Archief Etcetera


Jan, mijn vriend: Een tekst van Raven Ruëll, naar een verhaal van Peter Pohl



Jan, mijn vriend: Een tekst van Raven Ruëll, naar een verhaal van Peter Pohl

Jan, mijn vriend

Een tekst van Raven Ruëll, naar een verhaal van Peter Pohl

Jan, mijn vriend RAVEN RUËLL/BRONKS foto koen broos

goeienavond

ik ben bruno en ik speel voor jullie jan mijn vriend en het begint zo ik ben moe en ongelukkig vorig jaar was zo mooi zo mooi en nu

ik was alleen in de stad

en ik stond tussen een massa mensen en iedereen

keek omhoog en hield zijn adem in en ik ook

het was zo mooi zo mooi

iemand had een koord gespannen

tussen de twee hoogste torens van de stad en er

was iemand die daarop danste

iemand die van de ene naar de andere kant ging

wat is het mooi als iemand van de ene naar de

andere kant gaat

een rode vlek tegen de blauwe hemel en beneden

een massa die zich stil houdt

de krop in de keel want wat gebeurt er als

dan is hij dood

want het was zo hoog

zeker vijftig verdiepingen en overal mensen

vanuit de ramen van de toren

vanuit andere gebouwen

van beneden

er was geen verkeer meer

er stonden mensen op auto's

er hingen mensen in bomen en verkeerslichten

kinderen kropen op de schouders van hun papa en ik dacht

het is tof als een vader met zijn zoon iets doet

want zelf heb ik geen vader meer

een hartaanval

niks aan te doen

hij had konijn gegeten

met pruimen want dat is het beste wat er is

hij stond recht

hij zei ik voel mij niet goed

hij ging naar de badkamer

nam een bad

kwam eruit

wandelde door de gang en viel neer

ik heb nog geprobeerd om lucht in zijn longen te

blazen en ik klopte als een gek op

zijn borst maar het mocht niet zijn en hij was

dood en net voor ze hem begroeven kon

men hem gaan bezoeken in het ziekenhuis en mijn

moeder zei

komt kijken

komt kijken kom

hij ligt daar zo schoon

komt kijken

komt kijken kom

het gaat de laatste keer zijn dat ge hem kunt zien maar ik ben niet willen gaan kijken

ik ben niet willen gaan kijken en nu wil ik geen konijn meer eten

ik denk soms dat het de schuld is van dat konijn dat er vergif in zat of zo gelijk bombrieven maar dan met dieren bomkonijnen

en ik kan geen konijn meer zien

want dan denk ik aan hem en dat ik hem graag heb

met die pruimenvlekken op zijn hemd

maar hij is dood en ik mis hem zo en als ik al die

kinderen op de schouders van hun

papa zie klimmen dan voel ik die pijn weer

waar zijt ge papa ik wil dat ge hier zijt bij mij

ik wil op uw schouders klimmen gelijk iedereen en naar boven kijken

naar daarboven

net onder de zon

een dansende rode vlek

en er heerste een soort van vrede in de stad

en alle mensen waren plots gelijk

de advocaat en de bediende

de kapper

de zwerver

de negers

de chinezen

de blanken

de winnaars en de verliezers de rijken de armen de zwarten de witten de zwartwitten

want iedereen maakte hetzelfde mee

een rode vlek van de ene naar de andere kant

en het applaus toen de danser aan de andere kant

was was overweldigend

oorverdovend

heel de stad was een groot feest

en iedereen riep bravo en klapte in zijn handen

en de rode vlek was een vrouw en ze boog en ze riep

danku danku u bent zo vriendelijk

danku danku u bent zo lief

en ik ging naar huis en ik kon mijn ogen niet geloven

het was het mooiste dat ik ooit gezien had en nooit

zou de stad nog hetzelfde zijn

alles was veranderd

hoe ik keek

wat ik deed

wat ik dacht

wat ik voelde

32 • •• etcetera 83



en ik ging naar mijn grootvader

want hij was mijn held

ik heb alles van mijn grootvader geleerd

we hebben alles samen gedaan

in het bos

aan de vijver

in de stad

hij heeft mij verteld hoe de dingen in elkaar zaten hij heeft mij de krant voorgelezen elke dag

zodat ik weet wat er gebeurt nu doet hij dat niet meer

de kranten zijn in dit land niet meer te betrouwen zegt hij

de mensen zijn in dit land niet meer te betrouwen zegt hij

er bestaat een grote reclameaffiche in de stad die alles zegt

ALS ER IETS GEBEURT IN DE WERELD DAN

KOMT DAT MEESTAL OMDAT

ER VOORDIEN IETS IS GEBEURD IN DE

FINANCIËLE WERELD

hij heeft mij zijn oude pornoblaadjes getoond

hij heeft mij getoond hoe het moet

wat belangrijk is

wat ze graag hebben

hij heeft mij mee naar de cinema genomen ge moet leren kijken zegt hij en ik heb leren kijken

hij heeft mij de boeken met ideeën meegegeven dat is voor de zin van de dingen zegt hij ge moet u wapenen zegt hij want het wordt er niet beter op ge moet u wapenen

en ik had de danseres gezien tussen de torens en ik wilde hem alles vertellen

en grootvader zei koorddansen is een kunst van eenzaamheid

en ik begreep wat hij bedoelde

en hij zei het is de kunst van het leven

niet van de dood

het is de kunst van het leven

maar leven

geleefd tot in de extremen van leven

en ik zei

WAT

ik begrijp het niet

en hij zei koorddansers leven een leven dat zich

niet verbergt voor de dood

maar de dood recht in de ogen kijkt

iedere keer als zij op dat koord staat neemt ze het

leven vast

leeft het tot in al zijn extremen lach en traan vermengen zich geluk en ongeluk worden onherkenbaar worden één

en ik begreep niet alles maar dat is niet erg want

het was zo mooi

mijn grootvader is mijn held

en op een dag heb ik ontdekt dat hij veel dronk

hij zat op de zolder en hij dronk van een grote fles

wat drinkt ge zei ik

cider jongen zei hij cider

hij lachte en hij zei alles wordt blauw

als ge cider drinkt

alles wordt mooi

mooi blauw

maar ge moet daar afblijven

later jongen later als ge meer begrijpt van de dingen

en daarna op een dag

ik zal het nooit vergeten

heb ik gezien dat hij mijn grootmoeder sloeg

en ik kon het niet begrijpen want hij was mijn held

en nu lees ik zijn boeken

voor de zin van de dingen

om mij te wapenen

om een groot schild van ijzer te maken zodat het verdriet mij niet kan raken als het toeslaat en toeslaat en toeslaat ik wil een schildpad zijn ik wil in mijn eigen huis wonen en ik laat niemand binnen

in de boeken van grootvader staat dat de mens fundamenteel alleen is

er staat hoe moeilijk mensen met elkaar kunnen praten

hoe moeilijk het is om een taal te vinden voor wat

we denken en voelen

en ik denk ik wil een schildpad zijn

en in mijn eigen huis wonen

en ik laat niemand binnen

alleen jan

kom op de deur kloppen jan

voor u is er altijd plaats

ik zet de kachel op

ik maak een tas thee

kom dicht tegen mij aan wrijven

ik wil u voelen

mijn vriend

mijn beste vriend

en nu zit ik samen met al mijn vrienden in het bos

en iedereen moet een griezelverhaal

vertellen en iedereen krijgt punten en wie op liet

einde het meeste punten heeft die

krijgt een week gratis limonade

en dikke jef zeg ge rijdt op uw fiets en ge glijdt

ineens ongelooflijk uit en ge smakt

tegen de grond

de lappen vel hangen erbij

zand en gruiskorrels boren zich diep in uw been en uw andere been komt tussen de ketting te zitten

uw tenen knakken en worden als worstjes tussen de spaken van het achterwiel in stukjes gesneden

ook in uw ellebogen en borstkas dringt zand en gruis binnen en meteen daarna komt er een auto aangereden die rijdt u volledig plat

gaat compleet over u heen en die vent zegt wat was dat was er iets en hij rijdt

achteruit en rijdt een tweede keer volledig over u heen hij ziet niks

rijdt weg en plet u gelijk aardappelen voor een

derde keer en daar ligt ge dan als een

lioopke tartaar en alleen uw hart klopt zachtjes

heel zachtjes tot het plots stopt

het klopt niet meer en dikke jef krijgt acht punten

het was goed verteld maar dat einde met dat hart

dat was een minpunt

zo flauw zo sentimenteel en ik dacht waarom zegt

iedereen altijd dat het sentimenteel is

als het over het hart gaat

mag daar niet over gesproken worden

en nu is het aan maarten met de hazenlip en hij

zegt ge zit een stok te snijden hè

liet moet een

een

nu ja dat doet er niet toe

ge zit een stok te snijden hè

van een tak zo dik en ge weet als ge hard drukt gaat

het in één keer van pang

dus ge drukt hard maar ge hebt niet door dat ge

het mes omgedraaid hebt

dat klapt dubbel en jaapt u in uw duim

pang

in één lange snee dwars erdoorheen

en maarten met de hazenlip laat zijn litteken zien

en hij krijgt zeven punten

niet meer want hij stotterde te veel in het begin

en dan is het aan harald en die heeft niks speciaals

dat is een gewone jongen en die zegt: ge staat op de

tien-meterplank in het zwembad

en ge denkt bij uzelf waarom is liet hier zo stil

alleen harry is er

de badmeester maar ja naar hem luistert niemand geen hond

ook al maakt hij nog zo'n kabaal en staat ie daar maar te wijzen en te schreeuwen dan springt ge de armen langs uw lijf

hoofd hoog opgericht en dan ziet ge dat het bad

wordt schoongemaakt

het water is dus vijfennegentig graden

dat schreeuwde harry en hij krijgt maar zes punten

want wie gelooft nu dat ge niet

naar beneden kijkt voor ge springt en er zaten geen

details in van het warm water dat

raclette maakt van uw lichaam en dan is het aan

mij en ik ben ook maar een gewone

jongen

niks bijzonders

ik val niet op als ge mij op straat ziet tussen de

mensen en ik zeg: ge loopt in het

donker op een weg die ge altijd neemt

die ge wel kunt dromen zo goed dat ge hem kent

maar dwars over het trottoir zijn ze aan het graven

geweest voor een nieuwe

afvoergoot en hebben ze een buis en een grote

cementtrommel in de grond laten

zakken

niets kwaads vermoedend loopt ge rechtdoor en valt

etcetera 83 OOO 33



ge schaaft u zo aan de rand van de put dat liet vel

van uw voorhoofd gestroopt wordt

knalt dan met uw hersens tegen de andere kant

zodat uw tanden alle kanten op vliegen

schiet nog een eindje door en blijft ondersteboven

vastzitten in de cementtrommel

zodat het afvoerwater tegen uw neus klotst

daar hangt ge dan en ik krijg acht punten en er zijn

er nog twee en ik zie dat jan naar

de wolken kijkt dus zegt josse: ge staat te snijden

met uw mes

prima berkenhout

ge wilt een bootje maken

ge krijgt schitterende spaanders

maar dan

als ge uw hand terugtrekt

schiet een splinter omhoog en boort zich in uw duim

klotepech

hier gaat ie erin

scherp als een naald

extra diep doordat ge uw mes zo stevig beet hebt dwars door uw duim

schampt binnen op het bot en duwt dan van

binnenuit tegen uw nagel

maar die nagel geeft geen krimp

dus breekt de punt van de splinter af

klapt omhoog en komt hier onder uw nagel

terecht en dat allemaal sneller dan ge kunt

denken en als ge hem eruit probeert te trekken zit

er geen beweging in want waar ie

doormidden gebroken is zitten aan beide kanten

weerhaken en josse krijgt zeven

punten en iedereen is benieuwd wat jan gaat

zeggen want jan is nieuw in de buurt en

hij zegt: het ... is ... echt ... gebeurd ... en door de

manier waarop jan dat zegt voelt

iedereen dat het inderdaad waar is ik stond op de stip

een afstand van vier meter van de boom een grote boom een boom zo dik

op de boom had ik een cirkel getekend zo hoog

en ik gooide met mijn mes in die cirkel

en ik was die dag echt goed aan het oefenen en het

mes stond stevig in het hout

niet altijd precies in de cirkel misschien want ik

richtte niet altijd even goed maar het

mes stond stevig

zoals gezegd

vier meter heb ik dat al gezegd

drie keer tolde het mes om zijn as als ik op die

manier gooide

een prima mes

zwaar

goed in de hand en het stond mooi het stond te trillen in de stam ik gooide

liep vier meter en haalde het mes uit de boom ik moest het er met kracht uitrukken

het stond er prima in en dan liep ik vier meter terug één twee drie stappen ik hield mijn ogen op de streep gericht zet daar mijn voet op

draai mij vliegensvlug 0111 en gooi meteen zonder

te mikken

maar ogotogotogot

daar voor de boom

broerlief

mijn kleine broertje en ik riep

yves yves mijn god yves ik ik ik ik waar komt ge

opeens vandaan waarom ben ik zo

stom wat heb ik toch gedaan

recht in zijn hart

bloed overal

en iedereen zwijgt

een volle drie minuten

we kijken naar de wolken en dan staan we recht en gaan naar huis

over punten wordt niet gesproken jan

de groene ogen de sproeten zijn rood haar

de uitslaand brand bovenaan de brede witte grijns en ...

het gat van de ontbrekende halve voortand boven rechts van mij uit gezien

maar ik weet niks van hem hij zegt nooit iets hij is altijd stil en als ik vraag waarom zegt hij ge begrijpt het niet jan heeft een geheim een verschrikkelijk geheim dat niemand mag weten en ik ben zijn beste vriend

de enige zei hij eens en hij hield mij stevig vast alsof hij mij nooit meer zou loslaten gij zijt de enige maar ik kan het u niet zeggen ge zoudt het niet begrijpen

en jan zegt ik ben zo veel alleen en ik zeg kom bij mij en hij gaat mee

en mama maakt eten voor ons

brood en chocolademelk

en jan zegt ik heb nog nooit zo lekker gegeten

jullie zijn zo goed voor mij

en ik toon hem mijn slaapkamer

en hij ziet al de boeken en de posters van films en

de strips van al mijn helden en hij

vraagt of hij ze mag lezen en ik zeg ja en hij moet

lachen omdat ik alle strips heb van

jan zonder vrees en hij wist niet dat die bestond en

hij vraagt of hij sterk is en ik zeg ja

heel sterk

sterker dan ik vraagt hij en ik zeg niemand is sterker dan gij en hij wordt kwaad en hij zegt dat is niet waar gij kunt niet in mij kijken gij weet niet wat ik voel

gij weet niet wie ik ben en ik zeg het spijt me en hij begint te lezen tot de nacht valt en dan gaat hij naar huis en net voor hij weggaat zegt hij gij weet niet wat voor een gelukzak gij zijt maar toch merci en ik was helemaal in de war en ik wil hem vragen zeg mij alles jan zeg mij wat er gebeurd is zeg mij wat ge voelt

zeg mij wie ge zijt maar hij is al verdwenen de nacht in

en we spelen in het bos en hij was de vos en ik de

jager en hij zei ge vindt mij nooit

wedden dat ge mij niet vindt en hij loopt weg en ik

loop achter hem aan maar hij is

veel sneller dan ik en plots zie ik hem niet meer en

ik ben doodsbang want er is

niemand meer

alleen bomen en bomen en bomen en ik roep jan

waar zijt ge

ge hebt gewonnen jan

waar zijt ge en ik moet huilen en ik kijk naar de

lucht en ik voel mij heel alleen en

plots hoor ik takken kraken en dan ineens

een val

recht op mij

jan

gewonnen zegt hij en ik had in mijn broek gedaan van de schrik en dan zagen we een kasteel en we zijn helemaal naar boven geklommen tot waar ge heel de stad kunt zien en daar hebben we gepraat terwijl de wind in ons gezicht sneed en hij zei ik ga u iets zeggen maar ge moogt het aan niemand anders zeggen want dan gaan ze vragen stellen de mensen moeten altijd alles weten en ze denken dat ze alles weten maar eigenlijk weten ze niks

en ik weet dat zolang de mens niks weet van de

andere kant de mens niks weet

en ik zeg ik begrijp het niet en hij zegt

mijn vader

mijn moeder

mijn broer

en ik zeg ja en hij zegt 'zzzzoefff' en ik zeg wat en hij zegt de andere kant

en toen wist ik dat jan alleen was en ik dacht geen

papa geen mama geen broer

hoe kunt ge dan nog ademen

hoe kunt ge dan nog verder maar ik mocht geen

vragen stellen

en dan klimt jan op de muur van het kasteel aan de rand en ik zeg let op zot maar hij wandelt rustig verder op de rand

34

• •• etcetera 83



heen en weer als een koning en ik roep jan kom daar af ik ben bang kom daar af

ge zijt zot en hij lacht en hij danst en hij springt op en neer en op en neer en hij zegt kom probeer

maar ik durf niet en ik denk

mij zwak tonen is mijn enige kans

en jan gaat op en neer en op en neer en heen en

weer en heen en weer en ik durf niet

kijken

ik doe mijn handen voor mijn ogen en ik roep jan

jan jan en hij komt naar mij en hij

staat vlak voor mij maar ik wist dat niet want ik

had mijn handen nog voor mijn ogen

en hij roept aaaaaah ik val brunoooo ik val en dan

begint hij luid te lachen

en dan gaan we weer helemaal naar beneden en we

komen op een open grasveld en

hij gooit iets naar me toe

iets dat een stukje ketting blijkt te zijn

het wordt bij elkaar gehouden door een metalen

plaatje en daarmee opgewaardeerd tot

amulet en in dat plaatje is een mooie J gekrast

ik wring de ketting over mijn hand en ben een

armband rijker

jan houdt zijn rechterhand omhoog en om zijn

pols hangt net zo'n stukje met net zo'ii

plaatje nu met een mooie B erin gekrast

hij neemt mijn hand en houdt zijn amulet tegen de

mijne

hij pakt mijn arm vast en ik pak zijn arm vast en voel weer hoe mager hij is

hij haalt ergens uit zijn binnenste een tekst die hij met verstikte stem opzegt terwijl hij me al die tijd recht in het linkeroog kijkt

zo lang ge mijn beste vriend zijt zo lang ik uw beste vriend mag zijn blijft deze amulet zijn glans behouden

als de mijne zwart wordt weet ik ge wilt niets meer van me weten als ge de uwe ziet zwart worden weet gij: ik gehoorzaam ik ga weg

als een van ons in gevaar verkeert zal de amulet gaan gloeien en de hand van de ander verschroeien tot er hulp opdaagt

als het leven op het spel staat doe de amulet dan af die zal mij opzoeken en ik kom naar u toe

gij doet hetzelfde als mijn amulet 11 bereikt luister en wacht op het teken kom dan meteen

B van Bruno van Beer van Broeder van Blij J van Jan van Jan Courage van Jan Kordaat van Jan stavast van Jan zonder vrees van Jan mijn vriend

en toen ik in mijn bed lag en ik kon niet slapen dacht ik

jan is niet bang van het leven want jan houdt niet van het leven

en ik keek naar de maan buiten die mooi vol was en ik vroeg waarom waarom waarom en toen ik wakker werd vroeg ik mij af is jan gek

maar toen ik hem weer zag dacht ik nee want alles was weer normaal we speelden

we dansten we duwden en we stompten net als anders

alles was vergeten en vergeven en hij was het beste wat mij ooit was overkomen en het leven ging weer zijn gewone gangetje

en dan was het zomer

en ik ging niet naar het kamp zoals altijd

want ik wilde bij jan zijn en jan haatte het kamp en

hij had daar geen geld voor

en ik dacht na over al de mooie dingen die ons te

wachten stonden

en alle avonturen die we zouden beleven en er was een hele grote glimlach op mijn gezicht en ik dacht ik ben zo blij

ik ben zo blij dat ik ik ben en dat jan jan is

en ik wachtte op hem aan de fontein zoals altijd

maar

jan kwam niet

ik heb heel de dag gewacht

aan de fontein

alleen

en jan kwam niet

en de dag daarna ook niet

en daarna ook niet meer

en ik wist niet wat ik moest doen

en mijn mama wou helpen

we zouden samen naar de zee kunnen gaan en

zwemmen en ijsjes eten en

zullen we samen dit en zullen we samen dat

maar mama was jan niet en ik wilde niets

ik wilde jan maar jan kwam niet

en ik liep door de straten van de stad op zoek naar jan en ik ging naar alle plaatsen waar we ooit samen geweest waren en ik was ziek van verlangen

en dan ging ik alleen naar het bos en toen ik aan

het kasteel kwam ben ik helemaal

naar boven gegaan en ik kwam aan de muur en ik

klom erop en ik wilde springen

naar beneden

doodvallen

maar ik durfde niet en dan ging ik naar de rivier en

daar was een bootje en

ik roeide naar het midden van het meer

liet de zon schijnen en het bootje drijven en lag op

de bodem te luisteren naar mijn

groeiende lichaam

en ik dacht

lief klein pilletje pepenneut

ik wil nimmer worden gretit

en ik vroeg mij af of ik zo jans sproeterige gezicht

van de hemel had weggewist maar

nee

helemaal niet

ik was net zo verdrietig als anders en nu ook nog moe

alle energie was uit me weggevloeid en de hele

lange weg naar huis lag nog voor me

dus ik ging aan de kant van de weg zitten en ik huilde

en ik kwam thuis en

in de krant stond

schoenmaker karl andersson was zo aan zijn zoon gehecht dat hij hem mee wilde nemen in de dood en ik begrijp dat

en ik opende mijn dagboek en vulde een hele bladzijde met één enkele gedachte

ik mis u

en ik ging op mijn bed liggen en ik staarde naar het

plafond

soms uren lang

en ik lag daar en vanuit het raam van de buren hoorde ik muziek

iemand speelde piano en het was zo triest en het was zo mooi en ik huilde weer soms uren lang

en ik schreef brieven naar hem

brieven die nooit zouden aankomen want ik wist

niet waar hij was en ik schreef

waarom hebt ge niks gezegd

ge had toch iets kunnen zeggen

een postzegel dat kost toch niks

een woord

een paar woorden

allerlei leugens of één grote verschrikkelijke waarheid maar niks jan niks denkt ge dat ik niet besta dat ik geen gevoelens heb waarom jan

waarom is alles zo'n geheim

en ge antwoordde natuurlijk niet want ik had ze

niet verstuurd

ik schreef ze gewoon om iets te doen en ik hoorde uw stem

ik hoorde uw stem heel vaak maar als ik me

omdraaide waart ge er nooit

en ik schreef een gedicht en dat ging zo

Mijn hele ik is leeg

op een rode bloem na die begint te groeien als ik li zie

etcetera 83 OOO

35



en de mensen zeggen dat ik zot ben maar ze begrijpen liet niet jan ze begrijpen het niet

en de dagen gingen voorbij ik ging op zoek naar jan vond hem niet ging naar huis lag op mijn bed staarde naar het plafond en luisterde naar de muziek

en de rest was leegte de tijd die verstreek

de noodzaak de ene voet voor de andere te zetten om ergens te komen

en ik kan niet slapen want het is te veel het is te veel voor mij gij zijt te veel voor mij gij

en als ik in slaap val dan word ik wakker 's nachts omdat ik denk dat ik de bel hoor en dat gij aan de deur staat

met uw fiets aan uw zij en uw wangen rood kan ik bij u blijven vannacht ja ge kunt bij mij blijven slapen ik wil altijd bij u slapen

en dan loop ik naar beneden en er staat niemand alleen de wind die met de bomen speelt en die vraagt mag ik binnenkomen en ik zeg kom wind kom binnen ik ben zo alleen

ik kan best wat lucht gebruiken en als ik dan toch in slaap val en het is geen nachtmerrie dan droom ik en mijn droom mijn droom is jan dat ge op een keer gaat zeggen bruno neem pen en papier ik zal leren hoe alles heet in mijn wereld een wereld die ik ken en gij niet

ik stapel stenen op een muur

ik zie ze eraf vallen

leg er nieuwe op

ze worden zwaarder en zwaarder

de muur stort in

ik kan er mij niet langer achter verbergen al ben ik nog zo klein

nog zo klein en ik heb de kracht niet om de stenen weer op te stapelen kom jan

kom mee helpen

we zullen samen stapelen

we gaan samen een muur bouwen

we zuilen altijd samen zijn

en op de radio zingt er iemand

aimabel ik ben niets zonder jou

aimabel ik ben niets zonder jou

en het is een verrukkelijke zomer een ongelooflijk

warme zonnige zomer iedereen puft

en zegt wat een stralende zomer hebben we maar

ik niet

ik heb het koud

door en door koud

ik ben ziek van verlangen naar jan

jan

als hij fietst

als hij zo snel fietst dat niemand hem kan volgen

jan in zijn rode broek en zijn rode vest en zijn rode

schoenen en zijn rood haar

hij is de vuurtoren van de stad

de vuurtoren van de stad

jan als hij eet en smakkende geluiden maakt

jan en de baard die hij heeft als hij melk dringt

jan die nooit mee gaat zwemmen

ge kunt nie zwemmen

jawel

nie waar

jawel

nie waar ge liegt ge liegt da ge zwart ziet ha ha ha

jan kan nie zwemmen jan kan nie

zwemmen

ik kan wel zwemmen doe het dan nee ik wil niet

ziet ge wel dat ge niet kunt smeerlapke

alles wat ge zegt zijt ge zelf

jan kan nie zwemmen jan kan nie zwemmen

jan als hij zo kwaad wordt dat ik bang ben dat hij

iemand gaat vermoorden

van waar al die agressie jan

van waar al die haat

de zon schijnt kijk de zon schijnt

jan als hij strips leest op mijn kamer met zijn duim

in zijn mond

jan zonder mama en papa

jan zonder vrienden

ge zijt de enige ge zijt de enige

maar mijn geheim verklap ik 11 niet

jan zonder huis

jan zonder mij

jan als ze over zijn haar strelen

dan wordt hij zo kwaad zo onwaarschijnlijk kwaad

jan als hij stil is

gij kunt zo stil zijn

waarom jan waarom

ge begrijpt het niet ge begrijpt het niet

ik wil jan

ik wil de jan die naar de sterren kijkt heel de tijd naar de sterren kijkt die snurkt als een beer die zo klein is dat ge hem bijna niet ziet die niemand heeft en die niemand moet en niemand is die jan is mijne jan

mijne vriend mijne beste vriend en het werd mij te veel waar zijt ge pa

waar zijt ge als ik u nodig heb

Geliefd Betreurd

Een Laatste Rustplaats

Onze Geliefde

Hier Rust

Geliefd

Betreurd

Geboren Gestorven Geboren Gestorven

Betreurd

links en rechts

het ene geschoffelde zandpad na het andere zo gaat dat

en ik werd wakker in het ziekenhuis en mijn moeder zat naast mij

en ik moest denken aan vroeger toen ik klein was en ik was heel ziek

mijn moeder zat toen ook altijd naast mij

voor te kijken of ik nog ademde

elke avond stopte ze mij in bed en nam ze een stoel

en wachtte ze tot ik in slaap viel en

dan lette ze op of ik nog ademde

tot ik weer wakker werd

want mijn zus is ooit gestorven aan wiegendood en ze heeft zich altijd schuldig gevoeld ik had er moeten bij zijn zegt ze ik had er moeten bij zijn

en omdat ik met astma geboren ben was ze bang

ik wil u niet kwijt

ze mogen u niet afpakken

en dan is ze blijven waken

elke dag

tot ik haar zei

het is goed ma ik weet hoe het moet in en uit en in en uit zo moeilijk is het niet en mijn moeder was heel aardig voor mij ze nam mij mee naar huis

en we brachten een bezoek aan de dolkomische lachtent en de dolkomische spooktunnel en het dolkomische hogerad en het dolkomische treintje en de dolkomische warme worstjes en al het dolkomische dat de stad te bieden had maar ik was ziek van verlangen nog steeds het ging niet weg het was te sterk en 1111

ben ik uitgepraat jan want ik weet

ik kan u niet terug praten

36

• •• etcetera 83



en toen was de zomer voorbij en ik dacht mensen ze struikelen

staan op en beginnen opnieuw en dat heb ik gedaan

maar ik wist niet wat ik zou doen als ik hem terugzag en toen ik hem terugzag

op dezelfde manier als toen ik hem voor het eerst zag ik zat op mijn fiets rustig naar huis te rijden als plots vanuit het niks

ik voorbijgereden word door een andere fietser die zo snel rijdt dat hij voor wind zorgt op het moment dat hij mij voorbijrijdt en ik bijna in de beek lig

en hij stapt van zijn fiets en ik stap van mijn fiets

en ik moet mij tegenhouden van niet

in huilen uit te barsten en ik ga naar hem toe en ik

sla uit al mijn macht met mijn

rechtervuist recht op zijn gezicht en hij valt op de

grond en hij bloedt en ik ga naar

hem toe en net wanneer ik mij buk slaat hij mij terug

recht in mijn gezicht en nu liggen we alletwee in de

beek

en ik zeg sorry jan sorry sorry en hij zegt sorry bruno sorry sorry en we likken eikaars wonden tot er geen bloed meer te zien is

en jan trekt langzaam weer bij en ik mag hem zo graag dat het pijn doet

en we kijken in eikaars ogen en we beginnen zachtjes te huilen

en onze tranen vallen in de beek en die voert ze

naar de zee en daar

vallen ze niet meer op

tezamen met het leed van anderen

golven van verdriet

en toen ik naar huis ging zei ik tegen mezelf het is gebeurd jan

nu hebben we een blad omgedraaid

als ge één keer samen gehuild hebt dan is de wereld

vanaf dat moment nooit meer

dezelfde

en dan kwam jan bij mij

brood eten en chocolademelk drinken en hij maakte grapjes aan tafel

waarom kijken vrouwen pornofilms altijd uit van begin tot einde en mannen niet vraagt hij en ik zeg ik weet het niet en hij zegt

omdat vrouwen altijd denken dat de koppels op het einde gaan trouwen

en dan lachen we samen en zijn we gelukkig en

dan gaan we naar mijn kamer en we

zitten op mijn bed en hij zegt

ik wil u iets vertellen wat ik nog nooit aan iemand

verteld heb en ik zeg

uw geheim uw verschrikkelijk geheim

en hij zegt ja en hij zegt zijt ge vrij vrijdag na

school en ik zeg ja en hij zegt

we gaan naar het kasteel we blijven daar slapen en zaterdagavond komen we terug en ik zag ja jan voor u alles

en dan was het vrijdag en we gingen met de fiets want het was heel ver maar ik had 11e platte band dus lieten we mijn fiets achter en zaten we samen op zijn fiets

heel dicht bij elkaar en ik voelde zijn lichaam en

ik verdween naar een andere wereld

met jan hard tegen mijn lichaam gedrukt

in die wereld hadden we een gemeenschappelijk

lichaam

zijn armen mijn benen zijn benen mijn armen en onze gemeenschappelijke gedachten

ge moet het zo zien

als ge zo dicht bij elkaar zijt is de één soms een deel van de ander

op die manier wordt de liefde vaak omschreven

en we kwamen aan en we verstopten jans fiets en

gingen te voet verder en jan zei

ik ben veel weg geweest

en ik dacht dus jan was op reis

en ik vroeg

van de zomer

en hij zei ja

en ik had ineens zin om weg te gaan want ik wilde

niet dat jan mijn ogen zag dus

ik deed een paar stappen achteruit maar jan ging

natuurlijk mee achteruit en ik deed

mijn best met mijn gezicht

deed mijn best me te verbergen

vooral mijn ogen te verbergen en met jan mee te

gaan zonder een woord te zeggen

omdat ik mijn stem ook niet vertrouwde

en we kwamen boven en we zagen de stad liggen

en het was het mooiste wat er

bestond en we bouwden onze tent en het werd donker

en we waren samen in de tent

het was nacht

en ik was niet bang omdat hij er was

en hij was niet bang omdat ik er was

we hoorden de dieren van het bos

en van ver kwamen de geluiden van de stad

jan kende geen dieren

en ik heb hem alles uitgelegd

van de vogels en de uilen en de wolven

wat ze doen en hoe ge ze kunt herkennen

en de geluiden die ze maakten

want als ge wat ge hoort kunt plaatsen zijt ge niet

meer bang

en hij lachte naar mij en hij zei gij zijt zo lief

en hij vroeg: hoe vindt ge mijn handen

en ik zei ze zijn mooi

en mijn voeten

ze zijn mooi heel mooi

en mijn benen wat vindt ge van mijn benen

uw benen zijn mooi

en mijn schouders ik hou veel van uw schouders en mijn gezicht heel mooi

alles mijn oren mijn ogen mijn mond mijn lippen ja ze zijn heel mooi

dus ge vindt mij helemaal mooi in zijn geheel

ja

totaal

en jan was zo blij dat ik dat vond alsof nog nooit iemand zoiets had gezegd en ik wist

jan is geen winnaar hij zit met iets hij geraakt er niet uit

voor sommigen schijnt de zon voor anderen de maan

en we gingen slapen en we hadden maar één deken

we kropen dicht tegen elkaar

lepeltje lepeltje zei hij

en ik voelde zijn lichaam

en samen hadden we het warm

en ik kon niet slapen en

ik hoorde hem ademen

en dan snurkte hij maar ik vond het niet erg want

hij was mijn vriend

en ik voelde mij totaal gelukkig

en plots voelde ik dat mijn piemel hard werd

en ik wist niet wat doen

en jan werd wakker

en ik wist niet wat doen

en jan zei niets

het was goed

en ik zeg

ik ben bang in het donker

ik ben bang zonder 11

ik heb het graag als ge naast mij ligt

gij zijt zo warm voor mij

en jan zegt

wees niet bang

wees niet bang voor de monsters van de nacht

we zijn sterker samen

wees niet hang voor de duivel

ik ben bij u

en ik zeg

ik heb gehuild in de zomer als ge weg waart

elke dag dat ge weg waart heb ik gehuild

een hele zomer

dat zijn eenenzestig dagen

dat zijn twee emmers tranen mijn vriend

twee emmers tranen heb ik voor 11 gehuild

ze staan op mijn kamer

zodat ik u nooit vergeet

maar jan slaapt al

en dan werden we wakker in eikaars armen en we aten het brood dat we van thuis hadden meegebracht

en we kijken naar de stad en ik denk nu gaat hij het

zeggen

het geheim

zijn verschrikkelijke geheim

etcetera 83 OOO

37



en hij kijkt mij aan zijn lippen bewegen hij wil woorden vormen maar het gaat niet alleen een stil gekreun en ik zeg jan wat is er jan wat is er zeg iets ge zijt zo bleek

en ineens loopt hij van me weg en ik ga achter hem aan en ik denk

nu gaat ge me niet ontsnappen niet weer

en dus rende ik zo hard ik kon en ik greep u beet tilde u op

vederlichte jan en drukte u tegen de muur

drukte u hard tegen het graniet

ik wil het weten ik moet het weten ik ben uw vriend

maar ge verdedigde u niet

ge liet uw armen hangen

wendde uw blik af

uw plotseling bange blik

ge liet uw armen hangen en wachtte op de klap zonder u te verdedigen ik had hem met zijn rug tegen de muur maar wat moest ik daar met hem beginnen hem slaan dacht hij

maar wie was ik als jan mijn vriend zo dacht

zijn groene ogen blikten in de mijne

en toen vroeg ik jan wat is er

en deze groene groene ogen begonnen tot mijn

grote schrik te huilen

het was volstrekt onwezenlijk

volstrekt onbegrijpelijk

hier zo te staan en pal in jan te kijken

zoals het ook volstrekt onbegrijpelijk was dat hij

huilde zonder zijn gezicht te

verbergen

zonder mij met zijn blik los te laten ik wist ik voelde ik begreep

dit zou ik nooit begrijpen

en ik ging naar huis

en in mijn hart een verlangen dat ik niet begrijp en ik dacht: waarom hebben mensen niets anders dan woorden om mee te praten

en ik wil erover praten maar mijn vrienden zijn te jong of ze lachen ermee omdat ze bang zijn

iedereen is er bang van en zij die zeggen dat ze niet bang zijn nog meer

ze kruipen 's nachts in de hoek van de kamer als

het donker komt en ze schreeuwen

laat mij gerust

ik ben maar een kind

ik weet nog niets

en ik wil nog zoveel doen

en mijn grootvader zegt het is nog te vroeg jongen het is te vroeg voor de dood jongen en ik zeg ik wil het weten en hij zegt

er zullen witte dieren door het veld gaan lopen en dat zal alles zijn

een paar dagen gingen voorbij zonder jan

en dan op een morgen

ik wilde de brievenbus leeghalen

ik voelde in de bus

er lag iets hard op de brieven

ik nam het eruit en dan ben ik heel heel bang

geworden

de amulet van jan

en de woorden van het lied in mijn hoofd zolang ge mijn beste vriend zijt zolang ik uw beste vriend mag zijn blijft deze amulet zijn glans behouden verder was het verder en dan daar

de woorden

als liet leven op het spel staat doe de amulet dan af

en ik rende weg als een zot

waarnaartoe schreeuwde ik waarnaartoe

eerst aan de fontein

dan aan het kasteel

maar aan de fontein was niemand

het kasteel dan en ik liep alsof mijn leven ervan afhing

en toen ik daar aankwam was ik volledig buiten adem

ik moest niet naar boven gaan

jan lag beneden

dood

in het gras

ongevoelig voor de pijn van de dingen

gesprongen

zonder vangnet

zoals altijd

als het waar is dat de vereende krachten van veler intense gedachten de logica van de dood en de waarheid van de realiteit kunnen vermurwen als het waar is dat de heftige wil van velen het lot kan beïnvloeden in de loop der gebeurtenissen als het waar is als dat waar is

dan was jan levend en gezond kwam hij mij voorbijfietsen vielen we samen in de beek lachten we

maar jan is dood en hij blijft het dus is het niet waar

en in de zak van uw broek vond ik een brielje voor bruno stond er ik vouwde het open

bruno

een paar dingen moet ge weten

één: liet deed zojuist zo'n pijn in mijn hart

twee: ik ben meer bang van de liefde dan ik bang ben

van de dood / daarom

drie: ik ben moe en ongelukkig

vier: als liet leven een boos sprookje wordt moet ge

verdwijnen

uw beste vriend jan

en nu ben ik hier

op de zolder van mijn grootvader

en ik denk

ik ben een kind van deze tijd: ik ben leeg in mijn handen heb ik een foto uit de krant van een jaar geleden

die ik van mijn moeder gekregen heb jan zei ze als ze mij de foto gaf het is jan

en het is een foto van vorig jaar van een vrouw die een koord had gespannen tussen de twee hoogste torens van de stad ik heb nog nooit zoiets moois gezien op de foto lacht ze

lacht jan van dichtbij tegen de fotograaf tegen mij

het is een heerlijke witte grijns er ontbreekt een halve voortand in die grijns boven rechts van mij uit gezien

en ik heb een fles cider in mijn handen en alles is mooi alles is blauw

De 'griezelverhalen' en het gedicht 'Zo lang ge mijn beste vriend zijt...' uit bovenstaande tekst werden ongeveer letterlijk overgenomen uit het boek Jan, wijn vriend van de Zweedse auteur Peter Pohl (Querido, 1991, vertaling Cora Polet).

JAN, MIJN VRIEND

tekst Raven Ruëll,

naar het boek van Peter Pohl

regie Raven Ruëll

met Bruno Vanderi Broecke

vorm Michiel Van Cauwelaert

productie Bronks

première zaterdag 23 maart 2002

38

• •• etcetera 83


Development and design by LETTERWERK