Je eigen ding doen
Produceren 3: de jongste generatie
In deze derde aflevering van onze reeks over produceren in de jaren '90 polsen we de jongste generatie. Hoe verhouden zij zich tot het productieproces? Hoe gaan zij om met bestaande structuren, stijlen en vereisten? Wat is de rol van de theateropleidingen? Clara Van den Broek en
Liesbet Jannes
Tine Embrechts
Liesbet Jannes is eveneens in juni '97 afgestudeerd aan het
Tine Embrechts is in juni '97 afgestudeerd aan
Terwijl de gesprekspartners zich één voor één voorstellen, valt regelmatig het woord 'mislukt'.
Mislukkingen
Etcetera: Wijten jullie die mislukkingen aan het feit dat je begint, dat je nog aan het zoeken bent en dat je weinig ervaring hebt, of heeft het met andere omstandigheden te maken?
Tine: De Kakkewieten is een groep van veertien acteurs en muzikanten. Wij hadden daarvoor alleen nog maar optredens gedaan met veel improvisatie. We spraken vóór het optreden snel iets af en deden dat dan. Dat was meestal heel plezant. Nu wilden we een echte theatertournee maken, een soort spektakel met spel en zang en veel muziek. Maar wij hadden,
ten eerste, geen goed basisidee. Bovendien heb je iemand - of een paar mensen - nodig die het in handen neemt. Dat was toen helemaal niet het geval, met het gevolg dat alle ideeën onder ons veertienen besproken werden en heel snel werden afgeketst, nog voor je ze kon uitproberen. Het was een ongelooflijke chaos, met heel veel ruzie. In
Etcetera: Had je liever in het laatste jaar op school, of in een extra jaar, de kans gekregen om in die zin wat meer uit te proberen?
Tine: Ik denk dat dat niet uitmaakt.
An: Die kans krijg je wel op school.
Liesbet: Het heeft niet zozeer te maken met ervaring, als met de communicatie binnen de groep: het moet klikken. Ik heb stage gelopen bij
An: Zelfs dan is het nog superbelangrijk dat het klikt in de groep. En dat weet je nooit op voorhand. Als het niet perfect klikt, is het altijd een ramp. Bij Mijn Blackie klikt het fantastisch. Daardoor is het elke avond zalig om dat stuk te spelen. Dat staat los van het feit of ik vind dat ik het nu heel goed of heel slecht speel.
Liesbet: Bij groepen als Stan, De Roovers of
An: Als je zo'n tien jaar met elkaar bezig bent, kan het misschien gebeuren dat het weer niet meer zo perfect klikt. Je begint je te ergeren aan mensen, enz.
Liesbet: Of het nieuwe, het frisse is er af: je begint een structuur te zien in hun stukken. Dan is het leuk dat er jonge mensen bijkomen, of mensen die met andere dingen bezig zijn.
Etcetera: Het inschatten of je met bepaalde mensen al dan niet kan werken, is elke keer opnieuw te beginnen? Je kan daar geen ervaring in krijgen, of een intuïtie voor ontwikkelen?
An: Het enige wat je leert door het meer te doen, is minder panikeren. In het begin zag ik het als een ramp wanneer het slecht ging met een stuk. Ondertussen weet ik dat er in de repetitieperiode altijd een moment komt dat het een verschrikkelijk stuk lijkt te worden. Maar dan blijf je er gewoon aan werken. Je leert een beetje relativeren.
Liesbet: Heel interessant aan stage lopen, was voor mij dat je merkt dat acteurs die al zo lang in het vak zitten, ook soms nog panikeren, en dat elk stuk ook voor hen nog echt nieuw is. Repeteren is voor hen ook nog zoeken en het soms niet vinden. Zij hebben wel in hun voordeel dat ze achterdeurtjes hebben, vakjes om open te trekken, dingen die ze al kennen en waarop ze kunnen terugvallen. Terwijl jij nog iets meer in je blootje staat. Je moet voor jezelf nog vinden wat je allemaal kunt en waar je je lekker bij voelt. Die sterkte verwerf je door de jaren heen.
An: Waarschijnlijk zijn oudere acteurs ook zelfzekerder. Zelfzekerheid is erg belangrijk als je moet spelen. Zij weten dat ze wel iets kunnen, terwijl jij aan jezelf en aan alles twijfelt. Die onzelfzekerheid is moordend.
Tine: De mensen van Stan zijn helemaal niet zo zelfzeker. Zij hebben dezelfde twijfels als ik.
An: Het is een steun om te zien dat zij dat ook hebben. Anderzijds is het natuurlijk ook geen steun, want dan zie je dat je daar binnen twintig jaar nog niet van af zult zijn.
Regisseurs
Etcetera: Is het zo dat als je zonder regisseur werkt, je gemakkelijker terugvalt op dingen die je al kunt, en dat een regisseur je meer op je tics attent kan maken? Is een regisseur een steun, een houvast? Jullie hebben daarnet ook gezegd dat het totale chaos kan zijn als er geen leidende figuur is.
Jorre: Ik denk dat dat van persoon tot persoon en van regisseur tot regisseur afhangt. Ik heb met
Etcetera: Men ziet het altijd zo dat er een polemiek heerst tussen de regisseursgezinden en de anti-regisseursgezinden. Is dat bij jullie ook zo?
Tine: Ik heb nog nooit met een regisseur gewerkt, dus ik weet niet wat dat is. Ik zou het wel eens willen proberen: een stuk met een regisseur die zijn visie heeft van wat het moet worden.
Jorre: Zo gaat dat niet in zijn werk. Het hangt af van regisseur tot regisseur.
Liesbet: Met een regisseur heb je een duidelijke richting, terwijl het, als je met een groep werkt, zoals bij De Roovers, nog alle kanten op kan. Omdat je samen beslist en er minder vast ligt. Je kan ineens alles weer wegvegen en opnieuw beginnen. Je bent ook erg streng voor elkaar. Je ziet aan je collega of hij of zij terugvalt in oude dingen. Je speelt op dat vlak regisseur voor elkaar.
An: Dat de acteurs moeten doen wat de regisseur zegt, dat werkt niet. Ik heb dat ooit meegemaakt in de kns. Dan heb je eigenlijk een slecht regisseur. Bij Mijn Blackie zat Arne Sierens er gewoon voor, en nam hij beslissingen. Meer regisseur is die niet. Hij zegt helemaal niet: 'ik wil dat jij dat doet en jij dat'.
Stijn: Je smeedt samen een plan, en iemand neemt afstand en kijkt.
Jorre: Het maakt mij niet uit wie als eerste met een idee aankomt, of dat nu van één persoon komt, of een collectief na zestien nachten praten tot een idee komt.
Liesbet: En dan heb je regisseurs, zoals
den laten zien waardoor je begint te associëren. Hij praat niet zoveel over de tekst, maar roept een gevoel op. Je hebt nog minder het gevoel dat je gestuurd wordt. Het is totaal anders om met
Etcetera: Waarom heb jij voor
Jorre: Omdat ik dan volgend jaar nog een stuk met Ivo en een met Dora kan doen, en voor de acteurs. Je kiest niet voor een structuur, maar voor de mensen die er werken. Ik mag nu bij
Etcetera: Enkelen onder jullie zijn gestart met een eigen collectief. Van waar die noodzaak? Vonden jullie je plaats niet bij bestaande structuren?
Stijn: Je bent met dingen bezig, en op het moment dat je iets gemaakt hebt, moet je plots ook een naam hebben.
Etcetera: De structuur waarin je iets maakt, bepaalt mee wat het product is. Het maakt verschil uit of je je project nu in een reeds bestaande of in een eigen structuur realiseert.
Stijn: Ja. Bovendien stap je, de eerste keer dat je iets wilt maken, niet zomaar naar iemand toe om te vragen: mag ik bij u een productie komen opzetten?
Etcetera: Stijn, jouw vzw in
Stijn: Het is de bedoeling om samen te werken met gelijkgestemde mensen uit de regio. Omdat er in heel
Naschoolse groeipijnen
Etcetera: De overgang van school naar werk lijkt voor jullie wel vanzelf te zijn gegaan. Er was geen breuk, geen zwart gat. Wanneer jullie begonnen, hadden jullie dan het gevoel dat jullie begeleiding nodig hadden op financieel, productioneel of dramaturgisch-inhoudelijk vlak? Of was het: 'we springen erin en we doen het'?
Jorre:
An: Het is erg goed dat je op school met verschillende mensen werkt, want dan kom je van daaruit altijd wel iemand tegen met wie het klikt, en dan ga je daarmee verder.
Tine: Ik heb in het laatste jaar stage gelopen bij
Etcetera: Vind je dat de opleiding daar iets aan moet doen?
Tine: Nee. Wat zouden ze er trouwens aan kunnen doen?
Liesbet: Ik denk dat het goed is dat je in een soort van beschermde werkplaats de tijd krijgt om je bezig te houden met spelen. Daarvoor zit je op die school, en niet om je druk te maken over affiches en verkoop.
Tine: De problemen die je hebt als je van school komt en zelf iets wil opstarten of een vzw oprichten, kan je niet vermijden. Dat zijn plezante problemen. Je leert dat gewoon.
Stijn: Dat hoort erbij. Uiteindelijk vind ik dat ook wel plezant. Een subsidiedossier klaarmaken, bijvoorbeeld, is iets waarvan je op school nooit iets hoort. En dan vraag je je de eerste keer af: hoe moet dat er in godsnaam uitzien, wat moet ik daar insteken? Je weet van toeten noch blazen. Maar dan vind je op het vti een boekje waar instaat dat je daar een goede begroting in moet hebben, volgens een bepaalde klasse, enz. Je werkt daar dan een paar dagen en nachten aan door. En de keer daarop is het grappig om zien hoe je het jaar daarvoor op bepaalde punten geblunderd hebt.
Liesbet: Wij hebben een vak recht gekregen, van
Jorre: Ik mis dat nu. Blijkt bijvoorbeeld dat
An: Had ik dat op school gekregen, ik zou daar niet naar geluisterd hebben. Pas op het moment dat ik zo'n dingen nodig heb, interesseer ik mij daarvoor en onthoud ik wat ik daarover opzoek.
Verkopen, die handel
Etcetera: Zijn jullie bezig met het inschakelen van pers, om ze te laten komen kijken naar voorstellingen? Heb je daar mensen voor? Of trek je je dat voorlopig nog niet aan?
Liesbet: Op het conservatorium werden er namen aan ons doorgegeven, bijvoorbeeld van iemand van de lokale tv, maar ook van recensenten van verschillende kranten. Die namen ken je nog wel. Als ik zelf een project zou doen, zou ik op hen een beroep kunnen doen.
Napels - Nieuwpoorttheater /
Liesbet: Nu jullie op
Etcetera: Doe je er iets voor om 'in de markt' te geraken?
An: Ik zou het nooit over mijn hart krijgen om rond te bellen en mij uit te sloven om in de markt te geraken. Ik denk dat je gewoon veel dingen moet doen, en op de duur zal het wel komen.
Stijn: Maar jij zit binnen een structuur die dat voor jou doet.
An: Wat publiek betreft wel, ja. Maar met Ananas is dat toch ook zo gegaan: je probeert een zo goed mogelijke voorstelling te maken en op de duur is er wel mondreclame, en zo komen er steeds meer mensen kijken.
Liesbet: Je moet proberen om naam te maken, want je wilt dat de zaal vol zit. Als ik nu zou bellen en ik zou zeggen 'ik ben Liesbeth Jannes' en niks méér, dan komt er inderdaad niemand kijken. Je moet namen laten vallen, of zeggen dat je in dat of dat stuk gespeeld hebt. Ik denk dat dat voor sommige mensen echt een probleem is. Ik heb onlangs iemand ontmoet die op Studio afstudeerde, en die nu interim-werk aan het doen is. Hij zei dat hij echt niet aan de bak geraakte. Dat was schokkend. Als je de lijst van afgestudeerden aan het
An:
Tine: Ik heb ook al met mensen gebabbeld die tegen hun zin in één of andere productie meedoen. Ik kan hen dan wel zeggen dat ze zelf iets moeten opstarten, maar als je niet de juiste mensen rond je hebt, kan dat niet. Ik heb veel geluk gehad dat ik de mensen ben tegengekomen die nu ook deel uitmaken van De Kakkewieten, en dat het klikt. In je eentje kan je zoiets niet doen.
An: Als je afgestudeerd bent en je hebt twee of drie jaar niks te doen, wordt het heel moeilijk om nog terug te komen, denk ik.
Liesbet: Ik ben een jaar in Wales gaan wonen en heb een kindje gekregen. Maar ik wist dat ik niet langer dan één jaar mocht weggaan, omdat het dan wel eens kon zijn dat mensen niet meer wisten wat ik gedaan heb. Dan zou ik met hangende pootjes bij mensen moeten gaan aankloppen. Dan moet je misschien ook dingen doen die je niet zo graag doet.
Etcetera: Heb je na dat jaar redelijk snel iets gevonden waar je echt zin in had?
Liesbet: Ja. Ik heb altijd bewust contact gehouden en aan iedereen gezegd dat ik maar voor één jaar wegging. Ik ben regelmatig naar hier teruggekomen om naar stukken te gaan kijken, zodanig dat ik wat zou bijblijven. Je moet ook plannen hebben om te blijven ademen. Weten dat je nog dingen gaat lezen en dat je met die of die mensen nog iets gaat doen. Anders zou ik heel bang geworden zijn. De studieperiode is erg goed om connecties te leggen, met acteurs, met mensen van het rits, theaterwetenschappers, dramaturgen, muzikanten. Je moet het dan doen. Je speelt en ze kunnen naar je komen kijken. Maar als je, eens je afgestudeerd bent, nergens meer kan spelen, kan je je ook niet meer bewijzen.
An: Door op school te zitten leer je inderdaad veel mensen kennen.
Stijn: Dat vind ik goed aan het nieuw model van het rits: je hebt heel veel gastdocenten. De workshops die ze geven zijn soms erg kort, maar je raakt met hen aan de praat en soms vind je ze interessant, en zij jou misschien ook. Ik vind dat een goede opleiding een heel gamma van mensen moet aanbieden en daarbij erg breed in het veld moet gaan. Vorig jaar kreeg ik bijvoorbeeld les van
Etcetera: Heeft de opleiding dan nog een profiel, een visie?
Tine: Het is fantastisch om die verscheidenheid te ondervinden. Je voelt direct waarin je kan meegaan en waarin niet. Maar ik vind dat dat niet van bij het begin van een opleiding het geval moet zijn. De eerste twee jaren moet je een soort basis verwerven. Dan gaat het nog niet om 'spelen voor jullie'. Dan blijft het nog klein. In Studio konden wij in het derde en het vierde jaar onze docenten zelf kiezen.
Opleidingen in Vlaanderen
Liesbet: Je komt zelden iemand tegen die op het
Liesbet:
An: Maar hoe komt het toch dat de meeste acteurs die je tegenkomt van het
Jorre: Ik denk dat het dat laatste is.
Etcetera: Hebben jullie gekozen voor jullie respectieve opleidingen omdat jullie wisten dat het goede scholen waren, of was dat eerder toeval? Was het een strategie of niet?
Liesbet: Ik wist op voorhand dat het Conservatorium in Antwerpen een goede school was. Ik was ook al naar een aantal stukken komen kijken die ik erg goed vond.
Jorre: Ik wist echt van de toeten. Er was iemand die mij zei dat ik naar het
Stijn: De reden dat ik pas aan het rits ben beginnen studeren toen ik al afgestudeerd was in
An: Ik heb echt voor Studio gekozen. Ik wist er helemaal niks van of het
daar zat, heb ik ook dikwijls gevloekt. Het was niet zo dat het allemaal perfect was en dat het een superopleiding was.
Tine: Nee. Van in het eerste jaar hebben wij veel contact gehad met de studenten van het Conservatorium Antwerpen, en wij hebben toen erg veel discussies gehad. Wat er bij hen soms te veel aan structuur was, was er bij ons te weinig. Het was plezant om te onderzoeken hoe dat bij elkaar was.
Art: Ik denk dat er vroeger tussen
Liesbet: Dat goede contact is toen begonnen. Dat kwam ook doordat iemand van hier plots een lief van daar had, bijvoorbeeld. Vroeger werden de afgestudeerden van het Conservatorium niet op Studio gevraagd om les te geven. En nu geven Stan en andere afgestudeerden van het Conservatorium daar les. Nu is er niet meer zo'n concurrentie.
Jorre: Ik vind dat het Conservatorium nog te veel de stijl van
Stijn: Wat dat betreft kunnen wij ons echt gelukkig prijzen. In het
Liesbet: Er is inderdaad heel veel mondreclame hier in Antwerpen. Als wij beginnen met brieven schrijven, wil dat zeggen dat we echt aan het panikeren zijn.
An: Per brief solliciteren, dat werkt niet.
Jorre: Eén keer heb ik een sollicitatiebrief geschreven, naar
Programmatoren op de kust
Liesbet: Op een bepaald moment vroeg de
De Misantroop - Tg. Stan / Bernaded Dexters
vrt mij om een cv op te sturen, maar ik zat nog op school! Ze vragen al ervaring terwijl je nog op school zit.
Stijn: Ik heb de indruk dat het een tendens is dat programmatoren mensen uit de opleidingen komen wegplukken. De mensen van
Etcetera: Hoe verklaar jij die tendens?
Stijn: Ze zoeken allicht naar iets nieuws. Het moet allemaal steeds vroeger en steeds sneller gebeuren.
Liesbet: Toen ik in het tweede jaar zat, kwam Gerda Diddens, die castings doet voor film en televisie, naar een repetitie kijken. Ze had haar fototoestel bij om close-ups te nemen. Ik had het gevoel dat ik bijna verkocht werd, en ik zat nog maar in mijn tweede jaar!
Etcetera: Hoe is de relatie met programmatoren in het algemeen?
Stijn: Er wordt naar een samenwerkingsverband gezocht tussen de kunstencentra en de opleidingen. Dat heeft tot gevolg dat iemand die nog in opleiding is, die dus nog binnen die beschermde werkplaats op zoek is, opeens naar buiten wordt gehaald. In principe vind ik dat okay, als het door programmator, pers en publiek ook maar in die context wordt gezien. Maar dat is niet altijd even evident. Ik kreeg net een aanbieding om volgend seizoen een grote productie te maken. Als ik dat binnen de context van een eindwerk voor school mag doen, kan dat wel. Zoniet weet ik niet wat ik al in een grote schouwburg moet gaan doen. Ik heb de indruk dat programmatoren zich willen herpositioneren binnen het veranderende landschap. Ze zien dat er nieuwe structuren ontstaan en willen de trein niet missen.
Tine: Ik vind het fijn dat programmatoren kansen geven aan mensen die in het laatste jaar zitten of pas afgestudeerd zijn, zoals
Stijn: Dat is nog iets anders. Dat gebeurt binnen een juiste context: het publiek weet dat het naar een eindwerk of een eerste probeersel komt kijken. Zoals Jorre wil ook ik de komende tien jaar nog 'achter de hoek' blijven uitproberen. Maar in veel vragen zit een prestatiedwang geïmpliceerd.
Jorre: Misschien denken programmatoren: wij kunnen zelf niet meer mee, dus zullen we maar jonge mensen uitnodigen. Mij maakt dat eigenlijk niks uit. Zolang men ons kansen biedt.
Etcetera: De meeste kunstencentra dateren inderdaad uit de jaren '8o en zijn met hun generatie opgegroeid. Zij zoeken nu naar nieuwe uitwegen. Is het nodig dat er voor de nieuwe generatie nieuwe structuren komen? Of heb je de indruk dat het landschap op dit ogenblik al te volgebouwd staat?
Jorre: Ik vind dat
Kritiek
Stijn: Vaak houdt de pers geen rekening meer met die context. De productie
Jorre: Je mag die context ook niet als excuus gebruiken.
Stijn: Daar gaat het niet om. Maar laat mensen even de kans om op hun bek te gaan. Trouwens, vanop het moment dat een kritiek ongenuanceerd is, maak ik me sowieso kwaad. Of het nu ongenuanceerd goed of slecht is. Sommige critici kunnen echt geen maat houden, of hanteren geen objectiveringscriteria meer.
Tine: Wij hebben bij
Liesbet: De pers geeft inderdaad een extra druk. Ik speelde in Freule Julie van Jan-Peter Gerrits samen met
Tine: Je moet leren omgaan met kritieken. Ik ben er nu al minder gevoelig voor dan in het begin. Toen ik voor de eerste keer bij Stan speelde, was ik heel triestig dat de pers over mij en
An: Daar ben je kapot van.
Liesbet: Dat is ook iets waar de oudere acteurs beter mee om kunnen. Zij kennen die journalisten en weten van welke kritiek je je niets moet aantrekken, omdat die of die journalist een ongelooflijke zeurkous is die het nooit goed vindt.
An: Of die alle goede stukken slecht en alle slechte stukken goed vindt. Nochtans, ik heb daarover een gesprek gehad met iemand die al lang theater maakt. Hij zei dat hij elke keer opnieuw inzat met negatieve kritiek. Elke keer opnieuw ligt hij in zijn bed en denkt: godverdomme.
Etcetera: Bedankt voor dit gesprek.
Rechtzetting
In de fototitels van de vorige aflevering van onze reeks over produceren werden enkele coproducenten niet vernoemd. Hier volgen de juiste fototitels: Bloedbruiloft -
De Broers Geboers -
Auteur Clara Van den Broek, Marianne Van Kerkhoven
Publicatie Etcetera, 1999-03, jaargang 17, nummer 67, p. 44-50
Trefwoorden liesbet • jorre • stijn • tine • conservatorium • afgestudeerd • school
Namen Aan het Conservatorium • Adriaan • An Miller • Antwerpse Conservatorium • Barbara Vandendriessche • Bart Van Nuffelen • België • Bert Janssen • Bertolt Brecht • Beursschouwburg • Braakland • Brugge • Brusselse Conservatorium • Cecilia De Moor • Clopixol • Conservatorium Antwerpen en Studio • Conservatorium Antwerpen of van Studio • Conservatorium Gent • Conservatorium en aan Studio • Conservatorium van Antwerpen • Conservatorium van Brussel • Corneel Maria Ryckeboer • Craig Weston • Damiaan De Schrijver • De Kern • De Kleine Academie • De Koe • De Korre • De Misantroop van Molière • De Velinx • De Vereeniging • De Vliegenier • De Werf • Dimitri • Dommelhof • Eric De Volder • Geert Six • Gent of van Brussel • Het Bronstig Veulen • Het Gevolg • Het Theaterfestival • Het Zuidelijk Toneel • Het Zwevend Genootschap • HetPaleis en Nieuwpoorttheater • Hospitaal • Ivo Van Hove • Jean-Pierre De Decker • Johan • Jorge Leon Mijn Blackie • Jorre Vandenbussche • Katelijne Daemen • Kortrijk • Kurt Van der Elst • Leue • Leuven • Lieve • Limburg • Limelight • Loes Woutersen • Lucas Vandervost • Lucifer • Marianne Van Kerkhoven • MartHa!-Tentatief • Militair • Ministerie van Cultuur • Monty • Nederland • Netwerk Aalst • Nieuwpoorttheater en Theater Zuidpool • Op het Conservatorium • Perceval • Peter Gorissen • Peter Rouffaer • Pierre Audi • Platanov van Tsjechov • RITS • Rieks Swarte • Robrecht Ghesquière • SABAM • Sangria • Snösje • Stijn Devillé • Stuc en met Het Nieuwpoorttheater • Studio Herman Teirlinck • Theater Antigone • Theater De Schaduw • Theater Teater • Tom Clement • Toneel Dora van der Groen • Toneelspelersgezelschap Stan • Tongeren • Trappelend Talent • Vlaams-Brabant • Vooruit • Wanda Reisel • West-Vlaanderen • Wilrijk • ZheBilding
Development and design by LETTERWERK