Advanced Search found 1 item(s) featuring "Willem Schürmann"
1926 Willem Schürmann: "De Violiers" (Lode Monteyne)
- . . . Willem Schürmann «DE VIOLIERS». Op 26 Januari 1915 overleed Willem Schürmann , pas acht-en-dertig jaar oud, in zijn geboortestad Rotterdam. Een borstkwaal, . . .
- . . . Willem Schürmann «DE VIOLIERS». Op 26 Januari 1915 overleed Willem Schürmann , pas acht-en-dertig jaar oud, in zijn geboortestad Rotterdam. Een borstkwaal, waarvoor hij te-vergeefs genezing had gezocht aan de Riviera en in het Zwitsersche . . .
- . . . tot groote pret van zijn toehoorders, die, later kennis makend met de gedrukte versie, somwijlen teleurgesteld werden... Zij misten dan den klank van Schürmann 's stem en zijn expressieve mimiek. Men verhaalt, dat Rooyaards, die Schürmann zijn «Violiers» had hooren voorlezen en er direct voor gewonnen bleek, . . .
- . . . versie, somwijlen teleurgesteld werden... Zij misten dan den klank van Schürmann 's stem en zijn expressieve mimiek. Men verhaalt, dat Rooyaards, die Schürmann zijn «Violiers» had hooren voorlezen en er direct voor gewonnen bleek, aan bekenden meedeelde : « Schürmann speelde 't je voor !» Overigens, . . .
- . . . Men verhaalt, dat Rooyaards, die Schürmann zijn «Violiers» had hooren voorlezen en er direct voor gewonnen bleek, aan bekenden meedeelde : « Schürmann speelde 't je voor !» Overigens, in zijn jeugd had de auteur op het dilettantentooneel gestaan en daar lauweren geoogst. Zijn vroegtijdige dood heeft . . .
- . . . zijn jeugd had de auteur op het dilettantentooneel gestaan en daar lauweren geoogst. Zijn vroegtijdige dood heeft niet belet, dat de kunstenaar in Schürmann tot rijpheid gedijde. Hij bezat -- naar zijn vrienden beweren -- een scherpe opmerkingsgave, veel menschenkennis en zin voor dramatiseering. Zijn grootste werk is . . .
- . . . de lezing van «De Violiers» denkt men aan Heijermans ' «Ghetto» en, meer nog, aan zijn «Opgaande Zon»... Er zijn toestanden in Schürmann 's stuk welke deze vergelijking opdringen. Bestaat er niet een treffende gelijkenis tusschen de figuren van Esther en Rafaël? Door hun sentiment, hun levensbeschouwing, hun . . .
- . . . schier altijd willen ontsnappen door het scheppen van pathetische toestanden en tragische figuren, die aan zijn spelen een meer algemeene beteekenis konden geven. Schürmann is minder geweldig. Zijn realisme wordt strenger volgehouden. Een hoogere algemeen-menschelijk idee vormt niet den grondslag waarop hij zijn tooneelspel bouwt. De tragiek van . . .
- . . . tragi-komedie, boeiend als zedenschildering, aantrekkelijk door de dikwijls voortreffelijke karakterteekening : een werk, zooals men er een van den geestig-typeerenden en scherp-opmerkenden verteller Schürmann verwachten mocht. * * * In «De Violiers» vinden we terug een vorm die de eeuwige tragedie van levensferen, die elkaar nimmer benaderen noch . . .
- . . . van haat, vertwijfeling en opofferende liefde in wilde laai uitslaan. Heijermans zou ons storten in de donkerste kolken der onontwijkbare noodlottigheid. Schürmann voert ons heen langs de tragische afgronden en wijkt maar even af van het pad der gewone werkelijkheid, waar de tragiek zich soms beperkt . . .
- . . . kloof, die de menschen scheidt, te vullen met het verraderlijke zand eener vergetelheid, die niet veel meer dan schijn is. De Joden van Schürmann nemen het zoo nauw niet meer met hun godsdienst, waardoor het antagonisme, dat Violier tegenover den Christen koopman van Es stelt, niet zóó sterk . . .
- . . . weerzin van den Jood voor den Christ. Heijermans , schepselen dragen in zich nog de sterkte der bijbelsche Joden. De Israëlieten van Schürmann hebben zich aangepast bij het christen milieu, waarin ze leven. Enkel de herinnering aan ondervonden beleedigingen kan hun haat voor andersdenkenden nog aanvuren. En . . .
- . . . herinnering aan ondervonden beleedigingen kan hun haat voor andersdenkenden nog aanvuren. En is die haat wel veel meer dan afkeer ? Typeeren kan Schürmann met zijn zin voor het eigenaardige en zijn rijkdom aan verbeelding uitstekend. Voor den acteur is de voorstelling der hoofdfiguur wat men gemeenlijk noemt . . .