Men schrijft ons:
Door de cibisten van het kamp van Beverloo werd onlangs het nieuw drama van R. Ysabie "De Anarchist" opgevoerd. Een stuk van R. Ysabie gespeeld door seminaristen en niet voor een patronagepubliek, maar voor een ontwikkeld midden, waar vroeger eens "De Tocht naar de Liefde" werd gecreëerd, en verleden jaar "Paradijsvloek" ten tooneele werd gebracht, dat is, in de tooneelwereld, een feit dat niet onopgemerkt mocht voorbijgaan. "De Anarchist" is niet ultra, aanstellerig-modern, vol mystiek en symbolen als het stuk van Boon, noch heeft het lang niet de letterkundige waarde van "Paradijsvloek". Het stuk speelt in de moderne wereld: 't is een greep uit de werkelijkheid, zooals die zich in de huidige maatschappij voordoet. Wat ook de minst waardeerende kritiek in Ysabie's stukken prijst, de eenvoudige doch zuivere taal, de vlotte stijl, het natuurlijke der gesprekken, valt hier ook al dadelijk op. "Goed. Maar Ysabie schrijft patronagestukken", zoo hoort men links en rechts misprijzend zeggen. Een onlochenbaar feit is dat Ysabie twee soorten van stukken heeft geschreven: literaire dramas in verzen, die niet worden gespeeld, en volksdramas in proza, die zooals geen ander, door het volk worden gegeerd. Ysabie weet dat de breede massa van ons Vlaamsche volk houdt van zijn tweede soort dramas, hij weet ook dat het van die stukken niet houden kan zonder er beter op te worden: dat weze hem een troost voor de niet altijd rechtvaardige beoordeling die hem van wege de nu opgangmakende tooneelcritici te beurt valt. Lope de Vega de geniale spaansche tooneeldichter, huldigde, tegen de humanistische hervorming van het spaansch drama in het radicaal opportunistisch beginsel: "We moeten wezen de nationale amuseerders van het volk." R. Ysabie wil het volk meer dan verzet geven; hij wil bijdragen tot de zedelijke verheffing, de veredeling van zijn volk. En wie zou hem daarom niet het beste toewenschen, wie zich er niet om verheugen, dat zijn stukken overal door den lande worden gespeeld? "Maar hebben die stukken letterkundige waarde?" Zooals die van Lope de Vega, neen; zooals die van Laudy, Verschaeve, ook niet; maar dat ze op dit gebied ver beneden de stukken van Putman en anderen staan, dat zal misschien door onze nakomelingen... nooit worden uitgemaakt. Mijn bescheiden meening is dat beide sterren zijn van ongeveer dezelfde grootte; enkel wensch ik dat Ysabie zijn kunst, die verheffende volkskunst is, door dieper psychologische uitbeelding zijner karakters, op een hooger peil brenge en dat Putman, die op verdienstelijke wijze naar vernieuwing streeft, zijn tooneel dichter bij het volk brengen zou, om het te veredelen. Het feit is daar: het Vlaamsche volk, God zij dank, is nog gaaf, nog gezond, nog geloovig genoeg, althans in zijn beste deelen, de buitens, de kleine steden, en de studenten, om mee te trillen zoodra een beroep wordt gedaan op de edele gevoelens, die in elke christens ziel sluimeren. Heeft men niet gezegd dat onder den oorlog, onze jongens op het front, nog liefst Conscience lazen?
Daarom ook hebben de cibisten, meestal studenten in theologie, "De Anarchist" van R. Ysabie oprecht genoten; zelfs zij die over den schrijver de zóó onbarmhartige kritiek van Godelaine in "Hooger Leven" hadden gelezen, en niet veel zaaks verwachtten, waren gewonnen.