Archief Etcetera


Redactioneel



Redactioneel

Voor U ligt de vrucht van een samenwerking tussen Vlaamse en Nederlandse theaterjournalisten. Wij beschouwen dit gezamenlijke dubbel-nummer van Etcetera en Toneel-Theatraal als het veelbelovende begin van een samenwerking die we jaarlijks zouden willen herhalen - indien we daartoe door de Vlaamse en Nederlandse overheden in staat worden gesteld. Beide bladen zouden immers zonder de steun van de overheid niet kunnen bestaan. Wij zijn de cultuurministeries van de Vlaamse Gemeenschap en de Nederlandse Rijksoverheid dan ook bijzonder erkentelijk voor de financiële steun die ze aan dit uitdagende project hebben willen verlenen.

De start van iets nieuws brengt onvermijdelijk kinderziektes met zich mee. Zo hadden we graag een rondetafel-gesprek georganiseerd tussen een aantal 'belangwekkende' Vlaamse en Nederlandse regisseurs. De volstrekt verschillende vakantie-planningen in de beide landen staken stokken in de wielen. We nemen ons voor dit gesprek het komende seizoen alsnog te organiseren. Het resultaat ervan zal in onze beide bladen worden afgedrukt.

Het negende Vlaams-Nederlands Theaterfestival (in Gent en Amsterdam) leek ons een goede gelegenheid voor een Vlaams-Nederlands dubbelnummer. Middels een gesprek met twee juryvoorzitters en de festivaldirecteur sluiten we er direct bij aan.

Meer nog dan over het festival en de festivalselectie, willen we het in dit nummer hebben over het Nederlandse en het Vlaamse teksttheater vandaag. Dat doen we op de eerste plaats aan de hand van portretten van - en interviews met enkele theatermakers. Bij de keuze hebben we ons laten leiden door uiteenlopende criteria, waarbij het festival op de achtergrond meespeelde: Gerardjan Rijnders en Luk Perceval zijn de voorbije negen jaar eminent aanwezig geweest op het festival; Guy Cassiers is relatief onbekend bij het Nederlandse publiek en hetzelfde geldt voor Koos Terpstra in Vlaanderen.

Maar wilden we het niet houden bij grote namen en gevestigd teksttheater. Zo belandden we met een vraag naar de samenhang tussen werkstructuren en produkt bij Victoria in Gent en Festival aan de Werf in Utrecht. De vraag naar de invloed van 'de meester' op de leerling vormde het uitgangspunt voor een gesprek met een aantal Vlaamse theatermakers, van wie nog al eens gezegd wordt dat ze 'Maatschappij Discordia-epigonen' zijn. Van Jan Joris Lamers selecteerden we enkele fragmenten uit een monoloog die hij dit seizoen hield in Antwerpen. Daarin heeft hij het o.a. over zijn leermeesters. Nieuwsgierig naar de mening en ervaring van regelmatige theaterbezoekers, lieten we een twintigtal Vlamingen en Nederlanders aan het woord over hun mooiste en hun vreselijkste theatermoment van het voorbije seizoen.

Wat is de zin en de onzin van het theater vandaag? Aan Jan Ritsema vroegen we om hierover een essay te schrijven. Het werd een pamflet over realiteit en fictie, binnen en buiten het theater, en over hoe dat 'binnen' en dat 'buiten' met elkaar te maken hebben. Wie het hele nummer doorleest, zal merken dat deze thematiek haast in alle bijdragen de kop opsteekt. Het is een ongevraagde rode draad, maar zeker geen onverwachte. In de jaren zeventig was vooral de relatie tussen het theater en de realiteit erbuiten aan de orde. In de jaren tachtig lag het accent op de relatie tussen realiteit en fictie bínnen het theater. Naar het einde van de eeuw toe lijken beide vragen mekaar te doorkruisen. Bij het lezen van dit dubbelnummer van Toneel Theatraal en Etcetera krijgt u een gevarieerd, zij het onvolledig, beeld van de zeer verschillende manieren waarop theatermakers met deze vragen omgaan binnen hun theaterpraktijk. Veel leesplezier!

Marleen Baeten Loek Zonneveld


Development and design by LETTERWERK