Kon. Ned. Schouwburg, "De Cycloon" door Somerset Maughan

Victor J. Brunclair, 1933-04-07


Source

Pan, 1933-04-07


Items that may be related to this text • More...

  1. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "oompje heeft... 1933-04-15
  2. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-03
  3. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Koninklijke Nederlan... 1933-06-16
  4. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ned. Schouwburg. "Ma... 1933-12-16
  5. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederlandsche S... 1933-03-31

Kon. Nederl. Schouwburg

"De Cycloon" door Somerset Maughan.

Men heeft naar aanleiding van dit werk, en zonder inacht te nemen dat iedere vergelijking mank loopt, den naam van Ibsen uitgesproken, en meer bepaaldelijk nog wel « Spoken ».

Wij herinneren ons nog uit onze studentenjaren, dat in de verwachting heusche spoken te zien heel de Paradijsstraat en de Rozengang naar den schouwburg was getogen, maar beduusd afdroop, want er waren geen witte gewaden met astrale lichamen te zien.

Evenmin als in «Spoken» dus kan worden gewaagd van geestesverschijning in den materieelen zin, kan er in dit stuk van Somerset Maughan van een cycloon worden gesproken.

Dat is het eenige raakpunt dat tusschen dit stuk en dat van Ibsen kan worden aangevoerd, nl. dat zij een titel dragen die voor het werk zelf niet representatief is.

Maar de lokale recensenten zijn de analogieën verder gaan uitstrekken en hebben in dezen Maurice Tabret een nieuwen Oswald ontdekt, en in zijn moeder een nieuwe mevrouw Alving.

Het kan heusch niet dwazer. Waar het geval Oswald tot de erfelijke pathologie behoort en hij neerbreekt als de laatste loot van een vermemeld geslacht, is Maurice Tabret een banaal slachtoffer van een vliegongeluk. De tragiek, die daaruit voor zijn gezinsleven voortvloeit is wis en zeker schrijnend, maar doorstaat toch de vergelijking niet met die van Oswald, die als een levende doode zelfs zijn geestelijke vermogens voelt wijken. Ook de vergelijking tusschen Mevrouw Al ving en Mrs. Tabret houdt geen steek. Waar Mevrouw Alving haar tot den waanzin gedreven zoon beloofd heeft hem te zullen dooden, liggen de drijfveer en van zulk een daad dieper dan de preutsche vrees voor een huiselijk schandaal die Mrs. Tabret, als verpersoonlijking van het Britsch puritanisme geslaagd, naar het fleschje met de chloraline drijft.

Het stuk voldoet niet aan de elementairste eischen van een detectievendrama en is de handteekening van Somerset Maughan onwaardig. Waar het behoorde een tooneelstuk te zijn, zouden wij het eerder noemen een spreekoratorio, een drieluik vol langdradige kruisgesprekken, waaraan iedere aktie vreemd is.

Maurice Tabret dus, een nog jonge man, is door een vliegongeval tot den echtelijken omgang ongeschikt geraakt. Hij slijt zijn leven nu in een rolstoel, teederlijk omringd door de zorgen van Mrs. Tabret, zijn moeder, Dokter Harvester, zijn verpleegster, die het lijden van den armen jongen zooveel mogelijk verzachten. Zijn vrouw, bij hem onbevredigd, scharrelt ondertusschen met zijn zwager en gaat moeder worden. Maurice Tabret voelt wel dat alle aardsch geluk reddeloos voor hem verloren is en hij heeft zijn moeder doen beloven, dat zij hem zal dooden als hij daarom moest vragen. Wat geschiedt door de toediening van zes tabletten chloraline.

Maar de verdwijning van deze chloraline is de verpleegster opgevallen, en zij eischt nu dat de dokter een lijksnede zal bevelen en de zaak in de handen van het gerecht geven, want het blijkt zeer klaar dat men hier staat voor een moord.

Allen worden verdacht, maar inzonderheid dan Stella Tabret de wettigeechtgenoote, die gezondigd heeft.

Een huisvriend, Captain Stevens, gaat nu fungeeren als een gelegenheidsdetectieve en wil trachten de waarheid op het spoor te komen. Dit gelukt hem echter niet en als Miss Wayland de nurse dan eindelijk den onderzoeksrechter wil verwittigen, komt de onthulling van Mrs. Tabret, dat zij de daad bedreef. Hoe ontroerend mooi deze biecht op zich zelf moge zijn, wij kunnen de opmerking niet onderdrukken, dat deze venerabele dame dit wel eerder had kunnen zeggen. Zoo waren ons meteen dan twee ellenlange bedrijven vol soffige en weinig spannende gesprekken gespaard gebleven.

Dit society spel is werkelijk saai. Er is geen andere bepaling voor. Afgezien nu van het gegeven, willen wij even de typeering der personnages onderzoeken, en die is ook niet zoo gelukt. De huisvriend, Captain Stevens, speelt zijn speurhondenrol op een zoo aanstellerige als weinig scherpzinnige manier. Maurice Tabret is de gesloten figuur, en sommige van zijn gezegden doen werkelijk de emotie losbreken. Fred Talbret, de minnaar, moet de reeks van drie bedrijven bijwonen als een zoutzuil, en even zeggen, dat hij voor Stella Tabret alles zou doen dat in zijn macht ligt. De dokter Harvester staat geteekend als een onvervalschte kwakzalver en de replieken die de auteur hem in den mond legt, zijn heusch vanwege een arts ondenkbaar. Mrs. Tabret werd opgevat als de heroïsche lijderes die het ultiem gebaar van verlossing, spijts haar smart, aan haar zoon voltrekt. De echtgenoote Stella Tabret krijgen we te zien als een mondain vrouwtje, dat voor haar neergebroken echtgenoot fragmentjes uit Tristan en Isolde op den grammofoon laat spelen, terwijl zij haar bloeiend lijf aan Fred heeft geschonken.

De rol van de verpleegster draagt het zwaartepunt van heel het stuk. Deze Miss Wayland wordt geteekend als een altruïstische ziel vol algeheele overgave en opofferingsgeest, die haar zieke verafgoodt, en haar gevoelens voor hem finaal in liefde ziet verkeeren.

Nu het wisselspel tusschen de verschillende figuren. Het woordentornooi tusschen den dokter en de verpleegster behoort tot een van de vele onmogelijkheden van het stuk. Zoo stelt zich een arts nooit aan, tenzij hij zijn mutisme inzake beroepsgeheim liefst nog met een bom duiten wil bolwerken.

De verdere reeks van gesprekken is vrij oninteressant. Om beurten krijgt ieder zijn zeg, en het duister geheim blijft toch ononthuld want de auteur moet het knaleffekt der onthulling toch voor het slottafereel houden. Geef ons toch maar duizendmaal liever een vulgaire Arsène Lupingeschiedenis. Daarin staat toch de spanning bestendig strak, wat wij hier niet kunnen getuigen. Een heusch detectievenstuk, zooals de Wrekende God, de Dertiende Stoel e.d. heeft deze aantrekkelijkheid, dat het gebouwd staat op discursieve redeneerwijzen, en de ontknooping brengt na een spel van vernuft. Geen enkele dier eigenschappen hebben wij in deze slappe praterij ontdekt.

De vertolking werd door uiterste zorg gekenmerkt, dat wil zeggen : de spelers hebben bij grootst mogelijke benadering de intenties van den schrijver pogen weer te geven.

Bdward Gorlé speelt zijn Captain Stevens wel een ietsje te vaderlijk. Zijn intonaties zaten daar nog vol zalf, waar hij voor de opklaring van het chloraline-geheim toch meer scherprechterlijk moest te werk gaan. Ook moet de heer Gorlé zijn uitspraak van dichterbij bewaken. Op buitengewoon keurigen salontoon zei hij ergens: « Ik kwam zoo juist verbij ». Het dialekt is een schilderachtig ding maar mocht hier toch liefst achterwege blijven.

Maurice Tabret zat maar kort aan de karwei, en naar zijn uiterlijk te oordeelen, voegde hij zich te behagelijk in den rolstoel voor iemand die voor zijn leven vastgespijkerd ligt.

Het rampzaligst bedeeld van allen was de Heer Remy Angenot, met zijn Fred Tabret. Hij heeft zijn tekst gezegd, zooals men het burgerlijk wetboek zou voorlezen, maar deze expressielooze neutraliteit in zijn stem, was vanwege de heusch onmogelijke rol zeer begrijpelijk.

Free Waeles was de huisdokter, een andere onmogelijke figuur. Wat deze dokter te vertellen heeft is vrij kleurloos, maar korrekter mocht de heer Free Waeles wel zijn opgetreden. Nu was zijn beenstand in een Engelsen salon die van de krijgers uit de Germaansche mythologie.

Wij willen onvoorwaardelijk de prestatie van Mevr. Bertrijn als Mrs. Tabret roemen, alhoewel zij zich te zichtbaar op de Mevrouw Alving van Mina Dilis had geïnspireerd. Maar de gevoelsovergangen in haar diktie waren expressievol aangezet en het slottafereel van de biecht heeft zij werkelijk aangrijpend van smartelijke verteedering gespeeld. Daar klonk de heldhaftige lijdzaamheid van de groote tragedie.

Jenny Van Santvoort deed wat zij kon als Stella Tabret.

Zeer gelukt was haar tooneel met Maurice, minder dit met Miss Wayland, waar zij zich liet gaan naar een opwinding, die zelfs in de hachelijkste gevallen een Engelsche lady nog weet te beheerschen.

Elisa Van Camp had de rol van verpleegster te vertolken. Zij bracht ons een zeer vastberaden meisje, dat haar plicht als een plechtig stokpaardje beschouwt, en moedig haar aanklacht uitslingert in het gelaat der heele familie.

Met de wellevendheid, die door Engelsche nurses inzonderheid zoo op prijs wordt gesteld, liep het evenwel mis. Elise Van Camp, zoo temperamentvol door haar rol vervoerd, stampvoette en liep driftig op en neer. Maar deze tekortkomingen terzij gelaten, heeft zij een beeld gegeven van waardig plichtbesef. Zeer ontroerend was ook van haar het moment, waarop zij, de door beroepsstugheid verhardde nurse, haar diepmenschelijke en onuitgesproken liefde voor den lieven zieke uitzei.

Er was nog Nora Gevers als kamermeisje, en het was heusch zonde zich voor twee replieken van ja Meneer en nee Mevrouw, zoo lief te hebben moeten schminken.

Het Engelsch salon dat de heer Benoy als kader van dit stuk had ontworpen, kon er vrij wel mee door. De in den schouwburg bruikbare meubileering was hier zorgzaam gesorteerd geworden, en wanstijl werd vermeden. Misschien was het voor een Engelsch salon nog iets te smaakvol, want men kent het kenmerk van de gindsche ontvangkamers : luchtig en kaal.

Zondag namiddag liep het met de entree van Stella Tabret op een bepaald oogenblik mis, in zoover dat Miss Wayland de afwezige van tusschen de schermen moest naar voor loodsen.

Men zwijge van Ibseniana in verband met dezen Cycloon.

Ook begrijpen wij niet waarom deze volkomen onadekwate titel werd behouden, dan als de oorspronkelijke titel luidt «The sacred Flame» (De heilige vlam), waardoor ongetwijfeld de auteur een nimbus van verheerlijking wil welven rond de slapen van de offervaardigde verpleegster, die aan dit milieu van schijnheiligaards en veinzers ontstijgt als een subliem wezen.

Vooraf ging « Katjesspel » van Jos. Janssen in herneming, een eenakter vol landelijke humor.

De rol van Sandriene, vroeger door Mevr. Ruysbroeck vertolkt, werd thans overgenomen door Mevr. G. Loosveldt. Zij heeft de tegenstellingen tusschen begijn en oude vrijster, waarop deze figuur staat gebouwd, een vinnig reliëf gegeven.

Jenny Van Santvoort was een voldoende boersche Liza.

Aan den gemelijken Stinus van Jos Gevers hebben wij andermaal veel jolijt beleefd.

Free Waeles was een plezierige Vien en de Risten van Ch. Janssens een leuke, leepe boerenkinkel.

Als wij ons niet vergissen speelt dit stukje in Vlaanderen, maar wij zouden wel het dorp willen kennen, dat zich in dit land op een tuintje met een palmboom- mag beroemen.

Victor J. Brunclair.


Items that may be related to this text

  1. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "oompje heeft... 1933-04-15
    heer • Victor J. Brunclair • (date-year) 1933 • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • (date-month) 1933-04
  2. ◼◼◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-03
    Victor J. Brunclair • Jos Janssen • (date-year) 1933 • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair
  3. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Koninklijke Nederlan... 1933-06-16
    heer • Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • (date-year) 1933
  4. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ned. Schouwburg. "Ma... 1933-12-16
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair
  5. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederlandsche S... 1933-03-31
    heer • Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair
  6. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Ned. Schouwburg. "Fa... 1933-11-25
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair • (date-year) 1933
  7. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Juffrouw Ker... 1933-12-02
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair
  8. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: Kon. Nederl. Schouwb... 1933-05-26
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair
  9. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: De vrienden van de K... 1933-09-22
    Victor J. Brunclair • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (date-year) 1933 • (author) Victor J. Brunclair
  10. ◼◻◻◻◻ Victor J. Brunclair: K.N.S. "Krelis Louwe... 1934-03-03
    Victor J. Brunclair • Katjesspel • Koninklijke Nederlandsche Schouwburg, Antwerpen • (author) Victor J. Brunclair