Archief Etcetera


Jean-Claude Carrière, de verteller vertelt



Jean-Claude Carrière, de verteller vertelt

Jean-Claude Carrière is sinds de opening van de Bouffes du Nord te Parijs in 1974 de vaste dramaturg van Peter Brook en het Centre International de Recherches Théâtrales. Met zijn Mahabharata schreef hij wellicht het grootste epos dat ooit voor theater bewerkt werd. Le Mahabharata is in de eerste plaats een boeiend-meeslepend verhaal. Niet toevallig is Jean-Claude Carrière zelf ook zo'n fascinerend verteller. Twee dagen na de eerste integrale opvoering in de 'Nacht' - populair zegt men ook wel de 'Maha-marathon' - praat hij enthousiast over dit reuzenwerk. Hij neemt de microfoon spontaan over en begint te vertellen over hoe het allemaal begon:

'Per toeval. Dat is het enig mogelijke antwoord, er van uit gaand dat het toeval bestaat. Peter Brook en ik hadden net Timons d'Athènes en Les Iks gemaakt (1975) toen we, heel toevallig, Philippe Lavastine leerden kennen: een India-kenner, professor in het Sanskriet, die ons heel gewoon verhalen vertelde. Wij hebben de Mahabharata ontdekt via de verteller, via een man die bij hem thuis, op een vriendelijke en enthousiaste manier, urenlang verhalen vertelde van een verbluffende kwaliteit: prachtig en vooral onbekend. Meestal gaan we naar het theater om stukken te zien van Shakespeare of Molière waarvan we vooraf reeds grosso modo het verloop kennen. Niemand twijfelt eraan dat Don Juan op het einde verbrand zal worden. Maar als Philippe Lavastine een verhaal begon, dan wisten we totaal niet hoe het zou aflopen. Dit kan een buitengewone nieuwsgierigheid losmaken: de mensen iets vertellen waar ze niets over afweten. Het is precies dat wat ons onmiddellijk getroffen heeft en zeer vlug, na twee of drie ontmoetingen met Lavastine, hebben we besloten dat we ooit át Mahabharata zouden monteren in de Bouffes du Nord. Op dat moment wisten we vanzelfsprekend nog niet wat voor moeilijkheden dat zou meebrengen: we kenden het epos nog niet, we kenden nog niet eens India.'

De Mahabharata is een immens omvangrijk werk: 12.000 bladzijden of ongeveer 15 maal de bijbel. Bovendien is het een epos. Hoe is die enorme massa materiaal gereduceerd tot die tien uur tekst? Hoe bent u te werk gegaan om die ruim 130.000 verzen om te zetten in een theatrale vorm?

'Dat werkproces was tegelijk eenvoudig en complex. Het is evident dat ik een stuk moest schrijven: het had geen enkele zin om de acteurs een gedicht te laten citeren. Er bestaat trouwens geen enkele valabele Franse vertaling van. Het kwam er in de eerste plaats op aan om het basisverhaal te leren kennen. Daarbij zijn de 'vertellers' zeer nuttig geweest. Daarna zijn we 'la grande lecture' begonnen: je hebt ongeveer een jaar nodig om de Mahabharata volledig te lezen. Peter Brook las in het Engels, ik in het Frans. Waar die twee vertalingen contradicties vertoonden hebben we - met de hulp van een professor - naar de Sanskriet-versie teruggegrepen. Een volgende stap was zeer belangrijk: de gezamenlijke lezing van Peter Brook en mezelf, met de hulp van Marie-Hélène Estienne. Die lezing heeft zo'n acht à tien maanden geduurd. Wij lazen elke dag en stopten bij die passages die ons interessant leken, of die noodzakelijk waren binnen het verloop van het verhaal. Omgekeerd ook bij die verhalen die ons overbodig leken, die door het basisverhaal dat ons verteld was overlapt werden. Tijdens die tweede lezing zijn we al beginnen schrappen: een aantal secundaire verhalen is geëlimineerd omdat we ons vooral op de grote 'verhaalstroom' wilden concentreren.'

'Daarna volgde het schrijven van het stuk zelf. Dat verliep zeer moeizaam, het was een zeer zware opdracht, maar precies uitleggen hoe dat in zijn werk ging lijkt nog moeilijker. Het zeer complexe werk is nu eens technisch verklaarbaar, dan weer niet. Ik heb bijvoorbeeld lijsten opgesteld van woorden die bruikbaar waren, andere met woorden die tot elke prijs vermeden moesten worden omdat ze te veel associaties zouden oproepen met stukken uit de middeleeuwse traditie, of met klassieke, romantische of al te moderne stukken. Dat is technisch werk. Daartegenover staat dan wat heel mysterieus de 'inspiratie' wordt genoemd: plots schrijf je bijvoorbeeld in een paar uur tijd een kwartier tekst die meteen definitief goed zit. Anderzijds gaat er soms een week voorbij waarin je niets op papier krijgt, zonder te weten hoe dat komt. Het stuk is dan stukje bij beetje geschreven tussen 1982 en 1984, dat wil zeggen tijdens de audities met de acteurs. Peter Brook had me gevraagd om de scènes die ik geschreven had samen met hen uit te proberen en dat is zeer nuttig geweest. Ik heb met alle acteurs gespeeld die in de produktie staan. Vooral de Afrikaanse acteurs hebben ons flink vooruitgeholpen: die zijn zonder de minste scrupules in het Mahabharata-gegeven gestapt alsof het over hun eigen land, hun eigen traditie ging. Ook onze reizen naar India hebben zeer veel opgeleverd: wij hebben daar niet alleen inspiratie gevonden voor een reeks beelden, maar vooral een idee opgebouwd over de grote vitaliteit en energie van het Indische volk, daarbij aansluitend ook van de vrijheid waarmee ze de personages in hun verhalen benaderen. Het schrijfproces is door al die elementen positief beïnvloed, maar zeker ook door de repetities en het eerste contact met het publiek.'

Hebt u scènes of personages geïntroduceerd die niet in de oorspronkelijke Mahabharata voorkomen?

'Nieuwe personages niet, maar wel nieuwe scènes. Er zijn zestien hoofdpersonages in het stuk met daarnaast een groot aantal nevenpersonages. In de Mahabharata fungeren oneindig veel meer personages: ik had het duidelijk niet nodig om er nog nieuwe aan toe te voegen. Ik had daarentegen absoluut nieuwe scènes nodig, want het kwam erop aan een stuk te schrijven. Het epos bevat een overvloed aan beschrijvende passages die weinig theatraal zijn. Alle scènes in mijn stuk zijn langer dan in de Mahabharata en ongeveer een vierde ervan komt niet voor in het epos. Zodra ik mij voldoende vertrouwd voelde met de personages kon ik ze tegenover elkaar plaatsen om na te gaan welke scènes er zich tussen hen zouden kunnen afspelen. Ik heb dat in de praktijk vaak uitgeprobeerd en soms leverde dat wat op, vaak ook niet. Maar deze werkwijze kun je slechts gebruiken als je die personages door en door kent, anders zouden die gecreëerde scènes nooit aanvaard worden door de Indiërs zelf. Nu willen ze die zelf vertalen, meer nog: ze willen het hele stuk opvoeren in India en Bengalen!'

Alex Mallems

Le Mahabharata - foto Georges Méran


Development and design by LETTERWERK