Archief Etcetera


Redactioneel



Redactioneel

Etcetera is een publiekstijdschrift, zo luidt de kernformulering van het redactioneel beleid. Etcetera richt zich tot kunstliefhebbers met een voorliefde voor theater en tot theaterliefhebbers met een ruime interesse voor kunst, filosofie en samenleving.

Wie is het publiek? Het is in elk geval te gemakkelijk en bovendien oneerlijk - al gebeurt het al te vaak - het publiek te denken op de gestandaardiseerde, clichématige manier: Het Publiek als De Massa.

Laten we wel wezen: het Publiek bestaat niet. Zij die in naam van de democratie het Publiek gelijkstellen met de Massa spelen een perfide en alles welbeschouwd bijzonder oneerlijk spel. Het Publiek heeft niet om hun stem gevraagd en toch spreken ze 'in naam van', maar zonder mandaat. Wie tegen dat spreken ingaat, wordt al snel beschuldigd van een elitaire houding. Maar wie is er hier soms elitair? Toch wel in de eerste plaats zij die ongevraagd in naam van het Publiek het woord nemen én daarbij ook nog eens beweren dat ten diepste te kennen. De Publiekssprekers wéten immers wat het Publiek wil. Hun glazen bol zegt dat het verlangt naar simpele teksten, catchy refreintjes, leuke formats, korte programma's, en uiteraard ook een fikse dosis subjectiviteit, kwestie van de identificatie tussen tekst en lezer(es) te stimuleren.

Dat de vaak goedgebekte advocaten van het Publiek het democratisch gelijk helemaal niet aan hun kant hebben, blijkt ook nog uit wat anders dan een ten onrechte ingenomen spreekpositie. Want tot nader order beschermt een democratie altijd ook de mogelijkheid van een publiek spreken van de kant van haar minderheden, dus van zij die nu juist niet tot het (Grote) Publiek behoren.

Deze gedachte is geen vrijbrief voor esoterisme, wel voor het aanmoedigen van afwijkende stemmen of tegendraadse meningen, van een bezonnen denken of een trage argumentatie. Want precies daarom wil Etcetera 'een publiekstijdschrift' zijn. Om en plein public na te denken over de podiumkunsten én in andere registers dan degene die zich tot het Grote Publiek richten.

Een publiekstijdschrift over theater, dans, muziektheater, etcetera is wat anders dan een magazine. Het is in de eerste plaats bedoeld voor de min of meer regelmatige bezoeker die zijn of haar horizon graag wat wil verbreden. Voor de redactie van Etcetera blijft het bedienen van dit 'publiek' - de kleine letter kan inderdaad de weldoordachte doelgroep insinueren - een continue zorg. We weten ook niet zo meteen het juiste antwoord: we zijn zoekende, en wel precies vanuit de overtuiging dat 'neoliberale' gemakkelijkheidoplossingen voor alles van simplisme getuigen.

De Vlaamse Gemeenschap verhoogt de subsidie aan Etcetera van 1 miljoen tot 2,2 miljoen. Deze stijging zal ons alvast toelaten om met meer middelen behoedzaam verder aan het blad te timmeren. Ja, we werken aan een nieuwe lay-out, maar die moet dienstbaar blijven aan de beoogde communicatie; er is al voldoende image building, ook in de podiumkunstensector. Ja, we willen liefst meer recensies, maar de auteurs blijft het vrijstaan om te sprinten of niet. Ja, we zouden soms graag iets dichter op de bal spelen, reden waarom we vanaf volgend jaar vijf nummers per jaargang plannen, maar meer actualiteit is niet per definitie een synoniem van onkritisch 'actualisme' en het opschorten van ieder historisch besef.

Het Publiek kunnen noch willen we bereiken: het heeft geen zin om achter populistische hersenschimmen aan te lopen. Zowel in de media als deels ook in het onderwijs en de kunstensector werd dat de voorbije jaren wél gedaan. Het gevolg is een negatieve spiraal: bij iedere publiekswinst wijzen de Publiekssprekers er op dat 'het Grote Publiek toch nog niet helemaal werd bereikt'. Zij hebben het gelijk schijnbaar aan hun kant. De schijn bedriegt: in een pluralistische samenleving zijn er vele 'publieken', talloze minoriteiten, wisselende interesses en affiliaties.

In een historisch gezien onstellend korte periode werd tijdens de jaren tachtig en negentig in diverse domeinen komaf gemaakt met wat verworvenheden leken van de burgerlijke cultuur. Wég Bildung, saluut verdiepende cultuurprogramma's op televisie, leve het spraakmakende artistieke evenement. Het wordt vaak allemaal bepleit, of op z'n minst stilzwijgend goedgekeurd, in naam van een zich progressief gebarende sociale moraal die feitelijk de kant van de vigerende maatschappelijke logica kiest. Want dat is misschien nog wel het ergst aan de vele pleidooien voor meer publieksvriendelijkheid: ze sluiten een duivels pakt met een in alle opzichten inhoudsloze economische rationaliteit. De dominantie daarvan verdedigen in naam van een democratische, zelfs progressieve opstelling, is gewoonweg ideologische newspeak.

Etcetera wil ook in de toekomst graag een publiekstijdschrift blijven, een blad voor het min of meer regelmatige publiek van de Vlaamse podia. We vinden het belangrijk om dat publiek te bereiken. En ja, we beseffen terdege dat veel theater- of dansliefhebbers Etcetera nog altijd onvoldoende kennen. We willen daarom graag in de toekomst ook wat meer aan publieksverdieping doen.

Overigens gaat dit nummer over de toeschouwer. Over u dus. Veel leesplezier en onze redactionele beste wensen voor het nieuwe jaar.

Volledig artikel als PDF

Auteur

Publicatie Etcetera, 2000-12, jaargang 18, nummer 74, p. 3

Trefwoorden publiekstijdschriftpubliekpubliekssprekersoneerlijkregelmatigenaametceteraredactioneelkantgraag

Namen BildungDe MassaEtceteraGrote PubliekHet PubliekPubliekssprekersVlaamse Gemeenschap


Development and design by LETTERWERK