Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan
Aantekeningen bij het oud worden in de kunst
'Niet het belang van ervaring moet in vraag gesteld worden, maar de manier waarop men met ervaring omgaat.'
1.
'Het masker van de volwassene heet "ervaring". Het is uitdrukkingloos, ondoorgrondelijk, altijd hetzelfde. Alles heeft deze volwassene al achter de rug: jeugd, idealen, hoop, de vrouwen. Het is allemaal een illusie (...).'
2.
In het gesprek omtrent/tussen generaties is er steeds weer die pijn, dat besef dat ervaring niet overdraagbaar is, dat elke generatie opnieuw met de kop tegen de muur moet lopen, dat jongeren alles zélf moet ondervinden, niet geloven wat ouderen - 'die het al meegemaakt hebben' - hen daarover vertellen. Wolokolamsker
3.
'Le sens ou le non-sens que revêt la vieillesse au sein d'une société met celle-ci tout entière en question puisque à travers elle se dévoile le sens ou le non-sens de toute la vie antérieure.'
4.
Wat doen we met 'ouderen' in onze maatschappij? Geven we hen een plaats in ons midden of laten we ze alleen achter op de wilde berg van
En nog: wat is de waarde die deze maatschappij nog hecht aan 'geschiedenis'?
5.
De hele schijthoop van de politiek, zegt Heiner Müller, komt voort uit de doodsangst van de politici die zichzelf zo belangrijk vinden of door de buitenwereld zo belangrijk gevonden worden, dat ze vóór alles ààn willen blijven en dus alles afremmen. 'Für dieses
6.
Niet het belang van ervaring moet in vraag gesteld worden, maar de manier waarop men met ervaring omgaat. 'In de loop der jaren veel uitgeprobeerd hebben' leidt tot een rijkdom in werkwijze, woordenschat, aanvoelen... in omgang met medewerkers ook. Vanuit dit grotere 'gemak' dreigt het gevaar voor een routineuze aanpak, voor het rijden op automatische piloot. Wie echter vragen blijft stellen zal merken dat de ervaring het werken wel rijker maar daarom niet makkelijker maakt. De twijfel moet zijn recht blijven opeisen.
7.
Heiner Müller: '
8.
Welke waarde hecht onze maatschappij nog aan de gestage opbouw van een oeuvre? De dwang om steeds met iets 'nieuws' voor de dag te
komen, om voortdurend te scoren (de snelheid) heeft de hele organisatie van de kunstwereld aangetast. De podiumkunstensector is een culturele industrie geworden. In de jaren '80 ging de producent op zoek naar geld, wanneer de kunstenaar iets wilde maken; ze waren samen onderweg. Vandaag zitten we in een subsidiesysteem (cf. o.a. de kunstencentra) waarin de producent het geld krijgt en kan beslissen wat gecreëerd kan worden. Vandaag willen producenten, organisatoren voor alles hun huis doen 'draaien'. En de kunstenaars? Liggen zij aan de basis van deze tendens of worden zij verplicht de economische wetmatigheden te volgen? De veelheid van wat getoond moet/wil worden doet 'de noodzaak van de creatie' (en dat moet toch de inzet zijn?) vervagen. Kijken, bijwonen wordt consumeren. Niets duurt nog lang genoeg opdat het een eigenheid zou kunnen verwerven, een identiteit zou kunnen krijgen. Heimwee naar een kalm, bedachtzaam ritme, naar verdiepen i.p.v. vernieuwen. Moeten 'veel', 'nieuw', 'snel' enz. niet vervangen worden door 'minder', 'trager', 'kleiner', 'dieper', 'scherper'...?
9.
Misschien is dat wel de essentie van het (op een zinnige manier) ouder worden, nl. dat je een groter verlangen ontwikkelt (is dit een heimwee?) naar wezenlijke dingen. Je wil uitpuren, verdiepen. Precies daarom wil je ook uit vorige perioden sommige dingen meenemen: je wil die niet achterlaten omdat ze nog steeds waarde voor je hebben. Wat is daar verkeerd aan? Dat die dingen vaak botsen met de huidige tijd? Een voorbeeld: de periode van het politieke theater in de jaren '70 werd sterk gevoed door het marxistische erfgoed, maar begrippen als arbeidersklasse, klassenstrijd of vakbonden hebben ondertussen heel wat aan belang ingeboet; toch blijven andere criteria uit die periode - voor mij althans - wel aan de orde: het primaat van de praktijk over de theorie, het feit dat productievoorwaarden het product bepalen, het zoeken naar een geheel dat méér is dan de samenstellende delen, het hanteren van het begrip vervreemding, het inzicht in de sociale onrechtvaardigheid, het belang van de utopie, enz. Dat wil ik ook vandaag allemaal meenemen.
10.
Wat doe je met kunstenaars die wel met de tijd meegaan maar ook tégen de stroom in willen? met hen die actueel niet-gehonoreerde manieren van werken toepassen? met hen die trouw willen blijven aan hun principes - ik denk aan
11.
En wat met onze eerbied voor wat iemand in een heel leven heeft meegemaakt en opgestapeld? Ook al leer je vooral uit wat je zelf doet, toch speelt de kennis verworven door voorgangers een rol in de oordelen die je ontwikkelt t.o.v. je eigen praktijk. Ook al functioneert kunst volgens 'het steeds opnieuw' van de jaargetijden, toch kunnen inzichten gecompileerd en doorgegeven worden. Ik herinner me nog hoe
12.
Ligt datgene wat oudere generaties van dit ogenblik in botsing brengt met de jongere niet in een andere beleving (én haar omkering) van idealisme en realisme? En wat is dan wel de meest vruchtbare verankering in dit leven: het zweven in idealisme van de 70'er jaren of het met de twee voeten op de grond staan van de jaren '90? Wat brengt het meeste baat: een dromend idealisme of een nuchter realisme? In de podiumsector gaat de omkering van die houding ('normaal' zijn het de jongeren die zweven en de ouderen die met hun voeten in het slijk staan) opnieuw gepaard met een verandering in de verhouding tussen centrum en periferie. Daar waar in de jaren '70-'8o de jongeren een bewuste breuk maakten met het centrum, is vandaag de verbinding tussen periferie en centrum, die eerst een kloof, was opnieuw in een doorstroming veranderd: Rosas resideert in de
Zeker is dat ietwat oudere kunstenaars oog hebben voor de noden van hen die pas beginnen. In
13.
Wie kan er leven zonder hoop? Moeten we niet blijven geloven - en de artistieke praktijk geeft ons daarin gelijk - dat kunstenaars vandaag nog steeds adequate beschrijvers zijn van wat er in de werkelijkheid aan de gang is? Ook al is de 'kunstpositie' een 'luxepositie' in onze maatschappij, ze blijft essentieel om duidelijk te maken dat er naast overleven ook een 'leven' bestaat, een zich vullen met inhoud, een genot, een geestelijke genoegdoening die de platte dagelijksheid overstijgt.
14.
Kunst, zegt Heiner Müller, is een communicatie met de doden. De mens is immers het enige dier dat weet dat het moet sterven. 'Was man braucht ist
Auteur Marianne Van Kerkhoven
Publicatie Etcetera, 1999-03, jaargang 17, nummer 67, p. 22-23
Trefwoorden ervaring • ouderen • maatschappij • jongeren • kunstwereld • idealisme • kunstenaars
Namen Aber der Kopf • Anne Teresa De Keersmaeker • Annie De Clerck • Antwerpse • Chaussee Vvan Heiner Müller • Conservatorium • De Tijd • De Wael • Dora van der Groen • Erfahrung • Ewigkeit des Augenblicks • Falstaff • Gent • Japanse • Kaaitheater • L'Incoronazione di Poppea • Lenin • Leo Apostel • Les Ballets C • Lösung • Maatschappij Discordia • Marianne Van Kerkhoven • Mudra-ritmeleraar Fernand Schirren • Munt • Narayama • Nieuwpoorttheater • Otello • Platz • Politiker • Problem • Raad voor de Cultuur • Simone de Beauvoir • Sovjetinval in Praag • Verdi • Victoria • Walter Benjamin • Wim Van Gansbeke • Yasushi Inoue • Zukunft
Development and design by LETTERWERK