Archief Etcetera


Theaterfotografie



Theaterfotografie

Het goede beeld van de stemloze danser Tonen / niet vertellen

Natuurlijk is de dans, is het ballet een podium-kunst, hebben ze een scène nodig waartegenover zich de zaal situeert. De dansfotografie die deze as lijkt weg te laten uit haar beeldopbouw verdoezelt dus iets. De fotograaf creëert een beeld van de dans dat wellicht ook bestaat voor de toeschouwer, maar dan toch steeds bemiddeld door die funderende tegenstelling van het kijken en tonen binnen een afgesproken ruimtelijk coördinatenstelsel. Het is die bemiddeling die de fotograaf ontkent in de beelden die mij hebben geïnspireerd. Hij lost het probleem van de theaterfotografie op door het te negeren. Geen oplossing dus. Geen toeval dus dat de dansfotografie, die me zo verraste tijdens dit onderzoek, opvallend weinig voorstellingssensatie geeft.

Die vrijheid die de dansfotografie zich zo makkelijk toeeigent probeer ik te verklaren. Maar eerst nog de bedenking dat dansfotografie ook een enorme hoeveelheid stereotype en kitscherige beelden heeft voortgebracht. De sterke en originele beeldideeën van fotografie over dans zijn zeldzamer dan de stroom fotografische banaliteiten. Opnieuw omdat de correctie van de voorstelling, van de realiteit van een optreden, het wegzinken in triviale beeldfantasieën niet verhindert.

Wat de fotograaf die zich losmaakt van de scène kan laten zien beschreef ik al. Nu de vraag waarom het zo acceptabel, zo vanzelfsprekend lijkt dat de fotograaf zich losmaakt bij de dans van de funderende organisatie en dus sensatie van het scenische ? Wat verschilt er tussen dans als voorstelling en theater als voorstelling ? Wat kan de dansfotograaf, dat de theaterfotograaf niet kan, omwille van het gegeven ?

Het lichaam van de danser wordt niet bepaald, aan banden gelegd, in banen geleid door het woord. De danser spreekt niet, hij zingt niet : hij beweegt. De danser daagt niet alleen de zwaartekracht van de aarde uit, hij kan dat pas tenvolle omdat hij niet vastligt aan de zwaartekracht van het stemgeluid, van een adem die klanken moet dragen. De adem is een motor voor de danser - daarop stuwt hij zijn lichaam voort.

De danser brengt niet ten gehore, maar brengt uitsluitend voor het oog. De fotografie laat ons geluidloze acteurs en zangers zien als achter aquariumglas; maar de danser kan hij wel vatten in de essentie van zijn handelen.

Ontkoppeld van de stem, maar ook ontkoppeld van het gearticuleerde, talige stemgebruik. De speler zit vast aan betekenis, aan tekst, aan fictie, aan een verhaal. Hij brengt dat verhaal. De fictie waarop dansen gebouwd zijn, zijn middelen om het dansen toe te laten, eerder dan een referentietekst die begrepen moet worden. De danser gebruikt de fictie, de speler staat er in dienst van.

De danser is met andere woorden ook ontkoppeld van de zwaartekracht van de fictie. Zijn bewegingen illustreren niets. De theaterfotograaf kan alleen maar een ruimtelijke configuratie vastleggen, uiteraard niet de narratieve en dus sterk mentale voortgang en gedrevenheid van een voorstelling. De dansfotograaf daarentegen zit perfect in de geest van de dans als hij die ruimtelijke configuratie vastlegt. Daar is het immers in zo sterke mate om te doen. Dans is een plastische kunst, wat theater nooit is.

Vermits de danser laat zien (en niet zegt), vermits de danser toont (en niet vertelt) bevindt hij zich in een zijnstoestand waar de fotografie een goede greep op heeft. Woord en verhaal behoren niet tot het domein van de fotografie; zien en tonen zijn daarentegen het fundament ervan. De dansfotografie illustreert zoveel beter dan theaterfotografie de lust van het kijken. Ik waag maar de volgende vergelijking : in de fotografie van de podiumkunsten speelt de dansfotografie de rol die in de speelfilm voorbehouden is aan de close up. Het gaat in beide gevallen om intensere beelden die zich hebben losgemaakt uit de ruimtelijke continuïteit; het gaat in beide gevallen om ingrepen én kunstgrepen die ons ontkoppelen uit de scène en herkoppelen aan, hermonteren op een ander, een nieuw lichaamsbeeld en lichaamsbewustzijn. Er wordt een lichaamserotiek aangeboord die geen enkele beeld- en voorstellingsvorm ons ooit had kunnen geven : zo scherp, zo massief, zo massaal.

Tot welk een vrijheid de dansfotografie aanleiding geeft blijkt uit de vier foto's die ik koos. Foto's die ieder een eigen filosofie van de dans lijken te illustreren. Ofwel is de dans heftige concentratie, ofwel genereuze expansie die de wereld zelf in beweging lijkt te brengen. Nu eens lijkt de dans onderwerping te zijn van het lichaam, van vele lichamen aan één patroon; dan weer lijkt het lichaam in de dans de schepping zelf te willen en te kunnen herhalen. Nu eens is de dans discipline en constructie, dan weer is het orgie, exuberantie, extase. Het treft mij dat foto's dit kunnen zeggen, neen, laten zien.

Dirk Lauwaert



Irving Penn, Rudolf Noerejev, 1961 Ik hou van de vervorming. Ik hou van de overgang van ader naar naad. Ik hou van de dissonant tussen beide benen (één voet in, één buiten het kader). Ik hou van de moeilijk leesbare torsies van voet, enkel, kuit, knie, dij, heup, geslacht, dij, knie, scheen (en weg).



Margaret Bourke-White, Sovjet-danseressen, 1936 Niet de solist, maar de revue. Niet het detail maar de overdaad. Niet die ene, maar die velen in één vormpatroon. Ornament van de massa. En hoe uit de geometrie hulpzoekende blikken priemen.



Théodore Rivière, Loïs Fuller in De vlinder, 1896 Rond de eeuwwisseling veel foto's van dansers (ook van Nijinski) buiten, in openlucht, in een park. De dans als projectie in de ruimte, niet als discipline van de chaos.



Christine Yuin, in de discotheek 2001 Starship, 1977 Triomf van de verticaliteit, de erectie, de extase. De dans behoort toe aan de wereld. Terwijl het acteren onder het teken van het 'alsof staat, affirmeert men in de dans. Wat ? Niet wie men is (het sociale), maar dat men is (het vitale). En is dat ook niet het fundamentele bereik van de fotografie ?


Development and design by LETTERWERK