Kon. Nederlandsche Schouwburg; De creatie van "Een heldendorp' door Jos Janssen
Victor J. Brunclair, 1933-03-03
Source
Pan, 1933-03-03 pp. 4-5
Items that may be related to this text • More...
- ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-03
- ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Voor den gongslag. "... 1933-02-17
- ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederlandsche S... 1933-03-31
- ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S.: "Voor Zonson... 1933-03-18
- ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "oompje heeft... 1933-04-15
De Creatie van "Een Heldendorp"
door
Mijn inleiding tot
Het omstreden geschilpunt ging erom, of al, dan niet in kunstzaken de opportuniteitskwestie moet of mag worden gesteld. Ik moet toegeven van niet.
Maar het is, naar mijn oordeel, ook het onvervreemdbaar recht van den recensent, waar de schrijver zijn bedoelingen blootgeeft, deze te toetsen aan het resultaat, dat in het stuk openligt; Dat is voor het minst zoo interessant als het gebazel van andere tooneelcritici, die weten te vertellen, dat
Ons goed. Maar waarom heeft
Om onze thesis nog verder te ontwikkelen, verwijzen wij naar een werkje waarin ook de vaderlandsliefde met de geeselroede wordt afgestriemd, nl. « De Trust der Vaderlandsliefde »> door
In weerwil van
Als men politiek tooneel schrijft, en Janssen handelde aldus misschien tegen zichzelf in, moet men deze taak in volle draagwijdte nakomen. En het past hier, even te zinspelen op den Proletkult van de Sovietschrijvers, die hun talent dienstbaar maken aan de kommunistische ideologie.
Hoewel ik, me houdend aan de zuiver esthetische norm, de opvatting van kunst = aan sleepdraagster van politiek of ethiek volkomenen waardeloos vind, want vroondienstig moet ik aanstippen dat de Sovietslchrijvers hun afgeperkte, utilitaire taak algeheel nakomen en het tooneel maken tot een succursaal van het Forum.
Quod erat...
Nu de intrinsieke waarde van Janssen' spel, d.i. zijn typeeringskunst, zijn dialoog, zijp scenisch opzet, de plannenbouw, de afwikkeling van zijn thema.
Al heeft
Onaangezien het gegeven, dat verkeerd en onkonskwent werd belicht, blijft de typeeringskunst van
« Schwabbe » is een zeer « Schneidige »luitenant. Dat hij met de dorpelingen gebroken Duitsch praat is te begrijpen, maar het waterklerk-Duitsch, dat hij met zijn landgenooten spreekt, kan heusch niet door den beugel.
De burgemeester van Leeuwerghem, die zich aanstelt als een onnoozelaar zonder verantwoordelijkheidsgevoel, is een bespotting van ons gemeentegezag en stellig niet werkelijkheidsgetrouw. Het prototype van den dorpsburgemeester sluit in: een zekere verganzendoncking, koddige waardigheid, en verwaande grootspraak.
Zijn manzieke vrouw die zich door vreemde uniformen laat imponeeren, is een geslaagd type. De dametjes evenwel, die met Feldgrau scharrelden, gaven dat nooit zoo openbaar te kennen als de burgemeestervrouw van Leeuwergem, dat in volle dorpsherberg doet.
De schepenen zijn matte figuren gebleven, maar de sekretaris is een monument, om de champetter niet te vergeten, die overal in alle omstandigheden zijn man staat, zich nooit uit het zadel laat lichten en de neteligste situaties in een handomdraai antwoord. De «echte patriotten» staan stuntelig geteekend (Bulcke en Pillaert).
Adèle, de soldatenvrouw, die met Duitschers meer dan vriendelijk is geweest, is een echt type. Evenwel is haar gedrag valsch, als, zij na Wardje's terugkeer zich dadelijk weer laat afzoenen door den champetter.
Emelietje, het snolletje, dat zich tot een vaderlandsche heldin ontpopt, is. raker geteekend.
De overige figuren zijn van episodische waarde en stonden in de juiste kleur.
I speelt op 21 Juli 1918. Als Janssen even wil terugdenken, aan dien tijd zal hij zich herinneren dat toen in de kerken, spijts de bezetting, een Te Deum werd opgedragen en de burgemeester zou dus in de kerk gezeten hebben inplaats van in de gelagzaal van het gemeentehuis.
II en III 'n paar dagen na den wapenstilstand. In
De vertolking was één glans. A. Van Thillo was een uitblinker als sabelsleeper Schwabbe. Martiale houding, snauwgeluiden, gepommadeerde keizersnor, behalve de bij een officier van toen onvermijdelijke scheiding, die door het volk zoo pittoresk werd genoemd: een luizenboulevard. Zijn « Höflichkeit », tegenover de burgemeestervrouw wist hij met de passende distinctie te vertolken.
Charles Janssens was als Müller, de statieoverste, wel een ietsje te kwiek. Een over-Rijnsch soldaat heeft altijd en in alle omstandigheden besef van discipline, op de parade zooals in het bordeel. Janssens deed, we zouden bijna zeggen, te Fransch.
Jos. Gevers maakt van zijn Hans een lomp en vlegelig type, een kinkel, als hij er een teekende, hebben wij bij onze bezetters te over ontmoet.
De burgemeester van den heer Angenot werd een karikatuur. Het was een meesterlijk type. De zooals het volk zegt " afgekapte buis ", het profijtige puntbaardje, de nauwe slipjas, dat was alles tiptop. Of een buitenburgemeester tijdens den oorlog slobkousen droeg willen wij betwijfelen.
Mevrouw, LoosVeldt werpt zich met al te zichtbaar welgevallen op rolletjes als deze burgemeestermadam en de overdrijving is bij haar een spontaan gebaar geworden. De beste momenten ? Daar, waar zij. het meest op reserve was aangewezen haar gesprek in I met " schone Adele » , waar de officierenonderbroek het onderwerp van het gesprek uitmaakt, verder in III als verpleegster, wanneer de Belgische majoor haar begroet. Maar als deze Madam flauw valt, komt, al brult de zaal, het effekt vals uit. De onmachten van Mevrouw Loosveldt zijn te dik gechargeerd.
Free Waeles was een schuwe schepene, een leepe boer, die hem smeren wil als het gevaar dreigt.
De Schepen Velle van Jef Verlinden muntte uit door soberheid en stugheid. Aan z'n zolen hing Vlaamsche klei.
Maar welk een poema, de secretaris van Antoon Janssens! Hij heeft voor zijn type den eenig passenden stijl aangewend: den revuestijl en dat viel triomfantelijk uit. Het ros geworden eerste kommuniebolhoedeken was eenig.
De heer Louis Belloy zat met zijn onmogelijke patriotische figuur zeer verlegen en dat is begrijpelijk. Feitelijk moet de heer Belloy hier een Belg uitbeelden en op wapenstilstandsdag mocht hij zich in dit stuk niet eens met een driekleurstrikje tooien. Anderzijds moet hij zich hebben afgevraagd: maar zooals de schrijver mij teekent, ben ik een aktivist, als ik me op de geschiedenis mag verlaten. Zoo stond de beelding van den heer Belloy dan ook in onwdelijke lijnen en kon hij door de schuld van den schrijver niet aan de oprechtheid van zijn gezegde doen gelooven.
Jan Cammans bracht met zijn sjampetter eem tweelingsbroeder van Manten Boone, vol boersche arglist en onverstoorbare flegme.
Glansmomenten: zijn patriotische massasuggestie als allen de kluts kwijt zijn en hj alleen overeind blijft. Opvallender mocht zijn: zijm platheid tegenover de Duitsche officieren, bij wie hij als vertegenwoordiger der openbare macht den verklikker speelt.
De heer Van de Putte laboreerde aan hetzelfde euvel als de heer Belloy, en evenmin is hem dat kwalijk te nemen.
Eindelijk hebben we Jeanne de Coen teruggezien in een rol, die haar zit als een jurk. Vooral aan te stippen om de geslaagde, aksenten: haar gehuicheld meewaren over den mogelijken dood van Wardje, haar schrik als Wardje weer opdaagt.
De waarheidsgetrouwe figuur van
Louis Bertrijn was met zijn Belgischen majoor doodsbenauwd aksenten te treffen, die aanstoot zouden kunnen gegeven hebben. Het nochtans waarheidschgetrouwe soldatenvlaamsch wou hem uit de keel.
Nu de weergekeerde helden: Wardje werd door Lode Janssen kwiek gespeeld. W. Cauwenbergh, de held Cesar, akteerde waardig als een heusche bevrijder. Het tooneel met Jos Gevers, die hier Cesar's vader had te vertolken en dit weerzien werkelijk pathetisch heeft gespeeld, bracht hij er ordentelijk af.
W. Condès was Kobe, en deze Kobe keerde weer nadat hij een granaatscherf op het hoofd had gekregen, wat zijn geestelijke vermogens blijkbaar in de war had gebracht. Waarom heeft
Het samenspel vlotte over heel de lijn, al hopen wij dat onze spelers zullen begrijpen, dat dit «oorlogsstuk» feitelijk bij het operettengenre thuishoort, en het in dien trant zullen gaan vertolken.
Ditmaal kon de regie van den heer Diels ons niet heelemaal gunstig stemmen. De boerenherberg was er, en meesterlijk, maar...
Op den toog (éénig in zijn soort) bemerken wij een kartonnetje: Beirens blond. Daargelaten dat wij aan het bestaan van dit nat in oorlogstijd twijfelen, was het van den heer Diels verkeerd dit bordje te plaatsen met een zeer goed zichtbaren, groenen fiskalen zegel van na de oorlog.
Op een bepaald oogenblik zingt Adèle een Duitsch liedje: Petrus schliesst den Himmel zodat wij vlak na zijn creatie (1921 pas) in de Keulschen «Boccacio » hoorden lanceeren.
De legertelefoon, die Schwabbe een Duitsche neerlaag meldt, schelde als een automatisch toestel van vandaag.
De Notverordnungen in de herberg waren eentalig gesteld. Iedereen weet uit den bezettingtijd, dat de officiëele verordeningen bij den aanvang drietalig (Duitsch, Fransch, Nederlandsch) en na het invoeren van de bestuurlijke scheiding van de Noordelijke helft van België tweetalig (Duitsch en Nederlandsch) werden uitgehangen.
In de herbergen hingen splinternieuwe en talrijke notarisplakkaten. Nu is het geweten dat tijdens de bezetting slechts in hoogst zeldzame gevallen tot den verkoop van eigendommen werd overgegaan.
In Adèle's café wordt nogal duchtig geborreld. Wij hebben geen enkele maal zien betalen.
In November 1918 staat in de herberg te Leeuwergem geen kachel, en bewegen zich de menschen in zomerplunje. Wat meer is, de zon schijnt, en het is (defekt aan den schijnwerper ?) een bibberzon.
Deze vlekjes in de milieuschildering moeten wij aanstippen, omdat het vermijden daarvan werkelijk een natuurgetrouw beeld zou bereikt hebben van de gelagzaal in kwestie.
Verdienste in de regie van J. Diels was evenwel: de geschapen atmosfeer bij de intrede der bevrijders, die door handig aangebrachte requisieten de gelagzaal binnengonsde.
Het publiek heeft « Een heldendorp » verlegen onthaald, omdat het blijkbaar uit de bedoelingen van den schrijver niet wijs werd. Dit stuk wordt door het gevaarlijke wrijvingsvlak der politiek, dat er door
Items that may be related to this text
- ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-03
Victor J. Brunclair • Jos Janssen • janssen • (date-year) 1933 • (date-month) 1933-03 • jos gevers • (author) Victor J. Brunclair • Een heldendorp - ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Voor den gongslag. "... 1933-02-17
Victor J. Brunclair • Jos Janssen • duitsche • heldendorp • janssen • leeuwergem • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair • Een heldendorp - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederlandsche S... 1933-03-31
heer • Victor J. Brunclair • (date-month) 1933-03 • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S.: "Voor Zonson... 1933-03-18
(date-month) 1933-03 • Herman Heijermans • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "oompje heeft... 1933-04-15
heer • Victor J. Brunclair • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Mevr. Esther de Boer... 1933-09-15
Victor J. Brunclair • Herman Heijermans • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Vraaggesprek met Vic... 1934-12-29
Victor J. Brunclair • werkelijkheid • heer • (author) Victor J. Brunclair • tijd - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Koninklijke Nederlan... 1933-06-16
heer • Victor J. Brunclair • (author) Victor J. Brunclair • (date-year) 1933 - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ter nagedachtenis va... 1933-03-17
Victor J. Brunclair • (date-month) 1933-03 • (author) Victor J. Brunclair • (date-year) 1933 - ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ned. Schouwburg. "Ma... 1933-12-16
Victor J. Brunclair • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair