Advanced Search found 4 item(s) featuring "Iwan Gilkin"
1925-09 Julien Flament : Y a-t-il un théâtre belge? (Willem Putman)
- . . . het tweede deel van Flament 's betoog. Van deze opsomming volgt hier een beknopte samenvatting. Onder de mannen der "jeune Belgique" schreef Iwan Gilkin "Savonarola", "Les étudiants russes" en "Le roi Cophétua". Meer bekend zijn van Camille Lemonnier "Le mâle" en "Le mort", een mime-spel . . .
1924-10-04 DOOD VAN IWAN GILKIN (Karel Van de Woestijne)
- . . . DOOD VAN IWAN GILKIN Wij vernemen dat hij, zes en zestig jaar oud, plots gestorven is: wij voelen geen groot leed, noch de leegte die hij . . .
- . . . van den ouderen, reeds uitgeweken Georges Rodenbach , was hij onder de strijdgenooten meer de literator dan de dyonisische of mystische dichter: Iwan Gilkin - en hier kom ik wat verder op terug, - is vooral merkwaardig-goed als hij, bewust of onbewust, een navolger, of althans een . . .
- . . . wij, jongeren, nog steeds met grooten eerbied naar opkijken. Want die eerste jaren tachtig te Leuven: in het Fransche kamp Giraud , Gilkin , Gille ; in het Vlaamsche Pol de Mont , Albrecht Rodenbach , Flor Heuvelmans die in dien tijd ook . . .
- . . . uit den grond gestampt, en ook dàt geschiedde door deze jonge mannen die - ik spreek hier meer bepaald van Giraud , Gilkin en Gille , - ineens tot bewustzijn werden gebracht door Baudelaire , Leconte de Lisle (die ook op onzen
- . . . Leconte de Lisle (die ook op onzen Rodenbach invloed had), Théodore de Banville . Om mij meer bepaald tot Iwan Gilkin te beperken: na naar den geest natuurlijk ingetoomde, maar dan toch zeer goede humaniora in het Brusselsche Sint Aloysius-gesticht dat, in dien tijd, . . .
- . . . school waar hij, in lagere klassen, een Prosper van Langendonck en een Henry Carton de Wiart kon ontmoeten, trok Iwan Gilkin voor zijne rechtsstudies naar Leuven, waar hij, zooals ik zei, den jongen Van Keyenberg , alias Albert Giraud vond. Maar . . .
- . . . die trouwens, meer nog dan van Baudelaire , een discipel van Leconte de Lisle was); wat in Baudelaire Gilkin trof en aantrok, het was het perverse en satanische, dat bij den meester reeds niet weinig valsch klinkt, en bij den leerling eene schrille . . .
- . . . " Jeune Belgique " de eerste gedichten uit zijn lateren bundel La Nuit instuurde, klonk het als eene openbaring. Het kweekte de ambitie van Gilkin aan. Hij smeedde danteske plannen. Die Nuit zou het eerste deel zijn van eene triologie, met als vervolgstukken L'Aube en La Lumière. Doch, zat . . .
- . . . niets terecht, die de opstijging tot het louterende licht van God moesten verduidelijken en ten slotte leiden tot eene katholieke apotheose. Toch voelde Gilkin al den last van zijne verknechting: hij rukte zich los, ... om zich ditmaal, wellicht onder den invloed van Valere Gille , bij . . .
- . . . beauté, La fralcheur divine des roses Et buvons à notre santé Loin des névroses. Was het al veel oprechter? De beste vrienden van Iwan Gilkin vonden deze "Cerisier" nog meer verdacht dan zijne "Nuit": beide boeken zijn nochtans, ik herhaal het, de beste van den dichter. Want toen . . .
- . . . bevreemding wekken zou, als in "La Nuit" maar al te vaak gebeurde. En de critiek juichte toe: niets, dat haar hier had verontrust. Gilkin was echter te fijn, te intelligent, en ook wel te eerlijk om zich door dit applaus beet te laten nemen. Geprikkeld wellicht door den . . .
- . . . meer behoudsgezinde " Jeune Belgique " hadden losgerukt; bijval die, hij besefte het wel, te wijten was aan eene ruimere en echtere persoonlijkheid, zocht Gilkin zijn weg op andere banen. Hij beproefde het met het tooneel, schreef een wijdloopigen Savonarole die wel treft door ernstig uitdiepen der karakters en . . .
- . . . mat blijft. Daarop volgde eene comedie: Les Etudiants russes, die weer sukses had, maar dit sukses wellicht dankt aan eene nogal melodramatische gewoonheid. Gilkin ging graag door (ten bewijze zijn Prométhée) voor een philosoof: hij hield inderdaad veel van het nobele spel der ideeën, en vele ideeën van . . .
- . . . is het in elk geval), en zelfs die lange "Nef" van Elémir Bourges met al hare verblindende schoonheden. En eindelijk distilleerde Gilkin , sedert den vrede, uit de limonade van Burne Jones, een Roi Cophétua, waarvan men, als na de "Algésiras" van den ouden Corneille , . . .
- . . . Roi Cophétua, waarvan men, als na de "Algésiras" van den ouden Corneille , niet dan "helaas!" kan zeggen. Zal de Egmont, die Iwan Gilkin in handschrift nalaat, zijne reputatie als tooneelschrijver redden?.... In elk geval blijft voor ons de dichter over, maar dan de dichter van "La . . .
- . . . zijn minst-persoonlijk, maar dan toch schitterendst, en zeker meest-oprechte boek. Want men kan een epigoon zijn, én oprecht. Het is het lot van Iwan Gilkin geweest, slechts uit te blinken met ontleend licht. Maar er blijft, dat hij in onze Belgisch-Fransche letteren éen der eersten is geweest die . . .
1922-08-20 DE WEEK VAN JAMES ENSOR II (Karel Van de Woestijne)
- . . . Emile Verhaeren , een Eugène Demolder , zij konden het niet langer houden met tamme Parnassiens als een Albert Giraud en Ivan Gilkin , die hun laatste toevlucht vonden in den schoot van een Théodore de Banville . Thans, na veertig jaar, kunnen wij eclectisch oordeelen. . . .
1922-12-05 FRANSCH-BELGISCH TOONEEL (Karel Van de Woestijne)
- . . . schiften, om het alleen te houden met echt dramatisch-aangelegde auteurs. Zoodat lyrici als Albert Giraud , dichter van Eros et Psyche, en Iwan Gilkin , schrijver van de anders wel pakkende Etudiants russes en Savonarole, wegvallen, evenzeer trouwens als de beminnelijke en wat zoete dichter van Kaatje, de . . .