Advanced Search found 10 item(s) featuring "Jos Janssen"
1933-03 Kon. Nederl. Schouwburg, "Een heldendorp" door Jos Janssen (Victor J. Brunclair)
- . . . Tooneel K.N.S. Een heldendorp door Jos Janssen . Het stuk van Janssen is veeleer een politieke revue, die ons met 15 jaar vertraging wordt voorgeschoteld. Maar zelfs teruggeleid, naar . . .
- . . . Tooneel K.N.S. Een heldendorp door Jos Janssen . Het stuk van Janssen is veeleer een politieke revue, die ons met 15 jaar vertraging wordt voorgeschoteld. Maar zelfs teruggeleid, naar de periode, waarin het zijn stof kiest, . . .
- . . . valsche Duitsche dokumenten. Het historisch feit werd door Janssen verwrongen en vermits het stuk zich uitstrekt naar het domein der politiek, mogen wij Janssen 's verkeerde voorstelling in het militante ONS VADERLAND wel terechtwijzen. Na den oorlog worden de Aktivisten door de Belgischeg vaderlanders gekenterd en speelde men tegen . . .
- . . . zijn procédé is daarbij te doorzichtig en te voorzichtig, opdat wij het in ernst zouden aanvaarden. Enkel door duidelijk stelling te kiezen zou Janssen hebben kunnen aanspraak maken op den titel van satyricus. Het stuk munt zeer stellig uit door verdiensten in de typeering en de milieuschildering. Het . . .
1930-03-17 "De Wonderdoktoor" in den Kon. Vl. Schouwburg (W.R.)
- . . . Uit de tooneelrubrieken der laatste weken kon men makkelijk opmaken, dat de opvoeringen van het blijspel "De Wonderdoktoor" van den Adinkerkschen tooneelschrijver-tolbediende Jos. Janssen , in den Koninklijken Nederlanschen Schouwburg te Antwerpen, een kleine sympathieke furie zou worden. Reeds stelt dit succeswerk den bijval van "Stopseltje" . . .
- . . . gelukkige wijze in geslaagd de tallooze snijdige gezegden, die hij persklaar uit den volksmond nam, in van humor tintelende dialogen om te zetten. Jos. Janssen kan alvast op zeer gevoelige opmerkingsgaven prat gaan. Daarbij boeien de fenomenen der volksfilosofie, die schrijver haast uitsluitend in het type van het . . .
1932-11-25 De creatie van "De niet-ingebeelde zieken" door Ernest W. Schmidt (Anon.)
- . . . Tijdens mijn interview met den heer Schmidt weervoer hij, op mijn vraag of zijn stuk releveerde van J. Romains , Jos Janssen of Molière : «Natuurlijk van Molière ». Wat den titel betreft, kunnen wij alvast aanmerken, dat Schmidt
1938-11-30 Het realistisch tooneel: Jos Janssen (Willem Putman)
- . . . JOS. JANSSEN . Een werkelijk en omvangrijk succes van de realistische reactie, als ik mij zoo uitdrukken mag -- en ik doe het zonder eenige . . .
- . . . zijn dialogen, en rijkelijk overgoten met dat folkloristisch tintje dat men hier zoo op prijs stelt, maar het is knap en kloek gebouwd. Janssen bleek een man te zijn die vermag een stuk ineen te steken. Een zeldzaamheid in dit aan tooneeltechniekers eerder arme land. Desondanks mag er . . .
- . . . gespeeld te zien door een gewoon liefhebberstroepje, om daar niet aan te twijfelen. En die vaststelling hebben wij na elk nieuw tooneelwerk van Janssen nagenoeg kunnen opnieuw doen, zoowel na «DE KONING DRINKT», waar het heele ensemble van het Antwerpsch gezelschap samenwerkte tot het uitbeelden van een indrukwekkend . . .
- . . . KLUCHT VAN DEN BRAVEN MOORDENAAR». Onder deze stukken schijnt «DE KONING DRINKT» mij het waardevolste. Dit stuk brengt ons een onweerlegbaar attest van Janssen 's handigheid. Deze handigheid zal trouwens den oningewijden ontsnappen, want ze is gehuld in zulken vloed van levensoverdadigheid, dat de «charpente», het handig ineengestoken «maakwerk» . . .
- . . . de viool. Boer Vramme moet gekroond. En het wordt een overdadig «Breugeliaansch» tafereel. De Koning drinkt. Leve de Koning ! In III drijft Janssen de charge nog verder. Hij laat zijn boer bankier worden, een soort geldkoning. Men heeft hem uitgebuit. Hij zal nu op zijn beurt zijn . . .
1928 Nabeschouwing (Lode Monteyne)
- . . . missen wij zelf ongaarne in dit boek bijdragen over het werk van een Theo Verschaere , een Maxim Kröjer , een Jos Janssen , een Maurits de Praetere , e.a. Wij hebben in de voorgaande opstellen schier uitsluitend de aandacht willen vestigen op het drama-zelf en . . .
1937-01-13 De Klucht van den braven Moordenaar (J.V.G.)
- . . . Koninklijke Nederlandsche Schouwburg te Antwerpen. Creatie vln "De Klucht van den braven Moordenaar", door Jos. Janssens . In een inleidend artikel tot zijn nieuw werk geeft Jos Janssen zijn recept om tooneelwerken te schrijven: ge neemt een . . .
- . . . Creatie vln "De Klucht van den braven Moordenaar", door Jos. Janssens . In een inleidend artikel tot zijn nieuw werk geeft Jos Janssen zijn recept om tooneelwerken te schrijven: ge neemt een of ander gebeuren uit een provinciestadje (zooals thans) of van het platte land (zooals . . .
- . . . 'n beetje routine en ge hadt het evengoed kunnen schrijven". Ware het maar zoo eenvoudig en hadden onze tooneelschrijvers maar zooveel fantasie als Jos. Janssen , dan zou onze toneelliteratuur er thans zoo armbloedig niet uitzien en zouden meteen de schouwburgdirecteurs niet hoeven te schrikken en te beven, telkens . . .
- . . . zij naar "De klucht van den braven Moordenaar" komen kijken. Er bestaat meer dan voldoende aanleiding om bij deze gelegenheid den triomf van Janssen 's eersteling in herinnering te brengen. De verwantschap tusschen beide spelen is inderdaad opvallend en alle elementen die er toe bijgedragen hebben om den triomf . . .
- . . . De waarschijnlijkheid wordt daarbij zooveel geweld aangedaan, dat men er zich haast zou kunnen aan ergeren. Dat alles is evenwel louter aanleiding voor Jos. Janssen om zijne humorrijke opmerkingsgave ten toon te spreiden, en met schalkschen spot de Veurenaars en heel wat meer nog 'n kleedje te passen. . . .
- . . . is, en de ironie die zoo uitbundig en over alles uitgespreid wordt, dat er finaal niemand of niets tegen 'n spottende pointe van Janssen gevrijwaard blijkt. Bril de koetsier is misschien 'n nieuwe incarnatie van Manten Boone. Ook zijn mond loopt over van volksche philsophie, die iedere tegenspraak . . .
- . . . en de andere volledig akkoord gaat in 't Nederlandsch te pleiten, vanwege het "pour les Flamands la même chose"! Dit nieuwe stuk van Janssen is er een waar ge moet naar kijken en luisteren zonder aan iets anders te denken en dat ge als eene voortreffelijke ontspanning moet . . .
1933-08-11 A la manière de.. (Victor J. Brunclair)
- . . . ook narrentypen heeft geschapen, al wordt door onoordeelkundige eklektici beweerd dat hij Lord Byron zijn zou, dan blijkt zonneklaar, dat, vermits Jos Janssen met zijn «Wonderdoktoor», zoo boordevol lokaalkleur en regelrecht in tegenspraak met den vlakken nivelleerenden kunstmatigen taalkultus van Dr. J.O. de Gruyter . . .
1938-11-30 Het realistisch tooneel: Frans Demers (Willem Putman)
- . . . een koloniaal werk, in een lichteren toon gehouden, maar alweer «knap» speelwerk. Begrijpelijk is Demers dan ook de eenige geweest, met Janssens en Ballings , die, gedurende de zoogenaamde periode van windstilte genade vinden mocht in de oogen der officieele schouwburgdirectie's. Zijn stukken kregen vaak . . .
1933-02-17 Voor den gongslag. "Een heldendorp" door Jos Janssen (Victor J. Brunclair)
- . . . Koninklijke Nederl. Schouwburg Voor den Gongslag "Een heldendorp " door Jos Janssen Met belangstelling werd tegemoetgezien, wat deze jonge auteur, die met zijn eersteling een hoogtepunt bereikt scheen te hebben, nog verder zou . . .
- . . . ontplooiing te komen. Was die vondst er met de «Wonderdoctoor» spijts «Knock», in «De Koning Drinkt» was de greep minder gelukkig, en heeft Janssen de figuur van zijn boer Vramme al te zeer overdreven, waar hij dezen illico in een finantieel genie omtooverde, en heel het geval te . . .
- . . . Breugheliaansche verf werd gezet, zonder folkloristische Pallieteriana te worden in «De Koning Drinkt», kwam, ondanks het minder gelukkig gegeven, een andere zijde van Janssen 's talent opduiken, nl. het satyrische. Janssen was door deze nieuwe gave, deze nieuwe zelfontdekking zoo begeesterd, dat hij ze ging toepassen en . . .
- . . . worden in «De Koning Drinkt», kwam, ondanks het minder gelukkig gegeven, een andere zijde van Janssen 's talent opduiken, nl. het satyrische. Janssen was door deze nieuwe gave, deze nieuwe zelfontdekking zoo begeesterd, dat hij ze ging toepassen en doordrijven ten koste van de psychologische waarheidsgetrouwheid van . . .
- . . . redden van den toestand door overdadig en blufferig patriotisme. Dat zijn de drie stadia, waarrond «Een Heldendorp» zich beweegt. Maar er was bij Janssen dan toch een ietsje vrees dat hij zich had vergaloppeerd, en hij heeft aan zijn stuk den ondertitel toegevoegd, dat het is een satyre . . .
- . . . hij heeft aan zijn stuk den ondertitel toegevoegd, dat het is een satyre op de «valsche» vaderlandsliefde. Meer niet. Door deze nota wil Janssen denkelijk zijn eigen vaderlandsche gezindheid ongerept bewaren. Maar bij ons pakt dat niet. Zijn «Heldendorp» is kort en goed een satyre van de vaderlandsliefde, . . .
- . . . gezindheid ongerept bewaren. Maar bij ons pakt dat niet. Zijn «Heldendorp» is kort en goed een satyre van de vaderlandsliefde, als zoodanig, en Janssen moet de verantwoordelijkheid van zijn schrifturen niet zoo leep ontduiken. Wij bevinden ons dus in Leeuwergem onder Duitsche bezetting. Adèle, een der dorpsschoonen, en . . .
- . . . smokkelaars te kunnen verkwanselen. Als er ooit een diatribe werd geschreven op het «Comité National de Ravitaillement», dan is het pas deze van Jos Janssen . Pillaert, nog een echt patriot van Jos Janssen , werd door hem eerder geteekend als een operettenheld. De Duitschers behalen een zegepraal . . .
- . . . geschreven op het «Comité National de Ravitaillement», dan is het pas deze van Jos Janssen . Pillaert, nog een echt patriot van Jos Janssen , werd door hem eerder geteekend als een operettenheld. De Duitschers behalen een zegepraal en er wordt luidruchtig gefeest, saturnalieën waaraan natuurlijk burgemeester en . . .
- . . . Leeuwergem een paar dagen na den aftocht der laatste Duitschers. Wat al scenische mogelijkheden zaten er niet in dien aftocht, en waarom heeft Janssen die niet uitgewerkt ? De Duitschgezinden voelen de vrees op spoken. Wat wordt er van hun huid, als de bevrijders vernemen, waaraan zij zich . . .
- . . . het Duitschgezinde Leeuwergem heeft zich door uiterlijk vertoon en vlaggewimpels weer gerehabiliteerd. Dit beeld van het interregnum van November 1918 is stellig onvolmaakt. Janssen heeft het gehouden bij speciaal gevalletjes, zonder er het hoofdelement in casu het volk, dat in heel deze harlekinade meesterlijk beduveld wordt, ten tooneele . . .
- . . . zijn vaderland trouw verried, krijgt alle eerbetoon inplaats van den executiepaal. En de komedie is gespeeld. De zwakke zijden van dit tijdsspel ? Janssen heeft het satyrisch gehouden, d.w.z. komisch. Vanop afstand nu heeft hij de toenmalige toestanden geironiseerd. Wij hadden zijn stuk meer gewenscht : grotesk, tragikomisch. . . .
- . . . van dit tijdsgebeuren worden gevoeld. En zooals trouwens alle steden moet ook Leeuwergem door deze epiek zijn aangedaan. Het gegeven werd n'en déplaise Jos Janssen , al te zeer in operettenstijl afgewikkeld, en ik heb aldoor zitten denken, om de vele analogieën aan dit heusche onding uit den onmiddellijken . . .
- . . . (intocht der troepen) is gelijkaardig. Ook het gescharrel van meisjes met de Feldgrau. En ik moet zeggen dat schier over de heele lijn Janssen niet zeer ver over het waardepeil van zijn jongeren voorganger uitreikt. Janssen heeft voor het geval de gemakkelijkste oplossing uitgedacht, zonder zich . . .
- . . . ik moet zeggen dat schier over de heele lijn Janssen niet zeer ver over het waardepeil van zijn jongeren voorganger uitreikt. Janssen heeft voor het geval de gemakkelijkste oplossing uitgedacht, zonder zich in een welkdanig politieke richting te kompromitteeren en zonder vooral afbreuk te doen aan . . .
- . . . afbreuk te doen aan de «vaderlandsliefde als zoodanig, want dit begrip blijft bij hem taboe. Trouwens, spijts het onderschrift bij dit stuk zal Janssen het er al moeten voor doen. Nee, alles wel beschouwd was Willem Putman vroeger met zijn scenisch onding van na den oorlog . . .
- . . . vroeger met zijn scenisch onding van na den oorlog moediger. Dan kon het nog celstraf regenen. Nu is het getij geluwd, en loopt Janssen met zijn ironiseering der vaderlandsliefde geen gevaar meer. Wij moeten, neerschrijven dat zijn stuk al verjaard is voor het geboren wordt. Want ziet U . . .
- . . . politiek tooneel, nu goed dan, politiek tooneel, maar dan waar het past, en rechtstreeksch in margine van het gebeuren, dat moet worden gewraakt. Jos Janssen , als U die richting uitgaat, en dat kan talentvol uitvallen, alsjeblieft, geen vijgen na, maar vijgen, met Paschen. Victor J. Brunclair . . .
1933-03-03 Kon. Nederlandsche Schouwburg; De creatie van "Een heldendorp' door Jos Janssen (Victor J. Brunclair)
- . . . De Creatie van "Een Heldendorp" door JOS. JANSSENS Mijn inleiding tot Janssen 's nieuw stuk heeft in het felbewogen redactiemidden van «PAN», waarvan de Vrijdagavondvergaderingen waard zijn voor het . . .
- . . . De Creatie van "Een Heldendorp" door JOS. JANSSENS Mijn inleiding tot Janssen 's nieuw stuk heeft in het felbewogen redactiemidden van «PAN», waarvan de Vrijdagavondvergaderingen waard zijn voor het nageslacht in schrifturen te worden vastgelegd, een heele . . .
- . . . Het omstreden geschilpunt ging erom, of al, dan niet in kunstzaken de opportuniteitskwestie moet of mag worden gesteld. Ik moet toegeven van niet. Janssen had zijn stuk kunnen schrijven in 1918 of in 1943. Dit feit op zichzelf is volkomen irrelevant. Dus de gezichtshoek der laktualiteit is een . . .
- . . . dat in het stuk openligt; Dat is voor het minst zoo interessant als het gebazel van andere tooneelcritici, die weten te vertellen, dat Janssen als tolontvanger in een goor baksteenen kantoortje hokt, dat zijn vrouw van Nederlandsche nationaliteit is, en dat St. Niklaas, waar Janssen woont, . . .
- . . . Janssen als tolontvanger in een goor baksteenen kantoortje hokt, dat zijn vrouw van Nederlandsche nationaliteit is, en dat St. Niklaas, waar Janssen woont, een lief stadje is, de parel van 't Soete Waeslant, ik zeg het U voorwaar. Janssen heeft, voorgegeven met dit stuk . . .
- . . . dat St. Niklaas, waar Janssen woont, een lief stadje is, de parel van 't Soete Waeslant, ik zeg het U voorwaar. Janssen heeft, voorgegeven met dit stuk als satyricus te zijn opgetreden. En op gevaar af één formalist te heeten, zeg ik dat waar de schrijver . . .
- . . . voor wat betreft den 'scherptegraad van zijn. werk wel in aanmerking komt welzeker, over 200 jaar zal, bij gelijkaardige toestanden als de door Janssen gewraakte, zijn stuk hoogst aktueel blijken. Maar Janssen wou toch geven, en in alle felheid, het spiegelbeeld van een werkelijkheid, die door den toeschouwer . . .
- . . . de komische kracht van den schrijver. Maar pas de aktualiteitswaarde zal uitmaken in hoever zijn satyre op de gebraakte toestanden een raaktreffer wordt Janssen zelf heeft gevoeld in welk een netelig parket hij zich heeft gewaagd en in een oratio pro domo zegt hij : "Dat is een . . .
- . . . : "Dat is een eeuwenoud manoeuver, 'n manoeuver van alle tijden en van alle landen, standen en volkeren". Ons goed. Maar waarom heeft Janssen het dan niet laten spelen in Indonesië of op IJsland, of, als het dan toch om een ideeënspel van aller tijden gaat , n . . .
- . . . geval blijft het stuk een diatribe op een bepaalde landstreek in een bepaalden tijd, en dan hebben wij het recht te zeggen, dat Janssen hier niet optrad als een hekelaar van menschelijke tekortkomingen uit alle tijden, maar als pamfletair van een welomschreven geschiedkundig tijdsgewricht. Den walg, dien hij . . .
- . . . Ostayen maakte, het door den invoer van een denkbeeldige terminologie inzake, landsbenamingen ook toepasselijk voor alle tijden en alle volkeren. De realistisch aangelegde Janssen schilderde één periode, vol werkelijkheidsreminescenties, als deze periode lang was afgesloten, dus in volle vertraging. En ziehier nu het onderscheid betreffend de satyrische waarde. . . .
- . . . instee van zich in volle batalje te werpen, liever optreedt met een vertragihgsbom, die, als ze ontknalt toch geen scherven. In weerwil van Janssen en spijts zijn bedoelingen beschouwen wij zijn tooneelstuk, niet op het zuiver esthetische plan, maar als een in kern politiek tooneelstuk, dat, al zal . . .
- . . . vroondienstig moet ik aanstippen dat de Sovietslchrijvers hun afgeperkte, utilitaire taak algeheel nakomen en het tooneel maken tot een succursaal van het Forum. Janssen ook maakt er zonder het te willen of te weten een Forum van, maar wil dat niet gezegd hebben. En wat is het kenmerk . . .
- . . . intrinsieke waarde van Janssen' spel, d.i. zijn typeeringskunst, zijn dialoog, zijp scenisch opzet, de plannenbouw, de afwikkeling van zijn thema. Al heeft Janssen door zijn vorig werk de bedoeling gemanifesteerd een schlagerschrijver te worden, met Een Heldendorp is hij daarin mislukt. Zijn stuk is geen satyre, wel . . .
- . . . komt ons zoo voor; dit hij in die richting het voorbeeld navolgt van wijlen W. Pouillon . Over heel de lijn heeft Janssen zijn figuren geplaatst in den superlatieven trap en, wat, voor een realist als hij, fout is, hun natuurgetrouwheid door overdrijving en charge verminkt, alleen . . .
- . . . oorlogsjaren zooiets niet is voorgekomen, zoodat de toenmalige burgemeester van Leeuwergem zich door «Een Heldendorp» persoonlijk gekrenkt kan gevoelen et comment... Verder laat Janssen in zijn stuk de huizen door echte patriotten als Bulcke en Pillaert neerbalken. Kent hij dan geen geschiedenis ? Geen enkel Belgisch patriot zag . . .
- . . . en Pillaert neerbalken. Kent hij dan geen geschiedenis ? Geen enkel Belgisch patriot zag zijn huis door hoera-patriotten afgebrand. Wel de aktivisten. Beschouwt Janssen deze lui als de «echte» vaderlanders in tegenstelling met de officiëele mondhelden dan moet hij den moed hebben daarvoor uit te komen. Dan hadde . . .
- . . . troosteloos experiment en geen «astuce campagnarde» zal vermogen ons in dit opzicht knollen voor citroenen in ontvangst te laten nemen. Met den satyricus Janssen loopt het dus zoo'n vaart wel niet: de grootste tekortkoming is wel, dat hij, den tijdsafstand daargelaten, de historische werkelijkheid gezellig den nek omwringt . . .
- . . . vreemdeling bijv. zal den indruk meedragen, dat alle rechtgeaarde Belgische patriotten na den oorlog in de cel terechtkwamen: En dat is historisch onjuist. Janssen heeft met zijn wandeling op de gulden middenweg, zoals hij zijn stuk zelf noemt, een kat neit een kat durven noemen. En stel je . . .
- . . . een satyricus voor, die een blad voor den mond neemt! Onaangezien het gegeven, dat verkeerd en onkonskwent werd belicht, blijft de typeeringskunst van Janssen meesterlijk. «Schwabbe» is een zeer «Schneidige»luitenant. Dat hij met de dorpelingen gebroken Duitsch praat is te begrijpen, maar het waterklerk-Duitsch, dat hij met zijn . . .
- . . . de dorpelingen gebroken Duitsch praat is te begrijpen, maar het waterklerk-Duitsch, dat hij met zijn landgenooten spreekt, kan heusch niet door den beugel. Janssen had hier zijn Duitschen tekst wel kunnen onderwerpen aan een leeraar der avondschool, die hem stellig feilloos zou hebben verbeterd. De statieoverste Muller en . . .
- . . . in de kerk gezeten hebben inplaats van in de gelagzaal van het gemeentehuis. II en III 'n paar dagen na den wapenstilstand. In Janssen 's stuk werd het interregnum, tusschen de Duitsche aftocht en den zegenmarsch der Verbondenen te lang gehouden. In de Vlaamsche dorpen zeker zat men de . . .
- . . . spontaner en werkelijk ontroerend, niet zoo beredeneerd als bij Janssen. Maar ja... «een Heldendorp» moest worden geschreven, zoals men ziet, door den realist Janssen ten koste der natuur getrouwheid. De vertolking was één glans. A. Van Thillo was een uitblinker als sabelsleeper Schwabbe. Martiale houding, snauwgeluiden, gepommadeerde keizersnor, . . .
- . . . de geslaagde, aksenten: haar gehuicheld meewaren over den mogelijken dood van Wardje, haar schrik als Wardje weer opdaagt. De waarheidsgetrouwe figuur van Janssen was die van Emilietje. Mevr. Jenny Van Santvoort, een del van het dorp, die zich afgeeft met de Duitsche soldateska gedeporteerd wordt voor feiten, . . .
- . . . keerde weer nadat hij een granaatscherf op het hoofd had gekregen, wat zijn geestelijke vermogens blijkbaar in de war had gebracht. Waarom heeft Janssen deze figuur niet uitgewerkt? Schrik voor antimilitarisme ? Het samenspel vlotte over heel de lijn, al hopen wij dat onze spelers zullen begrijpen, dat . . .
- . . . het blijkbaar uit de bedoelingen van den schrijver niet wijs werd. Dit stuk wordt door het gevaarlijke wrijvingsvlak der politiek, dat er door Janssen , naar onze mening, te berekend naar de geit en kool methode werd ingelegd, voor hem geen slager. Victor J. BRUNCLAIR . . . .