Advanced Search found 4 item(s) featuring "Henri Bernstein"
1930-01-30 Door mijn luidspreker: MELO (Victor J. Brunclair)
- . . . Door mijn luidspreker MELO Bekoord door het steekspel dat vóór enkele jaren tusschen Shaw en Bernstein plaatsgreep, zijn we gaan kijken naar Bernstein 's laatste meesterwerk. De gevierde Parijzer auteur zou beter braakmiddelen verkoopen. Eerst en vooral is daar . . .
- . . . Bekoord door het steekspel dat vóór enkele jaren tusschen Shaw en Bernstein plaatsgreep, zijn we gaan kijken naar Bernstein 's laatste meesterwerk. De gevierde Parijzer auteur zou beter braakmiddelen verkoopen. Eerst en vooral is daar de onverdragelijke, geblaseerde aanstellerij van Bernstein . Hij . . .
- . . . Bernstein 's laatste meesterwerk. De gevierde Parijzer auteur zou beter braakmiddelen verkoopen. Eerst en vooral is daar de onverdragelijke, geblaseerde aanstellerij van Bernstein . Hij noemt als beroemd man zijn stuk achteloos «Melo». Het publiek dat de faam van Bernstein kent, weet natuurlijk dat onder deze . . .
- . . . de onverdragelijke, geblaseerde aanstellerij van Bernstein . Hij noemt als beroemd man zijn stuk achteloos «Melo». Het publiek dat de faam van Bernstein kent, weet natuurlijk dat onder deze betiteling de diepgaande, scherpe analyse van Bernstein zit. Welk een gegeven! Een magnifieke horendrager, wiens vrouw . . .
- . . . achteloos «Melo». Het publiek dat de faam van Bernstein kent, weet natuurlijk dat onder deze betiteling de diepgaande, scherpe analyse van Bernstein zit. Welk een gegeven! Een magnifieke horendrager, wiens vrouw overspel pleegt met een beroemd muziekant en huisvriend. Deze vrouw, het banale type van de . . .
- . . . gegeven! Een magnifieke horendrager, wiens vrouw overspel pleegt met een beroemd muziekant en huisvriend. Deze vrouw, het banale type van de snol, waarover Bernstein , zich met elegante tranen verteedert, wordt in het epiloog op het eereschijd verheven en omtooid met den nimbus der verheerlijking. Haar lijden wordt geheiligd; . . .
- . . . onmiskenbaar lyrische momenten van een paar tooneelen, wemelt de tekst van slijkerige zinspelingen en uitdrukkingen, waarvan de abscene toon opgediept werd in apache-kroegen. Bernstein heeft zijn toevlucht genomen tot een reeks tafereelen, om de aktie niet binnen den gebruikelijken drieakter te stremmen. Daaruit vloeit onmiddellijk voort dat het . . .
- . . . aan een koffiehuisterras zitten voor een goedkoop drankje; naast haar jubileert een verbruiker om de erfenis die hij heeft binnengehaald. Dit werd door Bernstein stellig bedoeld als een gruwelijk kontrast tusschen levensleed en levensvreugde. In allen ernst, dan houden wij het liever bij de schuifkensdramaturgie van
- . . . teedere lui huilen doet. Vóór haar dood schrijft zij nog een literairen afscheidsbrief die met de noodige bewondering voor deze tragische figuur door Bernstein werd gestoffeerd. Nu zijn we de hoofdpersoon al kwijt maar de schrijver geeft het zoo rap niet op. Er komt nl. nog de ontknooping. . . .
- . . . huwt ten tweede male, ziet zijn echt met kroost gezegend, maar Romaine blijft zijn leven beheerschen. De ongerijmdheid van dien toestand is voor Bernstein volkomen geldig als dramatisch materiaal. Nu komt hij, door vermoeden geplaagd, den minnaar in 't gat van den nacht rekenschap vragen. Deze minnaar zet . . .
- . . . beiden gaan nu een sonate spelen, die door de muzikaal-aangelegde snol zeer werd geliefd. Bernard Shaw is mild geweest voor Bernstein . Hij heeft hem wel duchtig geroskamd, maar juist hierdoor volle aandacht geschonken, en dat was deze mislukte psycholoog niet waard. Bij aldien is het . . .
- . . . stuk voor demimonde en rastas, voor ploerten in avondkleedij. Niet de minste genster van ontroering, noch van zuivere dramatiek flikkert er in op. Bernstein psycho-patholoog van rioolsensaties, omwoeler van giftbodems vol woekerkruid en bitter gebloemte, wij hebben de zaal verlaten met honger naar een eenvoudig, schoon straatlied.
1926-01-16 André Coelst : "De schrijver en zijn publiek" (Willem Putman)
- . . . een loopje nemen, want in een volgend tafereel wordt het oeuvre van Crommelynck op eenzelfde peil gezet als het werk van Bataille en Bernstein -- wat natuurlijk niet billijk is en zeer vreemd klonk. De eerste schets heet : Het publiek. Bij het halen . . .
- . . . in een volgend tafereel wordt het oeuvre van Crommelynck op eenzelfde peil gezet als het werk van Bataille en Bernstein -- wat natuurlijk niet billijk is en zeer vreemd klonk. De eerste schets heet : Het publiek. Bij het halen zien wij een Oostersche . . .
1926 Ernest W. Schmidt: "Het kindernummer" (Lode Monteyne)
- . . . -- vooral aan dezen auteur denkt men heel dikwijls onder het lezen van «Tilly's Tribulaties» -- hebben, met een paar moderne Franschen -- Bataille , Bernstein , --den groei van zijn artistiek wezen beInvloed. Niemand in Vlaanderen schrijft een zoo vlotten, natuurlijken dialoog als Schmidt . Maar . . .
- . . . dezen auteur denkt men heel dikwijls onder het lezen van «Tilly's Tribulaties» -- hebben, met een paar moderne Franschen -- Bataille , Bernstein , --den groei van zijn artistiek wezen beInvloed. Niemand in Vlaanderen schrijft een zoo vlotten, natuurlijken dialoog als Schmidt . Maar die soepelheid in . . .
1928 Ernest W. Schmidt: "Georges Fries" (Lode Monteyne)
- . . . waarin melodramatische momenten niet logisch uit den gang van het gebeuren opgroeien, en waaraan zoowel diepte als perspectief ontbreekt. Fransche auteurs als de Bernstein van vóór den oorlog en ook de jongere Charles Méré , die het salonmelodrama poogden in eere te herstellen, heeft Schmidt . . .