Beklijvende trip langs zee van emoties
Beklijvende trip langs zee van emoties
Het overkomt me niet zo vaak dat een voorstelling echt als een stormram binnenkomt. Te veel broeken versleten op theaterstoelen om zo maar één twee drie ingepakt te worden door de trucs van theatermakers. Maar bij de productie van Dogtroep in de gevangenis van
Niemand kan zich voorstellen wat het moet betekenen om dag in dag uit, jaar in jaar uit te leven achter deuren die dicht zijn, weg van de mensen die je belangrijk vindt, met een dagorde die een ander voor jou heeft opgesteld, in een kleine ruimte samen met celmaten voor wie je niet hebt gekozen, op elk willekeurig moment bekeken door bewakers. Niemand: niet de mensen die er werken, niet de Dogtroepers die er toch twee maanden gebivakkeerd hebben, niet het publiek dat de productie heeft gezien. Maar de ontreddering waarmee je na de voorstelling op de stoep staat, doet je toch een klein beetje in de buurt komen van een vermoeden. Of misschien beter: confronteert je met een schemerzone - van de maatschappij, van de mens, van jezelf - waar je misschien liever niet mee geconfronteerd had willen worden. Het is zeldzaam dat theater zo dichtbij weet te komen, dat theater zo over alles gaat. Als dat gebeurt, mag het zonder blozen kunst heten. Met vijf hoofdletters.
Het kader
Ik geef het toe: ik was niet zo'n a priori voorstander van sociaal-artistieke projecten. Net omdat het in mijn hoofd nog zo vaak zo weinig met kunst te maken had. Net omdat het kleurrijke discours omtrent het project nog zo vaak interessanter bleek dan het project zelf. Net omdat ik niet wist of je mensen geld moet vragen om te komen kijken naar artiesten die zich soms met meer goedbedoe-lerigheid dan ideeën op fijne minderheden storten. Net omdat de authenticiteit van
Begrijp me niet verkeerd: van mij mag iedereen alles doen waar hij of zij zin in heeft, en hoe meer zielen geholpen worden door therapeutisch macrameeën of moeilijke gevoelens uiten in poëzie, hoe beter. Alleen was cultuur voor mij toch nog steeds het terrein van de kunstenaars: hun speeltuin van de verbeelding. Maar wat mij duidelijk is geworden: als kunstenaars zelf kiezen voor dat keurslijf, is het mogelijk dat artistieke kaders en doorleefde verhalen mekaar uitdagen en versterken. En dat die optelsom niet alleen leidt tot een proces waar mensen beter van worden, maar ook tot een resultaat dat zo geladen is dat het wel erg moeilijk wordt om onbewogen te blijven.
De betrokken partijen
Het moet gezegd: het unieke van dit project zit hem natuurlijk ook in de betrokken partijen: de directieleden van het
kend in hun positie - wonderlijk open nunded, de man die het project mee opvolgde vanuit de gevangenis onschatbaar, en de toestemmingen van
etcetera 83 OOO
45
sen de mensen au sérieux te worden genomen, wat voor een opsteker het was voor hun (veelal ontbrekende) zelfvertrouwen. Eentje zou zelfs bij het afscheid schrijven dat dit echt de mooiste tijd uit zijn hele leven was geweest.
Zelfs al zou de voorstelling niet goed geworden zijn, dan nog zou ik - alleen al daarom - het project verdedigd hebben. Maar na twee maanden werken bleek het resultaat ook nog eens overdonderend: niks te keurig therapeutisch verwerkte anekdotes over leven in de cel, maar een niets ontziende hellerit langs levens in crisis.
De voorstelling
Na heel wat gedoe vooraf (attest ophalen, rijksregisternummer doorgeven, ticket op voorhand afhalen, GSM thuislaten, enzovoort...) om hoegenaamd te worden toegelaten, arriveer je eindelijk aan de gevangenis. Paspoortcontrole, door de metaaldetectie (en indien nodig: zakken leegmaken, riem uit, schoenen uit), de zware deur valt achter je dicht. En meteen is 'de voorstelling' begonnen. Het klinische gebouw - meer
ziekenhuis met te hoge hekken dan een gevangenis zoals je je dat klassiek voorstelt - is in al zijn overdonderende uitgestrektheid een speler op zich. Eenmaal binnen worden toeschouwers uit mekaar gehaald en bij vreemden in een groep gezet. Iedereen neemt plaats aan tafels in de refter, krijgt koffie en wordt gevraagd te wachten. Een bandje speelt een muziekje. Op een groot scherm de weersvoorspelling: elke dag exact 20 graden. Geen wolkje aan de hemel. Meteen wordt duidelijk: hier is niks zoals daarbuiten. Hier is de wereld niet de wereld. Hier ben je alleen (en nooit alleen). Hier is routine regel. Hier leef je in een luchtbel. Hier kruipt de tijd. Temidden van de rusteloze troosteloosheid die nog het meest doet denken aan een familiefeest net voor het door drank en te veel kwalijke herinneringen gaat ontaarden, krijg je opeens ouderwetse cassetterecorders voor je neus. Langs koptelefoons hoor je verhalen, over iemand die zo graag nog eens stokvis zou eten, over hoe de lucht anders ruikt op de buitenplaats van de gevangenis dan buiten de muren. In allerlei talen wordt het heimwee, het verlangen, de verbazing over ontnomen zekerhe-
den ingefluisterd. Tot een anonieme instantie (erg letterlijk zelfs: een karretje met een hoofd in kunststof met een geprojecteerd gezicht erop) de aandacht vraagt en de instructies voor de avond geeft: gelieve uw gids te volgen en bij de groep te blijven. Terwijl je meeloopt met jouw gids, kan je toch niet nalaten het je af te vragen: is het een gedetineerde? een bewaker? een geschoold acteur? Iedereen draagt identieke kostuums in deze wereld zonder onderscheid. En je beseft heel goed datje er het raden naar hebt en dat stemt tot nadenken, het meest van al nog over jezelf.
In groepen van zestien word je meegenomen naar een aparte vleugel van de gevangenis waar in zes kleine ruimtes mini-voorstellinkjes worden gepresenteerd. Van bijna luchtige confrontaties met de wereld die - letterlijk - op zijn kop wordt gezet tot indringende scènes over zinloos voorbijgegane tijd, over verlies, hunker, schuld en vervlogen dromen.
Je komt binnen in de eerste kamer. De blinde vrouw die het karretje bediende, zit in een hoekje. Gekraak van een schommelstoel, een kat die ronkt, de telefoon die gaat - dage-
Dogtroep in de
46 • •• etcetera 83
lijkse vredigheid die hier herleid wordt tot gecontroleerde, ontmenselijkte dingen: boxen die worden aangesloten en het geluid genereren. Hier is niks meer wat je dacht dat het was. Elk gevoel van veiligheid ontnomen. Een man komt binnen en rolt - terwijl de telefoon gaat -het tapijt weg. Je kijkt in een spiegel, waardoor het lijkt alsof je in een put naar beneden staart en een verdieping lager iemand ziet zitten, terwijl hij in werkelijkheid boven aan het plafond op zijn kop hangt. Hij neemt de telefoon op en zet daarmee een speels tafereel in gang. De werkelijkheid totaal ontregeld.
Dan de volgende kamer: je kijkt uit op de bak (een grote betonnen ruimte in open lucht). Je hoort de getuigenis van een man die zijn vrouw en zijn dochtertje heeft vermoord. Een paar zinnen maar. Buiten zie je de man: gekweld, opgejaagd, buiten zinnen. Hij gaat naar bed, om er een paar minuten later als een oude man weer uit op te staan. Een leven weggewuifd als een lastige mug op een zomeravond.
Of nog: een vrouw zit, op een burcht van zakken stof, aan een naaimachine. Ritueel begeleidt het geluid van het stikken haar gezang in weemoedig Hongaars. Opeens zie je de stof langs het betraliede stukje raam dat open kan, naar buiten ontsnappen. Het baant zich een weg over het uitgestrekte gazon. Bij de laatste tonen verschijnt opeens over het hekken een reusachtige trouwjurk. Zo reëel en toch een sprookje. Onbereikbaar.
En dan: een totaal zwarte kamer. Piepklein. Allemaal binnen. De deur dicht. Iedereen kan iets in de muur kerven. Als een lamp aangaat worden de inscripties opgelicht.
Nog: in een kamer een foto van een baby. Een vrouw. Vuur wordt aangestoken. Een kind - verbeeld in een kruippakje dat door middel van een touwconstructie wordt bewogen -komt om in een brand. Op de kakofonie van zestien slaapliedjes zingende kinderspeeltjes word je de kamer weer uitgejaagd. Schuld, gemis en wanhoop met een minimum aan middelen maximaal voelbaar gemaakt.
En ten slotte: een ruimte met bewegende muren waar iedereen zijn eigen weg moet zoeken. Aan de wanden: foto's met onderschriften. Je kan vermoeden: de data waarop de gedetineerden de gevangenis zijn binnengekomen en waarop ze hun straf zullen hebben uitgezeten. Sommige einddata akelig ver weg. Op de foto's dierbare taferelen van de gedetineerden. Ook zij waren kinderen die kaarsjes uitbliezen, mannen die op vakantie gingen, vrouwen aan zee, met hun kinderen op de arm. En dan opeens
gaat het licht aan; de foto's (wel ontwikkeld, niet gefixeerd) worden zwart. Hier het licht aan, voor hen het licht uit. Alle beloftes die het leven ooit inhield in één klap ontnomen.
Na de zes korte scènes komen alle groepen terug samen in de bak. Je wordt verwelkomd door het zingende koor, handen worden geschud, er wordt in de ogen gekeken. Voor wie durft, is dit een heftige ontmoeting. Twee mensen dansen op de muziek, een tafel op wielen danst met hen mee. De toon is meteen gezet. Catharsis nu, zoals we hem in het theater niet meer zo vaak meemaken. Het koor zingt - nu eens uitbundig, dan weer beklemmend ingetogen - en elementen van de scènes uit de kleine kamers komen samen. Het zorgt voor aangrijpende beelden: de moeder van het dode kind met haar buik in brand, de man met achtervolgingswaan die in zijn verbeelding - en letterlijk voor onze ogen dankzij een ingenieuze projectie - over de muur kruipt, er valt een porseleinen bal in stukken vaneen op de stenen vloer die kringen maakt als was het een vijver. En dan komt het meisje zonder bruidegom in trouwjurk op, het publiek in een hoekje drummend. Zij trekt met haar tere lijf een reusachtig gordijn van regen met zich mee. Het verdriet, de zee van verwoesting heeft een gezicht gekregen. Het koor staat dicht bij jou en zingt, en de gezichten van zij die zingen spreken. Ze stappen door dat gordijn van regen - door niks en door alles van ons, vrije mensen, gescheiden - en gaan naar binnen. Ze blijven zingen tot de deur wordt dichtgetrokken en hun muziek wordt gesmoord. Hier krijgt applaus geen kans; de catharsis abrupt afgebroken. En jij moet verder. De deur van de bak gaat open, de politie staat klaar - vervaarlijker ogend dan de mannen binnen in de bak - en de voorstelling eindigt met wat laatste taferelen achter een aantal ramen. De vrouw zonder kind die echt melk afkolft. Een typemachine die autonoom een brief schrijft die rechtstreeks naar de papierversnipperaar gaat. Een paar zingende koorleden waarvan de mond uitzinnig is vergroot. De oudste van alle gedetineerden, een zestiger, in zijn eentje in de weer met lijm en de scherven van de kapot gegooide porseleinen bal: een hopeloze poging om de brokken te lijmen.
Ontdaan en ontregeld stap je door het speeltuintje (je durft er niet bij nadenken dat hier ook kinderen van vrouwelijke gedetineerden binnen zitten die, als ze eenmaal drie zijn, van hun moeders worden afgenomen), en dan
de gang weer binnen om zo de gevangenis te verlaten. Vlak voor je de poort binnengaat, word je aangestaard door vier paar ogen - reusachtig geprojecteerd op de ramen van de tweede verdieping - ogen zoals die van u en van mij. Ogen van mensen met hoop en dromen en goeie en slechte eigenschappen. Ogen van mensen zoals degenen die vanuit hun cel, gesitueerd boven de ramen waarachter de taferelen zich afspelen, met hun handen door de tralies naar je zwaaien als je vertrekt. Kunst en werkelijkheid vallen akelig samen.
Dogtroep heeft het in zijn hallucinante trip door de krochten van de menselijke psyche aangedurfd om de grote gevoelens niet uit de weg te gaan. Niet evident in die beladen situatie, niet evident in dit theaterklimaat waar less is more hoog in het vaandel wordt gevoerd. De koortsdroom die je als toeschouwer over je heen krijgt - wars van klassieke narratieve lijnen, wars van lineaire logica - is van een abstractie die een bijna vanzelfsprekend persoonlijk engagement impliceert. Iedereen wordt uitgedaagd zijn eigen verhaal te maken, waarin hij of zij zelf dus evenzeer een speler is. En dat maakt het verhaal onontkoombaar. En je weet wel dat de context - de beklemming van zo'n gebouw, het feit dat gevangenen, mensen met zoveel verhaal achter hun ogen, meedoen - deel van de wrange magie is die Dogtroep - zo u wil - 'cadeau krijgt'. En natuurlijk zijn er ook kritische opmerkingen te maken - dat de kleine zwarte ruimte waar je in wordt opgesloten niet zo goed werkt, bijvoorbeeld, of dat het na nóg tien keer spelen zeker nog wat straffer getimed had gekund. Maar na zo'n wervelstorm van emoties kan het je allemaal niks meer schelen. Want het werkt wat ze doen. Met grootse beelden en soms bijna sentimentele symboliek, met veel fantasie en poëtische slagkracht pellen ze elk laagje nuchterheid van je af. Tot er van jezelf alleen nog een mens in zijn dunste hemdje overblijft. Een mens met veel vragen, veel verwarring en wrange ontroering achter zijn ogen. En dat is toch theater op zijn allerstrafst.
Het pleidooi
En inmiddels heeft Dogtroep de koffers al lang weer gepakt en zitten de meeste
etcetera 83 OOO
47
ders naar gedetineerden gaan kijken. Het hoofd van de
nieuw theaterproject op te zetten.
In tal van andere
men al vele jaren overtuigd van de noodzaak van kunst in gevangenissen.
griet.opdebeeck@toneelhuis.be
Criet
DOGTROEP IN DE BRUGSE GEVANGENIS
regie/artistieke leiding
regie
beeld/spel
coaching/spel
hoofd techniek
beeld/techniek
van
assistenttechniek
beeld/video Ernst Süss
licht
muziek Jos Zandvliet,
kostuums
pr/communicatie Bart Kusters
productie/spel
productie
runner
met ook nog
Jacques, Jean Marc,
Leslie,
Nicky,
Vincent,
48
• •• etcetera 83
Auteur Griet Op de Beeck
Publicatie Etcetera, 2002-10, jaargang 20, nummer 83, p. 45
Trefwoorden gevangenis • dogtroep • gedetineerden • zandvliet • brugge
Namen Aike Dirkzwager • Alex • Amsterdam • Anna • Armando Punzo • België • Berlijn • Brugge • Brugse • Chris de Waeghemaker • Daniël • Dirk Wachtelaer • Dogtroeper Jos Zandvliet • Dogtroepers-van-achter-de-muren • Dogtroepkantoren • Europese • Fabie Vervaele • Geert Jan Niemeyer • Het Dogtroep-koor • Isabel Nielen • Italiaanse • Ivanov • Jan de Grande • Joey Ruigrok • Johan Verleye • Johana • José-van-de-gazettenwinkel-die-op-een-podium-wordt-gehesen • Justitie • Kenneth • Koen Van Oosterhout • Lorenzo • Marie Anne • Mark • Marta Schermann • Meltem • Nadia • Nederland • Nico • Op de Beeck • Penitentiair Complex • Peter • Puck Mathot • Riet Meilink • Rob Zimmermann • Rusland • Serge • Sunke Puell • Tina • Titia Bouwmeester • Tommie Freke • Udo Akemanri • VOS • Vicky • Vincent de Rooij • Vlaamse Federatie voor Forensisch Welzijnswerk • Ward Kreykamp • Welzijn naar Cultuur en Cultuur • Ykje Hibma • Zuid-Afrika • der Werven
Development and design by LETTERWERK