De criticus en zijn verantwoordelijkheden
In onze moderne consumptiesamenleving is verantwoordelijkheid geen populaire term. Toch is het het mot-clé van de werkzaamheid van de theatercriticus. Een pleidooi voor een bedreigde waarde.
Laat ik voorop stellen: verantwoordelijkheid valt niet te leren en kan ook niet, indien nodig, uit de bureaula tevoorschijn gehaald worden. Het is geen leer, geen voorschrift, maar een houding die in het geval van een specifiek beroep als toneelcriticus ook een aantal specifieke facetten heeft.
Tijdens mijn nu reeds meer dan tienjarige praktijk als toneelcritica heb ik de weg afgelegd van het intuïtieve naar het meer bewuste schrijven, waartoe mijn docentschap aan de universiteit uiteraard heeft bijgedragen. Ik realiseerde mij echter ook dat naast het specifieke van het beroep, de menselijke houding en de situatie waarin deze zich ontwikkelt een grote rol spelen. Het denken over de verantwoordelijkheid betekent voor mij een terugkeer naar het verleden, zelfs naar het verleden van mijn kinder- en jeugdjaren in
In de jaren na 1968, het jaar van mijn emigratie, krijgen deze begrippen een dubbele betekenis. Enerzijds stond verantwoordelijkheid voor een houding ten opzichte van de
Individualiseringsproces
Het denken over de verantwoordelijkheid van de criticus moet ingebed worden in de concrete situatie waarin het theater en de samenleving zich op een bepaald ogenblik bevinden. De specifieke wijze waarop in
Door de toegenomen welvaart, het betere onderwijs en het stijgende aandeel van de vrije tijd, is een ontwikkeling op gang gekomen die tot een sterke individualisering heeft geleid. Eerst was er sprake van een individualisering van het gezin ten opzichte van de samenleving en later ook van het individu ten opzichte van het werk en van de gemeenschap. Het individu heeft een grotere keuzevrijheid verworven, wat zich uit in zijn gedrag en zijn opvattingen. Mensen zijn in een bepaald opzicht zelfstandiger geworden. Dat betekent ook dat deze sociaal-culturele ontwikkeling de individuen meer op zichzelf heeft teruggeworpen. En daar ligt een belangrijke bron van veel sociale en psychologische problemen. Bovendien heeft de verzorgingsstaat geleid tot afhankelijk gedrag. De toegenomen mondigheid is in vele gevallen niet gepaard gegaan met een groter verantwoordelijkheidsgevoel. Individualisering, mondigheid en zelfstandigheid zijn wel dominante waarden geworden, maar het noodzakelijke complement, de individuele verantwoordelijkheid, is niet meegegroeid.
Deze sociologische analyse constateert het tanende besef van verantwoordelijkheid. Het antwoord van de kunst in het algemeen en van het theater in het bijzonder zou de vorm moeten hebben van verzet. Een verzet dat een beroep zou doen op de waarden die tot een herstel van het verantwoordelijkheidsbesef leiden. Dat verzet is volgens velen helaas niet sterk genoeg. Er zijn er zelfs die beweren dat kunst weerloos geworden is. Ik geloof dat niet helemaal. Er zijn veel activiteiten te bespeuren waarover de meningen weliswaar sterk uiteenlopen, maar er is een groeiende publieke be-lanstelling.
Kunst als management
Kreten als 'maatschappelijke respons, culturele participatie, publieksbereik' zijn afkomstig uit de jaren zestig en herleven nu in een totaal andere context. Hun toenmalige sociaal-democratische inhoud heeft plaatsgemaakt voor de harde taal van statistieken en managementcijfers. De basiskenmerken in de hedendaagse kunstwereld zijn de volgende: een zeer agressie! machtsdenken; het denken over de kunst in een abstract vocabulaire (de inflatie van woorden als internationalisering, multiculturele samenleving, management zijn hier een duidelijk signaal van); aandacht voor de groei van grote (vaak gefusioneerde) instellingen: wat het theater betreft is het niet denkbeeldig dat er voor het kleine geen ruimte meer is; een grote
bureaucratisering bij de subsidiënten: in plaats van ideologie en politiek worden alleen programma's en herstructureringen geproduceerd; begrippen als 'beschaving' of 'geest' moeten het afleggen tegen beleidsjargon: verantwoordelijkheid behoort ongetwijfeld tot de in gevaar verkerende begrippen.
Gevarieerdheid
Wat doet het theater in deze situatie, waarvan het ook zelf deel uitmaakt? Het valt niet te ontkennen dat het theater in
De theaterliefhebber in
Kritiek als consumptie
En hoe staat het met de waardering van het theater? Is die hoog? Heeft die iets te maken met het feit dat het theater als een waardevolle aangelegenheid geldt, historisch bewustzijn vereist en de noodzaak aan verbeeldingskracht paart aan intellectuele inspanning? Dat zijn heden ten dage geen bijster populaire eigenschappen en zeker geen eigenschappen die gestimuleerd worden door het meest populaire medium: de televisie. In vergelijking met het aantal kijkers dat dagelijks hetgeen op de buis komt consumeert en zich daarbij wel of niet amuseert, verdwijnt het aantal theaterbezoekers al gauw in het niets.
Sinds de opkomst van de consumptiemaatschappij spreekt men van een "op de consument georiënteerde kritiek", die dienstbaar is aan het publiek en advies verstrekt over hoe men zijn geld het best kan investeren. De verhoogde belangstelling voor de kwaliteit van het leven brengt met zich mee dat een actievere consument goed geïnformeerd wil worden. 'De rol van criticus is gereduceerd tot die van instructeur', diegene die 'instrueert hoe men zich volgens de voorgeschreven mode gedragen moet en hoe men denken moet', of zoals
Oeroude grammatica
Op de grens tussen de jaren tachtig en de jaren negentig tekent zich een gevaar af: de arrogantie en respectloosheid ten opzichte van zowel de kunstenaar als de traditie en het publiek. De vernieuwing heeft een groot aantal epigonen met zich meegebracht. De verpakking, de uiterlijke kenmerken gaan een steeds grotere rol spelen. Deconstructivisme kan, geef ik gaarne toe, nieuwe ervaringen brengen, het postmodernisme, dat zich maar al te vaak slechts versiert met aan historische stijlen ontleende vormen, eveneens. Maar dikwijls lijkt men de oeroude grammatica van het theater te vergeten: daarbij hoort het scheppen van een structuur van tekens waaraan betekenis wordt verleend, het rekening houden met het waarnemingssysteem van de toeschouwer en met de condities van de ruimte waarin het proces van de waarneming verloopt. Voor de criticus geldt dus het parool van de geschiedenis en de traditie evenzeer als dat van de vernieuwing en de actuele omstandigheden.
Indien het theater beschouwd wordt als een socio-cultureel evenement en indien iedere cultuur fundamenteel beantwoordt aan de menselijke behoefte zin te geven aan het bestaan en aan zijn omgeving, dan is het denken over de functie van het theater in de samenleving uiterst zinvol. Ook dit hangt nauw samen met de verantwoordelijkheid van de criticus. De jonge
Desillusie
Welke vorm van verzet kan het theater bieden? In het begin van het toneelseizoen schreef Rudi
1. Is het de desillusie over de machteloosheid van de mens die niet in staat is de hongersnood, de milieurampen, de ongelijke verdeling van rijkdom en welvaart te bezweren?
2. Is het een desillusie van intellectuelen als Botho Strauss en Viktor Slavkin omdat het ideaal van een communistische samenleving zich praktisch niet heeft kunnen realiseren?
3. Is het een fin-de-sièclegevoel dat een nogal geforceerde poging is om bepaalde verschijnselen in het kader van een naderende catastrofe te passen?
4. Is het de desillusie van de vaders die er niet in slaagden hun idealen op hun kinderen over te dragen? Desillusie omdat de kinderen vervreemd zijn geraakt van hun ouders? Omdat de pilaren van de religie zowel als van de ideologie ingestort zijn en slechts gedeeltelijk en met een pover resultaat vervangen zijn door feminisme, anarchie en materialisme?
Elk theaterseizoen biedt genoeg materiaal voor de criticus om te reageren. De criticus is dan de toeschouwer die beoordeelt of de individuele belevenis en het individuele gevoel van de regisseurs, acteurs en toneelschrijvers
onderdeel zijn van het collectief en of ze ook deel uitmaken van zijn wereld.
Functies van de kritiek
Indien toneelkritiek gedefinieerd kan worden als een 'beschrijvende, feitelijke en evaluatieve analyse van theater die een creatief proces van theatermakers ondersteunt en het publiek helpt dat creatieve proces te begrijpen', kunnen daaruit, naast de beoordelende functie, een hele reeks andere functies van de toneelkritiek afgeleid worden. Ik wil hier slechts enkele noemen:de informatieve functie: het verstrekken van feitelijke informatie, het beschrijven van de theatervoorstelling; de verslaggevingsfunctie, een journalistiek bericht geven over een sociaal gebeuren; de kroniekfunctie: het beschrijven van gebeurtenissen die belangrijk zijn voor de toekomst; de educatieve functie; de dienstverlenende functie; de amusementsfunctie; de feedbackfunctie: het slaan van een brug tussen het publiek en de theatermaker.
De drie verantwoordelijkheden
In deze laatste functie - de feedbackfunctie -ligt de drieledige verantwoordelijkheid van de criticus opgeslagen: de verantwoordelijkheid ten opzichte van de toneelmaker, ten opzichte van de lezer en ten opzichte van zichzelf.
De eerste verantwoordelijkheid wordt afgeleid van de functie van de kunst in de samenleving en van de eisen die men überhaupt aan kunst stelt. Hoewel we weten dat theater alleen in bepaalde omstandigheden een directe invloed kan hebben, leeft de ideologie van de door toedoen van de kunst verstandiger en verdraagzamer geworden mens , nog steeds voort. In het individualistische tijdperk legt men zich meer toe op het stimuleren van de fantasie, op het bevrijden van de mens van zijn frustraties, op het hem gevoeliger maken voor zichzelf en zijn medemens.
Ik ben van mening dat er onlangs een nieuwe periode is aangebroken van maatschappelijk engagement, om deze term uit de jaren zestig nogmaals bij gebrek aan een betere te gebruiken. De huidige situatie waarin, zoals werd betoogd, het verantwoordelijkheidsbesef ontbreekt, waarin de desillusie zich al dan niet van de mens heeft meester gemaakt, waarin de leefomgeving onleefbaar wordt en waarin een nieuw tijdperk voor
De verantwoordelijkheid ten opzichte van de kunstenaar wordt gezien in samenhang met de verantwoordelijkheid ten opzichte van het publiek. De beoordelingen van de criticus zijn van betekenis voor de kunstenaar en zijn ontwikkeling, maar bewerkstelligen indirect - via het publiek - de vooruitgang, de vernieuwing. Kritiek helpt het publiek het werk van de kunstenaar te begrijpen. Kritiek werkt dus als een vitaal feedbackmechanisme, dat correcties aan beide kanten van het voetlicht aanbrengt.
De eisen die men aan een criticus stelt zijn zwaar. De spreekwoordelijke eenzaamheid tijdens het schrijfproces, de schizofrenie van enerzijds een vakman te zijn met ervaring en anderzijds een naïeve toeschouwer, oefenen een psychische druk uit. De keten van consequenties voor het publiek en voor de kunst begint niettemin bij de criticus zelf. De verantwoordelijkheid ten opzichte van zichzelf is de laatste van de drieëenheid en in volgorde van belangrijkheid de eerste. De eigen vorming van de criticus, zijn verarmde of verrijkte menselijke inhoud, geven als het ware de betekenis van het kunstwerk weer. Reeds in 1909 formuleerde
Het respect dat iemand voor zichzelf heeft, zal hem verhinderen arrogant te zijn en niet serieus om te gaan met de anderen, en het feit dat hij gemakzucht bij zichzelf verafschuwt, zal hem niet toestaan gemakzucht bij anderen te tolereren. Dan wordt hij een criticus waarover
Deze tekst is gebaseerd op een lezing die H. Bobkova in september 1991 op bet Theaterfestival te Antwerpen gaf.
Auteur Hana Bobkova
Publicatie Etcetera, 1992-04, jaargang 10, nummer 37, p. 44-46
Trefwoorden criticus • verantwoordelijkheid • desillusie • opzichte • indien • functie
Namen Bouwmeester Solness van Ibsen • Cerceau van Viktor Slavkin • Europa • Fuchs • Hana Bobkova • Heldenplatz van Thomas Bernhard • Individuele • Jean Copeau • Martin Esslin • Nationale Toneel • Nederland • Oscar Wilde • Pewtoesjok • Slotkoor van Botho Strauss • Stanislawski • Tsjechen • Tsjechoslowakije
Development and design by LETTERWERK