Ezels van konijntjes
Er was een première. Er was een deadline. Er was een contract: tussen maker en toeschouwer.
De dag dat de poorten van de theaterhuizen openzwaaiden: een dag waarop je deel werd aan het mysterie dat je bewondert. Een dag vol symbiose.
Een dag waarop je handen zich acteurs waanden.
Een dag waarop met het applaus
spelers eventjes kijkers,
kijkers eventjes spelers
werden.
De voorstelling verliet het private en
maakte haar blijde intrede op het publieke forum.
Op dat moment sluit de cirkel zichzelf.
Plots ontstaat er
- tussen al die duistere theatercodes door -een bevaarbaar kanaal voor alle partijen. Plots onstaat er
- tussen al dat kijken en bekeken worden door -een kader:
een bedding waarin communicatie kon kabbelen. En daarin was iedereen aan het feest.
Je gaat tegenwoordig niet meer naar een première.
Je gaat tegenwoordig naar één van de 'eerste voorstellingen'.
Zoiets als een serie min of meer definitieve toonmomenten.
Waarover praat je na zo'n eerste voorstelling?
Er is geen begin.
Er is geen einde.
Er is geen context,
geen cirkel,
geen kader,
geen bedding.
Er is alleen een stok achter de deur: "Niets van wat je ziet is definitief." "We zullen groeien." "We zullen doorgaan."
Rest alleen droeve eenzaamheid in het kijken. Rest alleen de kijker en het duister waarin hij zit. Rest alleen een konijntje, gevangen voor een lichtbak.
Er is de technicus: die doet het zaallicht uit. Er is de kijker: die houdt dan zijn mond. Er is de technicus: die doet het zaallicht weer aan. Er is de kijker: die mept zijn handen dan in elkaar.
Er is de kijker die ernaar snakt:
naar dat applaus,
die kers op dat kijken.
Er is de kijker die ernaar snakt:
naar dat moment waarop hij deelneemt,
naar die dag waarop hij zijn plaats in het theater mag innemen.
Er is geen democratie in het kijken naar theater.
Er is alleen de dictatuur van het theaterfabriek.
Waarom plooit de kijker zich naar de wetmatigheden die het oplegt?
Omdat het hem een plaats belooft.
Maar die is hem nu ontzegd.
Theater dat de première afschaft?
Dat theater maakt theater onbespreekbaar.
Dat theater profileert zich als lichtpunt aan het eind van de tunnel.
Dat theater lacht om die konijntjes uit het donker bos:
hoe die met hun staartje in de lucht komen aangehuppeld,
stokstijf blijven zitten,
hun oortjes in geef-acht
hun snorhaartjes trillend
op het ritme van de stralen uit die lichtbak.
We zijn ezels van konijntjes
omdat we de boodschap op de lichtbak niet lezen.
"Kom binnen, zit neer, zwijg, kijk,
applaudisseer,
zwijg dan opnieuw
ga gewoon naar huis
het is nog niet klaar
kom morgen nog maar eens terug."
Waarom zouden we?
Auteur Roel Verniers
Publicatie Etcetera, 2000-12, jaargang 18, nummer 74, p. 27
Trefwoorden lichtbak • kijker • konijntjes • bedding • ezels • snakt • zaallicht • technicus • zwijg
Namen Roel Verniers
Development and design by LETTERWERK