Men had het verleden jaar den heer bestuurder Poot eenigszins euvel geduid, dat hij den Vlaamschen tooneel-schrijvers zoo weinig belangstelling gunde, terwijl hij anderzijds uitstekend werk leverde met zijn kunstvoorstellingen van uitheemsch avant-garde-tooneel. Al vast bij den aanvang van zijn seizoen creëerde nu de heer Poot : De Prins, een stuk in één bedrijf van D. Claeys en H. Coopman en Waar schuilt het geluk ?, drama van Jef Haugen. Haugen is een verdienstelijk volksschrijver, wiens vroegere stukken Gaat en vermenigvuldigt en Het zwart schaap een zeker succes behaalden, vooral wegens den durf van de in ieder dezer werken beoogde sociale tendenz. Na wat Haugen vroeger schreef mochten wij iets beters verwachten dan wat dit saaie, lawaaierige, vaak melodramatische spel, waarin ons over het geluk heelemaal niet nieuws wordt geleerd, ons bracht; de moderniseering des auteurs beperkt zich overigens tot het binnensmokkelen van een vliegtuig (slechts het geronk, natuurlijk) en het volstrekt onnoodig inschuiven van een ballet, dat leuk gedanst werd en waarvoor de heer De Boeck een aardige muziek schreef. Wij kunnen verder nog bezwaarlijk belang stellen in het geval van den rijken fabrieksdirecteur, die, na veel zoeken, het geluk vindt in een democratische loonregeling en een meer hygiënische inrichting van zijn fabrieken -- ook al vonden wij het vermakelijk, in III de werklui te hooren zingen:
"Des winters als het regent...
en dan nog wel op maat. Gust Maes, die een voortreffelijk acteur is, heeft met den tekst van dit drama een, worsteling uitgevoerd, welke al onzen eerbied afdwingt, maar ten slotte groeiden de omstandigheden hem toch boven het hoofd. Het laatste incidentje -- namelijk een onwaarschijnlijke botsing van een auto tegen een kinderwagen, waarbij zijn kind bijna verongelukt -- knakte hem en het stuk voor goed.
Heel wat meer belangstelling verdient : De Prins . Claeys en Coopman hebben trouwens reeds in een vroeger stuk bewezen, dat zij vaardige tooneelschrijvers zijn. Hun stuk Stoops fecit, dat hier ontelbare keeren gespeeld is en werkelijk het lievelingsstuk der Vlaamsche rederijkerskringen mag genoemd, bracht ons een burgerlijk milieu en een innerlijk conflict op een oogenblik, dat het Vlaamsch tooneel steeds nog ronddraaide in den noodlottigen kringloop van Vroolijke dorpsgeschiedenisjes, ijselijke martelie's in arme-menschen-kluisjes en smakelijk-grove herberggesprekken. Ook De Prins is een aardig brokje Vlaamsch leven, een beetje mager van inhoud, maar goed geschreven in een felle kleur, onderhoudend van het begin tot het einde. De groote bekoring er van ligt in een vraagteeken, dat door de auteurs dadelijk bij het halen wordt gesteld en waar rondom zij inderdaad een boeiende spanning weten te scheppen. In een herbergje, waar vele artisten -- en dan vooral schilders, -- samenkomen, bekoord èn door de mooie natuuromgeving èn door den frisschen lach van Marieken, het lieve dochtertje van den waard -- heerscht een pijnlijke drukkende stemming. Marieken is namelijk sinds den dag te voren verdwenen. Niemand schijnt er iets van te weten. Ieder van de schilders -- en zij zijn allemaal voortreffelijk getypeerd in hun merkwaardige verscheidenheid -- had het meisje lief op zijne manier; de een verdenkt nu den ander en ook op Paridaens, een bankier, die daar ook wel eens komt een pint drinken en die goede betrekkingen onderhoudt met Marieken's vader, die speculeert op de beurs, vallen vermoedens. Heeft hij het meisje met geld... verleid? Het geheimzinnige rondom deze vlucht stijgt tooneel na tooneel. Deze onzekerheid en wederzijdsche ingehouden beschuldiging groeit zelfs op een zeker oogenblik uit de anecdote. Het verdwenen meisje wordt in onze oogen een soort mythe -- en we verwachten, dat ieder van hare minnaars beweren zal, dat hij ze geschaakt heeft en dat we in elk verhaal dan vernemen zullen, op welke wijze ieder van hen Marieken liefheeft. Het was wel leuk als dan iemand in de zaal rechtstond en verklaarde, dat dit allemaal onzin is, dat hij Marieken heeft medegenomen en dat ze in levenden lijve naast hem zit. Dat gebeurt natuurlijk niet. Eens dat de stemming voldoende is opgejaagd en de bom onder de medeminnaars dreigt te barsten, dan juist komt Marieken binnen, stil, voornaam, bleek... En de uitleg van haar avontuur is dan een beetje... ontgoochelend. Zij was namelijk, zonder dat iemand het wist, sinds een paar dagen meid bij Paridaens, den bankier -- dit omdat haar vader, uit berekening, het wilde. Maar de bankier had zich twee dagen geleden wat al te vriendelijk aangesteld. Marieken was naar huis geloopen, waar ze door haar vader op een bedreiging werd onthaald. In den nacht liep ze weg en koos dan door den nood gedwongen een "prins" onder haar aanbidders. Ze koos den simpelen idealist, die haar destijds schilderde als een bloemeke in den boomgaard. Zij zal hem nu verder volgen. Zeer fatsoenlijk is dat natuurlijk niet... maar, enfin -- we zullen die prinselijke lui dan toch maar een goede toekomst wenschen.