"Het spreekkoor" door B. Gruwez

B. Gruwez, 1933-04-01


Source

Tooneelgids, 1933-04-01 pp. 98-99


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◻◻◻◻ Lode Geysen: Het spreekkoor, door... 1932-09-13
  2. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "oompje heeft... 1933-04-15
  3. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederlandsche S... 1933-03-31
  4. ◼◻◻◻◻ Aloïs De Maeyer: Na een debat... 1933-11

SPREEKKOOR door B. GRUWEZ.
Het spreekkoor begint stilaan in Vlaanderen ingeburgerd te geraken. Veel werd reeds over dit onderwerp geschreven, in vele bladen. Jammer genoeg bepaalden de meesten zich bij het aanbevelen van Duitse werkjes ; Lode Geysen uitgezonderd, die in dit blad een lofwaardige poging deed om het spreekkoor bij onze Vlaamse mensen in te leiden. De proeve van regie alléén, welke bij zijn artikel voegde, was reeds een wegwijzer voor onze debutanten. Ontegensprekelik is het spreekkoor een uiting van onze hedendaagse tijd. Sommigen zoeken naar een verband met de koren der griekse tragediën of der klassieke drama's ; maar dit is zo zwak dat er van geen verband kan gesproken worden. In onze tijd die zich vooral kenmerkt door een streven naar inniger één-voelen, naar meer gemeenschap en broederlikheid (zie b.v. de zucht van gansch Europa naar wereldvrede, of aktueler nog, de strijd tegen het spook der werkloosheid) is spreekkoor gebleken het geschikte uitdrukkingsmiddel te zijn van deze nieuwe geest. Als dusdanig zijn voor het spreekkoor zekere algemene grondeisen gesteld, wat betreft inhoud, tekst en rietme. Inhoud -- Als uiting van een gemeenschappelik streven, moet de inhoud door de gemeenschap, de massa kunnen gedragen worden. Het moet de strijd, het heimwee, het verlangen, het leed, of welkdanig ander psykologies element, dat de gemoederen van de gemeenschap beroert, vertolken. Eenheid van kunstenaar met volk is de grondwet van alle gemeenschapskunst. Tekst -- Daar het spreekkoor in eerste instansie is een woord- en klankmanifestatie, is voor de tekst één grote eis gestelt! : klankrijkdom. Daarin moet weerklinken het stormgeluid van Roeland, het strijdrumoer van kampende mensen, de vloekende aanklacht van levensmoeden en verbitterden, het eentonig klagen van doodsklokken, het juichen van zegevierende legers, enz .. Geen gemijmer bij stille beekjes en purperrode zonsondergangen, of gejammer bij individuele liefdehistories. Neen. Onze tijd is daarvoor te groots en de strijd om de vernieuwing eist al onze krachten op, zodat de tijd ons niet is gegund om over individuele hartbreuken te mediteren. Van den tekst moet een veroveringskracht uitgaan op de massa om deze te winnen voor ons treven. Rietme. -- Het rietme moet afwisselend zijn. Naast serene momenten vol gelatenheid, koortsachtige en gejaagde rietmiek. Dit zijn in 't kort de algemene grondwetten van het spreekkoor. Doch dit is niet alles. Velen gaan daar lichtzinnig over, en menen dat wanneer aan deze eisen is voldaan, al 't overige van een leien dakje loopt. Voor de uitvoering zijn even zware eisen gesteld als voor inhoud, tekst en rietme. Het spreekt vanzelf dat slechts met flink gedrilde krachten, een goed resultaat kan worden bereikt. Enkel na langdurige herhaling zal men optreden met enig sukses. Wie dit punt al te gemakkelik voorbijgaat, is oorzaak van mislukking en ontevredenheid bij de toehoorders. Wat de bewegingen en gebaren betreft, m.i. mogen die slechts gebruikt worden waar het nodig blijkt, b.v. om een emosie beter uit te drukken, of een gedachte meer kracht bij te zetten. Men vermijde vooral het gekke en koorsaehtige bewegen van armen en benen. Men houde zich aan het plastiese gebaar. Een tegenstander van bewegingskoor ben ik niet (alhoewel we ons hier allengs op een ander terrein gaan begeven, namelik van de dans) integendeel ben ik ervan overtuigd dat spreek- en bewegingskoor mekaar goed en met sukses kunnen aanvullen. Tot het welgebakken van de uitvoering kunnen verder nog bijdragen : kostumering, muziek en belichting (dit laatste natuurlik wanneer het spreekkoor in zaal wordt uitgevoerd). Sommigen zien in het spreekkoor een soort van toneel. Mij dunkt, dat ook op dat gebied het verband tussen spreekkoor en toneel relatief is. Toneel is een stuk leven, karakteruitbeelding, een wrijving tussen temperamenten waaruit het konflikt (dramatiese handeling) ontstaat. Spreekkoor daarentegen is een manifestasie ; het gaat er om een gedachte bij de massa te doen doordringen. Het is dus meer van propagandiese aard. Men vermijde nochtans steeds, het kunstgehalte prijs te geven om de propaganda . Evenals voor het toneel is voor het spreekkoor een zekere vrijheid van regie toegelaten. Deze vrijheid is beperkt, want evenals voor alle kunst, dienen hier ook enkele grondwetten erkend en geëerbiedigd. Ik wens het spreekkoor veel sukses toe. Voor Vlaanderen, maar vooral voor de Vlaamse jeugd ligt hier een uitgestrekt arbeidsveld open, dat, wanneer het met toewijding en geduld wordt ontgonnen, met een rijke oogst zal worden gezegend.

P.S. Hierna laat ik een paar mijner regieproeven volgen. Met dank bij voorbaat, lees ik graag de aanwijzingen en verbeteringen van de lezers van Tooneelgids.

PSALM A. Rodenbach.

Het koor bestaande uit een onbepaald getal personen wordt in V vorm opgesteld. De leider staat met het aangezicht naar het publiek gekeerd ; de reien kijken naar mekaar. Zacht beginnen, stijgend tempo tot « vol eeren ». Koor -- God onze Heer, ge zijt de Heer der Heeren, Bij 't aanvangen van het volgende vers, de armen voor zich uitstrekken, de handen horizontaal houden als een pateen, langzaam omhoog tot op de hoogte van de mond. Koor -- Ge draagt de wereld op uw hand, Lacht G' op een volk Het bloeit vol eeren... de armen boven het hoofd verhelten Keert Ge uw blikken, het stort in 't zand ! Bij het uitspreken der woorden : « het stort... » de handen met een ruk vertikaal draaien, juist alsof men iets uit de handen net vallen. Het hoofd volge de beweging en buige naar de grond ; terwijl de armen langzaam neerzinken tot tegen het lichaam. -- Stilte ! -- Leider -- God onze Heer, Ge loecht weleer op Vlaanderen, Toen was het... rei 1 -- Groot rei 2 -- Machtig Koor -- en fier... Kluisters en juk, het sloeg ze ruw aan spaandren Vrijheid en nering klonk het hier. De reien knielen neder, de handen saamgevouwen, in biddende houding, de ogen gesloten, het hoofd neergebogen. De leider blijft rechtstaan. Koor (zacht) -- God onze Heer., De leider naar de reien wijzend, de twee armen uitgestrekt in de richting der reien, het aangezicht ten hemel gekeerd : Leider -- Wil 't jong geslacht aanhooren : De gevouwen handen gaan de hoogte in. Smekende houding : Koor-- Red Vlaanderen uit z'n diepen val Leider -- Zegen den eed, door allen trouw gezworen De reien zijn inmiddels recht gestaan, terwijl de leider steeds spreekt, gaan langzaam de armen de hoogte in, twee vingers uitgestrekt. Zwerende houding : Leider -- Vlaanderen Vlaanderen bovenal ! Het koor herhaalt : Koor -- Vlaanderen... ... bovenal!!

DE OUDE GEWADEN ZIJN AFGELEGD Wies Moens.

Het koor bestaat uit 4 reien rei 1 de verdrukten rei 2 de nieuwe jeugd rei 3 de vaandrigs rei 4 de aartsengelen. De reien worden volgens nummer opgesteld, telkens een trede hoger. Allen zitten neder. Rei 2 -- rechtstaande : De oude gewaden zijn afgelegd Bij het aanvangen van het volgende vers springt rei 3 recht. Allen houden Ín de hand 'n vlaggestok die reikt tot boven het hoofd en waaraan een strak gespannen vlag is vastgehecht -- symboliese kleuren -- allen staan met het aangezicht naar rechts gekeerd. rei 2 en 3 -- De frisse vaandels staan strak in den morgen. Bij het volgende vers staat rei 4 -- de aartsengelen - recht. Allen hebben een lange bazuin, welke ze aan de mond houden. rei 2 en 3 -- Aartsengelen klaroenen Op 't zelfde oogenblik langgerekte bazuinstoot op 't toneel. Het koor wacht tot het geschal is weggestorven en zegt dan kort en krachtig : rei 2 De nieuwe dag ! Het koor herhaalt : rei 2 en 3 - De nieuwe dag ! rei 3 -- Wie het mes van zijn haat sleep op zijn handpalm ingaan zat hij tot zijn vijand... Rei 2 knielt neder. Allen nemen tussen de handen het hoofd van de persoon welke zich voor hen bevindt uit rei 1, en brengen den mond aan het voorhoofd. Zoenende houding tot na het volgende vers. rei 3 -- ... en reiken zijn mond tot de zoen... Nadien hernemen zij hun vorige houding. Rei 2 richt tans het woord tot rei 1 -- de verdrukten -- die nog steeds neerzitten. Deze zien hunkerend naar rei 2 op. rei 2 -- Wie ging naar verdrukten en droeg vertedering in zijn hart hij vordert hen op. . tot de opstand... rei 1 staat recht en herhaalt : rei 1 -- tot de opstand rel 2 -- die brandt het teken der gezalfden aan het voorhoofd van de kinderen der verborgenheden. Koor -- Strak staan de vaandels in de morgen... Aartsengelen roeren de trom... Op het toneel roert de trom : « verzameling ». Het koor wacht tot het tromgeroffel ten einde is. Dan plots kort en zwierig keert het ganse koor zich met het aangezicht naar rechts; allen « markeren de pas » en steken de rechterarm schuins opgaand voor zich uit, uitgenomen rei 3. Koor -- De jonge karavanen setten aan !


Items that may be related to this text

  1. ◼◻◻◻◻ Lode Geysen: Het spreekkoor, door... 1932-09-13
    spreekkoor • Wies Moens • inhoud • tekst • vlaanderen • Lode Geysen • koor
  2. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "oompje heeft... 1933-04-15
    heer • (date-year) 1933 • (date-month) 1933-04
  3. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederlandsche S... 1933-03-31
    heer • tekst • (date-year) 1933
  4. ◼◻◻◻◻ Aloïs De Maeyer: Na een debat... 1933-11
    Lode Geysen • spreekkoor • heer • (date-year) 1933