Advanced Search found 6 item(s) featuring "P.C. Hooft"
1922-03-12 De plannen van Dr J.-O. De Gruyter: Kandidaat voor het bestuurschap van den Koninklijken Nederlandschen Schouwburg te Antwerpen (Anon.)
- . . . Antwerpsche scholen tegen sterk verminderde prijzen zouden worden uitgenoodigd. De klassieke reeks zou bestaan uit: J. v. d. Vondel : Lucifer - Hooft : Warenar - Sophokles : Philoktetes - F. Hebbel : De Niebelungen - Grillparzer: Des Meeres und der Liebe Welle -
1926 Pieter Langendijk: "Het Wederzijds Huwelijks Bedrog" (Lode Monteyne)
- . . . -- comedie gebruikt hebben tot gisping van de hebbelijkheden der tijdgenooten, en dan wijst hij op zijn eigen grooten voorganger in Nederland: op P. C. Hooft , den allerleuksten auteur van «Warenar met den Pot», welk stuk niet alleen een allervoortreffelijkste karakterschildering, uitgediept tot in de verborgenste plooien harer . . .
- . . . biedt van prettige, levendige, rake tooneeltjes, ontleend aan het volksleven der XVIIe eeuw. Langendijk zelf blijft in de schaduw staan van Hooft . De genretafereeltjes waarmee hij, naar het voorschrift van Pels -- den Nederlandschen Boileau der zeventiende eeuw -- het tooneel gevuld houdt, zijn . . .
- . . . Molière , die beweerde: «Je prends mon bien où je Ie trouve» ? Onze zeventiende- en achttiende-eeuwsche Nederlandsche auteurs huldigden dezelfde meening. Hooft ontleende het onderwerp voor zijn «Warenar» aan Plautus ' Aulularia en Langendijk , die, voor het blijspel eenigszins als een zijner nabloeiers . . .
1926 P.C. Hooft: Hooft's "Warenar" (Lode Monteyne)
- . . . P. C Hooft HOOFT 'S «WARENAR». Wie Hooft 's «Warenar» ziet opvoeren, denkt onmiddellijk aan het beeld van den vrek, dat . . .
- . . . P. C Hooft HOOFT 'S «WARENAR». Wie Hooft 's «Warenar» ziet opvoeren, denkt onmiddellijk aan het beeld van den vrek, dat Molière dramatiseerde. Beide . . .
- . . . P. C Hooft HOOFT 'S «WARENAR». Wie Hooft 's «Warenar» ziet opvoeren, denkt onmiddellijk aan het beeld van den vrek, dat Molière dramatiseerde. Beide dichters lieten zich overigens inspireeren door een . . .
- . . . lieten zich overigens inspireeren door een zelfde model : de Aulularia van den Romeinschen tooneelschrijver Plautus . Toch zijn de verschillen tusschen Hooft en Molière van werkelijk essentieelen aard. In Molière , zelfs nadat het harde bestaan zijn levensernst verrijkte en hij met den . . .
- . . . devoir en pleurer. Er is, bovendien, heel wat wrange zelfbespotting in menige comedie van Molière te bespeuren... Het gaat niet Hooft , die in feite grooter beteekenis verwierf als schepper van erotische poëzie dan als drama-dichter, alléén met Molière te vergelijken. Tegenover den grooten . . .
- . . . Franschen blijspelschrijver, die Shakespeare in breede humaniteit evenaart, zou men een groot getal Nederlandsche tooneeldichters moeten plaatsen -- Breeroo , Hooft , Langendijck en hun nabloei -- zonder evenwel de hoop te mogen koesteren op deze wijze evenwicht in beide termen der vergelijking te . . .
- . . . Klucht van de Koe, zijn Sijmen sonder Soetigheit, zijn Molenaar wierp Breeroo hoogten op in den enger omrasterden Hollandschen lettergaard... En Hooft bereikte met zijn «Warenar» een top... Van zijn Avare, die in 1668 geconcipieerd werd, dus een halve eeuw ná den Warenar, maakte
- . . . scène in grooten stijl, waarnaast wel kan geplaatst worden het ruw optreden van den wantrouwigen Warenar tegenover den kok Teeuwes. Sterker teekent daarentegen Hooft des gierigaards liefde voor zijn schat, wanneer hij overlegt waar hij den pot best bestoppen zal en Warenar's uiting van wanhoop en smart, nadat . . .
- . . . het kistje zien, van het beschouwen genieten... (Allons) voir ma chère cassette !... zegt hij en er zwelt een jubel in zijn stem... Hooft 's Warenar bekeert zich. Hij doet afstand van zijn schat. Nu mag het waar zijn, dat enkel in tooneelstukken en boeken volkomen-konsekwent zich uitlevende karakters . . .
- . . . komedie werd door den schrijver tot zijn eenvoudigste gedaante herleid. Verwondert een zoo lichtvaardige behandeling van het liefde-motief niet vanwege een dichter lijk Hooft , wiens erotische poëzie blakend is van hartstocht en rijk aan speelsche dartelheid ? In «l'Avare» van Molière omstrengelt de liefde-intrige de hoofdlijn . . .
- . . . helden of heldinnen zijn. Molière plaatst zijn karakterbeeld binnenshuis, waardoor zijn stuk dan ook een heel andere ontwikkeling krijgt dan bij Hooft , die de heele actie op straat situeert -- lijk de oude Grieken deden. Molière 's Harpagon beweegt zich in den kring van zijn . . .
- . . . heele actie op straat situeert -- lijk de oude Grieken deden. Molière 's Harpagon beweegt zich in den kring van zijn gezin. Hooft 's vrek komt, indien we ons zóó mogen uitdrukken, onder het volk. Molière schetst plezierige familietafereeltjes die bijdragen tot verscherping van het centrale . . .
- . . . volk. Molière schetst plezierige familietafereeltjes die bijdragen tot verscherping van het centrale karakterbeeld, dat hij op de planken wil doen leven. Hooft groepeert beeldjes uit het volksleven der vroege zeventiende-eeuw om zijn Warenar. «L'Avare» van Molière blijft algemeener. De Warenar houdt met sterke banden . . .
- . . . Gierigheid heet. «Warenar dat is Aulularia van Plautus naar 's landts gelegenheid verduitscht», aldus luidt de titel der eerste uitgaven van Hooft 's blijspel. Het zijn de tooneeltjes uit het Amsterdamsche burgerleven gegrepen, die een origineel Nederlandsen karakter aan deze vrije vertaling van een door
- . . . altoos even fijne en zeker niet met onze begrippen omtrent humor strookende geestigheid... Zeiden we niet reeds : Tusschen Molière en Hooft , die beiden één zelfde onderwerp behandelden bestaan essentiëele, door hun landaard beheerschte verschillen. Hooft 's geestigheid is door en door Hollandsch: hij is . . .
- . . . reeds : Tusschen Molière en Hooft , die beiden één zelfde onderwerp behandelden bestaan essentiëele, door hun landaard beheerschte verschillen. Hooft 's geestigheid is door en door Hollandsch: hij is meer grappig dan humoristisch. Zijn gezonde lach klinkt gul, rond, volksch... Hij schalt en schatert, krijgt . . .
- . . . gul, minder rond... vooral: méér bewust gewild... Het kon niet anders... Molière bezat blijkbaar niet het moreele evenwicht, dat de levensblije Hooft , veroveren kon. . . .
1926 J. v.d. Vondel: "De leeuwendalers" (Lode Monteyne)
- . . . Vondel staat de moderne mensch veel vreemder dan tegenover een man, die zich misschien wel eens zijn evenknie waande, tegenover den voornamen Hooft , wiens erotische poëzie, sierlijk en dartel, hartstochtelijk en sproedelend van vaak ongebreidelde levensvreugde, zóó zuiver-menschelijke gevoelens beroert. Vondel is de dichter van . . .
- . . . den bijval die de «Aminta» van Torquato Tasso (1573) en vooral «II Pastor Fido» van Guarina (1590) allerwege behaalden. Hooft had reeds in 1605 een werk «Granida», dat in zekere mate tot de herdersspelen kan gerekend worden, geschreven.. Andere dichters volgden na. En toen . . .
1922-02-18 JOAN LUYKEN'S DUYTSE LIER (Anon.)
- . . . verzen schrijft op Fransche danswijzen en op de "vooys" van Italiaansche liederen, hij is een Hollander die zich nimmer verloochent. Ik heb daareven Hooft naast hem genoemd. Vijftig à zestig jaren scheiden hunne aardgelijke lyrische productie. Doch, hoeveel Italiaanscher, of beter gezegd Latijnscher, is de bereisde patriciër dan . . .
1923-06 Nieuwere dramatische kunst (Godfried Heynderickx)
- . . . aan. Plautus en Terentius , de beide voornaamste vertegenwoordigers, hebben invloed geoefend op het achtiendeeuwsche theater. Ik wijs even op Hooft 's «Warenar», een vrije bewerking van Plautus «Aulularia», op Lessing 's «Der Schatz» en Molière 's «l'Avare». Het Romeinsche theater was . . .