Archief Etcetera


Film, TV, Dvd



Film, TV, Dvd

Los

Jan Verheyen naar heT boek van Tom Naegels

Intelligent populisme, daar pleit schrijver David Van Reybrouck voor in zijn recent verschenen pamflet Pleidooi voor populisme. Voorbeelden van deze paradoxale combinatie zijn, zacht gezegd, niet erg voor de hand liggend. De film Los van Jan Verheyen is misschien toch een goed voorbeeld.

In het pamflet en in de film komt een quasi identieke situatie voor: Van Reybrouck vertelt hoe hij met een paar intellectuele vrienden vanuit een appartement in Middelkerke de belachelijke badgasten op de dijk staat uit te lachen. Om zich dan voor dat superioriteitsgevoel te schamen. In Los zit een scène waarin de vrienden samenkomen om op televisie naar Idool te kijken en de idiote kandidaten van de wedstrijd uit te lachen. De twee allochtonen van het gezelschap, Nadia en Didi, kunnen er echter niet om lachen: zij identificeren zich vanuit hun underdogpositie met de kandidaten.

Los is gebaseerd op de gelijknamige roman van Tom Naegels. Boek dat op zijn beurt gebaseerd is op waar gebeurde feiten: als journalist bij een populaire krant begint Naegels een relatie met de allochtone Nadia terwijl zijn racistische grootvader op sterven ligt. Op de achtergrond maken wij de rellen in Borgerhout en de opkomst van Dyab Aboe Jahjah mee (niet erg overtuigend tot de rapper Jamal gemaakt). Het boek pakt op een lichtvoetige manier zware problemen aan, de film benadrukt dat nog meer: het is zonder meer een komedie, zij het over ernstige onderwerpen (zoals elke goede komedie).

Het komische wordt flink aangedikt door de vertolkingen. Een paar Vlaamse coryfeeën komen hun nummertje opvoeren: Frank Focketyn mag in een proloog even het typetje neerzetten van een verzuurde man die protesteert tegen speelstraten – een sequentie zo weggelopen uit In de gloria. En Stany Crets is even eendimensionaal als de cynische hoofdredacteur van de populaire krant De Gazet, waarin Tom Naegels tegen beter weten in verantwoorde journalistiek voor de massa tracht te brengen. Zelfs een van de hoofdrollen is clichématig ingevuld: Jaak Van Assche amuseert zichzelf (en het publiek) kostelijk door een karikatuur te maken van de aan kanker lijdende grootvader die constant plompe racistische opmerkingen spuit, tot op zijn doodsbed toe. Erg subtiel is het niet. En je vraagt je af of de film niet aan diepgang had gewonnen met een minder karikaturale aanpak. Maar dan was het allicht geen komedie meer geweest.

Die acteerclichés doen er echter niet toe. In zekere zin zijn ze zelfs functioneel, want alle figuren en toestanden in de film zijn – zoals enkele scènes ook expliciet tonen – slechts afsplitsingen van de hoofdfiguur, Tom Naegels. Die wordt schitterend geïncarneerd (zoals het hoort in een klassieke film: een acteur dient geen personage te spelen maar te zijn) door Pepijn Caudron. Alle bezwaren die je kan hebben tegen het spelen van typetjes door Van Assche of Crets vervallen omwille van Caudron. Bij hem komt alles samen, hij toont en verwoordt de emoties die bij de anderen ontbreken. Jaak Van Assche speelt niet de bompa van Caudron / Naegels, hij speelt de bompa zoals het hoofdpersonage zich hem voorstelt. Regisseur Jan Verheyen en scenarist Bram Renders benadrukken dat gegeven door Caudron ‘terzijdes' te geven (voor een maagdelijk wit scherm spreekt hij het publiek rechtstreeks toe) en hem commentaar op de gebeurtenissen te laten leveren die vaak hilarisch is. Met als hoogtepunt zijn onhandige laatste woorden tot zijn stervende bompa: ‘als ik u niet meer zie, hou u goed'.

Het is in die dialectiek tussen afstandelijke ironie en emotie over ondanks alles waar gebeurde feiten, dat Los voortreffelijk als komedie functioneert. Dit is niet het vrijblijvende geleuter over imaginaire personages die de meeste Vlaamse komedies kenmerkt, dit is – hoe geromantiseerd ook – een waar gebeurd verhaal waarvan je de situaties en personages herkent en soms zelf hebt meegemaakt.

Ondanks de zware inhoud (racisme, twijfel aan de integratie, de rellen in Borgerhout, een stervende grootvader, euthanasie – plus een gemengde relatie met alle problemen vandien) is de toon erg lichtvoetig. En zo komen we terug bij de intelligent populistische inslag van Los. De problemen worden hier niet tragisch behandeld, maar met de afstand van de komedie. Dat



Pepijn Caudron en Armand Van Assche, Los © Eyeworks Film&TV Drama

van minstens drie Amerikaanse meesters: Paul Verhoeven, Brian De Palma en Michael Mann.

Maar lijk of geen lijk, en alle nieuwste cameralenzen en gesofisticeerde postproductietechnieken ten spijt, is een sjiek appartement op de Antwerpse kaaien nog geen penthouse in Vegas of Miami. Tot nader order is Koen De Bouw geen De Niro, Filip Peeters geen Pacino. En Van Looy blijft vooralsnog te braaf om de brutale seksualiteit, het excessieve geweld, het obsessieve voyeurisme van zijn geestelijke leermeesters te evenaren, laat staan te overtreffen. Maar waarom discussiëren over hoe goed of hoe slecht deze Vlaamse Hollywoodfilm gedaan is? Loft is meer dan een film. Het is net zo goed een update van De Mol, die immens populaire realityshow waarmee Woestijnvis rond de eeuwwisseling een tv-begrip werd in Vlaanderen. Denk er even aan terug: tien deelnemers vertrekken naar een onbekende bestemming voor een avontuurlijke afvallingskoers vol fysieke proeven en psychologische uitdagingen. Een van hen is de Mol, een saboteur in loondienst van de makers, en hem of haar ontmaskeren is van het grootste belang om de finale te halen. De kijker participeert aan het speurwerk en kan zich wekenlang verkneukelen over dit competitieve spel van schone leugens en vals vertrouwen. Vergelijk: in Loft delen vijf getrouwde kompanen stiekem een modieus optrekje waar ze ongestoord hun minnaressen ontvangen. Het lijk van een jonge vrouw in hun kingsize bed maakt een einde aan de pret en stelt de vriendschap op de proef. Een van hen is de moordenaar en zijn graduele ontmaskering brengt alle jaloezie, bedrog en verraad naar boven.

Ooit wekte de gezellige herkenbaarheid van Woestijnvis-programma's (Man bijt Hond, Alles kan Beter en Schalkse Ruiters) nog de indruk van charmante en ‘typisch Vlaamse' scoutsof chirotelevisie, maar in feite ging het van meet af aan om onvervalste managers-tv geschoeid op global neoliberale leest. Woestijnvis is niet de guitige bende waarvoor het zich zo graag uitgeeft, maar een uitgelezen schare van gewiekste ondernemers in jeans die niet moet onderdoen voor de harde concurrentie in maatpak en stropdas. In geen tijd is het tv-productiehuis (dat pas in 1997 werd opgericht) een begrip geworden binnen en buiten de landsgrenzen (met onder meer Terug Naar Siberië en De Laatste Show maar ook de uitzending van Belgisch voetbal op zijn naam). Het bedrijf is een competitieve merknaam voor programma's met een kwinkslag die via gediversifieerde mediaplatformen een nauwe band met de kijker onderhouden. Met Loft zet de firma zijn eerste kordate stap in de filmindustrie, geruggensteund door eerder opgedane fictie-ervaring in eigen tv-series (zoals Het Eiland en De Parelvissers) en verzekerd van maximale visibiliteit door de centrale aanwezigheid van twee tv-sterren uit eigen stal.

Want Van Looy is meer dan een filmregisseur. Als gespeeld ontwapenend presentator van de populaire Woestijnvis-quiz De slimste mens ter wereld voert hij reeds menig seizoen de Vlaamse kijkcijfers aan en op zijn reputatie wordt zwaar ingezet bij de promotie van Loft. Een troef die nog wordt verstevigd door de koppeling aan het kwaliteitslabel van allround tv-maker De Pauw. Dankzij dit beroemde duo (samen ooit sleutelfiguren achter de schermen van De Mol) was het succes van de film al een voldongen feit vooraleer hij de zalen bereikte. Want wie weet de media beter naar zijn hand te zetten dan een mediamaker zelf? Elke etappe in het maakproces, van scenario tot draaiperiode, van prefinanciering tot muziekopname, kon rekenen op georkestreerde aandacht in kranten, op televisie en op het net. Zelfs Van Looys moeilijke en afgesprongen onderhandelingen over een heuse regie in Hollywood werden breed uitgesmeerd en klinken achteraf als de juiste referentie en het ultieme bewijs van zijn kunnen. Sinds de première is het hek van de dam: geen krant, magazine, nieuwsuitzending, praatshow of website waar beide bv's niet gepasseerd zijn of geposeerd hebben. Nog maar gezwegen over de uitgebreide advertentiecampagne als vanzelfsprekend onderdeel van een opvallende marketingstrategie naar... Amerikaans model.

De gastvrijheid van Vlaamse media voor de hele Loft-hype kan moeilijk verbazen. Het is een kwestie van geven en nemen: in één en dezelfde beweging ontleent én catert de film aan de hele lifestyle-pers. Deze bestudeerde genreoefening is de gedroomde promoclip voor de luxueuze wereld die op de glossy pagina's van De Standaard Magazine, Knack Weekend en Gentleman wordt aangeprezen. Loft mikt heel beredeneerd op kijkers die zich er één impliceert distantie ten opzichte van de verschillende standpunten. Bompa krijgt geen gelijk met zijn zwart-wit racistische opmerkingen, maar ook niet helemaal ongelijk. En hetzelfde geldt voor zijn tegenpool, rapper Jamal. De bompa krijgt menselijke dimensies door zijn ziekte, de rapper (in een van de minst overtuigende scènes uit de film) omdat hij zijn neus niet ophaalt voor de smartlap Broken Wings. En telkens weer zwicht de hoofdfiguur voor de menselijke aspecten van de personages, ook al staan die lijnrecht tegenover elkaar.

Los is – gelukkig maar – geen politieke film: hij engageert zich niet voor deze of gene zaak. Integendeel, hij ‘disengageert' zich en zoekt – zoals de hoofdfiguur – het menselijke en het komische, aan beide kanten op. Vandaag echter is precies dat ‘disengagement', die afstand, dat verzaken aan het grote gelijk in het voordeel van het ‘niemand heeft gelijk' ook een vorm van politiek, of zo u wil: antipolitiek.

‘Niemand heeft gelijk, behalve ik' is zowat de lijfspreuk van de populisten. Jean-Marie De Decker zegt nooit iets anders. Het populisme van Los is gelukkig veel subtieler en paradoxaler. Je zou het kunnen verwoorden als ‘niemand heeft gelijk, zelfs ik niet'. Dat intelligent populisme wordt in de film heerlijk verpersoonlijkt door Pepijn Caudron, die een van de meest sympathieke, want zichzelf constant relativerende figuren uit de recente Vlaamse film neerzet.

marc holthof

Los van Jan Verheyen met Pepijn Caudron, Koen De Graeve, Sana Mouziane, Jaak Van Assche, Stany Crets, Sofie Van Moll, e.a.

Loft

Bart De Pauw & Erik Van Looy

Belgian film, made in Flanders. Die ene slogan op de webstek van het VAF says it all: populaire cinema van bij ons is een kwestie van zeer precieze marktprofilering. De goeie verstaander leest ook wat er niet staat: een Vlaams bioscoopsucces zwijgt in alle talen over Luik en droomt luidop van Hollywood. Producent Woestijnvis onderschrijft die ongeschreven regels ten volle in een uitgekiend mediaplan dat van een product een evenement weet te maken. Alleen regisseur Erik Van Looy en een handvol recensenten denken nog dat Loft vooral een film is. Of doen ook zij alsof?

Hollywood, het mekka van de commerciële film, is en blijft de toetssteen voor Loft. Liever een contract voor een remake door een grote Amerikaanse studio dan een Gouden Palm in Cannes. Logisch, want het referentiekader van zijn makers ligt over de oceaan. Volgens de obligate promotalk heeft scenarist Bart De Pauw een originele thriller bedacht met spannende intrige en verrassende ontknoping. Op papier leest de moordplot wellicht als een derde of vierde sequel op recente Amerikaanse misdaadfilms als The Usual Suspects of A Simple Plan. In handen van regisseur Van Looy, perfectionistisch vakman en gepassioneerd filmkenner, gaat deze naarstig uitgewerkte whodunit eigentijds cinematografisch ogen. De regisseur toont zich als een stilist die zijn lichtende voorbeelden alle eer probeert aan te doen. Zijn cameravoering, montage, kleurgebruik, acteerregie, soundtrackbenadering, kortom zijn hele mise-en-scène leunt aan bij die



Filip Peeters en Marie Vinck, Loft © Woestijnvis, foto Sofie Silbermann

Young@Heart

stephen walker

Op het Filmfestival van Gent, dat in oktober voor de 35ste keer een deel van de binnenstad bezette, kaapte in het grote aanbod een bescheiden documentaire over een koor uit Massachusetts de publieksprijs weg. Young@Heart is dan ook geen gewoon koor: met een gemiddelde leeftijd van 83 brengen deze oudjes pop, rock en blues van The Clash tot Sonic Youth, van The Ramones tot Coldplay. De groep groeide in de jaren tachtig uit tot een waar fenomeen en doet sinds 1997 behalve de vs, Canada en Australië ook de grote zalen van Europa aan. De documentaire werd vertoond in Vooruit, waar Young@ Heart al twee keer optrad en waar je tijdens het Filmfestival onder de noemer Almost Cinema een alternatief parcours van performance, installaties, film en muziek kon volgen.

Regisseur Stephen Walker, die een lange staat van dienst heeft als reportageen documentairemaker bij onder meer de bbc, volgde de koorleden zeven weken lang tijdens repetities, ziekenhuisbezoeken, familiale gelegenheden, een optreden in een gevangenis en ten slotte een grote nieuwe show in thuisstad Northampton. Reportagefragmenten worden in de prent afgewisseld met interviews en speciaal voor de gelegenheid ineengestoken videoclips.

Bij het publiek in Vooruit zorgt de film voor veel animositeit: er wordt hardop gelachen en commentaar gegeven, bij het buitenkomen hoor ik

Young@Heart © Jeff Derose

mensen zeggen dat ze hebben gehuild (en dat overkomt hen nooit!). Een paar senioren die ergens in het diepe Amerika geregeld samenkomen om wat te zingen, hoe slagen die erin om zoveel emotie los te maken?

Om te beginnen zit de film slim in elkaar. Walker deinst er niet voor terug om de kleine gebreken en ongemakken van de ouderdom vlakaf in beeld te brengen, wat een hele waaier aan grappige en ontroerende momenten mogelijk maakt. De openingsscène, waarin de camera wel héél dicht inzoomt op het gezicht van de stokoude Eileen die schreeuwt als een rockster net voor ze de woorden ‘Should I stay or should I go' op haar publiek aflaat, zet meteen de toon: op onherroepelijk groot beeld zie je haar diepe rimpels, kinharen en vergeelde tanden. Onverbloemd is het minste wat je over zo'n shot kan zeggen, en de reactie in de zaal is een mengeling van verbijstering en hilariteit.

Met die onverbloemde stijl ruimt de film ook enkele taboes uit de weg die gewoonlijk als vanzelf de realiteit van het ouder worden overschaduwen. Dit zijn mensen die lijden aan stoornissen en ziektes van het hart, de longen, de botten. Tekenen van aftakeling die zonder schroom in beeld worden gebracht. Maar evengoed gaat het over de last van een sukkelend geheugen, hun twijfel over de toekomst, het opgeven van dingen die ze altijd als vanzelfsprekend hebben ervaren. Het doorgaans weinig besproken thema van intimiteit en seksualiteit bij ouderen wordt op een ludieke manier aangepakt. Zo is er het portret van Eileen, 94 en nog steeds een stripteasefan, of (hopen te) kunnen veroorloven. Deze reclamefilm voor investering in de vastgoedsector is verpakt als een thriller waarin welgestelde blanke middenklassers een staalkaart van maatpakken en designmeubels showen. Niet alleen het stoute, pikante verhaal maar ook de ‘stijlvolle', ‘sensuele' vormgeving is een tot leven gebrachte mannenfantasie waarin vrouwen (zoals bij Verhoeven, De Palma en Mann) weliswaar op hun strepen mogen staan zolang ze maar verleidelijke figuranten, hete stoeipoezen of gevaarlijke spelbrekers blijven. Woestijnvis was altijd al een exclusieve heterojongensclub, maar deze keer maakt misogynie gewoon deel uit van het marketingplan, dat de wapens van de vijand tegen zichzelf keert: ‘inzichten' uit de relatierubrieken in Flair en Libelle worden herschreven als gevatte en gevoelige ‘bespiegelingen' over overspel.

De Vlaamse film wordt blijkbaar nog steeds achtervolgd door zijn roemloos verleden: de boerendrama's en Heimatprenten uit de jaren zeventig en tachtig (Pallieter, Het Gezin van Paemel, De Vlaschaard,...) hadden lange tijd zo weinig voeling met de moderne Vlaamse werkelijkheid dat zelfs deze vroeg-21ste-eeuwse filmmakers zich nog verplicht voelen te overcompenseren. Hun veramerikaniseerde versie van Antwerpen anno 2008 is al even wereldvreemd als de anachronistische literaire cinema van hun regionale voorgangers. Maar ook hier kan het cinefiele argument weinig overtuigen. Vlaanderen krijgt met Loft het soort mediaproduct waaraan het verdient: aanstootgevend, protserig, onge-geneerd seksistisch, schaamteloos leeghoofdig. Hoe kan het anders dan dat het Casino van Oostende uitgekozen wordt als decor voor een sleutelscène? In deze bloeiende zaak kunnen Vlaamse goedverdieners ongetwijfeld hun geld laten rollen, niet in het minst ook dankzij het voordelige tax sheltersysteem waarop Loft gretig beroep heeft gedaan voor zijn financiering. Zonder zou van dit lucratieve product geen sprake geweest zijn.

En Luik? De Waalse cinema is tegenwoordig alles wat Loft niet wil zijn. Terwijl de broers Dardenne, Lanner, Lafosse en co het leven zoals het is in kaart proberen te brengen, timmert Van Looy aan een artificiële werkelijkheid. Mensen versus personages. Locatie versus studioset. Werkelijkheid versus fantasie. Het één is niet beter dan het andere: documentair realisme en gestileerde fictie hebben allebei iets te vertellen, of niets. Maar in dit geval verraadt de kloof tussen beide landsdelen een verschil in ambitie. De betrachting van Le silence de Lorna, Eldorado, Nue propriété,... is op zijn minst om de wereld van vandaag te tonen, als het kan ook om hem te begrijpen, en misschien zelfs om erin tussen te komen. Het streefdoel van Loft is om zijn publiek te entertainen en om het grootste kassucces in de Vlaamse filmgeschiedenis te worden. Het is maar waarmee je tevreden bent.

herman asselberghs



(Advertentie)



(Advertentie)



van Steve, die op de vraag of het er allemaal niet moeilijker op wordt enthousiast uitroept:‘Hell no, it gets better! It takes longer and it is more fun!'

Echt ontwapenend zijn de opnames van hun repetities. De nummers die door oprichter en koorleider Bob Cilman worden uitgekozen getuigen van zijn scherpe neus voor een geslaagde combinatie van lef en ironie die van de optredens van Young@ Heart steeds opnieuw een succes maakt. I feel good, Stayin'alive, Forever Young: het krijgt allemaal een komische want meerlagige betekenis. Eens je hen met zijn allen vrolijk I wanna be sedated of Road to nowhere hebt horen zingen, kan je nooit nog naar die nummers luisteren zonder dit potentieel aan pijnlijk-grappige betekenissen te horen meeklinken.

Die mix van broosheid en kracht, van pijn en humor, wordt de inzet voor een boodschap van warmte en optimisme. Daardoor flirt Walker geregeld met ensceneringen die neigen van gevoeligheid naar pathos, van moed naar romantiek. En dat is jammer, want ik kan me niet van de indruk ontdoen dat de mooiste scènes in de film net deze zijn waarin je tussen de regels van de enscenering door (in de banale gesprekjes, de stiltes, de twisted humor van de personages) vanzelf verhalen en betekenissen ontwaart. Walker mag dan wel een Brit zijn, zijn film voelt toch vaak Amerikaans en over-the-top aan.

Toch raakt dit verhaal, doorheen alle hilariteit en droefenis, flashy videoclips en leuke muziek, aan iets diepers en verborgeners. Wat zo graag wordt weggestopt achter een façade van reclame, cosmetische chirurgie, klinische bejaardentehuizen en een consumptie-economie die al je dromen binnen handbereik brengt, wordt in onopgesmukt daglicht getoond: ouderdom, niet als kwalijke bijwerking van het leven, maar als nakend einde. De ongecensureerde aanblik van iemand die dichter bij de grens van de dood dan die van het leven staat, maakt je tastbaar bewust van je eigen sterfelijkheid, van de dood als deel van het leven.

Op het einde van de film sterven onverwachts twee leden van de groep.

Daardoor verliest Fred zijn kompaan waarmee hij Fix you van Coldplay zou zingen tijdens het grote liveconcert. Wanneer hij het nummer uiteindelijk solo zingt, krijgt ook deze tekst een heel geladen betekenis. Kan je eigenlijk wel zingen ‘Lights will guide you home / And ignite your bones / And I will try to fix you' als de realiteit net heeft bewezen dat je haar nooit kan inhalen? Maar terwijl je luistert naar Fred, die met zijn imposante verschijning kwetsbaar alleen op een stoel op dat grote podium zit, met het suizende gepomp van de zuurstoffles die hij overal met zich meedraagt onuitwisbaar doorheen de muziek, voel je vreemd genoeg geen wanhoop maar troost: dit leven valt misschien niet te fixen, maar je kan het wel met hart en ziel leven.

elke decoker

Stephen Walker, Young@Heart, USA, 2007, met o.a. Bob Cilman, Eileen Hall, Steve Martin, Fred Knittle, Dora Morrow, Stan Goldman, Joe Benoit. Info op www.youngatheartchorus.com en www.walkergeorgefilms.co.uk.

i/ii/iii/iiii als artistieke verificatie een anTwoord op daniëlle de reGTs essay eSTheTICa VooR Te VeR GeVoRDeRDeN

In Etcetera 112 (juni 2008) stond van Daniëlle de Regt het essay Esthetica voor te ver gevorderden over de productie i/ ii/iii/iiii van Kris Verdonck. Robrecht Vanderbeeken schreef hierop een antwoord dat integraal te lezen is op onze website www.e-tcetera.be.

Volledig artikel als PDF

Auteur Marc Holthof, Herman Asselberghs, Elke Decoker

Publicatie Etcetera, 2008-12, jaargang 26, nummer 114, p. 60-65

Trefwoorden loftfilmcaudronnaegelswalkerwoestijnvisbompalooyverheyen

Namen Almost CinemaAmerikaanseAndAntwerpenAntwerpseArmand Van AsscheAustraliëBelgischBeterBob CilmanBorgerhoutBrian De PalmaBritCanadaCasino van OostendeDaniëlle de RegtDardenneDe GazetDe MolDe NiroDe Palma en MannDe PauwDe Standaard MagazineDe VlaschaardDora MorrowDvdDyab Aboe JahjahEileenEldoradoErik Van LooyEstheticaEtcetera 112EuropaFilmfestival van GentFix you van ColdplayFlairForever YoungFrank FocketynFred KnittleGentlemanHeimatprentenHet Eiland en De ParelvissersHet Gezin van PaemelHondIdoolJaak Van AsscheJamalJean-Marie De DeckerJeff DeroseJoe BenoitKnack WeekendKoen De BouwKoen De GraeveKris VerdonckLafosseLannerLe silence de LornaLibelleLoft-hypeLos van Jan VerheyenLuikMarie VinckMiamiMichael MannMiddelkerkeNadia en DidiNorthamptonPacinoPallieterPaul VerhoevenPepijn CaudronPleidooiRoadSana MouzianeSofie SilbermannSofie Van MollSonic YouthStan GoldmanStayin'aliveStephen WalkerSteveThe ClashThe Ramones tot ColdplayVan ReybrouckVlaamseVlaanderenVooruitWaalseWoestijnvis-quiz DeYoung@HearteSTheTICa VooR Te VeR GeVoRDeRDeN


Development and design by LETTERWERK