In den Kon. Ned. Schouwburg. "De goede fee" door Franz Molnar

Victor J. Brunclair, 1933-09-29


Source

Pan, 1933-09-29 p. 2


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◼◼◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Juffrouw Ker... 1933-12-02
  2. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: De vrienden van de K... 1933-09-22
  3. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Liliom" door... 1932-01-16
  4. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Mevr. Esther de Boer... 1933-09-15
  5. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1932-12-02

IN DEN KON. NED. SCHOUWBURG

« DE GOEDE FEE », door FRANZ MOLNAR.

Men heeft dit stuk van Molnar vergeleken bij «Juffrouw Kerkmuis» dat door den tooneelrecensent van « De Schelde » ten onrechte aan den zelfden auteur wordt toegeschreven, maar zonder de geringste terughouding moeten wij hier zeggen dat wij het werk van L. Fedor (« Juffrouw Kerkmuis ») inzake waardebepaling ver boven « De goede Fee » aanschrijven, zoo door bouw als door geestigheid.

Bij Fedor fijn pigment, hier bij Molnar grof klipzout met zware, zeer zware korrels uitgestrooid. De Molnar geestigheid lijkt stilaan op maakwerk en zijn procédé wordt gaandeweg al te doorzichtig dan dat we ons nog aan sensatie en verrassingen zouden kunnen verwachten.

« De goede Fee» is een gemakkelijk scenario en heeft als zoodanig niet eens de verdienste der originaliteit, want legio vinden wij gelijkaardige themata in de filmproduktie, bij voorkeur dan de overatlantische. Maar hem, Molnar, weze veel vergat . Het bioscoopmeisje met de zaklamp omschrijven als « de glimworm » getuigt van vinding die niet alleen poëtisch maar zeer liefelijk aandoet, en daarvoor alleen zien we de vele feilen inschikkelijk door de vingeren.

Zij zijn nochtans overtalrijk, deze treilen. Eerst en vooral is het stuk veel te lang en de woordgoochelaar Molnar vermoeit ons finaal met zijn doorkeken trucjes. Trouwens overzaait Molnar het heele gevalletje met libertijnsche spelingen die ons ofschoon wij de preutschheid niet in top hijschen, nog al aanstootelijk voorkomen. De dubbelzin der situaties is om het goedkoop affekt Molnar onwaardig. Het is altijd de mirakelkunst van Molnar geweest, een niemendalletje aantrekkelijk te maken, en nu wendt hij andermaal dezelfde methode voor. Maar de anders verdoken touwtjes zijn zichtbare kabels geworden. Molnar wil alles tot geestigheid aanmunten en zoo koppelt hij aan zijn tooneelspel nog een appendix, een epiloog dat evenmin geestig als noodzakelijk is. Daarin ook blijft hij de cabaretatmosfeer trouw, en neemt zijn toevlucht tot een « Ausager ». Volgens het oordeel van enkelen zou dit dan de champagnekurkknal zijn, het orgelpunt boven een vuurwerk dat uitwaaiert. Nochtans zegt de toeschouwer, nadat hij drie bedrijven lang den virtuoos Molnar op het slappe touw zag dansen « Laat het nou uit zijn Molnar ! Vriendelijk bekijkt, maar het toemaatje is er heusch te veel ».

Het gegeven: Lou, de glimworm, heeft aan haar bescheiden betrekking niet genoeg en fingeert de vrouw van een advokaat te zijn, om een overrijken Amerikaan te veroveren.. Zij weerstaat den Yankee en vordert den geraffineerden ruilkoop, dat hij haar charmes zal beloonen door haar echtgenoot een schitterend baantje te verschaffen.

Molnar weet voor deze eerste verwikkeling geen anderen raad, dan dat Lou voor de keus van dezen echtvriend het telefoonboek zal raadplegen.

Op Meester Sporum valt de tooverstaf om de goede Fee en deze haast doorgetobte advokaat is er heusch graag bij. Maar de verwikkelingen komen aanzetten en daarbij is Molnar's moppentafel rijkejijk voorzien. Sporum zal er moeten aan gelooven : even plots als het geluk verschijnt, zwenkt het weer langs het hoekje om. De Yankee ziet de goede Fee wegvlinderen met een ander. Met nog een ander huwt zij maar de boel die zoo op haren en snaren kwam, het verwikkelingskluwen wordt weer losgewoeld door een prettig happy end, dat zóó van een kinoscherm is gevallen.

In dit alles een satyre zoeken is nonsens. Het is een prikkelmiddel tegen het geeuwen om den toeschouwer één avond lang dan immuun te maken voor de aanstekelijskte kwaal dezer eeuw: de verveling en daarin slaagt Molnar triomfantelijk. Als wij huistoe gaan zeggen wij: Daarmee is het nu weer middernacht geworden. So weit sind wir.

Doorloopend tijdens deze voorstelling heb ik zitten denken aan frivoliteitsbladen, damesparfum en oude heeren op avontuur. In zulke atmosfeer ontwikkelt zich heel de handeling.

Ida Wasserman was de goede Fee. Zij heeft over heel de lijn den toon gehouden van de « ingénue perverse » zooals we zulk type eveneens zagen in « Le roi Pausole » der Bouffes Parisiens, waar de vrouwelijke hoofdrol er op den toon der kinderlijkste onschuld de grofste insaniteiten uitflapte. Voor Ida Wasserman was het een heel kunstje den scabreusen tekst onder een waas van argeloosheid te verheelen, maar mocht zij daarin toch verrassend effektvol gelukken, al werd haar debiet verloomd door de minder gevatte, en zeer onzekere repliek van den heer E. Gorlé, die de rol van Sporum voor zijn deel kreeg.

Wat is er met Gorlé? Waarom zoo onvast? Hij, die anders nogal stevig te paard zit op zijn tekst, moest nu een bondgenootschap sluiten met den opgever.

A. Van Thillo was de Yankee, wilskrachtig, sterk, maar onmogelijk bruingeel geschoeid.

J. Diels zorgde voor een prettige wandelaar in den wijngaard des Heeren en bracht door zijn koddige inflexies zoomaar zijn medespelers aan 't lachen.

De overigen: W. Cauwenberg en J. Cammans hielden er door hun goed afgestemd tegenspel het tempo in.

De spelleider J. Diels had de krasheid van sommige situaties door de aangifte van een scherzoon als leidmotief voor het spel verliefelijkt. Zijn interieurs waren andermaal keurig en zeer geslaagd.

Met «De goede Fee» kan de heer W. Benoy zeer zeker de mededinging van den bioscoop in het hart treffen.

Het stuk is los en luchtig, een aangenaam en onschuldig tijdverdrijf. Reclame, reclame, heer directeur en een speelreeks zal volgen.

Victor J. BRUNCLAIR.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◼◼◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Juffrouw Ker... 1933-12-02
    Victor J. Brunclair • Juffrouw Kerkmuis • Ladislaus Fodor • (date-year) 1933 • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • juffrouw kerkmuis • (author) Victor J. Brunclair
  2. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: De vrienden van de K... 1933-09-22
    Victor J. Brunclair • (date-month) 1933-09 • Willem Benoy • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • (date-year) 1933
  3. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Liliom" door... 1932-01-16
    Victor J. Brunclair • molnar • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Franz Molnar • (author) Victor J. Brunclair
  4. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Mevr. Esther de Boer... 1933-09-15
    Victor J. Brunclair • (date-month) 1933-09 • Willem Benoy • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair
  5. ◼◼◼◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1932-12-02
    molnar • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Franz Molnar • (author) Victor J. Brunclair
  6. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ned. Schouwburg. "Ma... 1933-12-16
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair
  7. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-03
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair
  8. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Hamlet" door... 1933-09-22
    Victor J. Brunclair • (date-month) 1933-09 • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair
  9. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ned. Schouwburg. "Fa... 1933-11-25
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • (date-year) 1933
  10. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S.: "De Zaak Dre... 1933-12-09
    (author) Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • Willem Benoy • (date-year) 1933