Het spreekkoor, door L. Geysen

Lode Geysen, 1932-09-13


Source

Tooneelgids, 1932-09-13 pp. 193-196


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Het Vlaamsch Volksto... 1938-11-30
  2. ◼◻◻◻◻ Jozef Boon: Spreekkoor en Massa-... 1937-07
  3. ◼◻◻◻◻ Anon.: Het Vlaamsch Volksto... 1924-10-08
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Het Vlaamsche Volkst... 1938-11-30
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: De Lucifer van Johan... 1937

HET SPREEKKOOR door L. GEYSEN

Er komt in Vlaanderen langzaam belangstelling voor het spreekkoor. Alleen zoekt men soms naar een inhoud van dit woord. Wat is dat nu wel: spreekkoor?

Teruggebracht tot zijn meest simplistischen vorm: het voordragen in koor van een tekst, « het gezamenlijk zeggen van een gedicht ».

Om u aanstonds een voorbeeld te geven dat duidelijk spreekt en dat meteen den oorsprong van een soort spreekkoor aangeeft, vertel ik u hoe b.v. in Frankrijk en ook wel in Rusland een spreekkoor ontstond. Dit is niet de eenige weg, het is een weg. In 'n groote fabriek maakt een monteur -- eenvoudige zanger -- een hekeldicht op generaal Joffre. Enkele vrienden (een viertal) maken van het kwartiertje schafttijd gebruik om voor hun verzamelde werkgezellen dit dicht voor te brengen. Zij zeggen -- met enkele gebaren -- tegelijk den tekst.

Het is een communistisch stukje en het lijdt geen twijfel dat de dichterlijke monteur en zijn declameerende vrienden eveneens communisten zijn. Hier halen wij den grond aan waarop alleen een spreekkoor kan gebouwd worden: de eenheid van denken en voelen van den dichter en de uitvoerders. Zonder dit geen spreekkoor. De techniek is hier nog eenvoudig: men reciteert te zamen denzelfden tekst.

Enkele vertaalde en bewerkte teksten uit het Russisch bewijzen dat daar ook een zelfde procédé bij het ontstaan van het dichtwerk en ook voor de techniek van de uitvoering is vast te stellen. Ik las hier een zeer sterk gedichtje:

« Nous sommes la canaille. Dieu merci! »

Het doet alleen pijnlijk aan als wij mogen voortgaan op dat wat wij in « La semaine dernière » (een Fransch communistisch weekbladje) aantreffen -- dat de communistische productie laboreert aan bitter pessimisme dat nooit aan opbouwen denkt. Wij kunnen er nochtans opaan dat er nu in Rusland wel een verheerlijkende poëzie bloeit (ook in de film stelt men dat vast).

In Duitschland hebt gij een ander procédé en een mijns inziens veel uitgebreider en veel intenser beoefenen (of beoefend hebben?) van het spreekkoor. Enkele honderden of enkele duizenden komen samen om een dichtwerk, gewoonlijk niet door een gelegenheidsdichter, maar door een gevestigd schrijver, voortgebracht, te reciteeren. Liever te spelen. Het bewegingskoor staat voor de deur. Weer den grond: eenheid van voelen.

Socialistische jeugdgroepen, katholieke of christelijke organisaties, treden op als dusdanig. De stof beantwoordt aan de wereldbeschouwing van 't organisme. In 't algemeen zijn deze nogal sterk agressief en heel wat minder beschouwend. (Dit weer voortgaande op de enkele Duitsche spreekkoren die tot in Vlaanderen doorgedrongen zijn). Hier is de techniek van de uitvoering niet meer zoo eenvoudig. Wij komen hier somtijds zeer dicht bij de tooneeltechniek terecht: het worden spelen, drama's.

E. H. Aloïes de Maeyer zal u hierover zeer kortelings meer schrijven.

In Vlaanderen hebben wij het spreekkoor gekend zij het dan ook in hoofdzaak als onderdeel van een tooneelvertooning.

Ik herinner mij nog zeer goed hoe Johan de Meester mij zijn plan vertelde, om met een drietal acteurs enkele na-oorlogsche en zelfs oorlogsdichten voor te dragen en dit gelijktijdig en gezamenlijk maar op drie verschillende toonhoogten. Het bleef een plan. Maar de idee werd uitgewerkt in Lucifer en in St Franciscus. Alleen kwam er dit bij: de stemmen praten niet steeds te zamen, zij wisselden af, zij spraken beurtelings. Soms maar twee, dan weer allen te zamen. Wel is het hier de moeite waard er op te wijzen dat spreekkoor en Grieksch koor dikke, dikke broers zijn. Later zal Dr De Gruyter in zijn Koning Oedipus-opvoering te Antwerpen hetzelfde procédé toepassen. De reien in Jozef in Dothan werden ook door twee actrices gezamenlijk gezegd.

Merk op dat het weer gevoelsverklankingen zijn die in koor worden opgezegd, geen verhalen, geen beschrijvingen. De indeeling der stemmen gebeurde afgaande op de muzikaliteit en minder steunende op de essentieele of gradueele gevoelsverschillen bij de mogelijke personages.

Renaat Verheyen heeft de lijn verder doorgetrokken In zijn spreekkoren met de leerlingen van St Norbertus («In mijn land» en «De populieren» van Wies Moens) tracht hij met de menschelijke stem na te bootsen de geruchten die in het gedicht worden beschreven of aangeduid. Het was klankevolutie, het was het nazoeken van de mogelijkheden van het menschelijk orgaan. In zijn Bivak-voordrachten bleef hij deze opvatting getrouw.

In Koning Oedipus staan wij voor een meer geavanceerde techniek. Karel Albert, die de Duitsche spreekkoren kende, was de raadsman van R. Verheyen in dezen geweest. Dat is duidelijk merkbaar dat er een muzikant aan het werk is die «de idee» koor in al zijn geledingen in het hoofd heeft (ook R. Verheyen was muzikant). Iemand zegt den tekst in 't Grieksch, het koor zegt hem in 't Nederlandsch, een ander deel van het koor begint midden in den tekst van het sprekende koor met den tekst van voor af aan opnieuw te reciteeren. Er werd hier gestreefd om door middel van een gesproken koor niet den tekst, die op zich reeds niet zoo eenvoudig en begrijpelijk was, woord per woord naar den toeschouwer te brengen, maar den gevoelsinhoud te doen aanvoelen. En zoo kwamen de beproevings-formules sterk bij den toeschouwer, alsmede de indruk van een smeekenden groep. Hier was stellig een stap in de goede richting gezet- de emotie primeerde, niet de muzikaliteit der menschelijke stem. Het experiment groeide uit boven 't louter technische, het werd middel. Hoofdzaak bleef ontroering, niet onthutsing. Ik meen zoowat alles wat merkwaardig in Vlaanderen is in de richting spreekkoor aangegeven te hebben.

Dient opgemerkt dat wij nog niet de zelfstandige spreekkoren vaststellen. Enkel maar toepassingen bij een theaterstuk.

Jammer genoeg ben ik niet voldoende ingelicht omtrent de socialistische bedrijvigheid op dit terrein. Wel weet ik dat de Antwerpsche tak uitvoeringen realiseerde met honderd vijftig uitvoerders, dit reeds jaren geleden. En dat dit jaar er een bewegingskoor «Prometheus» van Roland Holst, onder de leiding van de danseres Lea Daan voor wat de beweging betreft, met zeer groot succes werd opgevoerd. Gust de Muynck had reeds jaren terug den tekst ingeoefend bij dezen groep. Hij was volledig bij de Duitschers in de leer geweest.

Wellicht heeft het zijn nut mijn bevindingen aangaande spreekkoor mee te deelen. Met de idee van De Meester opgedaan begon ik een deel uit de celbrieven van Wies Moens met jongens van 18 jaar te bewerken. Instinctief had ik wel, geloof ik, een goeden tekst gekozen: het was het leven dat de gevangen dichter besprong. De uitvoerders waren juist student-af en konden dezen tekst aanvoelen. Maar het was louter toeval, want ik ook ging alleen op zoek naar de mogelijke nieuwe stemevoluties door het aantal sprekers. Resultaat: een curiositeit.

De ontroering ontbrak bij de toehoorders. Op dezen zelfden voet ging ik nu met kleinere jongens van 6 tot 15 jaar te werk. Maar langzaam evolueerde ik toch tot het besef: de uitvoerder moet in de eerste plaats den inhoud van den tekst bezitten.

In Gas I werd het duidelijker; in Gas I (IVe bedrijf) was het spreekkoor als tooneelelement aanwezig. Verschillende teksten werden door groepen overgenomen, maar de basis was nu de emotie en niet de klank. De groep -- die een gevoel beleed, b.v. de moeder of de zonen -- werden sterker, de emotie ontzaglijker door de groepsbelijdenis. Het spreekkoor in zijn eersten zuiveren vorm kon ik bij het Davidsfonds Merksem realiseeren. Een Gezelle-avond werd door een twaalftal acteurs en actrices in spreekkoor voorgebracht. De oude indeeling bleef van kracht: de vrouwenstem, de mediumstem (de jongeling), de donkere stem (de mannen). Maar nu werd de tekst nageplozen en de inhoud opgediept, deze werd vooraf door mij bepaald, ingedeeld, en elke emotie werd toegedeeld aan de geëigende soort groep of groepen. Het ritme b.v. van De slag der gulden sporen was daardoor zeer sterk geprononceerd, omdat de donkere en lichtere stemmen in harmonie waren met de soort gevoelens die het stuk behelsden. Dit kon een enkeling onmogelijk geven.

Het gebrek van deze manier van uitvoeren was het volledig ontbreken van eenige beweging. Het was tegennatuurlijk voor de uitvoerders. Het bewegingskoor drong zich op.

De eerste maal dat ik van spreekkoor tot bewegingskoor overging was met Het lied van Hiawatha, Nederlandsen van Gezelle. Hier monteerde ik De bruiloft, Osseo en Hongersnood. Verder een Jeremiade.

Het vreemde van dit geval is het welslagen in de zaal. Het was overtuigend. Welk was nu het procédé? Het verhaal wordt in het algemeen door eén verteller voorgedragen (gespeeld, dit is met 'n persoonlijke emotie tegenover den inhoud), en de groep neemt de emotie die uit het stuk moest resulteeren bij den toehoorder en speelt deze. Dus niet in de eerste plaatsen verbeelden wat er gebeurde -- (al was in Hongersnood b.v. dat wel een voornaam element) maar wel de emotie van den toehoorder aangeven. De emotionneele teksten (beschouwingen, uitroepen) werden in groep overgenomen. Mijn uitvoerders waren allen jonge, levenslustige menschen, juist dat wat paste voor b.v. De bruiloft. De verteller was niet altijd dezelfde of niet steeds één stem. Als het noodzakelijk was nam een vrouwenstem of een andere mannenstem den tekst over en reciteerde verder. De gebaren waren de spontane natuurlijke gebaren aangepast aan de tooneelrealiteit. Minder beeldende dan gevoels-gebaren. Wij staan hier heel dicht bij het theater. Mag ik wijzen op de gelijkenis van deze methode met de regie- en speelopvatting van den auteur Brecht. (Het is toch Brecht? Zie daarover «Hooger leven», jaargang 1932). Deze auteur, weeral een communist, doet zijn werk voor een gedeelte verhalen, plots weer spelen, dan weer verhalen. Reeds lang loop ik met deze werkwijze in mijn hoofd en wellicht komt het volgend seizoen hier een voorbeeld van.

Het gebrek van deze methode van spreekkoor was het ontbreken van de grondidee die door de uitvoerders moest gepropageerd worden en het ontbreken van een bijzonderen spreekkoortekst. Dit als spreekkoor gezien! (Het kon daarom wel goed theater zijn).

Het volgende seizoen schakelde ik in Julius Cesar (naar Shakespeare) enkele spreekkoren in, b.v. het slot « De eed tegen den oorlog » (gezamenlijke belijdenis -- stemindeeling -- volumen der stemmen volgens de inhoud het vereischte). De eerste proef van zuiver bewegingskoor kon ik leveren met de Kajotters van Wilrijk. E. P. Bogaerts schreef een spreekkoor « Wij ». Het is het manifest van de katholieke arbeidersjeugd.

Het goud roept op tot den arbeid. De moedeloozen gaan wanhopig naar het werk, waar zij door de rooden worden aangepraamd tot opstand' tegen de heerschende macht. Het zijn de Kajotters die den juisten weg aangeven tot saneering van het arbeidkapitaal-probleem: de liefde met het perspectief der eeuwigheid.

Elke groep, moedeloozen, rooden, Kajotters heeft een aanvoerder. Het wordt een vinnig duel, een grootsche strijd, met de overwinning der Kajotters door hun overtuigende argumentatie. Het manifest der Kajotters door de Kajotters. Ziet gij de eenheid van gevoelsleven? De tekst was hier reeds klaar ingedeeld. De beweging, het spel, groeide vanzelf uit den gevoelsinhoud van het koor.

Wellicht hebt u nu toch uit de opsomming die ik hierboven gaf een gedacht kunnen vormen van de mogelijkheden van het spreekkoor. Natuurlijk zijn de kansen nog veel menigvuldiger en met een beetje fantasie vindt u er stellig nog nieuwe.

Zóo werd b.v. deze oplossing (door Anton van de Velde toegepast in de opvoeringen van het Heilig Graf te Turnhout, Jephta en de Geheimen der Mis) gevonden. Eén groep zegt den tekst, een andere speelt hem. Persoonlijk houd ik het ervoor dat de emotie zich best bij een en dezelfde figuur door klank en gebaar uit, althans stellig het natuurlijkst. De verdeeling van arbeid is hier ter slotte slechts een hulpmiddel om de wellicht onvoldoend getrainde leerlingen (dat duurt jaren eer zooiets volmaakt zou zijn) een handje te helpen. Wat stem-evoluties, en manieren van stem-aanwending betreft, hier kunt ge uitstekend materiaal vinden bij de moderne Jazz-koningen. Een goede plaat van « The revellers », of van Jack Hilton of Paul Whiteman of Ted Lewis zijn zoovele voorbeelden van eerste kwaliteit en laat ons Johnstone en Layton niet vergeten.

Er is wat de techniek betreft bij deze wereldreputaties heel wat te vinden.

Dit artikel wil niet de pretentie hebben alles te zeggen over spreekkoren. Wie er meer over verlangt stelle duidelijk zijn vraag, desnoods een practisch geval, en wellicht kan ik u helpen. Mag ik nog wijzen op de radio-beurt van 30 Mei. Het Vlaamsche volkstooneel gaf een halve uur spreekkoor. Het was zoowat de samenlezing van de verschillende manieren van spreekkoor. Nachtelijke optocht, van Paul van Ostayen, gezamenlijk en gelijktijdig zeggen door 3 stemmen. (Het gedicht eischte dit).

Hongersnood, van Guido Gezelle De verteller + de begeleidende verklanking der bereikte emotie.

Charlie verliefd, van Anton van Duinkerken. De tekst ontleed -- de emotie bepaald -- de geëigende spreker met zijn bijzonderen toonaard vertolkte zijn deel.

De lof der zeevaarders van Anton van Duinkerken was wellicht het interessantste. Er was een spreker die gewoon den tekst voordroeg. De anderen vormden den klankwand voor den lezer, zij onderbraken hem, zij fluisterden een deel tekst terwijl de spreker gewoon voortging met het gegeven voorbeeld is duidelijker. Daarom geef ik u het gedicht, en een deel der regie:

Lof der zeevaarders:

1. Mannen der transatlantiekers, mijn broers, in mijn bloed is heimwee naar zee zo dikwijls ik jullie ontmoet op de kaai, voor het estaminet « Bombay ». 2. Jullie zijn ruw van het harde werk, maar met oogen doorblonken van rust; want je weet: na ieder verlaten strand geeft de horizon jullie een kust veel mooier dan al wat je zag in de schepping, en jubel slaat op in je bloed, getuige voor 't woord van de Zevende Dag het werk van Gods handen is goed. 3. Er is blijdschap in jullie om ieder ding; er is niets, dat je niet bemint: elk spelend kind aan een strand doet je denken aan thuis en aan eigen vrouw en kind. Elk geluk is vol van het eigen geluk. Ieder « land-in-zicht» doet je wensen naar 't eigen land. Jullie kent alle leed. Daarom ben je zo goed voor de mensen. 4. Als er in volle zee een stomer passeert sturen jullie een heilsinjaal en aan boord vier je feest om de menschen van ginds en zingt liedjes in iedere taal. 5 En kom je van lange tochten terug de haven weer ingevaren dan zie 'k al van verre de donkere lach en het witte gebit der laskaren. 6. Ik houd van zo'n kerels met open gezicht en met eerlikheid achter hun ogen, (want, was bun geweten een scheepsruim te ruim, niet een heeft er éen keer gelogen. Mannen der transatlantiekers, mijn broers als je wist hoe ik jullie benijd wijl je wereld zo mooi is, je leven zoo sterk, en je zee zo onnoemelik wijd! Tekstindeeling: Een spreker (S.), drie tegensprekers (3). 1 S. leest -- 3 in sourdine beginnen na ontmoet. 5. gaat gewoon door, na Bombay komt 3 (sterk) heimwee naar zee. 2 S : de 3 hernemen Mannen der... zee (fluisteren) tweemaal. bij bloed, 3: Jullie zijn ruw, na het werk van Gods handen is goed: 3 (sterk) maar met ogen doorblonken van rust. 3 S. leest door. 3 Mannen... naar zee (fluisteren) na ei^en vrouw en kind (frisch) 3 Er is blijdschap in juTlie om ieder ding -- daarna fluisteren: Mannen der transatlantiekers na voor de mensen, 3 er is niets dat je niet bemint. 4. S. gaat verder, bij elke: 3 Als in volle zee een stomer passeert. Met hoogtepunt, de 2* maal, 3= minderen. 5 S. leest voort na ingevaren (3) En kom je terug. Na laskaren 3 En kom je van lange tochten terug. 6. S. leest door. Na ogen: 3 Mannen der transatlantiekers. Na gelogen: 3 Jullie met ogen doorblonken van Na jullie benijd: 3 Er is blijdschap in jullie om ieder ding. Na onnoemelik wijd: 3 Mannen der... zee.


Items that may be related to this text

  1. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Het Vlaamsch Volksto... 1938-11-30
    Vlaamsch Volkstooneel • goed • William Shakespeare • Julius Caesar • Renaat Verheyen • tekst • deel • Guido Gezelle • Jan Oscar De Gruyter • Lode Geysen • Johan De Meester jr. • Jozef in Dothan
  2. ◼◻◻◻◻ Jozef Boon: Spreekkoor en Massa-... 1937-07
    spreekkoor • Anton Van de Velde • Lode Geysen • Karel Albert • Renaat Verheyen • Koning Oedipus • Wij • Guido Gezelle • J. Bogaerts • Vlaamsch Volkstooneel • Aloïs de Maeyer • De geheimen der mis • woord • koor • Johan De Meester jr. • Heilig Graf, Turnhout • Jozef in Dothan • Jephta of Offerbelofte
  3. ◼◻◻◻◻ Anon.: Het Vlaamsch Volksto... 1924-10-08
    Wies Moens • Koning Oedipus • vlaanderen • Anton Van de Velde • Vlaamsch Volkstooneel • Jan Oscar De Gruyter • Johan De Meester jr. • Jozef in Dothan
  4. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Het Vlaamsche Volkst... 1938-11-30
    goed • woord • Renaat Verheyen • Anton Van de Velde • Karel Albert • Vlaamsch Volkstooneel • William Shakespeare • Lode Geysen • Johan De Meester jr. • tekst
  5. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: De Lucifer van Johan... 1937
    Lucifer • Renaat Verheyen • Karel Albert • Vlaamsch Volkstooneel • Jan Oscar De Gruyter • Johan De Meester jr. • Jozef in Dothan
  6. ◼◻◻◻◻ Anton Van de Velde: "Moet Barbertje hang... 1930-02
    Anton Van de Velde • Karel Albert • Vlaamsch Volkstooneel • Aloïs de Maeyer • Jan Oscar De Gruyter • Lode Geysen • Johan De Meester jr.
  7. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Dr. J.O. De Gruyter... 1938-11-30
    woord • Jan Oscar De Gruyter • Renaat Verheyen • vlaanderen • tekst • Vlaamsch Volkstooneel • William Shakespeare • Lode Geysen
  8. ◼◻◻◻◻ Willem Putman: Johan De Meester jr... 1929-07-07
    woord • Renaat Verheyen • vlaanderen • Anton Van de Velde • tekst • Vlaamsch Volkstooneel • Lode Geysen • Johan De Meester jr.
  9. ◼◻◻◻◻ Aloïs de Maeyer: De spreekkoren van G... 1934-11-20
    spreekkoor • Anton Van de Velde • Renaat Verheyen • J. Bogaerts • tekst • Aloïs de Maeyer • Lode Geysen • Henriette Roland Holst-Van der Schalk
  10. ◼◻◻◻◻ B. Gruwez: "Het spreekkoor" doo... 1933-04-01
    spreekkoor • Wies Moens • inhoud • tekst • vlaanderen • Lode Geysen • koor