rompaey is de geciteerde zin niet enkel letterlijk (als de dode hoek van de chauffeur), maar ook symbolisch te interpreteren.

Zij is 41, hij 29. Zij lijdt onder het feit dat haar man Werner haar vijf maanden, twee weken en drie dagen geleden (zij telt obsessioneel de dagen) heeft laten zitten voor een jong ding, Gail. Maar Werner twijfelt, zeker nu blijkt – zoals Matty venijnig weet op te merken – dat hij het tempo van zijn nieuwe vriendin niet kan volgen. Ze blijft hopen dat hij terugkomt. Uiteindelijk wil hij dat ook.

Maar ondertussen is de vrachtwagenchauffeur in Matty's leven gekomen. Johnny heeft slechte ervaringen achter de rug en zegt niet meer in de vrouwen te geloven. Behalve in haar, want zij is anders. Het maakt haar wantrouwig. Tegelijk voelt zij zich geflatteerd.

In zijn eerste langspeelfim gaat Christophe Van Rompaey voor een rechttoe rechtaan vertelling die pendelt tussen romantiek en realisme. Het ‘klassieke' beeld van de getrouwde man die een midlifecrisis heeft en er met een veel jongere vrouw vandoor gaat, is hier achtergrondgegeven voor een omkering daarvan: een vrouw van middelbare leeftijd die in de ban komt van een jongere man.

Zo zijn er nog meer spiegelingen. Werner als tekenleraar is het prototype van de (twijfelende) intellectueel, terwijl Johnny Camione l'Amorose voor de volksmens staat. Maar het is wél de trucker die met uitweidingen over de Mona Lisa en Leonardo Da Vinci komt aandraven. Als loketbediende in een postkantoor staat Matty tussen de twee in.

Het scenario van Jean-Claude Van Rijckeghem en Pat Van Beirs is zorgvuldig opgebouwd en sober uitgewerkt, evenwel met aandacht voor details. De keerzijde is dat de situaties soms wat kunstmatig overkomen. Hetzelfde geldt voor de dialogen die nu eens naturel klinken, dan weer erg literair aandoen, en soms ook wat uitleggerig zijn.

Dit alles maakt dat het geheel zeer genietbaar is maar ook als vrij geconstrueerd wordt ervaren. Typerend zijn de woordspelletjes (zoals met de betekenis van ‘wijs' in het Standaardnederlands versus het Gents), liedjes (‘Ieder mens maakt ooit een fout'), en de opzichtige hints, zoals wanneer voor de zoveelste keer door de jongste dochter de tarotkaarten worden gelegd en er wordt opgemerkt: ‘Ze brengen het geluk niet op uw talloor.'

Wat er dan wel op het bord ligt (bloedworst of waterzooi), wordt getoond in een aantal eettaferelen die het ongemakkelijke van de situatie waarin de protagonisten zich bevinden ten overvloede duiden.

Soms wordt het voorspelbaar. Als Johnny met Matty en kinderen in een café zit en op de radio So Long van Fischer Z te horen is, dan weet je al dat er een confrontatie met het verleden op komst is. Inderdaad botst in de volgende scène Johnny op straat onverwachts tegen zijn ex en haar nieuwe vriend aan. Omdat we weten dat hij een verleden heeft met agressie en drank, weten we ook waar die ontmoeting toe zal leiden.

Terecht werd in de recensies gewezen op de knappe acteerprestatie van Barbara Sarafian. Maar evenzeer zet Johan Heldenbergh een kwetsbare Werner neer die met lede ogen aanziet hoe zijn vrouw het hof wordt gemaakt door een man van nog geen dertig jaar oud, en hoe die nieuwkomer zich met gemak ontfermt over en aansluiting vindt bij zijn wat teruggetrokken opererend jongste zoontje dat alle Buck Danny's heeft gelezen en later piloot wil worden.

Jurgen Delnaet gaat voluit in zijn rol van enthousiaste aanbidder die onbesuisd op zijn doel afgaat en er alles aan doet om als eerste over de meet te geraken.

Matty, die aanvankelijk in een slachtofferrol zit, beseft dat zij het is die een keuze moet maken. Het verwart haar. Als tienerdochter Vera (overtuigend gespeeld door Annemone Valcke) ook nog eens lesbisch blijkt te zijn, wordt het haar allemaal wat veel. Even denk je dat de soep zal gaan overkoken, maar echt meeslepend en gevaarlijk wordt het uiteindelijk nooit.

Deze film over twijfelende mensen had een verschroeiend drama kunnen zijn, maar het is al bij al bij een fait divers gebleven. Maar goed, dat was misschien ook wel de bedoeling? johan reyniers

Aanrijding in Moscou, van Christophe Van Rompaey, productie A Private View, België, 2008; www.aanrijdinginmoscou.be

Barbaria Sarafian en Jurgen Delnaet in Aanrijding in Moscou © A Private View


Development and design by LETTERWERK