Archief Etcetera


Stills Nils de Coster



Stills Nils de Coster

Stills Nils de Coster

door een schapenwei rent, over grachtjes huppelt, molenwiekt met haar armen. 'Hier,' zegt Aitchison terwijl hij even het beeld stilzet, 'in die houten hut in de verte, verborg I.M. zich in deze periode. Ze had toen nog maar weinig contact met haar vrienden.'

De vraag die aan de basis van deze performance ligt, 'how heavy are my thoughts?', is net zoals 'hoe diep is mijn geloof?' één die voortkomt uit het figuurlijke gebruik van de woorden 'zwaar' en 'diep' in de uitdrukkingen 'zware gedachten' en 'diep geloof', terwijl het ook strikt wetenschappelijk gebruikte termen zijn. Anders dan 'diep geloof' is 'zware gedachten' echter dubbelzinnig te interpreteren vermits gedachten, of dan toch hoofden, hersenen en eventueel zwaarmoedige lichamen, ook in wetenschappelijke zwaarte kunnen worden uitgedrukt. Het pseudo-onderzoek dat I.M. onttrekt aan deze dubbelzinnigheid, is spitsvondig en steekt zoals gezegd vrolijk de draak met hedendaagse kunstpraktijken. Het verhaal van I.M., wiens zoektocht in plaats van op te schieten alleen maar verder uitwaaiert, overstemt echter deze conceptuele en metafictionele spelletjes. Behalve aan de aanwijzingen die Aitchison daartoe geeft (de benoeming als I.M., de details over haar persoonlijke leven tijdens het onderzoek) en het narratieve verloop van de experimenten, ligt dat vooral aan I.M.'s eigen klaarblijkelijke zwaarmoedigheid. In de allereerste plaats stelt ze zich in How heavy are my thoughts deze vraag in haar figuurlijke betekenis. De titel van het stuk bevat geen vraagteken, en zo valt hij ook te interpreteren, als een zucht: 'hoe zwaar zijn mijn gedachten toch'. Ie vraagt je inderdaad van bij de eerste close-ups af wat er scheelt met deze vrouw. Haar vermoeide gezicht, de wallen onder haar ogen en een donkere plek in haar nek laten er geen twijfel over bestaan: wetenschap zal haar worst wezen, ze wil weten wat haar zo neerslachtig maakt. Het kadert meteen de lusteloze koppigheid waarmee ze haar proevenparcours afwerkt en uiteindelijk steeds waanzinniger wordt. Het contrast met de opgewekte uitleggerigheid van Aitchison is treffend, en versterkt de onderhuidse, 'weggemoffelde' gevoelslading die doorheen deze performance deemstert.

De fysieke verschijning van Ivana Müller op video speelt een grote rol in deze constante ondertoon van melancholie. Ze injecteert de nauwelijks verholen constructie waarin ze zit, met beelden waarin ze echte ervaringen beleeft. Bij close-ups van haar bedrukte

gezicht kan je dat alleen maar vermoeden (of aan veel acteertalent wijten), maar wanneer je I.M. tien glazen wodka ziet binnen-gieten en daarna tegen de vlakte gaan, wordt de combinatie van waarheid en leugen best wel aangrijpend. Wanneer Aitchison tijdens het tonen van het trampoline-experiment de video stilzet op het ogenblik dat I.M. haar hoogste punt bereikt en, volgens haar eigen theorie althans, enkel lichte gedachten in haar hoofd heeft, kan je hem alleen maar gelijk geven als hij zegt dat de gelukzaligheid van haar gezicht is af te lezen. Behalve de lichamelijke uitstraling van I.M. is het ook de aard van sommige proeven die suggereert dat How heavy are my thoughts niet alleen maar scherpzinnig en taalfilosofisch hoeft opgevat te worden, maar dat de poëtische lading minstens even groot is. Het experiment waarbij I.M. veronderstelt dat gedachten in de lucht blijven hangen en kunnen worden opgepikt -energetische ladingen kunnen immers ook niet verdwijnen- is bijvoorbeeld prachtig. Ze betreedt een lege kamer, voordien nog volgestouwd met allerhande objecten, alleen maar om zich af te vragen hoe ze zich in hemelsnaam kan openstellen voor die zwevende gedachten. 'Ik denk aan andere dingen en ben dus helemaal niet toegankelijk voor al de herinneringen in deze kamer. Zou Nils weten dat ik vals speel?', verschijnen haar gedachten in ondertitels op het scherm, terwijl ze bezorgd naar de cameraman kijkt. Een komische draai aan een proef die zou kunnen verwijzen naar de onmogelijkheid ideeën en herinneringen te (her) ontdekken door plaatsen te bezoeken en voorwerpen te koesteren. Opvallend zijn ook sommige sombere gedachten die deel uitmaken van

andere experimenten, zoals I.M.'s herinnering haar moeder nooit te hebben kunnen zeggen hoe mooi ze haar wel vond, of enkele vragen die ze zich stelt bij de wodka-test: ' Will Ifind truth? 'Will they miss me? ' Why am I so tiredf 'Can it alljust disappear?

I.M.'s onderzoek is op het ogenblik van de performance nog niet afgerond. Vandaar haar afwezigheid, zo blijkt: ze wijdt zich op dat ogenblik aan een experiment dat gedocumenteerd is onder de titel 'Upside down world. Op het einde van de voorstelling krijgen we haar ook even live te zien, terwijl ze tegen een muur in een nabijgelegen kamer op haar handen staat, een Dunce Cone met een elastiek op het hoofd gebonden, als om haar gedachten te concentreren op een plek buiten haar lichaam. We zien echter dat de punthoed bovenaan is opengeknipt. Dit is het hoogtepunt van I.M.'s onderzoek. Na gewichten van blije en bedrukte hoofden te vergelijken, vruchteloos hersenscans te onderzoeken, verlichting te voelen op de trampoline, purification by wodka na te streven, en haar gedachten te verdoven door te staren naar een witte muur, wil ze alleen nog maar leegstromen. Een Victoriaanse heroine waardig.

HOW HEAVY ARE MY TOUGHTS CONCEPT Ivana Müller PERFORMANCE Bill Aitchison VIDEO Nils De Coster

COPRODUCTIE Mousonturm Frankfurt en Theater Gasthuis Amsterdam

46

999 etcetera 95

Volledig artikel als PDF

Auteur

Publicatie Etcetera, 2005-02, jaargang 23, nummer 95, p. 50

Trefwoorden aitchisongedachtennilsheavyhaarcosterbedruktestillsstilzetwodka

Namen Dunce ConeI.M.Ivana MüllerMousonturm FrankfurtNils de CosterUpsideVictoriaanseWill IfindZou Nils


Development and design by LETTERWERK